Ho. 435 Zondag 27 Mei 1817 Orgaan voor Leger en Vloot. Ooriogsm'eows. Onder redactie van D. MANASSEN. De veenbrand. lei vorstelijke weddenschap. Landstorm !S0B en Militie 1918 Taminiau's JAM DERDE JAARGANG. DE SOLDATENCODRANT REDACTIE EN ADMINISTRATIE VALERIUSSTR. 109, AMSTERDAM. DIT li LAD1 VERSCHIJNT DRIEMAAL PER WEEK. LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR BURGERS 5 CENT. ABONNEMENT BIJ VOORUIT BETALING VOOR MILITAIREN 0.75, VOOR BURGERS/1.50P.KWABTAAL Voor Advertentie wende men zich tot cuze Administia-;'-. V.< '•.•■u -Taat 10'» Ar/lsterdaiaPrys der Afh;ertentiën per regel 50 cent. Voor lugezo.c.!»-; M«de- ded-Tigen op do tweede, derde en vleide pagina dubbel tarief. By abobaenieiit reductie. Het Schiereiland Sïrmï. In de laatste maanden is de oorlog ook vrij krachtig gevoerd in Sinai en Palestina, ten oos ten van het Suez-kanaal. Het begon met een aanval van Tur ken op dit kanaal, welke ge makkelijk werd afgeslagen door de Engelschen, die daarop de vijanden al verder terugdreven, van El Katie tot El' Arisch, waar een woedend gevecht plaats had. Doch ook hierin delfden de Turken het onder spit en de Engelsche troepen drongen verder door naar 't noordoosten, den kant op naar Palestina, Bij Gaza (Ghasa) boden de Turken echter zoo krachtigen tegenstand, dat de aanvallers niet verder konden doordringen, In de laatste dagen lezen we wel van nieuwe hevige gevechten, maar Gaza schijnen de Engelschen nog altijd niet te hebben bezet. De naam Sinaï-Halbinsel op onze kaart beteekent „schier eiland Sinai" en „Mittell.-Meer" „Middellandsche Zee". Dringend verzoek. Dringend verzoeken wij bij correspondentie met ons of bij toezending van postwissels, steeds duidelijk het volledige militaire adres van den afzender te willen vermelden. Koninklijk bezoek, II. M. cle Koningin en Z. IC. H. de Prins kwamen Woensdagavond te 10 u, 1-3 met den gewonen sneltrein te Mep pel. Het koninklijk echtpaar bracht den nacht in de hofrijtuigen door. Donderdagmorgen half zeven werden de hofrijtuigen weer aange haakt aan den gewonen personentrein naar Aseen, Onzo verslaggever meldt ons van Donderdag uit Emmen Hedenmorgen heeft H. M. do Koningin, ver gezeld van Z.K.H. Prius Hendrik, een bezoek Ï;ebracht aan de Drentsche veenstreken, waar iet vuur dezer dagen zoo groote ramp heeft aangericht. Vanmorgen vroeg waren H.M. en Z.K.H. van Meppel naar Assen vertrokken, van waar zij per auto verder gingen over Gieten en Stadskanaal naar den Valtkormond, do meest geteisterde der veenderijen. Over den IJzeren Klap" en langs ihet Zui- derdiep bereikte het gezelschap het aau dat Diep gelegen café Scliuringa, waar werd halt gehouden. Behalve hot gevolg waren daar do commissaris der Koningin in Drenthe, do heer Linthorst Homan, en baron Van der Feltz, voorzitter van het Comité voor nationale ram pen in Drenthe. Na een korte begroeting van de aanwezige autoriteiten werd doorgereden naar het verder gelegen café Prat. waar liet gezelschap de autos verliet en zien. direct naar de terreinen van do ramp begaf. H.M. de Koningin liet zich door burgemeester' Vriend, van Valthermond, uitvoerig inlichten omtrent do plaatson waar do brand het felst had gewoed en stond er op juist die punten te bezoeken. De eerste ont reddering, welke H. M. in het oog kreeg, was een aan den overkant van het Diep staand huis, dat niet was verbrand, maar waarombeen allerlei huisraad en gerei lag verspreid van lieden uit de verbrande huizen, die daar onder dak hadden gevonden. H. M. wilde van de tijdelijke bewoners een en ander vernemen om trent hun vlucht. De brug over het Diep was echter verbrand. De buurt-genooten hadden een zeer primitief noo-dbruggetje gemaakt, tweo planken breed, vlak op het water liggend, zoodat bij het gna.ii er over de planken in het water doorzakten. H. M. zag daar niet tegenop en begaf zich kor daat langs het schippersbruggetje over het Diep. Zij trad het huis binnen en vroeg er ■uitvoerig naar de omstandigheden. Naar het Fransch.. Tegen het einde van liet tweede keizer rijk was een doé meest bekende en aanzien lijke verschijningen op den boulevard des ltuliems do jongo prins Edmond do Carnival. Zeer blond, bleek en van een plilegma, dat door niets kon worden verstoord, amuseerde hij de wereld door middel van zijn, onmete lijk vermogen, door de onzinnigste 6treken en invallen, die soms zoo eigenaardig waren, dat zij gansch Parijs in verbazing brachten. Op een avond gaf hij een groot diner in zijn eigen paleis, waar de heerlijkste wijnen stroomden en het dessert een waar Eden van lekkernijen vormde. „Mijne lieeren" riep de prins plotseling uit. ,,U hebt allen gehoord, wat daar aan den anderen kant van do tafel wordt beweerd. Welaan dan, om hoeveel wedt gij, dat ik, zon der gestolen, gemoord of iemand ter wereld beleedigd to hebben, zonder met de wet door de geringsto overtreding in conflict te ge- rakon, als een boef l»ij den kraag gepakt cn maar do wacht gesleept word, zoodra het n maar belieft Hij sprak op zijn gewonen, kouden, onver schilligen toon, waarmee hij ook do meest on gewone dingen beweerde en de vroomste voor stellen deed, en zijne woorden overstemden duidelijk het 'gelach en het algemeen gesprek. Ieder_ zag hem verbaasd aan. Te midden van de stilte spralc livf „Ik wed 3000 Louis wie durft?" Er waren vele rijke lieden aanwezig, voor koog wedden niets nieuws .was, maar do Het viel eenigszins moeilijk het zeer plat Groningsch dialect te verstaan. Een van hen, die tijdelijk onderdak had gevonden in de woning, was echter een gemobiliseerd soldaat met verlóf, die H. M. in goed Hollandsch wist te vertellen dat zijn huis aan den over kant van het Diep was afgebrand; dat bij, behalve zijn huis, ook een deel van zijn huis raad was kwijtgeraakt, zooals zoovele anderen, maar dat gelukkig hij en zijn vrouw er het leven hadden afgebracht en dat zij onderdak hadden gevonden bij zijn moeder. Dankbaar deelde hij aan de Koningin mede dat hij, toen het bericht van de ramp in zijn garnizoen ergens in Zeeland bekend was, onmiddellijk verlof had gekregen. H. M. ging weer terug over het vondertje en begaf zich, steeds begeleid door burgemees ter Vriend, in het verbrande veen. Over bet verasclite terrein begaf de Koningin zich naar de verbrande huizen en schepen. Zij net;ziek vertellen waai**" c?é bewoners waren ondfi ge bracht in de naburige gespaarde huizen en ging dan daar navraag doen naar do omstandighe den, waaronder de ramp de menschen had ge troffen, en de manier waarop zij zich hadden weten te redden. Toen H. M. hoorde, dat twee gezinnen wa ren ondergebracht in een tjalk, die in het Noorddiep lag, ging zij terstond daarheen. Over de smalle loopplank kwam H. M. aan boord en langs het kippentrappetjo daalde zij af in heb ruim om te zien hoe de menschen het daar ■hadden. Zij sprak langdurig met de getroffe nen en betuigde den schipper haar voldoening over zijn menschlievendheid. Zoo diepen in druk maakte clit alles, dat do vrouwen mot tranen in de oogen tegen elkaar er over fluis terden, dat H. M. toch zoo nederig was, toen do Koningin het schip weer had verlaten. Het gezelschap begaf zich dan naar den an deren kant van het Noorddiep om een bezoek te brengen aan vluchtelingen, dio daar in de huizen waren ondergebracht.Steeds vroeg H. M. aan burgemeester Vriend naa.r bijzon derheden en eigenaardigheden van de streek en van het veen-bedrijf, en alle veenarbeiders en bun vrouwen en kinderen liepen uit om liet vreemde geval aan te ziende Koningin, die zoo maar daar rondliep over de asc-h, over het veen, tusschen de bulten turf door, en die daar kwam kijken naar hun nood en ellende. Zij stonden er verbaasd van en het maakte diepen indruk dat H. M. zich door niets liet afschrik ken, over greppen en kuilen wipte, tegen de heuveltjes klom, en fluisterend werd het voort gezet, toen men uit den mond der Koningin het was toen zij over een greppel was gewipt, waarvan burgemeester Vriend gezegd had „Majesteit Jt kan niet" de woorden op- vin"-: „meneer de burgemeester, er is niets dat niet kam." Tot beclemaal achter in den Mond wandelde H. M. door; zij stond daar en zag uit over het Valtherveen aan den overkant, dat nog zwaar lag te smeulen. Burgemeester Vriend legde H. M. uit, dat'het Valtherveen gisteren veel van den brand geleden haddat de buien van vannacht en vanmorgen wel iéts hadden buitensporige hooge som deed hen aarzelen er zij wilden eersÜ omtrent alle voorwaarden op heldering hebben, alvorens zich bij zulk een weddenschap aan te sluiten. „Is er geen dubbelzinnigheid in hetgeen gij zegt, geen woordenspel ol' zoo?" vroeg de dikke hertog de Morvella. „Volstrekt niet", zei de prins, „ik geef u mijn woord als edelman". „Maar", zei een ander, „u zult waarschijn lijk het een of ander doen, dat zonder een directe beleediging te zijn toch het misnoegen der politie opwekt, bijv. in een onmogelijk costumn door do straten gaan en zoodoende een hoop kwajongens verzamelen, zoodat een of andere agent in het belang van het onbelem merd verkeer verplicht is, u to dwingen een minder opvallend gewaad te kiezen. „U vergist u geheel en al", antwoordde Edmond de Carnival, „als ik in zonderlinge Meeding op straat ging, zou men mij hoogstens beleefd verzoeken naar huis te gan. Neen, ik verzeker u, liij zal mij als een misdadiger bij mijn kraag pakken en arresteeren, overtuigd met mij een goede vangst te hébben gedaan, hoewel ik mij hoegenaamd niets zal te ver wijten hebben". „Nu, hoe zult u dat aanloggen?" vroeg do bankier Castambido, een uiterst nerveus en opgewonden man, gelijk de meeste beurs mannen trouwens. „Dat is mijn geheim. U zult moeten er kennen, dat ik u dat 'niet vooraf kan zeggen". „Natuurlijk niet! Maar nu ben ik er. U zult een agent op den schouder kloppen en zeggon: „Oude jongen, ik ben je man. Ik heb in een aanval van razernij mijn heele familie verinoord, eu nu heb ik berouw. Neemjnij mee geholpen, maar toch niet afdoende waren; dat hij, toen 't gisteravond in het Valtherveen ernstig dreigde, een motorbrandspuit uit nissen had aangevraagd, die Vanmorgen vroeg was aangekomen. Langs de blokken ging H. M. weer naar het Zuiddiep en toon terug naar het Café Prat, waar de auto's wachtten. Telkens onderweg sprak H. M. nog met de menschen en vroeg allerlei bijzonderheden. In de schuur van hot café Prat onderhield zij zich met de leden van hot lenigingscomité, dat zich daar gevormd heeft, en informeerde naar do maatregelen, welke waren genomen. Toen zag de Konin gin ergens in do menigte een man, dio zijn geheele gezicht en zijn handen verbonden had. H. M. vrpeg of hij ver wondingen had opgedaan bij de ramp- Op het bevestigend antwoord liet zij den man bij zich komen en vroeg hem naar zijn ervaringen. De man, Smit genaamd, vertelde dat hij voor den brand uit met zijn kinderen was gevlucht. Hij had nog wat uit zijn liuis willen meenemen cn had in de ver bouwereerdheid maar een paar stuleken spek gegrepen. Heel veel moeite had hij gehad om zijn kinderen voort to krijgen en soms moest hij de kleertjes, die vuur hadden gevat, blusschen. Toen hij dat weer had. gedaan en do stukken spek, die hij op den grond had gelegd, op raapte, spoot hem ineens van op der de stuk ken spek een golf gloed in het gezicht, waar door dit fel was geschroeid. Gelukkig had hij zich nog kunnen redden, maar 't had hem veol moeite en angst gekost. Deze en dergelijke verhalen hoorde H. M. met groote belangstelling aan en duidelijk liet zij blijken, dat'zij met de rampen van de zoo diep getroffen bewoners meevoelde. Na oen tocht van anderhalf uur begaf het gezelschap zich weer in do auto's op weg naar Emmercompascuum. Nadat H. M. vertrokken was van het café Part, heeft zij een kleine lunch gebruikt in het hotel Smit aan den Valthermond, waarna door gereden werd naar Emmercompascuum en Emmer-Erfscheiderveen. Nadat zij zieh een overzicht van den toestand daar had verschaft, ging de tocht door over Emmen naar Weer- dingerveen. Het leok H. M. gewensckt, een oiiderhoud te hebben met den burgemeester van Emmen, de zeer uitgebreide gemeente, waaronder vele van de door den brand geteis terde streken liggen, waarom zij naar de woning van den burgemeester van Entfnen terugging. Nadat zij den burgemeester had gesproken, reed zij weer naar Exlo, otA met den burgemeester van Odoorn, waartoe ook Exlo behoort, een tocht te maken in het nog vrij ernstig brandende Exloërveen. Eerst laat in den namiddag keerde het ge zelschap naar Assen tarug, waar de trein ge reed stond, waarmede H. M. en Z. K. II. vanmorgen aldaar aangekomen waren. Do groote belangstelling van do Koni M i en Prins Hendrik welke laatste zich vooral bezig hield met het inwinnen van inlichtingen omtrent het werk, dat het Roodé Kruis hier zou kunnen doen heeft hier allerwegen groeten indruk gemaakt. De drie Drentsche Kamerleden, de hee- ren Smecnge, Sibinga Mulder en Koster be gaven zich Donderdagmorgen van Coevoorden langs Dalen, Emmen en Odoorn naar het sta tion Valthe van d?n Noord-Ooster Locaal Spoorweg. Te voet moesten zq toen langs den zandweg, die van Valthe loopt naar den Val- thermoud, naar het tooneel van de ramp. Al spoedig zagen, zij door de asch, die overal was waar te nemen, dat de brand zich had uit gestrekt tot dicht bij den spoorweg. Een treurige aanblik was het, op het eind van den rechten weg, die men. volgde, zoowel aan de linker- als aan de rechterzijde een tot den grond afgebrande woning aan te treffen, terwijl duidelijk te zien was aan een ijzeren romp van een kinderwagen, zoowel als aan an dere voorwerpen, dat de inboedels mede een prooi der vlammen waren geworden. Een klein eindje verder, gaande in de rich ting van den straatweg, die van daar door den Valthermond loopt, zag mén aan beide zij den van het kanaal, bijna overal afgebrande woningengelukkig zijn er nog boven ver wachting velo gespaard gebleven. De verbrande huizen waren alle van steen gebouwd. Ongeveer half elf spraken zij een deputatie van verveners, die naar Odoorn wilden naar den burgemeester, omdat zij het noodig acht ten, dat het vuur, dat hier en daar nog smeul de, werd gebluseht, uit vrees, dat anders bij een aanwakker'enden wind nieuwe rampen zou den voorkomen. Van de arbeidersbevolking zelf verwacht men om verschillende redenen, vooral door de verslagenheid, waaraan zij ten prooi is, niet genoeg. De regens van Donderdagnacht en Donder dagmorgen hebben op de venen, waar de brand vrijwel had uitgewoed en 't nog maar wat smeulde^ wel bhusehend gewerkt. Daar, waar en sluit mij op, zoodat het recht zijn loop kan hebben." Een homerisch gelach volgde op deze woor den. Het denkbeeld, dat prins Edmond, een echte aristcraat, een agent op den sehouder zou kloppen, hem „oude jongen" noemen en hem om verlossing van zijn gewetenswroeging zou vragen, wekte dolle hilariteit. De prins alleen bleef koel en ernstig. Hij verzekerde don (bankier doodbedaard, dat eene dergelijke komedie niet bij hem opkwam en herhaalde toen zijne 'vraag: „Wie zet. 2COO francs in?" „Ik doe het!" riep Castambide pochend. Den volgenden dag, tegen zeven uur des avonds ongeveer, als de boulevards ee.n bijen zwerm gelijk zijn eu de restaurants vol begin nen te worden, baande zich oen armoedig gekleede man, die met gebogen hoofd voort liep en hier en daar eindjes sigaar opraapte, di© door anderen waren weggeworpen, een weg door de menigte. De man was nog jong en moest, te oordeelen naar zijn bleek, fijn gezicht en zijne 6malle, witte handen, eenmaal tot de hoogere kringen hebben behoord. Blijkbaar was de man tot verval gekomen door ongeluk of laster, wie kon het weten? Daarvan getuigden do armoedige, aan do knieën schier doorzichtige broek, de scheof- Igeloopen laarzen, de vale jas, die tot liet mid den was dichtgeknoopt zeker om de afwezig heid van linnen to verbergen, en de ouderwet- edhe, breede, in do oogon gedrukte vilten hoed. Voor het restaurant „Vigneron", een van de aanzienlijkste lokalen uit die dagen, slechts door de voornaamste Parijzenaars bezocht, stond hjj -ecg ©ogenblik stij en keek 't vuur echter nog jong is, was het beetje r^- gen onvoldoende. Er wordt dan ook liaixl ge werkt om het vuur daar, waar het nog woedt, tegen te gaan door het op weipen van zand- wallen. Soldaten eu burgers wisselen elkaar ge regeld af bij dat werk. Donderdagnacht hebben in het Exloërveen en het Valtherveen soldaten gewerkt,dio daarheen waren gerequireerd op verzoek van den burge meester van Odoorn. Donderdagmorgen om 8 uur werden do burgers van Exlo en de andere dorpen opgeroepen door hoornsignalen om de soldaten te gaan aflossen. In den Valthermond is een groote zending ondergoederen en linnengoed auugekonu-n, af- ezonden door het lioofdcomitó van het Ncder- landsche Itoodo Kruis to 's-Gravenliage. Het gotal dakloozen er verbrandden een 80-tal woningen moet op ruim 500 worden gesteld. Do verbrando kruiwagens en krooiplanken moeten door nieuw© worden vervangen. Het getal slachtoffers is niet zoo groot als eerst werd gevreesd, al is het nog heel erg: 14 personen van verschillenden leeftijd, zijn verbrand, één vrouw is verdronken en tweo personen zijn zeer ernstig ziek. Volgens do Marechaussees, waarvan er een liep met een gewon© broek omdat al zijne kfeeren in de woning waar bij was in gekwartierd, waren verbrand, moet de hitte op Maandag ondragelijk zijn geweest. Dit maakte hun taak, de menschen als 't ware uit do hui zen te verjagen, nog zwaarder dan ze reeds was. Zij droegen een deel van dio van huis verdre venen, om ze in veiligheid te brengen, door de wijk. Van alle zijden vernemen we niets dan lof over hetgeen de Marechaussees hadden verricht. Op verzoek van den Minister v.an Binnen- landseke Zaken zijn êen motorspuit en een stoomspuit, van do Haagsclio brandweer naar Emmen vertrokken. Do motorspuic reed op eigen kracht- van Den Haag naar Emmen, terwijl de stoomspuit per trein daarheen werd vervoerd. Op verzoek van de burgemeesters van Odoorn en Emmen zijn groote troepenafdeelingen naar do veenstreken gedirigeerd, die thans nog door den brand worden bedreigd. Donderdagmiddag te half een is te Valthe aangekomen een extra trein uit Millingen met 80 pioniers, 7 onderofficieren en 2 luitenants, onder bevel van den kapitein der infanterie Van der Lely van het 1ste reg. inf., met keu kenwagens, fouragewagens en vier paarden. Aan het detachement is toegevoegd de 1ste luit. der genie Kiers van het Algemeen Hoofd kwartier te 's-Gravenhage. Met den trein van 2.40 is te Weerdinge' aangekomen een gedeelte van de 1ste eomp. van het regiment genietroe pen onder bevel van kapitein Tic-rens. Deze troepen zullen naar behoefte verdeeld worden over de bedreigde punten in de Exloër- en Weerdingervenen. De „Asser Ct." meldt: Thans zijn ruim 2C0 militairen, voor zien van schoppen, uit Assen, Groningen en Delfzijl naar het terrein van den brand ver trokken. Het geheele detachement staat onder bevel van den landweer-kapitein Van Loghem van het 8e bataljon landweer. De „N, Gron. Ct." van Donderdag meldt nog dat het hlussehingswerk tot dusver ver geef seh was. De lieden stoppen op afgeveende plaatsen waar het vuur niet kan doorbreken hun kasten en ander huisraad in den grond en vluchten dan voor de vlammen uit, de hen onder en boven de grond achtervolgen. Er zijn groepen menschen van Emmen uit met spaden en houweclen naar het terrein vóór den brand getogen om er gaten in den grond ie slaan, maar boe harder men graaft, hoe harder de gloeiende asch rondstuiftvooral tie bovenlagen bestaan uit een zeer losse, haast poederachtige substantie, die gemakkelijk weg waait. Het vuur springt dan ook wanneer er gens een gat gegraven is weer plotseling te voorschijn. Ook de smalle bruggetjes over de kanalen branden af, Zoodat talrijke menschen genoodzaakt zijn het leven zwemmend te red den. Zoo moesten 13 marecliaussé&'s, die in ver band met de veenarbeidersstaking te Valkens- waard lagen in allerijl door het kanaal weg zwemmen. Bij tientallen hebben anderen dit voorbeeld gevolgd. In Emmer-Compascuum zijn naar schatting 2000 dagwerk, d. i. 1(5,000,000 K.G. turf ver brand. Slechts een gedeelte was verzekerd. Te Erfscbeidenveen zijn zeven huizen in de asch Een laatst berichtDe wind is op het oogen blik zoo krachtig, dat aan blusschen niet valt te denken. Een berichtgever van de ,,N. R. Ct." ver nam van den lijkendrager te Valtcrmond, dat hij in 't geheel 16 lijken geborgen beeft waar onder geheel verkoolde. Nog ceu dertigtal men schen worden vermist. De brand zou zijn aangekomen op plaats 71 of 73 en tegelijkertijd op plaats 80 of 87 ver moedelijk door koffievuurtjes cn niet zooals eerst gemeld werd door vonken uit een bagger machine. Bij den burgemeester van Assen is binnenge komen^ 5000 voor do slachtoffers van den brand in do venen. Ecu correspondent van heb „Vaderland" meldt uit Valtermond: We hoorden om een brandspuit bedelen. De brandmeester zei, instructies tc hebben van den burgemeester, om alleen bij huisbrand handelend op te treden! Op dit oogenblik was de gloeiende bodem niet meer dan een rucicr van een rij arbeiderswoningen verwijderdEn waarom mocht niet gespoten worden Omdat voor een jaar of acht eens 50 meter brandslang waren vernield! Wel zijn soldaten uit Assen gerequircerd, maar dezen staan er vrij hulpe loos tegenover, als niet in voldoende mate over brandspuiten kan worden beschikt. door de spiegelruiten naar de rijk gekleed© tafels. Op dat oogenblik werd do deur wijd geopend, om nieuwo gasten, die juist uit een rijtuig waren gekomen, binnen te laten, en de arme man kon de geuren der heer lijke gerechten inademen. Hij wachtte niet eerst af totdat de deur weer dichtviel, maar trad schuchter binnen en ging aan een onbezet tafeltje zitten. Maar nauwelijks had hij plaats genomep, of reeds ijlde de oberkellner, een voornaam sinjeur met boos gezicht naar hem toe „Hoezoo?" vroeg dé ongelukkige, terwijl bij op 'do andere gasten wees, ,,ik wil eten, evenals die andere menschen." Hij sprak zóó ernstig, dat men onmogelijk op de gedachte kon komen, dat hij dronken was, en daarom hield de kellner hem voor half. gek en zei op sarcastisclien toon „Ge vergist u, goede man, zoowel in het uur als ook in de deur; de gaarkeuken is hier. om den hoek en de soep wordt 's morgens vroeg uitgedeeld." Tegelijk zwaaide hij met liet servet naar den indringer, alsof hij een lastige vlieg pilde weren. Zulk een verschijning kon het heele etablissement in diserediet bren gen. Maar de ander scheen volstrekt niet ge neigd zijn plaats in te ruimen. „Ik houd. niet veel van soep", antwoordde hij bescheiden, en van de vanochtend uit gedeelde epijzen heb ik niets géhad." De oberkellner spitste de ooren bij het zui ver accent en de beschaafde wijze van spreken van den eigenaardigen gast. „Dat is geen echte vagebond", dacht hij, „zeker de een of andere gevallen grootheid, die zich met spelen geruïneerd heeft." „En ik zie ook niet in", hervatte de arme man, „waarom u mij niet een diner zult op dienen, als ik bereid ben daarvoor te betalen. Hier.— misschien twijfelt u aan mijne woor- Nadat Woensdag verschillende sprekers aan het woord geweest waren antwoordde opnieuw do MINISTER VAN MARINE, MINISTER BONNET. In dit debat is opnieuw geble ken hoe moeilijk de positie van militaire minis ters is, want zij ondervinden bestrijding op grond van militaire zoowel als van untimili- tairo belangen. Do versnelling van het aflossingstcmpo is geschied op aandrang der Kamer, op grornl van sociale belangen, want het was juist een militair belang, dat do geoofenden zoolang mogelijk onder de wapenen bleven en niet worden afgelost. Alle landweerlichtingen zijn nu afgelost, en er is minder landstorai inge lijfd, maar de hoofdzaak is niet, of landstorm wordt ingelijfd, maar of tijdig een voiuoend aantal lands tonners wordt geoefend. Wil men het leger niet verzwakken, en tevens zorgen, dat het voldoende geoefend is, dan moet uien mannen van ouderen leeftijd, die men toch noodig heeft, niet to laat inlijven. De he--r Marchant verwijt den minister, te handelen in strijd met de wet van Juli 1915 maar hij di3 wet. had men verschillende bedoe'ineen. Ten slotto werd het eon aflossiagfwet. Wel was 't aanvankelijk de bedoeling, dat jongeren niet door ouderen zouden worden afgelost, maar bij de wet van 29 Juli 1916 hooft men in volband mot het sneller aflos&ingstrmpo dat stelsel geheel verlaten. Do ingelijfden zijn ook in 4 maanden piet gereed voor do aflos sing. De heer MARCHANTDat is tot nu to© al tijd gedaan. De MINISTERDat is. tot nu loo niet gedaan. De Minister zet voorre uiteen de bedoeling van den heer De Monté Ver Ix>xen zeer goed begrepen te hebben, doch niet in te zien, wat diens standpunt uitstaand© had met den kadernood. Wil men heb differentie-be lang dienen, dan kan men niet plotseling de lichting 1913 naar voren schuiven, want dan komt het d'fferentiebelang in het gedrang. Omtrent de sterkte van het leg©r wil de Mi nister zich in het openbaar niet uitlaten. Hij is echter bereid, daaromtrent verdere inlich tingen te verstrekken. De keer NOLENS wenscht den ver keerden indruk weg te nemen als zou de Kamer uiteengaan, terwijl er een conflict bestond russchen de Kamer cn het Kabinet, dat men alleen om de buitengewone omstan digheden niet zon willen tot beslissing bren gen. Hoogstens zou men kunnen spreken van een conflict tusschen de Kegeering en enkele leden der Kaïner. DE MINISTER VAN OORLOG ad interim tripliceert. De heer Schaper verweet hem, dat m dezen een beslissing genomen w as, zonder dat het Departement van Oorlog daarin door hem gekend wasy maar hoe kan men aan den eenen kant den minister verwijten, dat hij een spreekbuis is der militaire autoriteiten, en aan den anderen kant, dat hij zelfstandig© beslis singen neemt zonder het Departement van Oorlog daarover te raadplegen! Do VOORZITTER dankt do Ministers voor do verstrekte inlichtingen. Na lezing en goed keuring der notulen wordt de vergadering ge sloten. De zaak blijft dus ondanks de crisis door een meerderheid in de Tweede Kamer aan het Departement van Oorlog in dezen tijd. veroor zaakt precies zooals ze was. De landstorm 1908 komt eerst onder de wapenen en daarna de militie 1918. dén hier is mijn geld." Hij knoopte zijn afgedragen jas open, haalde een fijnleeren portefeuille te voorschijn, die gevuld was met bankpapier, nam er eene uit en reikt© die den kellner over. „Ja. ja, zie het maar goed na; u kunt u overtuigen, dat zij niet valsc-h. zijn..." Het was eon biljet van duizend frs., en te oordeelen naar den omvang, waren er nog minstens tien andere in. De kellner monsterde de banknoten met twijfelende blik en somber vcnlébrauwenfronsen. Daarna hief hij eens klaps het hoofd op, als iemand, die een vast besluit heeft genomen en gaf het geld den eigenaar terug. Deze laatste maakte een beweging als wilde bij opstaan, en zei de: „Nu, als u weigert om mij te bedienen, dan ga ik maar naar een ander restaurant," ..Neen, neen, blijf maar. Wat is er van uw dienst?" Hij wendde zich tot een der kellners, wees op den vreemdeling en fluisterde hem zachtjes toe: „Bedien dien man daar, maar houd hem goed in hot oog, dat hij niet wegloopt." En hij spoedde zieh heen. Vijf minuten later keerde hij met een politie beambte terug. De gasten van het voorname restaurant had den allen verbaasd opgeken, toen do vagebond zich in hun midden neerzette, en tamelijk duidelijk gaven de blikken, die voortdurend op hem gericht waren, misnoegen to kennen. Niemand twijfelde dan ook een oogenblik of hij het was, dien de politie zocht en allen waron in spanning, hoo de zaak zou afloopen. De politiebeambte ging onmiddellijk naar den armen man toe, die met blijkbaar welbe hagen zat to smullen en niets scheen te be- merkon van khet opzien, -.dat hü - wekte.TAls Eist bij Arnhem. De toestand in den reuzenstrijd. Do strijd aan Iet Italiaanse ho front wordt 0 voortgezet, met kracht vooral <ioor dó Ila- lianen aan hun oix-tgren Waar villen de Ilaiiaueu daar eigenlijk'heen i Menigeen zal t zich dat hebben afgevraagd. Wij Lebben r altijd géhoord, t4 is ijan 't Legit van den oorlog met Italië, dat nu ziju derdo oorlogsjaar intreedtdat het don Italianen to doen was om de verovering van lo steden i met mcerendeels Italiaansche bevolking Görz (of Goricia) en Triest, 't Heeft vrij 3 lang geduurd, en moeite getoet om in 't 1 bezit van Görz te komen, dat taaie!ijk dicht aan do Ifcaliaanscbe grona ligt-, maar do It.a- lianen hebben het toch bezet. Nu moest hun p volgend pogen zijn om Triest to bereiken, t Docli Triest ligt veol verder naar 't zuiden eu de Italianen dringen door naar 't Oosten, pogen de hoogten daar, zelfs dio ten noorden van Görz te bezetten, waar- 1 om, zal men vragen, zij willen toch niet op- marcheeren naar Weenen y Do reden is, -dat. de weg, regelrecht naar j Triest, dus naar 't Zuiden, over het Korst- plateau leidt, en hier ligt een zoer hooge, en zeer moeilijk te veroveren stelling van doa vijand. Daarom richtten dó Italianen zich eerst naar 't Oosten, wilden zich daar meester maken van do hoogten een, den Monte Cucoo, hebben zij al, ten Noorden en ten Zuiden van Görz en als zo di© achter zich hebhen zullen zo zich ïaar 't Zuiden wenden. Zij willen dus heoabreJcen door de Oostenrijkfiche front-linie, zo idat dan ook de Oostenrijkers op het Karstplateau wel terug moeten. Van daar do Levi go gevechten aan het Isonzo- front, om en bij Görz. Nu lukte editor die doorbraak totnogtoe niet, al behaalden de Italianen suoceeeen, en andere hoogten dan den Kuk-berg lieten de Oostenrijkers zi.ch totnogtoe niet ont nemen, al heben de Italianen thans een klein fort op den San Marco bezet. Be proeven nu de Italianen het toch over 't Karstplateau 1 Het lijkt cr op. Er komen berichten van hevigo gevechten eu een Oostenrijkscb telegram gewaagde reeds van een grooten slag, die daar aan den gang was. De lastjte telegrammen bevestigen dit thans, ook van Itaüaansche zijde. Er i-- llijkhaar op het Karstplateau geducht ge streden en de Italianen hebben een inder daad aaulierk&lijk evcccs behaald. Zij dron gen door tusschen dc Adriatische Zee en Castagnavizza, hebben daar belangrijk© hoogten l>ezefc, en, zooals zij het noemen, 's vijands front ingedrukt. Hun succes blijkt ook uit het aant-nl krijgsgevangenen, waarvan zij melding maken, ui. niet minder dan 9000, waaronder 300 officieren. D© Oostenrijkere geven deze Italiaan3che zegepraal althana gedeeltelijk toe; in het vooruitspringend gebied van de Jamiano- berggroep mc-esten zij ©en kilometer terug trekken. Werden zij overigens eenigszins verrast door den aanval op dit punt van 'Iet front? De Italianen willen het zoo doen voorkomen, al v.ijzen zij er tevens op, dat hun vijanden hier bijzonder veel troepen hadden bijeengebracht, bijna een kwart, hun ner geheele strijdmacht. Waarschijnlijk hadden de Oostenrijkers hier niet zulk een onstuiinigen aanval verwacht, de tele grammen uit Weenen spreken van do eene aanvalsgolf, die op de andere volgde en waar zij uiteenspatten stond een nieuw-© vijandelijk© kolomi© gereed. want blijk- haar werden zij aanvankelijk in de war ge bracht en weken zij terug, üoch later openden zij, ook volgens d© telegrammen van Ita- naanschen kant, tegenaanvallen met, artil lerie-actie van buitengewone hevigheid. Ondanks alles, het blijft een succes voor de Italianen, niet het minst om het zeer moeilijke terrein, dat voor den vijand boven uit een droom ontwakend©, sprong hij op toen de politiebeambte zdn schouder aan raakte. „Wat is er gebeurd?" Hij scheen den toestand niet to begrijpen. Men maakte het hem duidelijk. Banknoten van duizend francs worden in den regel niet in zulk© zakken gevonden en zoo ja, dan zijn zo doorgaans gestolen. Hij verdedigde zich zper vastberaden, maar geheel vruchteloos. „Ik ben vast overtuigd, dat u ons niet do i man vie legimiRfitib van friw |)irsoc«' kunt, tonnen", zei de agent. „Dat is zoo, ik kan het niet. Maar ver moedelijk zal niemand van de aanwezigen zoo danig document kunnen toonen." „Goed dan, geen legimicatie, maar een naam zult u toch we! 'nebbenwui zijt u r" ,,Ik ben prins Edmond do Carnival." „Waarom niet do Koning van Engeland spotte do politieman. „Engeland wordt door eene Koningin ge regeerd", zei de ander kalm. „Genoeg, genoeg al! Wij behoeven verder niets te weten. Volg mij." En tegelijk pakte de agent den „misdadi ger" met zijne breede hand bij den kraag, dwong hem zoodoend© op te staan en nam hem mee. De weddenschap was gewonnenwant van een der vorst staande tafels stonden thans de dikke hertog De Morvella, de levendige Cas tambide en andere heeren op ea riepen den agent terug en bolderden hem de zaak op. Hij was zoo overweldigd van verbazing, zoo vol ijver om zich te verontschuldigen en zoo verlegen, dat hij te midden van zijn onder danig© buigingen .een ruit kapot drukte, ter wijl hij mompelde.: Prins'..,. Prins Edmond de Carnival 1"~

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1917 | | pagina 1