Ko. 427 Woensdag 9 Mei 1917 Orgaan ¥@®r Leger en öuilopnigtiws. E&EKDE JAARGANG. Onder redactie van D. MANASSEN. Twseüs Kamer dar tan-Generaal. Ons Oorlogsdagboek. Hei sympathieke gezicht. DE SOLDATENCOURANT REDACTIE EN ADMINISTRATIE VALERIÜSSTR. 10», AMSTERDAM. DIT BLAD VERSCHIJNT DRIEMAAL PER WEEK. LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT. VOOR BURGERS 3 CENT. ABONNEMENT BH VOORUIT BETALING VOOR MILITAIREN 0.75, VOOR BURGERS/1.50 P.K WART AAL Voor AdTcrteutRn wende men zich tot onze Administratie, ValeriusstrmR 10» Amsterdam. Prijs der AdvertentiPn per regel 30 cent. Voor JngczonJe:. Alede- deel'Dgea op do tweede, dertlo en vierde pagina dubbel tarief. Bjj ebonaeiueat reductie. "Weer een. kijkje in een Engelsch krijgsgevangenkamp; nu in voorjaars- of zomer tijd de bloemen bloeien en de zou ligt over liet landschap!; men heeft zelfs een soort zonnescherm voor een der barakken noodig geacht. Wij worden op ons plaatje verplaatst in do hoofdstraat van het kamp, en al ziet een hoofdstraat in een groöte stad er zeker, anders uit, ons dunkt niet aanlokkelijker, prettiger, ten minste voor wie van het buitenloven houdt. De barakkenw oningen der „gevangenen" zijn vooral niet minder dan menig huis in 't een of ander dorp. Gsen audiëntie. Blijkens bericht in de „Staatcourant'" .\vordt Donderdag a.s. door den Minister van Oorlog geen audiëntie verleend. Buitengewoon oorlogsiirediet. Voortgezet worden do algemeen© beraad slagingen over het wetsontwerp tot wijziging S verhöoging van het achtste hoofdstuk der Btaatsbegrooting voor 1917 (buitengewoon kre diet) en over do motie van de heeren Scheurer ©a Van dei' Voort van Zijp, luidende; „De Kamer, gehoord het verhandelde in het comité-generaal, „van oordeel, dat ©r onderdeelen in 's lands weerbaarheid zijn, die meer afdoende ver. Borging vragen, ..'-mul over tot ue orde van den dag." Do MINISTER VAN OORLOG, do heer BOSBOOM, zegt, dat de te late indiening van hèt wetsontwerp het gevolg was van den wensoli om te voldoen aan het verlangendor Kamer to komen met een meer gespecificeer.de opgave der uitgaven. Een meer nauwkeurige en gedetailleerde mededeeling is onmogelijk. De Minister begrijpt niet, hoe de heer Duy- xnaer van Twist kwam aan het cijfer van 727 millioen. D© Kamer heeft een bedrag van 525 millioen toegestaan; daarop is over 1914 een overschot en ook over 1915 en 1916 zullen er ovorschotten zijn. De Minister schat die m totaal op 60 millioen, zoodat er dan 465 mil lioen zijn verbruikt. De achterstand in do mili taire administratie vermindert; de afrekenin gen over 1914 kwamen 12 maanden, die over 19*15 9 maanden te laat in, die over 1916 slechts 3 maanden. De Minister verklaart vervolgens, hoe het komt, dab subsidies aan de militaire tehuizen nog niet konden worden uitgekeerd. Verhooging der maximum-vergoedingen voor kostwinners aeht- de Minister niet gemotiveerd. Da vorgoedingscommissies kunnen, naar de •Minister betoogt, hun werk wel af. Bij geen enkele bestaat achterstand, (Door het stem mengegons in de Kamer is de Munster slecht Omtrent da positie der onderofficieren heeft spr. twee maanden geleden overweging tocge- tsëgd, maar na zoo'n korten tijd kan men den Minister, die thans met werk overladen is, evenals hot geheele departement, niet om het j resultaat der overweging vragen. De Minister jippeb do financieel© en andere gevolgen daar- |vfn onder de oogon zien. Andere meer drin- 'gendo zaken moeten echter voorgaan. 144e week. Van 30 April tot 7 Mei; 30 April. Op Zierïkzee vallen eenige bom men uit een vliegmachine, waar door drie menschen gedood wor den. Generaal Pétain wordt de Fransche regoering toegevoegd ala militair deskundige en als schakel tusschen regoering en opperbevel. 1 Moi. Lloyd George vertrekt onver wachts naar Frankrijk. 2 De koning doet een beroep op heb Engelsche volk om zuinigheid te betrachten bij het broodverbruik ter voorkoming van gedwongen rantsooneering. 3 Een nieuwe Engelsche aanval wórdt ton ooston van Atrecht in gezet. Het Engelsche ministerie van koloniön maakt eonige besluiten van do Bijksoorlogsconferentde openbaar. Minister Miljoekof's verkla ring omi.rent Rusland's oorlogs doel wordt gepubliceerd. Soldaten eischen zijn ontslag. In Griekenland heeft Zaïmis de vorming van oen kabinet aan vaard. 4 Het Cbineesch© kabinet neemt met algemeen© stemmen een reso lutie aan ten gunste van een on middellijk© oorlogsverklaring aan Duitschland. Do Duièsche grondwetscommis sie uit den Rijksdag is yoor het esrst b^gftug^pm$a« De Minister geeft toe, dat het nuttiger zou zijn, als do gehuwden tweemaal in plaats van eens per maand naar huis konden gaan. Dat hangt samta met inkrimping van het spoor wegverkeer. Spr. wil deze quaestïe nog wel eens overwegen, doch vreest dat verandering niet mogelijk zal zijn, daar wegens den kolen- nood het spoorwegverkeer nog meer zal moeten worden ingekrompen. Do Minister heeft het logies in het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam bezocht en opge speeld, over den toestand, zooals hij dien daar vond, maar het is moeilijk heb noodige krïbben- materieel to vinden. AVufc het ziekertv er blijf te Harderwijk betreft, do Minister zal daarheen gaan om de zaak te onderzoeken. Do Minister heeft overigens wel den indruk, dat beschuldigingen zoo maar los daarheen worden geworpen. Zij, die in de kazerne het hardst klagen over het voedsel, hebben het tlmia gewoonlijk het slechtste. Wat het toelaten van lectuur betreft, voelt spr. veel voor heb standpunt van den heer Marckaofc, .Jat. men geestesrichtingen, die in het volk opkomen, niet kan onderdrukken, ook al zijn ze u niet welgevallig. De Minister wil alleen opkomen als de krijgs tucht wordt gestoord, maar het tweede be ginsel, dat de Minister steeds heeft gehand haafd, is, dat de troepencommandanten ver antwoordelijk zijn voor de handhaving van de krijgstucht. De Minister zou dan ook in hun zaak treden als hij b.v. voorschreef wat zij wel hadden toe te laten. De Minister kan alleen onderrichtend, beloerend, optreden. Wil de commandant dan toch de toelating van een blad. weigeren, dan draagt hij de verantwoorde lijkheid. Zoo is het ook gegaan in het kamp to Milligen met de weigering van de „Vrije Gedachte", dat een anti-militaristisch artikel bevatte. Gebeurde er iets ten gevolge van de lezing van dit artikel, dat tegen de krijgstucht was, dan zou de commandant volkomen het recht hebben te zeggenDe Minister is daar voor verantwoordelijk. Hij hecht niet to veel gewicht aan de prentbriefikaartencjuaestie waarschijnlijk heelt een 'sergeant-facteur ge zegd: O, dat is weer zoo'n ding van die anti militaristische voreeniging en het daarom ge weigerd. Het resultaat is nu, dat de Minis ter in de Kamer is gehoond. De lichtingen 1909 van de bereden en 1911 van de onbereden wapens gaan binnenkort met verlof naar huis. De oproeping van de land weerreserves voor herhalingsoefeningen beoogt in de allereerste plaats een inspectiede tweede reden is dab de reserve-bataljons nooit onder de wapens zijn geweest nadat zij geheel ge vormd zijn. De officieren, die zij hebben, heb ben zij nooit gezien. Hot uurwerk is nooit in elkaar gezet en heeft nog nooit gewerkt; dit ta laten doen is het doel der oproeping. De Zweedsche regeering dient een ontwerp burgerdienst- plicht in. De Franscken veroveren Craonne. De O.-H. ambassadeur Tar- nowski verlaat Amerika. Op de hoogten ten N. van de Aisne woedt een nieuwe slag. Te Petrograd komen ongere geldheden voor. De Doema komt in buitenge wone zitting bijeen. Ten noordoosten van Soissons doen de Duitschers verwoede tegenaanvallen De leden der Engelsche mis sie in Amerika bezoeken het Huis van Afgevaardigden, waar Bal four een rede houdt. De Ned. delegatie to Stock holm geeft een nadere definitie yan haar vredesbedoelingen. De hongerdemonstraties in Zweden duren voort. Do Russische Raad van Afge vaardigden van arbeiders en sol daten gelast, dat troepenconcen tratie naar Petrograd slechts op zijn bevel mag geschieden. De heer Ter Laan was ongerust over de inschrijving van de landstórmmannen tusschen de 30 en 40 jaar. De Landstormwet machtigt den Minister echter tot die inschrijving. De bedoeling is alleen, dat als Nederland ih een oorlog mocht worden betrokken, deze mannen onmiddellijk te volde zullen kunnen komen. Do militielic-hting 1918 kan eerst in Juli on der de wapenen komenliet men do landstorm- klasse 1908 niet voorgaan, dan zou er een -groote gaping komen in de oefening. Het is onmogelijk de militielickbing 1918 eerder te doen opkomen. Daartegen verzetten zich technische bezwaren. De Minister acht zich verplicht, alle menschen, die luj nog oefe nen kan, in de oefening op te nemen. Het is noodzakelijk dat wij nog binnen kunnen halen aan geoefende menschen wat tijdens den ver deren duur van den oorlog binnen komt. De motie-Sdieurer dankt haar aanzijn aan de geheime vergadering, daarom is een bespre king daarvan den Minister ondoeniiju.. Een motie van wantrouwen ziet de Minister er niet in. Erkennen dat er leemten zijn in 't leger, dat heeft de- Minister van den eersten dag af gedaan. De Minister kan dus uiot meer zeggen dan dat hij zal voortgaan op den in geslagen weg en tekortkomingen zal wegnemen, waar hij dit kan. Als de Minister voorsteller van de motie was zou liij na deze toezegging haar intrekken. (Gelach.) "Willen de voorstel lers haar echter handhaven, dan moeten zij het weten. Verschillende heeren replicceren. Do heer MAROIIANT repliceert. Spreker dient de volgende motie inDe Kamer van oordeel, dat da landstorm jaarklasso 1908 niet ibehoort op te komen voor de miHtieliohting 1918, noodigfc de regeering uit de daartoe nood'ige maatregelen te nemen en gaat over tot de orde van den dag. In deze motie ligt gaen wantrouwen voor den Minister. De heer TER LAAN repliceert. Spreker dient de volgende motie in,,De Kamer van oordeel, dat er geen voldoende grond is om de voorgenomen landweeroefoning in het jaar 1917 to doen doorgaan, gaat over tot de ordo van den dag." De heer SQHELlüER repliceert. Voor spreker is do hoofdvraagis ons land te ver dedigen, ja dan neen? Spreker neemt echter den kop van do motie af, zoodat zij thans luidt De Kamer, van oordeel, dat er oude: deelen in 's lands weerbaarheid zijn, ai» meer afdoende verzorging eischen, gaar. over tob do orde van den dag. Do motie constateert, dat er onderdeelen niet in orde zijn. Of zij wantrouwen inhoudt of vertrouwenzal spreker verder niet bespre ken. Hij laat het oordeel hierover gaarne aan den Minister over. De MINISTER dupliceert. Het vTaagst;,; der dienstweigering is daarom' zoo moefrijü, omdat niet gemakkelijk is na te gaan of men om principieel© redenen den dienst weigert, dan wol om andere redenen. Het komt wel eens voor, dac dienstweigering voorkomt uit psychische defecten, of dat men dienstweige raars kan overreden hun standpunt los °te laten. De Minister zal de Deensche wetgeving in zake do dienstweigering bestudeeren, doch vraagt daarvoor tijd. Wat het huwelijksverbod voor onderofficie ren betreft, heeft de Minister toegezegd te zullen nagaan, of de termijn gedurende welken onderofficieren niet mogen huwen zonder ver gunning (thans 6 jaar) kan worden verkort. Dat onderzoek is nog in gang en de financieele quaestie speelt daarbij ook eon rol. Terwijl deze vraag in 6tudie is vraagt men den Minis ter „Wijk af van de eenmaal gestelde regels". Dat gaat niet aan. Maar mocht bij de toe passing dier regels een onbillijkheid zijn be gaan, dan acht de Minister zich niet te hGog 'Ti die te herstellen. Politieke en religieuze propaganda hoort in 't leger niet thuis, wel godsvrede en verdraag zaamheid, want het leger vertegenwoordigt de mannelijke kracht van geheel het Nederland- sche volk. "Wat de moties aangaat, hebben het onthoofdon van do motie-Soheurer en de ver dere toelichting daarvan 's Ministers houding ten opzichte daarvan volstrekt niet gewijzigd"! De voorstellers schijnen er 't karakter van een Motie van wantrouwen aan te willen ge ven, maar ze durven 't niet zeggen. De Minister sommeert de voorstellers alsnog te verklaren, dat het een motio van wantrouwen is. Dan zal de Ministerzich tegen de motie Aan liet buis der weduwe van een profes sor, wiens voornaamste werk, een boek over „Karakter- en gelaatkunde" zijn naam ver buiten de grenzen van zijn vaderland "beroemd bad gemaakt, werd gescheld Daar zij alleen in buis was, bet dienstmeisje was om boodScba'ppép, 'dee'd zij zelf open. Zij droeg een zwaft zijden japon, van ouder- wetscben 'snit; eii eën mutsje van zwarte, kostbare kantén cfp Het Vittb glad gekamde baar. 1 Een beer, in eenvoudig maar net- pak staat voor de deur; hij höndt eeïi kleinen koffer in de ebue', en een hoed in de andere hand. Hij buigt o'p linksche onbeholpen ma nier en doet 'daarop zijn bëst'-om de oude dame, heel bescheiden, zijn artikelen, mon sters van linnengoed', aan to prijzen. Zij verzekert hem echter,' dat zij volstrekt niets noodig beeft. Hij verklaart dat hem dit spijt, ook met bet oog op de zeer lage prijzen van zijn ar tikelen, en zegt, terwijl bij doet, alsof bij heengaat, op een toon v&n berusting: „Geen menscb wil wat koopGn-? Hoe krijg ik nu te eten V' Bij de oude dame komt een gevoel van medelijden op. Als ik een hemd koop, denkt ze, beeft de man ten minste eten vandaag. Wacht, zegt ze, misschien.... Hij keert zich haastig weer tot baar. Een vriendelijke blik uit zijn blauwe oogen schittert baar tegemoet. Ik wil uw artikelen wol eens kijken, zegt zij met de stille, zachte stem. waarvan do menschen zich bedienen, die bet liefst weldaden in stilte doen. Hij treedt de woning binnen. Zij gaat hem voor in een gezellig gestoffeerd ver trek, met ouderwetsche maar elegante meu belen en v.erzpcht hem te gaan zitten. Hij.. I niet verzetten. (Hilariteit.) Maar thans kan hij haar niet aanvaarden. De motie-Duys is j zooals zij Jaar bgt voor den Minister onmoge- j Jijk te aanvaarden; de Minister kan haar naast zich neerleggen. Do Minister wil het recht houden grenzen te stellen aan liet huwe lijk en elk die zich daaraan niet houdt uit het leger te bannen. De motie-Marchant wordt door den Minister na diens verklaring niet beschouwd als een motie van wantrouwen. Aan deze motio kan en zal de Minister geen gevolg go ven. De heer MARCHANTDus tian verandert niets aan de zaak? Do MINISTER: Natuurlijk niet. Ik speel met open kaart. De heer MARCHANT: Maar dan verandert de motie van karakter. Do MINISTER: Uitstekend Do Minister vertrouwt, dat de heer Ma: chant dit aan do Kamer zal mededeelen. Als do Kamer voor die motio stemt, aoht de Mi nister dat de Kamer wantrouwen uitdrukt in 't beleid van den Minister. De motie-Ter Laan kan do Minister omnog©: lijk uitvoeren. Nadab opnieuw verschillend© leden gespro ken hadden, zeide do Minister, dat de rnotb Scheurer zich tlian3 heeft ontpopt a. een motio van wantrouwen.. Hij kan haar dus niet aanvaarden. De motie-Duys wordt door den Minister ontraden. De motie-Mar chant kan de Minister na het gesprokene niet langer beschouwen als een motie van wan trouwen. Wordt deze aangenomen, dan moet de Minister zich zijn vrijheid van handelen voorbehouden. De motie-Scheurer wordt verworpen met 48 tegen 12 stemmen. De motie-Duys wordt verworpen met 37 tegen 22 stemmen. De motie-Marchant wordt aangenomen met 39 tegen 21 stemmen. De motie-Ter Laan wordt verworpen met 39 tegpn 19 stemmen. De algemeene beraadslagingen worden ge sloten. Heb wetsontwerp wordt z. h. s. aangenomen Os toasM in den reuzenstrijd. De toestand in Rusland vergt ditmaal wel eerst onze aandacht. Het zijn nog steeds zonderlinge, en voor ons, die er buiten staan, vurak onbegrijpelijke dingen, die daar gebeurenIn ons vcnig nummer is gewag ge maakt van de verklaring van den Russi- sohen minister van buitenlandscbe zaken Miljoekof, die aangezien wordt voor den leidér dér partij van de voorloopige regee- ring; in die verklaring wordt onomwonden gezegd, dat Rusland geen afzonderlijken vrede zal sluiten, dat het zich trouw zal houden aan de overeenkomst met de andere geallieerden en dat het bovendien zal strij den tot de overwinningis behaald. Deze verklaring kwam ietwat onverwachts uit de luobt vallen en scheen de zaak van den vrede weer heel wat achteruit te brengen. Op de vredes-vrienden maakte zij een onaange- namen indruk, ook op die in Rusland zelf, en daar hebben dcz6n het niet verheeld dat zij onaangenaam getroffen waren. Er Oïebben te Petrograd betoogingen plaats ge had tegen Miljookof in de eerste plaats, maar ook tegen de geheele voorloopige ro- geering en geëischt werd, dat de eerste zou aftreden. Weliswaar luaidden er ook betoo- gingen plaats ten gunste van de regoering, maar die hobbea blijkbaar minder indruk gemaakt. Te denken geeft vooral, dat aan de demonstraties tegen Miljoekof veie sol daten, naast fabrieksarbeiders, deelnamen. Het is duidelijk genoeg, dat dezen niet den oorlog tot het uiterste willen, dat zij niet door dik en dun mee willen gaan met de bondgenooten aan weerskanten van liet Kanaal. Gedeeltelijk waren do betoogingem zelfa gericht tegen Engeland, Frankrijk en Amerika, en dit is zeker zeer typisch voor neemt plaats op de met groen pluche over trokken lcanapee; daarboven hangt het le vensgroot© portret van een heer, wiens oogen achter een bril op dezen zetel gericht zijn. Het is het portret van wijlen haar echtge noot. Dan neemt zij met haar. blanke hand langzaam den looper van den tafel, vouwt die op en zegt vriendelijk: Laat nu eens kijken, meneer Nierenstein is mijn naam. Meneer Nierenstein. Zij knijtt met het hoofd, kijkt met wel- vrillenden blik in het open gezicht "van .den jongen man, wiens bescheiden optreden haar bevalt en gaat bij de tafel zitten. Hij staat op. Daar heb ik hemden. Heel goedkoop, begint hij en legt met een paar groote, ruwe werkmanshanden zijn artikelen op de tafel en vouwt ze uiteen. Ze kosten het stuk een gulden vijftig. Zij ziet naar deze handen, die blijkbaar zwaarder arbeid gewoon zijn dan zij nu doen; daarna kijkt ze met aandacht naar de hemden. Dat is niet duur, bekent zij eerlijk; haar welwillendheid neemt nog toe, en zij betast met haar blanke vingers het fijne lin nen. Zij wil den armen man, wiens aange naam en bescheiden uiterlijk haar met stille sympathie vervult, niet afdingen. Zij be stelt drie van deze hemden en terwijl hij nu pantalons uitspreidt over de tafel, vraagt ze: Het is u niet voor den wind gegaan, meneer Nierenstein. zegt hij. Meneer Nierenstein? Hij antwoordt niets, maar maakt met zijn groote zware hand een beweging in de lucht. En wat zegt u van de pantalons? vraagt hij daarna. Neen, daar heb ikj genoeg van. Dan misschien- een .'voor-een verwante do stemming der vredelievendeu in Rusk.ud Het geruoht gaat zelfs, dat Miljoekof er aan dqakt zijn portefeuille neer te leggen Do toestand is en blijft nog zeer duister in Rusland. Blijkbaar dreigde er een breuk tusschen do voorloopigo regeering cn het comité der arbeiders- en soldat©n-a?gi!' vaardigden, maar bijtijds is het conflict bijgelegd, vooral door toedoen van den sfxiiaal-democratischer, minister Kerensky. Deze laatste heeft thans verzekerd, dat Mil joekof's verklaring omtrent de voortzetting van den oorlog diens persoonlijk werk was. De regoering zou het daarmee \ohtrekt. niet eens zijn. Deze zou in begon deel ten nieuwe nota zenden aan de verbonden regeeringen, waarin Rusland's oorlogsdoel wordt uiteen gezet en waarin aa-i de bondgenooten wordt verzocht mee te werken aan do bereiking van dat oorlogsdoel door een nieuw vredespro- gram. Dat wil m. a. w. zeggen, dat Rusland niet door dun en dik mee wil gaan niet Enge land en Frankrijk, dat het een vrede zonder veroveringen en annexaties wil. dat. het des noods een vrede op eigen liand zal sluiten. dit laatste echter alleen, waunoer de bondgenooten op hun eischen blijvou staan. Dit bericht, ontleend aan een correspon dent der „Manchester Guardian" te Petro grad, is zeker zeer belangrijk. Er blijkt uit, dat de arbeiders en soldaten in Rusland naar vrede verlangen, niet naar een afzon derlijken vrede, maar naar een algemcenen vrede zoo spoedig mogelijk. Of zij de Engel sche en Fransche regeeringen zal overhalen om haar program te wijzigen? Wij gclooven van niet zoo gemakkelijk, tenzij dc ernstige vrees ontstaat, dat Rusland een afzonder lijken vrede zal sluiten. Die vrees is niet ge heel ongerechtvaardigd; we zouden niet graag willen beweren, dat de crisis in Rus land geheel bezworen is. De Doema is plot seling weer bijeengeroepen en dit is een feit van belang. We zullen in deze volksvertegen woordiging nog wel vreemde dingen hooren verkondigen. Er is een groote vredesdrang onder de massa der bevolking van Rusland, een drang, die het op den duur zal moeten winnen. Of zoo niet, moeten we vreezen voor een niouwe revolutie, voor een bloedige dan. Reeds komen er berichten van nieuwe betoogingen onder de leuzen: „weg met de regeering! weg met den oorlog!" Er wer den schoten gewisseld. Als dat zoo voort gaat, kan Rusland voor den oorlog onmoge lijk veel meer beteekonon. Na den nieuwen Engek"hen stoot cp 3 Mei is de Fransche gekomen, met kracht ingezet en sedert volgehouden. Het succes is lang niet onbelangrijk. De aanval had voornamelijk plaats in het front ten Westen van Reims en do Franschen hebben daar wel ©enig© vorderingen gemaakt, o.a. hebben zij het dorp Craonne, ten noordwesten van Reims bezet. De Duitschers boden, althlhs volgens het Fransche telegram, wanhopigen tegenstand, maar moesten met zeer groot© verliezen terugtrekken. "Verder benaalden de Franschen successen tusschen Soissons en Laon, waar ze .vooruitkwamen tot ten noor den van Nanteuil en Sancy. In de laatste paar dagen maakten do Franschen meer dan 6000 krijgsgevangenen. Zoo blijven de geallieerden aan het Westelijk front steeds overwinnen, maar hun zegepralen blijven nog van dien aard, dat een beslis sing niet of weinig nader "komt, dat de strijd eiken dag zijn duizenden slachtoffers vraagt en men nog altijd niet kan 'zeggen, wie ten slotte de victorie zal behalen. Al minder lijkt het er op, dat het in dezen oorlog zal gaan als in de meeste vroegere, toen éép groote veldslag overwinning en nederlaag, en daarmee 'dikwijls 't einde van den oorlog, bracht. Het lijkt er steeds meer op. dat de vrede niet behaald zal worden op de slagvelden, maar dat men dien moet verwachten van de volken, die den strijd moes zdje. Zal de conferentie te Stockholm iets uitwerken? Men kan er nog altijd niets van zeggen en do tegenslrijdig&to berichten omtrent de deelneming van Fransche, Belgische, En gelsche B'xiaal-democraten doon do ronde. Tegenstrijdig zijn ook nog steeds de gevoelen» in Duitschiand; liet volk snakt naar den vredo en do socialisten geven die stemming des volka weer, maar ondortusscho 1 komt. generaal von Stein met oen verklaring, uit veler hart blijkbaar, dat oorlogen nuttig zijn, dat ook na den krijg Duitschiand zich moet beveiligen, ton cindo voor de nakomelingen te bewaren, wat de Duitschers van thans bobben bevochten. Zulke woorden, en die toch gehoor vinden in Duitschiand, duwen heb vredesideoweer ecu eind terug, maken den vijand weer ster ker in zijn wenscli om „het Pruisische mili- tairisme to verpletteren." Men vraagt zich intusschen af, wat het plotseling vertrek van Lloyd George naar Frankrijk heeft te beteokeaenwaardoor zelfs do beslissing in de belangrijke Iersch© quaestie moeet worden uitgesteld. Zal er weer een conferentie to Parijs plaat© heb ben? Een bericht meldt, dat generaal Haig, de Engelsche opjxjrbcveihebber aan heb Westfront, generaal Roberts, de chef vari den Britschen goneralen staf rn admiraal Jeliicoo ook naar Parijs zijn vertrokken. Wat zai daar voor gewichtigs besloten wor den? Of voor het dienstmeisje? Zij denkt na. Verwanten heb ik niet.... Misschien voor mijn meisje... Maar ik geloof, dat zij goed voorzien is. Weet u het zeker, mévrouw? Laat haar even binnenkomen en vraagt u haar? raadt hij bescheiden aan. Zij is niet thuis. Misschien komt ze spoedig. Als n 't goed vindt, wil ik wel even wachten. O, dat zou te lang duron. Zij kojnt voor hoe laat is het nu voor over een uur uiot terug 'Maar zij kan v ellicht vroeger komen O, neen,£laar is geou sprake van. Nu gaat de handelsreiziger dadelijk op staan en dit gevoel van tact maakt op de cude dame terstond weer een zeer aange- namen indruk. Hij pakt zijn goed weer in den koffer, waarbij de groote hande<n, met zwarte randen aan do nagels, tamelijk on- beholpen te werk gaan. Zij kijkt, daarbij toe; haar blikken gaan van do ruwe han den naar het gezicht, jong en frisbh, waarin twee blauwe oogen zoo trouwhartig de wereld inkijken. Onder den korten neus glimlacht een volle, roode mond, bijna als die van een kind, en een kleine snor prijkt cm de bovenlip. Zij voelt haar sympathie nog toenemen. Sedert haar huwelijk met den professor is zij als 't ware getraind in gelaatkunde. Zij merkt dadelijk het karakteristieke cp in een gezicht. Maar ©m dit gezicht, dat niets bijzonders heeft, te doorgronden, had zij, de hemel weet het, niet met den geleerden professor getrouwd behoeven te zijn. Zij schudt, terwijl zij zoo peinst en stil in zich zelf glimlacht, het oude witte hoofd met UITSCHLAND. Vader en zoon. Mefc den verjaardag van den Kroonprins zond, naar een W. B. meldt, do Keizer hom een telegram van gelukwensah, waarin hij buide brengt aan do dappere troepen en de hoop lutspréekt, dat het vaderland die jaar een volledige overwinning en een zegenrijken vrede moge deelachtig worden. ENGELAND. Arbeid en oorlog. LONDEN. Een delegatie van Britsche arbeiders-leiders, aan wier hoofd het par lementslid Cimrlca Boweiman etzat, zullen over de arbeidsquaestiee beraadslagen <jie zich als gevolg van den oorlog voordoen. FRANKRIJK. Van het Westelijk Oorlogsterreln. Het Engelsch-Fransche orfongief. BERLIJN. Officieel. Na hun zware uaderlaag aan d<j Aisno op. Zai,—dag i icbben de Franscken hun' aanvallen tot dusverre niet herhaaldSlechts aan den Winterberg (ten westen van Craonne) zijn nieuwe gevechten begonnen. Chevremc is niet door de Franschen geno men en is stevig in ons bezit. LONDEN. Officieel. Een poging van den vijand om zich weer meetster te maken van <le hoogtestelling ten oosten van Vergnier, welke hij Zaterdag had moeten loslaten, mislukte. Wij voerden met succes een raid uit op een front van ander halve mijl ten noorden van Gonuelieu. Zaterdagnacht en Zondagmorgen deed do vijand vruchtelooze aanvallen op onze stel lingen in de Hindenburg-linie ten oosten van Bullecourt. Een succes der Franschen. PARIJS. Officieel. Ten noordoo6ten van Soissons zetten wij Zrterdag onze successen voort; wij breidden do ter reinwiüfet uit door in plaatselijke ope raties verschillende belangrijke sterk© punten te nemen ten noorden van den Laf- fauxmoien en ten noorden van Baye-en- Laonnais. Verwoede wederzijdsche artille rie-beschieting in de geheelo streek van den Chemiu-des-Dames, waar de Duitichera weer een krachtigen tegenaanval deden op onze stellingen van de Froidemont-hocve, op het Vauclerc-plateau en in den Craonne- sectoroveral handhaafden wij onze ter reinwinsten en sloegen den vijand met zware verliezen af. Bij een dezer aanvallen Dus dat was drie hemden van een gul den vijftig, maakt samen... drie gulden vijftig, zegt hij en fronst het voorhoofd. Neen, vier gulden vijftig, valt zij hem met een glimlach in de rede. Hij lacht cok. verlegen als een kind, dat zich vergist heeft, en roept haastig: Ja, waarachtig, dat is zoo... Zij haalt ©en portemonnaie uit de plooien van naar zwarte ouderwetsche japon,* opent die en ziet ,dat er riet genoeg in zit. Ter wijl zij zich omkeert om naar een kast te gaan, waarin zij haar geld heeft, zegt ze: Op zoo'n uitgave had ik vandaag niet gerekend... Zij gaat naar de kast. Haar japon ruischt over het vloerkleed voor de laat ste maal... Een verdoofde kreet, een doffe val, een kort stil gerochel... Van achter hebben twee groote, ijzeren handen haar ouden mageren hals omvat en dicht gedrukt met een afschuwelijken, onbarmliartigen greep. Toen een uur later de oude dienstmeid thuis kwam, vond zij haar meesteres ontzield op den vloer liggen. Het zwarte kanten mutsje is afgevallen, overigens is haar toi let volstrekt niet in de war. De laden van de kast en van het buffet staan open. Ver- schiMende dingen er in liggen verstrooid over het vloerkleed, alle geld en kostbaar heden zijn verdwenen. Boven de niet groene pluche overtrokken kamapee hangt het portret, van den pro fessor, villis boek over „.Karakter- en ge laatkunde" zijn naam ver buiten de grenzen van zijn vaderland beroemd heeft gemaakt, riens oogen achter den bril nu gericht zijn op de kanapee, waarop voor een uur een liet mutf je nn kostbare zwarte kant.- j jonge man zat met een sympathiek gezicht, .?r Hiereusteiu werpt met* ©en ruk I die hemden, en pantalons te Icqop aanbood. 1 riin koffer -dicht*

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1917 | | pagina 1