Ho. 435
Zondag 27 Mei 1817
Orgaan voor Leger en Vloot.
Ooriogsm'eows.
Onder redactie van D. MANASSEN.
De veenbrand.
lei vorstelijke weddenschap.
Landstorm !S0B en Militie 1918
Taminiau's JAM
DERDE JAARGANG.
DE SOLDATENCODRANT
REDACTIE EN ADMINISTRATIE VALERIUSSTR. 109, AMSTERDAM. DIT
li LAD1 VERSCHIJNT DRIEMAAL PER WEEK. LOSSE NUMMERS VOOR
MILITAIREN 1 CENT, VOOR BURGERS 5 CENT. ABONNEMENT BIJ VOORUIT
BETALING VOOR MILITAIREN 0.75, VOOR BURGERS/1.50P.KWABTAAL
Voor Advertentie wende men zich tot cuze Administia-;'-. V.< '•.•■u -Taat 10'»
Ar/lsterdaiaPrys der Afh;ertentiën per regel 50 cent. Voor lugezo.c.!»-; M«de-
ded-Tigen op do tweede, derde en vleide pagina dubbel tarief. By abobaenieiit
reductie.
Het Schiereiland Sïrmï.
In de laatste maanden is de
oorlog ook vrij krachtig gevoerd
in Sinai en Palestina, ten oos
ten van het Suez-kanaal. Het
begon met een aanval van Tur
ken op dit kanaal, welke ge
makkelijk werd afgeslagen door
de Engelschen, die daarop de
vijanden al verder terugdreven,
van El Katie tot El' Arisch,
waar een woedend gevecht
plaats had. Doch ook hierin
delfden de Turken het onder
spit en de Engelsche troepen
drongen verder door naar 't
noordoosten, den kant op naar
Palestina, Bij Gaza (Ghasa)
boden de Turken echter zoo
krachtigen tegenstand, dat de
aanvallers niet verder konden
doordringen, In de laatste
dagen lezen we wel van nieuwe
hevige gevechten, maar Gaza
schijnen de Engelschen nog
altijd niet te hebben bezet.
De naam Sinaï-Halbinsel op
onze kaart beteekent „schier
eiland Sinai" en „Mittell.-Meer"
„Middellandsche Zee".
Dringend verzoek.
Dringend verzoeken wij bij correspondentie
met ons of bij toezending van postwissels,
steeds duidelijk het volledige militaire adres
van den afzender te willen vermelden.
Koninklijk bezoek,
II. M. cle Koningin en Z. IC. H. de Prins
kwamen Woensdagavond te 10 u, 1-3 met
den gewonen sneltrein te Mep pel. Het
koninklijk echtpaar bracht den nacht in de
hofrijtuigen door. Donderdagmorgen half
zeven werden de hofrijtuigen weer aange
haakt aan den gewonen personentrein naar
Aseen,
Onzo verslaggever meldt ons van Donderdag
uit Emmen
Hedenmorgen heeft H. M. do Koningin, ver
gezeld van Z.K.H. Prius Hendrik, een bezoek
Ï;ebracht aan de Drentsche veenstreken, waar
iet vuur dezer dagen zoo groote ramp heeft
aangericht. Vanmorgen vroeg waren H.M. en
Z.K.H. van Meppel naar Assen vertrokken, van
waar zij per auto verder gingen over Gieten en
Stadskanaal naar den Valtkormond, do meest
geteisterde der veenderijen.
Over den IJzeren Klap" en langs ihet Zui-
derdiep bereikte het gezelschap het aau dat
Diep gelegen café Scliuringa, waar werd halt
gehouden. Behalve hot gevolg waren daar do
commissaris der Koningin in Drenthe, do heer
Linthorst Homan, en baron Van der Feltz,
voorzitter van het Comité voor nationale ram
pen in Drenthe.
Na een korte begroeting van de aanwezige
autoriteiten werd doorgereden naar het verder
gelegen café Prat. waar liet gezelschap de
autos verliet en zien. direct naar de terreinen
van do ramp begaf. H.M. de Koningin liet zich
door burgemeester' Vriend, van Valthermond,
uitvoerig inlichten omtrent do plaatson waar do
brand het felst had gewoed en stond er op
juist die punten te bezoeken. De eerste ont
reddering, welke H. M. in het oog kreeg, was
een aan den overkant van het Diep staand
huis, dat niet was verbrand, maar waarombeen
allerlei huisraad en gerei lag verspreid van
lieden uit de verbrande huizen, die daar onder
dak hadden gevonden. H. M. wilde van de
tijdelijke bewoners een en ander vernemen om
trent hun vlucht.
De brug over het Diep was echter verbrand.
De buurt-genooten hadden een zeer primitief
noo-dbruggetje gemaakt, tweo planken breed,
vlak op het water liggend, zoodat bij het gna.ii
er over de planken in het water doorzakten.
H. M. zag daar niet tegenop en begaf zich kor
daat langs het schippersbruggetje over het
Diep. Zij trad het huis binnen en vroeg er
■uitvoerig naar de omstandigheden.
Naar het Fransch..
Tegen het einde van liet tweede keizer
rijk was een doé meest bekende en aanzien
lijke verschijningen op den boulevard des
ltuliems do jongo prins Edmond do Carnival.
Zeer blond, bleek en van een plilegma, dat
door niets kon worden verstoord, amuseerde
hij de wereld door middel van zijn, onmete
lijk vermogen, door de onzinnigste 6treken en
invallen, die soms zoo eigenaardig waren, dat
zij gansch Parijs in verbazing brachten.
Op een avond gaf hij een groot diner in
zijn eigen paleis, waar de heerlijkste wijnen
stroomden en het dessert een waar Eden van
lekkernijen vormde.
„Mijne lieeren" riep de prins plotseling
uit. ,,U hebt allen gehoord, wat daar aan den
anderen kant van do tafel wordt beweerd.
Welaan dan, om hoeveel wedt gij, dat ik, zon
der gestolen, gemoord of iemand ter wereld
beleedigd to hebben, zonder met de wet door
de geringsto overtreding in conflict te ge-
rakon, als een boef l»ij den kraag gepakt cn
maar do wacht gesleept word, zoodra het n
maar belieft
Hij sprak op zijn gewonen, kouden, onver
schilligen toon, waarmee hij ook do meest on
gewone dingen beweerde en de vroomste voor
stellen deed, en zijne woorden overstemden
duidelijk het 'gelach en het algemeen gesprek.
Ieder_ zag hem verbaasd aan. Te midden van
de stilte spralc livf
„Ik wed 3000 Louis wie durft?"
Er waren vele rijke lieden aanwezig, voor
koog wedden niets nieuws .was, maar do
Het viel eenigszins moeilijk het zeer plat
Groningsch dialect te verstaan. Een van hen,
die tijdelijk onderdak had gevonden in de
woning, was echter een gemobiliseerd soldaat
met verlóf, die H. M. in goed Hollandsch
wist te vertellen dat zijn huis aan den over
kant van het Diep was afgebrand; dat bij,
behalve zijn huis, ook een deel van zijn huis
raad was kwijtgeraakt, zooals zoovele anderen,
maar dat gelukkig hij en zijn vrouw er het
leven hadden afgebracht en dat zij onderdak
hadden gevonden bij zijn moeder. Dankbaar
deelde hij aan de Koningin mede dat hij, toen
het bericht van de ramp in zijn garnizoen
ergens in Zeeland bekend was, onmiddellijk
verlof had gekregen.
H. M. ging weer terug over het vondertje
en begaf zich, steeds begeleid door burgemees
ter Vriend, in het verbrande veen. Over bet
verasclite terrein begaf de Koningin zich naar
de verbrande huizen en schepen. Zij net;ziek
vertellen waai**" c?é bewoners waren ondfi ge
bracht in de naburige gespaarde huizen en ging
dan daar navraag doen naar do omstandighe
den, waaronder de ramp de menschen had ge
troffen, en de manier waarop zij zich hadden
weten te redden.
Toen H. M. hoorde, dat twee gezinnen wa
ren ondergebracht in een tjalk, die in het
Noorddiep lag, ging zij terstond daarheen. Over
de smalle loopplank kwam H. M. aan boord en
langs het kippentrappetjo daalde zij af in heb
ruim om te zien hoe de menschen het daar
■hadden. Zij sprak langdurig met de getroffe
nen en betuigde den schipper haar voldoening
over zijn menschlievendheid. Zoo diepen in
druk maakte clit alles, dat do vrouwen mot
tranen in de oogen tegen elkaar er over fluis
terden, dat H. M. toch zoo nederig was, toen
do Koningin het schip weer had verlaten.
Het gezelschap begaf zich dan naar den an
deren kant van het Noorddiep om een bezoek
te brengen aan vluchtelingen, dio daar in de
huizen waren ondergebracht.Steeds vroeg
H. M. aan burgemeester Vriend naa.r bijzon
derheden en eigenaardigheden van de streek
en van het veen-bedrijf, en alle veenarbeiders
en bun vrouwen en kinderen liepen uit om liet
vreemde geval aan te ziende Koningin, die
zoo maar daar rondliep over de asc-h, over het
veen, tusschen de bulten turf door, en die daar
kwam kijken naar hun nood en ellende. Zij
stonden er verbaasd van en het maakte diepen
indruk dat H. M. zich door niets liet afschrik
ken, over greppen en kuilen wipte, tegen de
heuveltjes klom, en fluisterend werd het voort
gezet, toen men uit den mond der Koningin
het was toen zij over een greppel was gewipt,
waarvan burgemeester Vriend gezegd had
„Majesteit Jt kan niet" de woorden op-
vin"-: „meneer de burgemeester, er is niets dat
niet kam."
Tot beclemaal achter in den Mond wandelde
H. M. door; zij stond daar en zag uit over
het Valtherveen aan den overkant, dat nog
zwaar lag te smeulen. Burgemeester Vriend
legde H. M. uit, dat'het Valtherveen gisteren
veel van den brand geleden haddat de buien
van vannacht en vanmorgen wel iéts hadden
buitensporige hooge som deed hen aarzelen er
zij wilden eersÜ omtrent alle voorwaarden op
heldering hebben, alvorens zich bij zulk een
weddenschap aan te sluiten.
„Is er geen dubbelzinnigheid in hetgeen
gij zegt, geen woordenspel ol' zoo?" vroeg de
dikke hertog de Morvella.
„Volstrekt niet", zei de prins, „ik geef u
mijn woord als edelman".
„Maar", zei een ander, „u zult waarschijn
lijk het een of ander doen, dat zonder een
directe beleediging te zijn toch het misnoegen
der politie opwekt, bijv. in een onmogelijk
costumn door do straten gaan en zoodoende
een hoop kwajongens verzamelen, zoodat een
of andere agent in het belang van het onbelem
merd verkeer verplicht is, u to dwingen een
minder opvallend gewaad te kiezen.
„U vergist u geheel en al", antwoordde
Edmond de Carnival, „als ik in zonderlinge
Meeding op straat ging, zou men mij hoogstens
beleefd verzoeken naar huis te gan. Neen, ik
verzeker u, liij zal mij als een misdadiger bij
mijn kraag pakken en arresteeren, overtuigd
met mij een goede vangst te hébben gedaan,
hoewel ik mij hoegenaamd niets zal te ver
wijten hebben".
„Nu, hoe zult u dat aanloggen?" vroeg
do bankier Castambido, een uiterst nerveus
en opgewonden man, gelijk de meeste beurs
mannen trouwens.
„Dat is mijn geheim. U zult moeten er
kennen, dat ik u dat 'niet vooraf kan zeggen".
„Natuurlijk niet! Maar nu ben ik er. U
zult een agent op den schouder kloppen en
zeggon: „Oude jongen, ik ben je man. Ik heb
in een aanval van razernij mijn heele familie
verinoord, eu nu heb ik berouw. Neemjnij mee
geholpen, maar toch niet afdoende waren; dat
hij, toen 't gisteravond in het Valtherveen
ernstig dreigde, een motorbrandspuit uit nissen
had aangevraagd, die Vanmorgen vroeg was
aangekomen.
Langs de blokken ging H. M. weer naar het
Zuiddiep en toon terug naar het Café Prat,
waar de auto's wachtten. Telkens onderweg
sprak H. M. nog met de menschen en vroeg
allerlei bijzonderheden. In de schuur van hot
café Prat onderhield zij zich met de leden van
hot lenigingscomité, dat zich daar gevormd
heeft, en informeerde naar do maatregelen,
welke waren genomen. Toen zag de Konin
gin ergens in do menigte een man,
dio zijn geheele gezicht en zijn handen
verbonden had. H. M. vrpeg of hij ver
wondingen had opgedaan bij de ramp-
Op het bevestigend antwoord liet zij
den man bij zich komen en vroeg hem naar
zijn ervaringen. De man, Smit genaamd,
vertelde dat hij voor den brand uit met zijn
kinderen was gevlucht. Hij had nog wat uit
zijn liuis willen meenemen cn had in de ver
bouwereerdheid maar een paar stuleken spek
gegrepen. Heel veel moeite had hij gehad om
zijn kinderen voort to krijgen en soms moest hij
de kleertjes, die vuur hadden gevat, blusschen.
Toen hij dat weer had. gedaan en do stukken
spek, die hij op den grond had gelegd, op
raapte, spoot hem ineens van op der de stuk
ken spek een golf gloed in het gezicht, waar
door dit fel was geschroeid. Gelukkig had hij
zich nog kunnen redden, maar 't had hem
veol moeite en angst gekost.
Deze en dergelijke verhalen hoorde H. M.
met groote belangstelling aan en duidelijk liet
zij blijken, dat'zij met de rampen van de zoo
diep getroffen bewoners meevoelde.
Na oen tocht van anderhalf uur begaf het
gezelschap zich weer in do auto's op weg naar
Emmercompascuum.
Nadat H. M. vertrokken was van het café
Part, heeft zij een kleine lunch gebruikt in het
hotel Smit aan den Valthermond, waarna door
gereden werd naar Emmercompascuum en
Emmer-Erfscheiderveen. Nadat zij zieh een
overzicht van den toestand daar had verschaft,
ging de tocht door over Emmen naar Weer-
dingerveen. Het leok H. M. gewensckt, een
oiiderhoud te hebben met den burgemeester
van Emmen, de zeer uitgebreide gemeente,
waaronder vele van de door den brand geteis
terde streken liggen, waarom zij naar de
woning van den burgemeester van Entfnen
terugging. Nadat zij den burgemeester had
gesproken, reed zij weer naar Exlo, otA met
den burgemeester van Odoorn, waartoe ook
Exlo behoort, een tocht te maken in het nog
vrij ernstig brandende Exloërveen.
Eerst laat in den namiddag keerde het ge
zelschap naar Assen tarug, waar de trein ge
reed stond, waarmede H. M. en Z. K. II.
vanmorgen aldaar aangekomen waren.
Do groote belangstelling van do Koni M i
en Prins Hendrik welke laatste zich vooral
bezig hield met het inwinnen van inlichtingen
omtrent het werk, dat het Roodé Kruis hier
zou kunnen doen heeft hier allerwegen
groeten indruk gemaakt.
De drie Drentsche Kamerleden, de hee-
ren Smecnge, Sibinga Mulder en Koster be
gaven zich Donderdagmorgen van Coevoorden
langs Dalen, Emmen en Odoorn naar het sta
tion Valthe van d?n Noord-Ooster Locaal
Spoorweg. Te voet moesten zq toen langs den
zandweg, die van Valthe loopt naar den Val-
thermoud, naar het tooneel van de ramp.
Al spoedig zagen, zij door de asch, die overal
was waar te nemen, dat de brand zich had uit
gestrekt tot dicht bij den spoorweg.
Een treurige aanblik was het, op het eind
van den rechten weg, die men. volgde, zoowel
aan de linker- als aan de rechterzijde een tot
den grond afgebrande woning aan te treffen,
terwijl duidelijk te zien was aan een ijzeren
romp van een kinderwagen, zoowel als aan an
dere voorwerpen, dat de inboedels mede een
prooi der vlammen waren geworden.
Een klein eindje verder, gaande in de rich
ting van den straatweg, die van daar door
den Valthermond loopt, zag mén aan beide zij
den van het kanaal, bijna overal afgebrande
woningengelukkig zijn er nog boven ver
wachting velo gespaard gebleven. De verbrande
huizen waren alle van steen gebouwd.
Ongeveer half elf spraken zij een deputatie
van verveners, die naar Odoorn wilden naar
den burgemeester, omdat zij het noodig acht
ten, dat het vuur, dat hier en daar nog smeul
de, werd gebluseht, uit vrees, dat anders bij
een aanwakker'enden wind nieuwe rampen zou
den voorkomen.
Van de arbeidersbevolking zelf verwacht
men om verschillende redenen, vooral door de
verslagenheid, waaraan zij ten prooi is, niet
genoeg.
De regens van Donderdagnacht en Donder
dagmorgen hebben op de venen, waar de brand
vrijwel had uitgewoed en 't nog maar wat
smeulde^ wel bhusehend gewerkt. Daar, waar
en sluit mij op, zoodat het recht zijn loop kan
hebben."
Een homerisch gelach volgde op deze woor
den. Het denkbeeld, dat prins Edmond, een
echte aristcraat, een agent op den sehouder
zou kloppen, hem „oude jongen" noemen en
hem om verlossing van zijn gewetenswroeging
zou vragen, wekte dolle hilariteit. De prins
alleen bleef koel en ernstig. Hij verzekerde
don (bankier doodbedaard, dat eene dergelijke
komedie niet bij hem opkwam en herhaalde
toen zijne 'vraag:
„Wie zet. 2COO francs in?"
„Ik doe het!" riep Castambide pochend.
Den volgenden dag, tegen zeven uur des
avonds ongeveer, als de boulevards ee.n bijen
zwerm gelijk zijn eu de restaurants vol begin
nen te worden, baande zich oen armoedig
gekleede man, die met gebogen hoofd voort
liep en hier en daar eindjes sigaar opraapte,
di© door anderen waren weggeworpen, een
weg door de menigte.
De man was nog jong en moest, te oordeelen
naar zijn bleek, fijn gezicht en zijne 6malle,
witte handen, eenmaal tot de hoogere kringen
hebben behoord.
Blijkbaar was de man tot verval gekomen
door ongeluk of laster, wie kon het weten?
Daarvan getuigden do armoedige, aan do
knieën schier doorzichtige broek, de scheof-
Igeloopen laarzen, de vale jas, die tot liet mid
den was dichtgeknoopt zeker om de afwezig
heid van linnen to verbergen, en de ouderwet-
edhe, breede, in do oogon gedrukte vilten
hoed.
Voor het restaurant „Vigneron", een van
de aanzienlijkste lokalen uit die dagen, slechts
door de voornaamste Parijzenaars bezocht,
stond hjj -ecg ©ogenblik stij en keek
't vuur echter nog jong is, was het beetje r^-
gen onvoldoende. Er wordt dan ook liaixl ge
werkt om het vuur daar, waar het nog woedt,
tegen te gaan door het op weipen van zand-
wallen. Soldaten eu burgers wisselen elkaar ge
regeld af bij dat werk.
Donderdagnacht hebben in het Exloërveen en
het Valtherveen soldaten gewerkt,dio daarheen
waren gerequireerd op verzoek van den burge
meester van Odoorn. Donderdagmorgen om 8
uur werden do burgers van Exlo en de andere
dorpen opgeroepen door hoornsignalen om de
soldaten te gaan aflossen.
In den Valthermond is een groote zending
ondergoederen en linnengoed auugekonu-n, af-
ezonden door het lioofdcomitó van het Ncder-
landsche Itoodo Kruis to 's-Gravenliage.
Het gotal dakloozen er verbrandden een
80-tal woningen moet op ruim 500 worden
gesteld.
Do verbrando kruiwagens en krooiplanken
moeten door nieuw© worden vervangen.
Het getal slachtoffers is niet zoo groot als
eerst werd gevreesd, al is het nog heel erg:
14 personen van verschillenden leeftijd, zijn
verbrand, één vrouw is verdronken en tweo
personen zijn zeer ernstig ziek.
Volgens do Marechaussees, waarvan er
een liep met een gewon© broek omdat al
zijne kfeeren in de woning waar bij was in
gekwartierd, waren verbrand, moet de hitte op
Maandag ondragelijk zijn geweest. Dit maakte
hun taak, de menschen als 't ware uit do hui
zen te verjagen, nog zwaarder dan ze reeds
was.
Zij droegen een deel van dio van huis verdre
venen, om ze in veiligheid te brengen, door de
wijk. Van alle zijden vernemen we niets dan
lof over hetgeen de Marechaussees hadden
verricht.
Op verzoek van den Minister v.an Binnen-
landseke Zaken zijn êen motorspuit en
een stoomspuit, van do Haagsclio brandweer
naar Emmen vertrokken. Do motorspuic reed
op eigen kracht- van Den Haag naar Emmen,
terwijl de stoomspuit per trein daarheen werd
vervoerd.
Op verzoek van de burgemeesters van Odoorn
en Emmen zijn groote troepenafdeelingen naar
do veenstreken gedirigeerd, die thans nog door
den brand worden bedreigd.
Donderdagmiddag te half een is te Valthe
aangekomen een extra trein uit Millingen met
80 pioniers, 7 onderofficieren en 2 luitenants,
onder bevel van den kapitein der infanterie
Van der Lely van het 1ste reg. inf., met keu
kenwagens, fouragewagens en vier paarden.
Aan het detachement is toegevoegd de 1ste
luit. der genie Kiers van het Algemeen Hoofd
kwartier te 's-Gravenhage. Met den trein van
2.40 is te Weerdinge' aangekomen een gedeelte
van de 1ste eomp. van het regiment genietroe
pen onder bevel van kapitein Tic-rens. Deze
troepen zullen naar behoefte verdeeld worden
over de bedreigde punten in de Exloër- en
Weerdingervenen.
De „Asser Ct." meldt:
Thans zijn ruim 2C0 militairen, voor
zien van schoppen, uit Assen, Groningen en
Delfzijl naar het terrein van den brand ver
trokken.
Het geheele detachement staat onder bevel
van den landweer-kapitein Van Loghem van
het 8e bataljon landweer.
De „N, Gron. Ct." van Donderdag meldt
nog dat het hlussehingswerk tot dusver ver
geef seh was.
De lieden stoppen op afgeveende plaatsen
waar het vuur niet kan doorbreken hun kasten
en ander huisraad in den grond en vluchten
dan voor de vlammen uit, de hen onder en
boven de grond achtervolgen.
Er zijn groepen menschen van Emmen uit
met spaden en houweclen naar het terrein
vóór den brand getogen om er gaten in den
grond ie slaan, maar boe harder men graaft,
hoe harder de gloeiende asch rondstuiftvooral
tie bovenlagen bestaan uit een zeer losse, haast
poederachtige substantie, die gemakkelijk weg
waait. Het vuur springt dan ook wanneer er
gens een gat gegraven is weer plotseling te
voorschijn. Ook de smalle bruggetjes over de
kanalen branden af, Zoodat talrijke menschen
genoodzaakt zijn het leven zwemmend te red
den.
Zoo moesten 13 marecliaussé&'s, die in ver
band met de veenarbeidersstaking te Valkens-
waard lagen in allerijl door het kanaal weg
zwemmen. Bij tientallen hebben anderen dit
voorbeeld gevolgd.
In Emmer-Compascuum zijn naar schatting
2000 dagwerk, d. i. 1(5,000,000 K.G. turf ver
brand. Slechts een gedeelte was verzekerd. Te
Erfscbeidenveen zijn zeven huizen in de asch
Een laatst berichtDe wind is op het oogen
blik zoo krachtig, dat aan blusschen niet valt
te denken.
Een berichtgever van de ,,N. R. Ct." ver
nam van den lijkendrager te Valtcrmond, dat
hij in 't geheel 16 lijken geborgen beeft waar
onder geheel verkoolde. Nog ceu dertigtal men
schen worden vermist.
De brand zou zijn aangekomen op plaats 71
of 73 en tegelijkertijd op plaats 80 of 87 ver
moedelijk door koffievuurtjes cn niet zooals
eerst gemeld werd door vonken uit een bagger
machine.
Bij den burgemeester van Assen is binnenge
komen^ 5000 voor do slachtoffers van den
brand in do venen.
Ecu correspondent van heb „Vaderland"
meldt uit Valtermond:
We hoorden om een brandspuit bedelen. De
brandmeester zei, instructies tc hebben van
den burgemeester, om alleen bij huisbrand
handelend op te treden! Op dit oogenblik was
de gloeiende bodem niet meer dan een rucicr
van een rij arbeiderswoningen verwijderdEn
waarom mocht niet gespoten worden Omdat
voor een jaar of acht eens 50 meter brandslang
waren vernield! Wel zijn soldaten uit Assen
gerequircerd, maar dezen staan er vrij hulpe
loos tegenover, als niet in voldoende mate over
brandspuiten kan worden beschikt.
door de spiegelruiten naar de rijk
gekleed© tafels. Op dat oogenblik werd
do deur wijd geopend, om nieuwo gasten, die
juist uit een rijtuig waren gekomen, binnen te
laten, en de arme man kon de geuren der heer
lijke gerechten inademen. Hij wachtte niet
eerst af totdat de deur weer dichtviel, maar
trad schuchter binnen en ging aan een onbezet
tafeltje zitten. Maar nauwelijks had hij plaats
genomep, of reeds ijlde de oberkellner, een
voornaam sinjeur met boos gezicht naar hem toe
„Hoezoo?" vroeg dé ongelukkige, terwijl
bij op 'do andere gasten wees, ,,ik wil eten,
evenals die andere menschen."
Hij sprak zóó ernstig, dat men onmogelijk
op de gedachte kon komen, dat hij dronken
was, en daarom hield de kellner hem voor half.
gek en zei op sarcastisclien toon
„Ge vergist u, goede man, zoowel in het
uur als ook in de deur; de gaarkeuken is hier.
om den hoek en de soep wordt 's morgens
vroeg uitgedeeld." Tegelijk zwaaide hij met
liet servet naar den indringer, alsof hij een
lastige vlieg pilde weren. Zulk een verschijning
kon het heele etablissement in diserediet bren
gen. Maar de ander scheen volstrekt niet ge
neigd zijn plaats in te ruimen.
„Ik houd. niet veel van soep", antwoordde
hij bescheiden, en van de vanochtend uit
gedeelde epijzen heb ik niets géhad."
De oberkellner spitste de ooren bij het zui
ver accent en de beschaafde wijze van spreken
van den eigenaardigen gast.
„Dat is geen echte vagebond", dacht hij,
„zeker de een of andere gevallen grootheid, die
zich met spelen geruïneerd heeft."
„En ik zie ook niet in", hervatte de arme
man, „waarom u mij niet een diner zult op
dienen, als ik bereid ben daarvoor te betalen.
Hier.— misschien twijfelt u aan mijne woor-
Nadat Woensdag verschillende sprekers aan
het woord geweest waren antwoordde opnieuw
do MINISTER VAN MARINE, MINISTER
BONNET. In dit debat is opnieuw geble
ken hoe moeilijk de positie van militaire minis
ters is, want zij ondervinden bestrijding op
grond van militaire zoowel als van untimili-
tairo belangen.
Do versnelling van het aflossingstcmpo is
geschied op aandrang der Kamer, op grornl
van sociale belangen, want het was juist een
militair belang, dat do geoofenden zoolang
mogelijk onder de wapenen bleven en niet
worden afgelost. Alle landweerlichtingen zijn
nu afgelost, en er is minder landstorai inge
lijfd, maar de hoofdzaak is niet, of landstorm
wordt ingelijfd, maar of tijdig een voiuoend
aantal lands tonners wordt geoefend. Wil men
het leger niet verzwakken, en tevens zorgen,
dat het voldoende geoefend is, dan moet uien
mannen van ouderen leeftijd, die men toch
noodig heeft, niet to laat inlijven. De he--r
Marchant verwijt den minister, te handelen
in strijd met de wet van Juli 1915 maar hij
di3 wet. had men verschillende bedoe'ineen.
Ten slotto werd het eon aflossiagfwet. Wel
was 't aanvankelijk de bedoeling, dat jongeren
niet door ouderen zouden worden afgelost,
maar bij de wet van 29 Juli 1916 hooft men in
volband mot het sneller aflos&ingstrmpo dat
stelsel geheel verlaten. Do ingelijfden zijn
ook in 4 maanden piet gereed voor do aflos
sing.
De heer MARCHANTDat is tot nu to© al
tijd gedaan.
De MINISTERDat is. tot nu loo niet
gedaan. De Minister zet voorre uiteen de
bedoeling van den heer De Monté Ver Ix>xen
zeer goed begrepen te hebben, doch niet in te
zien, wat diens standpunt uitstaand© had met
den kadernood. Wil men heb differentie-be
lang dienen, dan kan men niet plotseling de
lichting 1913 naar voren schuiven, want dan
komt het d'fferentiebelang in het gedrang.
Omtrent de sterkte van het leg©r wil de Mi
nister zich in het openbaar niet uitlaten. Hij
is echter bereid, daaromtrent verdere inlich
tingen te verstrekken.
De keer NOLENS wenscht den ver
keerden indruk weg te nemen als zou
de Kamer uiteengaan, terwijl er een conflict
bestond russchen de Kamer cn het Kabinet,
dat men alleen om de buitengewone omstan
digheden niet zon willen tot beslissing bren
gen. Hoogstens zou men kunnen spreken van
een conflict tusschen de Kegeering en enkele
leden der Kaïner.
DE MINISTER VAN OORLOG ad interim
tripliceert. De heer Schaper verweet hem, dat
m dezen een beslissing genomen w as, zonder
dat het Departement van Oorlog daarin door
hem gekend wasy maar hoe kan men aan den
eenen kant den minister verwijten, dat hij een
spreekbuis is der militaire autoriteiten, en aan
den anderen kant, dat hij zelfstandig© beslis
singen neemt zonder het Departement van
Oorlog daarover te raadplegen!
Do VOORZITTER dankt do Ministers voor
do verstrekte inlichtingen. Na lezing en goed
keuring der notulen wordt de vergadering ge
sloten.
De zaak blijft dus ondanks de crisis door
een meerderheid in de Tweede Kamer aan het
Departement van Oorlog in dezen tijd. veroor
zaakt precies zooals ze was. De landstorm
1908 komt eerst onder de wapenen en daarna
de militie 1918.
dén hier is mijn geld."
Hij knoopte zijn afgedragen jas open, haalde
een fijnleeren portefeuille te voorschijn, die
gevuld was met bankpapier, nam er eene uit
en reikt© die den kellner over.
„Ja. ja, zie het maar goed na; u kunt u
overtuigen, dat zij niet valsc-h. zijn..."
Het was eon biljet van duizend frs., en te
oordeelen naar den omvang, waren er nog
minstens tien andere in. De kellner monsterde
de banknoten met twijfelende blik en somber
vcnlébrauwenfronsen. Daarna hief hij eens
klaps het hoofd op, als iemand, die een vast
besluit heeft genomen en gaf het geld den
eigenaar terug.
Deze laatste maakte een beweging als wilde
bij opstaan, en zei de:
„Nu, als u weigert om mij te bedienen,
dan ga ik maar naar een ander restaurant,"
..Neen, neen, blijf maar. Wat is er van uw
dienst?"
Hij wendde zich tot een der kellners, wees
op den vreemdeling en fluisterde hem zachtjes
toe: „Bedien dien man daar, maar houd hem
goed in hot oog, dat hij niet wegloopt."
En hij spoedde zieh heen.
Vijf minuten later keerde hij met een politie
beambte terug.
De gasten van het voorname restaurant had
den allen verbaasd opgeken, toen do vagebond
zich in hun midden neerzette, en tamelijk
duidelijk gaven de blikken, die voortdurend
op hem gericht waren, misnoegen to kennen.
Niemand twijfelde dan ook een oogenblik of
hij het was, dien de politie zocht en allen waron
in spanning, hoo de zaak zou afloopen.
De politiebeambte ging onmiddellijk naar
den armen man toe, die met blijkbaar welbe
hagen zat to smullen en niets scheen te be-
merkon van khet opzien, -.dat hü - wekte.TAls
Eist bij Arnhem.
De toestand in den reuzenstrijd.
Do strijd aan Iet Italiaanse ho front wordt 0
voortgezet, met kracht vooral <ioor dó Ila-
lianen aan hun oix-tgren Waar villen de
Ilaiiaueu daar eigenlijk'heen i Menigeen zal t
zich dat hebben afgevraagd. Wij Lebben r
altijd géhoord, t4 is ijan 't Legit van den
oorlog met Italië, dat nu ziju derdo
oorlogsjaar intreedtdat het don Italianen
to doen was om de verovering van lo steden i
met mcerendeels Italiaansche bevolking
Görz (of Goricia) en Triest, 't Heeft vrij 3
lang geduurd, en moeite getoet om in 't 1
bezit van Görz te komen, dat taaie!ijk dicht
aan do Ifcaliaanscbe grona ligt-, maar do It.a-
lianen hebben het toch bezet. Nu moest hun p
volgend pogen zijn om Triest to bereiken, t
Docli Triest ligt veol verder naar 't zuiden
eu de Italianen dringen door naar 't Oosten,
pogen de hoogten daar, zelfs dio ten
noorden van Görz te bezetten, waar- 1
om, zal men vragen, zij willen toch niet op-
marcheeren naar Weenen y
Do reden is, -dat. de weg, regelrecht naar j
Triest, dus naar 't Zuiden, over het Korst-
plateau leidt, en hier ligt een zoer hooge,
en zeer moeilijk te veroveren stelling
van doa vijand. Daarom richtten dó
Italianen zich eerst naar 't Oosten,
wilden zich daar meester maken van do
hoogten een, den Monte Cucoo, hebben
zij al, ten Noorden en ten Zuiden van
Görz en als zo di© achter zich hebhen zullen
zo zich ïaar 't Zuiden wenden. Zij willen
dus heoabreJcen door de Oostenrijkfiche
front-linie, zo idat dan ook de Oostenrijkers
op het Karstplateau wel terug moeten. Van
daar do Levi go gevechten aan het Isonzo-
front, om en bij Görz.
Nu lukte editor die doorbraak totnogtoe
niet, al behaalden de Italianen suoceeeen,
en andere hoogten dan den Kuk-berg lieten
de Oostenrijkers zi.ch totnogtoe niet ont
nemen, al heben de Italianen thans een
klein fort op den San Marco bezet. Be
proeven nu de Italianen het toch over
't Karstplateau 1 Het lijkt cr op. Er komen
berichten van hevigo gevechten eu een
Oostenrijkscb telegram gewaagde reeds van
een grooten slag, die daar aan den gang
was. De lastjte telegrammen bevestigen dit
thans, ook van Itaüaansche zijde. Er i--
llijkhaar op het Karstplateau geducht ge
streden en de Italianen hebben een inder
daad aaulierk&lijk evcccs behaald. Zij dron
gen door tusschen dc Adriatische Zee en
Castagnavizza, hebben daar belangrijk©
hoogten l>ezefc, en, zooals zij het noemen,
's vijands front ingedrukt. Hun succes
blijkt ook uit het aant-nl krijgsgevangenen,
waarvan zij melding maken, ui. niet minder
dan 9000, waaronder 300 officieren.
D© Oostenrijkere geven deze Italiaan3che
zegepraal althana gedeeltelijk toe; in het
vooruitspringend gebied van de Jamiano-
berggroep mc-esten zij ©en kilometer terug
trekken. Werden zij overigens eenigszins
verrast door den aanval op dit punt van
'Iet front? De Italianen willen het zoo doen
voorkomen, al v.ijzen zij er tevens op, dat
hun vijanden hier bijzonder veel troepen
hadden bijeengebracht, bijna een kwart, hun
ner geheele strijdmacht. Waarschijnlijk
hadden de Oostenrijkers hier niet zulk een
onstuiinigen aanval verwacht, de tele
grammen uit Weenen spreken van do eene
aanvalsgolf, die op de andere volgde en
waar zij uiteenspatten stond een nieuw-©
vijandelijk© kolomi© gereed. want blijk-
haar werden zij aanvankelijk in de war ge
bracht en weken zij terug, üoch later openden
zij, ook volgens d© telegrammen van Ita-
naanschen kant, tegenaanvallen met, artil
lerie-actie van buitengewone hevigheid.
Ondanks alles, het blijft een succes voor
de Italianen, niet het minst om het zeer
moeilijke terrein, dat voor den vijand boven
uit een droom ontwakend©, sprong hij op
toen de politiebeambte zdn schouder aan
raakte. „Wat is er gebeurd?" Hij scheen
den toestand niet to begrijpen.
Men maakte het hem duidelijk. Banknoten
van duizend francs worden in den regel niet
in zulk© zakken gevonden en zoo ja, dan zijn
zo doorgaans gestolen.
Hij verdedigde zich zper vastberaden, maar
geheel vruchteloos.
„Ik ben vast overtuigd, dat u ons niet do
i man vie legimiRfitib van friw |)irsoc«' kunt,
tonnen", zei de agent.
„Dat is zoo, ik kan het niet. Maar ver
moedelijk zal niemand van de aanwezigen zoo
danig document kunnen toonen."
„Goed dan, geen legimicatie, maar een naam
zult u toch we! 'nebbenwui zijt u r"
,,Ik ben prins Edmond do Carnival."
„Waarom niet do Koning van Engeland
spotte do politieman.
„Engeland wordt door eene Koningin ge
regeerd", zei de ander kalm.
„Genoeg, genoeg al! Wij behoeven verder
niets te weten. Volg mij."
En tegelijk pakte de agent den „misdadi
ger" met zijne breede hand bij den kraag,
dwong hem zoodoend© op te staan en nam
hem mee.
De weddenschap was gewonnenwant van
een der vorst staande tafels stonden thans
de dikke hertog De Morvella, de levendige Cas
tambide en andere heeren op ea riepen den
agent terug en bolderden hem de zaak op.
Hij was zoo overweldigd van verbazing, zoo
vol ijver om zich te verontschuldigen en zoo
verlegen, dat hij te midden van zijn onder
danig© buigingen .een ruit kapot drukte, ter
wijl hij mompelde.: Prins'..,. Prins Edmond de
Carnival 1"~