No. 376 Woensdag 10 Januari 1917 Orgaan voor Leger en VSoot. Vaa een iieljsszanp-tweetal Köös en Oéeeiine Spenfioff.l) Oorlogsnieuws. Onder redactie van D. MANASSEN. Gezondheidsleer Ons Oorlogsdagboek. Be taastand in tien reuzenstrfid. De Vredesvoorstellen. DERDE JAARGANG. DE SOLDATENCOURANT REDACTIE EN ADMINISTRATIE VALBRIUSSTR. 109, AMSTERDAM. DIT BLAD VERSCHIJNT DRIEMAAL PER WEEK. LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR BURGERS 3 CENT, ABONNEMENT HIJ VOORUIT BETALING VOOR MILITAIREN 0.75, VOOR BüRGEBS 1.50P.K WARTAAL Voor AdverteutiCn wende men zich tot onzo Ad mini«tra» ie, VaJeriosatraat Amsterdam. Pry's der Advertenti6n per regel 30 cent. Voor InguzomU.. .Mcdo- deei'ngen op de tweede, derde' eu vierde j>ugina dubbel tarief. Bfj abonnement reductie. Op ons plaatje zien wij een der minst benijdbare menschen van Europa, Koning Konetantijn VII van Griekenland. Zoo er één vorst is, die moeilijke dagen en maanden beeft gehad, en wien nog een moeilijker tijd dreigt, dan is het de Gneksche Koning. Tegen zijn zin ziet hij een deel van zijn leger en zijn volk in den oorlog gewikkeld; hij moet zien, hoe keer op keer de neutraliteit van zijn land geschonden wordt, ho© er tweespalt ontstond, hoe de burgeroorlog er woedde. Zelf een militair in hart en nieren, zöoals hij getoond heeft in de Balkanoorlogm van 1913, wilde hij zijn volk sparen voor het wee van dezen wereld krijg. Dit beginsel is in elk geval sympathiek Geen audie-nlse. Blijkens .bericht in <Je „Staatscourant" ttordfc Donderdag a.s. door deiv Minister vaa Oorlog geen audiëntie verleend. door j, P. BUL, officier van gezondheid. LXXIV. Verspreidingswijze besmettelijke ziekten. VII. Zagen wij bij de laatst besproken ziekten de besmetting zich vooral verspreiden doordat de ziektekiemen met hoesten, niezen, enz. direct in koel en luchtwegen van gezonden komen, of idoor tusachenkomsb van besmette voorwer pen, besmette vingers, besmet stof misschien, m den mond en keel van personen uit de naaste omgeving kunnen dringen, bij ziekten dio op treden nadat de ziektekiemen iu het maag- darmkanaal gekomen zijn, is .deze verspreiding ©enigszins andere. B.ij de meeste van deze ziekten komt de smetstof door den mond naar binnen, vermenigvuldigt zich in het lichaam en wordt met de ontlasting uitgescheiden. Iemand, bij wien de smetstof zich in het lichaam vermenigvuldigt, bij wien in de out lasting en soms ook in de urine de ziektekiemen té vinden zijn.,- is dus een gevaar voor zijn oin- goviug, indien slechts ^en uiterst klein beetje van de smetstof uit ontlasting of urine een gezonde kan bereiken. Hoe kan dat geschieden? Men moet hierbij dan bedenken dat de. bac teriën uiterst en uiterst klein zijn en dat er slechts een onzichtbaar spoor ontlasting noodig is om de ziektekiemen vorder te b'rengen.^ Hoe gemakkelijk kan zoo'n spoortje ontlasting aan d« vingers komen, vooral bij een zieko, die onrustig is en niet zindelijk, hoe gemakke- 'lijk kan niet degeen die zoo iemand verpleegt een weinig smetstof aan de handen krijgen, hoe gemakkelijk kunnen niet ondorkleeieii of befldegoed bevuild worden. Men gevoelt dus dat op tallooze wijzen de smetstof uit de ont lasting overgebracht .kan worden aan de vin 127e Week. Van 1 tot 8 Jan. 1 Ja;'., ingeland, Frankrijk en Rusland overhandigenGriekenlahd ©en 'nota met nieuwe eisclienItalië biedt afzonderlijk een nota aan. Engeland benoemt een diplo matiek agent bij Venizelos. De Britsch© regeering stelt de Iersche spoorwegen onder con trole, zoodat thans alle 6poor- weeeif in Groot-Brittannië onder regeeiïngstoezicht staan In Frankrijk treden de nieuwe belastin z wetten in werking, welke 1200 millioen frs. moeten opbrengen. 2 Viscount Cawdray is benoemd tot president van het Engelsche luohtdepartoment. 3 mi De centralen veroveren in de Dobroedsja Macin en Jijila en dringen in Walachije van het zuiden en westen op tegen de Serethvesting Focsani. Het dorp Pentecesti in den forfcengordel wordt in storm genomen. De Engelsche minister van marina verklaart nogmaals na drukkelijk, dat geen onderscheid toelaatbaar is .tueschen de rech ten van onbewapende handels schepen en die, welke -voor de fensieve doeleinden bewapend *ijn. JPi;eoische peering heeft gers van.iemind uit zijn omgeving. Met die besmette vingers ruikt men zijn lippen aan, men komt er n.ieo aan drinkglazen enz., en het onzichtbaar kleine - oor smetstof is spoèdig in den mond |feln Maar nog op andere wijze is dit overbrengen mogelijk. Éooals gezegd, komt de smetstof van een zeker aantal ziekten door den mond in het lichaam. Een "voor do hand liggende wijze, waarop de smetstof in den mond kan komen is natuurlijk met heb voedsel, met eet- en drinkwaren. Vorden eet- of drinkwaren be smet, dan kunnen deze de ziektekiemen overbrengen. En lino gemakkelijk kun nen eet- en vooral drinkwaren besmet worden! Men bedenke slechts hoe op het platteland de watervoorziening is. Het privaa'thuisjo etaat boven de sloot en op een paar meter afstand is de plaats, waar in dezelfde sloot emmers, schalen en bakken worden gereinigd; ja uit de- zelfdo'sloot wordt dikwijls gedronken of wordt :t water genomen om de melk te wassehen 1 He© gemakkelijk kan ootyniet een beer, die op do een of andere maniër besmette handen heeft gekregen, daariuedo de melk besmetten. En wanneer wij zien de honderden vliegen, die in vele huizen aanwezig zijn, die het een© oogen- blik op de mestvaalt of in een privaat zitten en even later zich tegoed doen aan ruelk, of vleesch, of andere voedingsmiddelen, dan is het gemakkelijk te begrijpen hoe ook deze in secten een uiterst gering spoor van besmette ontlasting kunnen overbrengen; een u'terst •gering spoor, maar voldoende om ziektekie men te versproifleu. Wanneer wij nagaan de verspreidingswijzen van ziekten waarbij do smetstof door den mond naar binnen komt en met de ontlasting wordt uitgescheiden, dan is te verwachten, dat er geen groot verschil bestaan zal tusschen een epidemie die ontstaat wailfceer de smetstof van den eenen mensch meer reohtstreeks op den anderen wordt overgebracht en een epidemie waarbij dit door tusschenkomst van voedsel gebeurt. Voor reehtstreeksebe besmetting ko- mon alleen in aanmerking mensckeu, die meer rechtstreeks juot den zieke of diens om geving in aanraking geweest zijn, zijn huis- ger.ooten, zrjn vrienden, dio hein komen bezoe- kn enz. Een zieke zal/op deze wij zo slechts een diplomatiek agent benoemd bij de regeering van Venizolos. De centralen breken in Wala chije door het bruggehoofd Braï- la. Goergoelti en Romanel wor den in storm genomen. Ta Rome heeft een Entente- bijeenkomst plaats. Keizer Wilhelm reikt aan leger en vloot een legerorde uit, waarin hij de voortzetting van den strijd tot liet uiterste aau- kondigt. Braila in Walachije wordt door de centralen genomen. i. Zoomaar, zonder voorbereiding Spreken voor een dameskrant Is aantrekkelijk, maar lastig Barnes, zijn zoo bij de band. J. H. Speenhoff. maar vóórdat Speenboff de.© vier roge.'s opschreef en ze me toeschoof met 'n spotlach in z'n half toegeknepen oogen. hadden hij en Ce es verteld epn paar uur lang.... Toen ik iu 't Cautraaltheater, waar ze samen hun liedjes^ zeugen, de kleedkamer binnen kwam, zat hij te lezen en zij maakte toilet. 1) Door Anna E. Zuikerberg, met toestem ming dér schrijfster overgenomen uit „De Amflterdamschs Dameskroniek". enkoio menschen kunnen besmetten. Deze kun nen weer op hun beurt,-besmettingen veroor zaken. Langzaam en geleidelijk komen er dus meer ziektegevallen. Worden evenwel voe dingsmiddelen, b.v. melk door een boer bcsmeri dan ziet men dat plotseling een groot aantal ziektegevallen optreedt. De besmette melk wordt door talrijke personen gedronken, die voor een groot deel ziek worden. Men ziet dus bij een voedselbesmetting plotseling een groot aantal zieken zich voordoen. De epidemie be gint, zooaH men dat noemt, als een explosie. Zeer duidelijk kan men. deze verschillende verspreidingswijzen zien bij een ziekte, d'o in ons land gelukkig'zelden voorkomt n.l. cholera. De meeste menschen hebben wel eens gehoord Van deze vrees en schrik aanjagende ziekte, dio veelal in enkele uren een gezonde dood maakt. Hevige buikpijn, onstilbare diar- rheën, kuitkrampen, zijn de gewone ver schijnselen. In de dunne, bijna waterach tige ontlasting van ^eze lijdefs nu, worden in ontzettend aantal de ziektekiemen van de cho lera gevonden. De ziektekiemen zijn zeer gevoelig voor uit drogen, zijn sterven dan snel af, zoodat er geen gevaar bestaat, dat de ziektekiemen aan stof gedroogd door de lucht verspreid, besmettin gen zullen veroorzaken. (Wordt vervolgd.) - Ook de Oostenrijksche Keizer heeft thans gelijk Keizer Wilhelm in andere bewoor dingen een dag eerderdeed een lergebovel uitgegeven, waarin hij, nu de vijanden, zonder zelfs onze voorwaarden te kennen", de hun aangeboden hand afwij zen, op zijn troepen een beroep doet verder met den vijand af te rekenen, en waarin hij op den vijand de verantwoordelijkheid legt voor do nieuwe offers, die zullen worden ge vraagd. Ongetwijfeld zal het afwijzen van het vredesaanbod der centralen door de geal lieerden den strijdlust der centrale legers op nieuw aanwakkeren en niet onwaarschijn lijk is het ook dat deze afwijzing, die bij dê volkeren der centrale mogendheden eu haar bondgenooten, den indruk zal vestigen, dat het op de integriteit en bet' bestaan van hun laud.au is toegelegd, 'deze volken bereid zal maken tot nieuwe en zware opofferingen." De oorlog duurt voort, zet de ,,Kölu. Ztg." boven een klein artikeltje, waarin het blad opmerkt, dat weekhartige lieden heb ben getracht, in het antwoord van het tien voudig verbond op de Duiteche vredesnota, nog een achterdeurtje te vinden, waardoor men toch nog misschien tot vredesonderhan delingen kon komen. Zulke lieden vergeten, zegt de Kölh. Ztg., ,,dat het niet overeen komt met de waardigheid van het Duitsche volk en de rechtvaardigheid van onze zaak, om achterdeurtjes op te zoeken. Wij heb ben, niet uit zwakheid, maar in het belang van de lijdende menschheid en de bedreigde beschaving, openlijk en voor de geheele wereldzeen vredesaanbod gedaan en dit aan bod is onder smaad en laster afgewezen. Onze poging, ons en der wereld den vrede te hergeven, is gekenschetst als een oorlogs manoeuvre, waarmee d© centralen nieuwe misdaden wilden rechtvaardigen en ons zijn onder de gemeenplaatsen voldoening, her stel en waarborgen vredesvoorwaarden ge steld, gelijk alleen een triomfeerend over winnaar zo den geheel terneergeworpen te genstander kan opleggen. Daarop is slechts één antwoord, dat de Keizer in zijn leger order heeft gegeven. De machtlionger der vijanden wil Duitschlands-vernietiging: dus duurt de oorlog voort." En de ,,Kö!n. Ztg." dreigt dat de Duit- schers nu wel voor een volkomen Duitschen vrede zullen zorgen. In tusschen blijkt uit de redevoeringen van de Engelsche ministers Henderson en Bar nes iets duidelijker de bedoeling, die de Entente had met de weigering van het Duitsche vredesaanbod. De geallieerden achten het noodig Duitschland'de nederlaag toe te brengen, niet omdat ze Duitechland willen vernietigen, maar omdat ze meeuen dat alleen door Duitschlands erkenning van een nederlaag de kracht van do militaire kaste in dat land kan worden gebroken, het geen voorwaarde is voor een duurzamen vrede. Maar zij willen die nederlaag van Duitschland ook. omdat ze van oordeel zijn, dat een vrede, die Duitschland het behoud van zijn invloed op zijn bondgenooten zou waarborgen, een te groot gevaar voor de toekomst in zich zou bergen, daar dan in Midden- en Zuidoost-Europa een zoo gewel dige aaneengesloten militaire macht onder leiding van Duitschland zou blijven bestaan, dat men zich nog steeds op nieuwe agres sieve pogingeu voorbereid zou moeten hou den. Uit de redevoering van den Engelschen minister Barnes kan worden opgemaakt, dat de geallieerden de erkenning van Duitsch lands nederlaag hierin zouden zien, dat Duitschland voor de opening van vredeson derhandelingen België en de bezette landen van de andere kleine volken zou ontruimen. Indien werkelijk de geallieerden, de ope ning van vredesonderhandelingen van de inwilliging.van dezen eisch afhankelijk wil len stellen, zullen deze onderhandelingen zich nog zeker lang laten wachtenTenzij men goloof zou moeten hechten aan de tal rijke berichten, die in den laatsten tijd in de pers der geallieerden voorkomen en waar in de toestand in Duitschland en vooral ook die in Oostenrijk als zoo ernstig wordt afge schilderd, dat een nog lang aangehouden weerstand der centralen niet meer to ver wachten zou zijn. Ongetwijfeld is die economische toestand zeer ernstig, maar in do pers der Entente heeft men reeds eerder hierop berekeningen gebouwd, di© tot dusver niet zijn uitgeko men en voor volken, die werkelijk meenen dat hun bestaan op het spel staat, zijn zeker nog wel meer offers te brengen, dan tot dus ver al zijn gebracht. Do toekomst zal lecren, in hoeverre de verwachtingen der Entente over den invloed van den economischen druk gerechtvaardigd ziin. Wat.de militaire actie betreft, in boofd- ,zaak bepaalt de strijd zich tot Roemenië, waar thans een niéuwe groot© slag te wach tten is aan de Serethliuie, die van drie zijden door de legers der centralen wordt bedreigd, n.l. bij Gaïatz, vervolgens in het centrum bij Foendeni ("niet op onze kaart geteê- kend) en eindelijk in bet westen bij de vesting Foesani. Het forceerën van deze linie zou de flank der Russen bedreigen en hen kunnen dwingen ook meer noordelijk zich achterwaarts te concentreeren Óp de overige oorlogstconeelen, waar, ge lijk in het westen vooral, de weers- en bo demgesteldheid thans geen groot© actie schijnt toe te laten, blijft men zich tot kleine plaatselijke gevechten bepalen. Toch verdient het de aandacht dat in den laat sten tijd weer krachtiger actie wordt gemeld van Het noordelijkste Russische front, het front aan de Dwina. Het is immers te ver wachten. dat Hindenburg niet den Russen gelegenheid zal laten, gelijk dat het vorige jaar geschiedde, om zich rustig voor een nieuw offensief voor te bereiden, en onwaar schijnlijk is het niet dat de gevechten aan het Dwinafront de inleiding zullen zijn tot een krachtiger offensief ook aan den noor delijken vleugel vau het Russische front, tegelijk met het offensief, dat na de forcee ring van de Serethlinio tegen den zuidelijken vleugel vau dit front kan worden ingezet. Aan Hindenburg-is altijd de bedoeling toegeschreven, dat bij in het Oosten offen sief. in het Westen defensief wilde optreden en de loop van zaken sedert de aanvaarding van het ópperbevel door Hindenburg, 6cbijnt- ook wel in deze richting te wijzen. Het zal nu moeten blijken of de» geal lieerden in den te Rome gehouden krijgsraad niet plannen hebben ontwerpen, die deze voornemens van het Duitsche leger bevél zul len doorkruisenaVoor!oopig is afwachten de boodschap. Zij hing een grocn-tulen blouse aan den haak en stak zich in een pompadour'zijden kleedje; legde een tikje rouge op de lippen, dor..*via wat poeier over de wangen, streepte even de ócgen aan, trok een lok van het kroeze haar op 't voorhoofd neer. Hij las Lister, Nick Carter, Buffalo Bill. „M'n lievelingslectuur'', zei hij en wees met 'n hoofdknik naar do afleverin gen, leuke kost dat; geef ze mij maar. Breng me l'onson du Terrail, Eugène Sue; geef me de reisbeschrijvingen van Magelhacns ik smul erin Z'n wollige kop dook weer omlaag .en giug onder in de romantische avontureu van John C. Raffles, die een gestolen halssnoer ter waarde van rond één millioen pond op '.t spoor was.... Waarschuwend rhikte 't belletje-; zo werden verwacht in de zaal. waar de Zon dagmiddagbezoekers hun liedjes bc-klapten het gesprek tusschen de fabrieksmeid en den philosoof. 't lied van den luien Adriaan, van de retirade-juffrouw, 't Centraal theater da verde; nog eén toegift'van Speenboff, nóg een; drie in 't geheel. Toen werd 't pompadour kleedje weer achter 't gordijn geborgen; de gokleedc jas gewisseld voor een colbertje, had den ze nu tot den avond den tijd voor zich. ,Waar moeten we onder 't mes?" vroeg hij en zij, liefjes: „Ja, waar zullen we wat gaan praten?" In oen dergrootc Amsterdamsche café's is 't ge woest, dat we hebben geboomd. Daar was geen bezoeker ,die niet, als hij langs ons'ta feltje g'ced, z'n kennissen aanstietwees naar zijn wijden flambard, op. haar grooteu, coquet- teu hoed. 't Was lastig én een beetje onaange naam, maar zij namen van al dat bekijks geen notitie en hot bleef een prettig onderonsje, heel den middag. Eerst, vertelde hij, terwijl voortdurend zijn rechterhand gleed door de ruigo vacht, waarin 't grijs al mindor spaar zaam wordt, dan zij, en haar blauwo kijkers gingen bij een leutige herinnering twinkelen van ingehouden pret; later weer beurt om beurt of elkander aanvullend, en zoo is 't ver haal gesponnen, dat ik hier voor u schrijven ga. ,,'t Was 23 October '69", vertelt hij, „toen Nederland en het voorstel van president Wilson. Het „Holl. Nieuwst." soint uit. Weenen j het volgende uittreksel vau eeu artikel in de „Xeue Ereic Presse" De Nederlandsoli© regeering heeft geen aan leiding gevonden om aan het vefzoek van presi dent W'ilson gevolg to geven en de vreuesbe- wegimg to 'ondersteunen. Derhaiv© is va*b te stellen, dat in dit buitengewoon belangrijk vraagstuk,nfet alleen van politiek, doch ooi; van menschelijkbeid en van het gevoel van samenhoorigheid van Europa de Ivuropee- scho neutralen een verschillende houding aan nemen. Zweden, Denemarken, Noorwegen on Zwit serland hebben hun instemming betuigd met het initiatief van president Wilson, terwijl Spanje en Nederland zich onthouden. Spanje heeft getracht zijn negatieve houding in een tot de mogendheden (lees Amerika Red.) gelichte nota toe te lichten. Een Nederlandsche nota van gelijken aard is, voor zoover ons bekend, niet verzonden, doch de Nederlandsche Regeering heeft wellicht een andoren vorm gevonden om haar standpunt uiteen te zetten. De Xederiandsche staatslie den hechten er waorde aan te verklaren dat, ook al kunnen zij zich nicé hij d© actio van president Wilson aansluiten, zij toch de groot ste sympathie koesteren voor den stap der Centrale Mogendheden. Nog meer. Men is iu Nederland overtuigd, dat het door de Centrale Mogendheden uitge strooide zaad vroeg of laat tot een vrucht moet gedijen, en dat men voor de beslissing wordt gesteld of men zich bij president Wilson zal aansluiten or niet. Hebben de Nederland sche staatslieden zieh laten overreden door den indruk, dat de bereidwilligheid, om in vredes onderhandelingen te treden of zelfs slechts aan de t©t bezinning manende stem van den vriend gehoor te schenken, bij de mogendherien der Entente nog niet dien graad heeft bereikt, dat interventie of initiatief van neutralen ook slechts gedeeltelijk uitzicht op succes heeft, dan kunnen zij daakbi.j nauwelijks op dc alge meen© instemming rekenen, zooals reeds blijkt uit de instemming, welke de stap van presi dent Wilson cok in Nederland heeft gevonden. Niet de Centraio Mogendheden, doch veeleer d© neutralen zullen het vermoedelijk eens be uren, dat h'efc grootc- historische moment, dat tot een gemeenschappelijk optreden van de Europeeschü neutralen had kunnen voeren, verzuimd is. Be laatste opmerkiug. aldus v<*g', de ..Nieuwe Courcni" hieraan toe. klinkt, niet heel vriendelijk en men zou eruit kunnen af leiden dat men te Wcenen over de onthouding vaat openlijke adhaesie onzerzijds aan Wilson's stap cenigszins ontstemd is. Het groote Wec-nscke blad kan zich echter, dunkt ons, tegenover onze Regeering niet be roepen op de algemeen© instemming welke president Wilsons slap hier te lande inderdaad gevonden heeft. Immers tot nu toe is niet- geblekon, dat. de onthouding van. onze Regee ring hier te lande rfiet wordt goedgekeurd. Welke haar motieven daarbij zijn geweest, is nog niet bekend; men zal daaromtrent ver moedelijk iets vernemen uit het binnen zeer kort te verwachten antwoord van minister London op enkele vragen, ter zake door een der Kamerleden tot hem gericht. Zeker echter is ten onzent do overtuiging algemeen, dat de Regeering bij het bepalen barer houding óók in dezen zich èn door haar vasten wil tot het handhaven onzer strikte neutraliteit èn door haar ernstig verlangen om het totstandkomen van een voor beide partijen aannemelijken vrede voor haar de©l te helpen bevorderen, heeft laten leiden. Dc. Duitsche pers over het Icgerbevcl. BERLIJN. Het eger'oevel van den Duitschen Keizer vindt bij do openbare meaning in Duitschland algemeen© en leven dig© istemming. De „Voss. Ztg." schrijft: De Keizer wendt zich op den dag, dat Braila gevallen is, met een dagorder aan leger en vloot, waarin hij opnieuw den nadrukkelijken Duitschen wil om to overwinnen uitspreekt. Onze vijanden zullen dien gevoelen, Braïla is. het „mene tekel" voor hen. Daar zij den Duitschen vrede niet willpn, moeten zij den Duitschen oorlog leeren kennen! De zegepraal der wapenen zal ten slott© onzs vijanden toch dwingen toe den gang naar de ik in Kralingen geboren werd. Zóó ver nu gaat mijn herinnering niet: maar flauw sche mert 't me, dat een baker of een ander vrouw- mensch mij, ik was toen drie jaar, op schoot had en naar Krimpen aan de Lek transpor teerde. Daar ben 'k schooljongen geweest, Pij meester Siratemeijer. Die is nu grand seigneur, hoofdredacteur van ,,De Avondpost" We zien elkaar nog wel van tijd tot tijd" en dan luidt zijn stereotiepe groet: „Koosje, hou jo klom pen stil!" Dat. na veertig jaar omstreeks, zegt genoeg. Ik schijn een krioelig jongetje te zijn geweest. Van moester Str&temeijer ging "t naar een kostschool aan den Kinderdijk. Be halve dat ik er drie keer op punt van verdrin ken heb gestaan bij 't zwemmen eons; eens bij 't- zeilen, en den derden keer bij 't schaat senrijden heb ik er geen kreuk geleden en met de beste voornemens ging ik naar de Rofc- terdamsche 5-jarige H.B.S. Drie klassen heb ik er doorgemaakt, verder wou 't niet or ik wou. niet toen deed ik examen als machinist- leerling voer de Koninklijke Nederlandsche Marine, en verdween naar do opleidingscursus in. Ilcllevoetslui^. Daar werd ik geplaatst op de rol van Zijner Majesteit® fregat „De Prins van Oranje", asjeblief. Tn dien tijd is 't eigenlijk al begonnen, 't liedjesmaken. Ik werkte mee aan „De Tri bune", en „Do Clown", schreef in 't Humo ristisch Album" en toekende. En daar, bij' de Marine, heb ik m'n eerste zeemansliedjes ge dicht: ...Ode aan de Zee." Blauwe zee, vab vér gekomen, Golven, die zoo Ioome droomen, Broomeu van een eeuwig leven van eon eeuwig zijn. Vaarwel Marie, ik moet je gaan verlaten. Ik moet gaan diénen bij de zeesoldaten, en zooveel andere liedjes, die ik voor de ma trozen zong in dp cantine en op den bak; een matroos eerst© klas, onze schoenmaker en Franschman, speelde op z'n harmonica 't wijsje. Wat was dat een zalige rijd, die tijd. toen ik smid en bankwerker was, toen ik duizend avonturen had en leefde van bruine boenen en groentesoep, groentesoep en snert. Zóó was "t vekelijkseh menuSnert-snert-soep-boonen- snert-soep-boonen. Zóó heb 'k vier jaar gege ten en ik ben er.bèst'bij gebleven. We zongen dan'de liedjes in de cantine, op den bak en 't ging gesmeerd; tot dat ik me provoost op den hals haalde. 'k Had voor de jongens een liedje gezongen op onzen sergeant-instructeur, dat was al. Maar jawel! 's Morgens moest ik op parade komen eii voor den heelen état-major 't liedje .herhalen. Je snapt 't! De plechtigheid van de vlaggenparade loste zich op in een plezierige lachbui. M'n commandant-overste Commijs meesmuilde iu z'n ouden baard, keek den 1st© officier ecus aan en zei: „Héél aardig jong- menseh! Twee keer vier en twintig uur pro voost; water en brood, wegens insubordinatie." Aan den Marinetïjd is een eiiïd gekomen, toen ik tijdens een manouevre op 't eiland Yoorne met- mijn knie op een geweer viel; ik brak de knieschijf, lag ruim vier maanden in 't hospitaal, werd afgekeurd en verliet den dienst buiten bezwaar van 's lands schatkist. Vader had een fabriek van isolcermaterieel, ik belandde weer in Rotterdam. Vijf en twintig jaar oud, maakte ik reizen naar Schotland en Spanje, Noorwegen, Midden-Europa, altijd aan 't hoofd van twintig werklui, die de, op vaders fabriek uitgevoerde bestellingen, gingen plaat sen mijn smidsvak was me een groot gemak; op mijn reizen zag ik veel, leerde m'n talen beter .genoot van deu omgang met d e'werklui, di© mijn kameraden waren. Als ik dan weer hij honk was. in de huiselijke omgeving, ging ik om met Willem van Zuylen, die een kennis van vader was. Door Van Zuijlen ontmoette ik Brondgeest, in dien tijd beginnend acteur. Ik had groot© liefde voor d© tooneelspeelkunst leerde ook andere kunstenaars kennenden •kilder P. C. de Moor, den litterator Frans conferentie, dien zij niet goedschiks wilden doen. Do „Loka! Anz." zegtDe krachtig© woor den van den Keizer zuilen in geheel Dnitsch- land cn in do verbonden staten kracht igcu Tklank vinden. Stalen kracht naar buiten, stalen wil naar binnen, a>o gaat Duitschland met zijn bondgenooten do beslissing tegemoet. Do „Post"; Iedere Duitschcr zal rnot do irnstige. door godsvertrouwen en vertrouwen op liet Duitsche volk gedragen oproeping van den Keizer instemmen. Met het vaste voorne men alle krochten in to spannen opdat het groot© doel bereikt zal worden. Do bezetting van Braïfn wordt door de go- heelo pers als een, niefc slechts militair-tech- h belangrijk feit aangehaald. 'O Dobroedsja cn Wilachjjo zijn thans in onze handen. Het bericht van den val van Braïla komt juist bijtijd» als een groot uit hot Oosten aan do in Rome vergaderde leiders der ijandeüjk© staten en legers. H'og een steni uit Buslandl. PARIJS. Uit Pctirograd wordt bericht, dat aldaar gisteren onder voorzitterschap van generaal Aboesjlon een vergadering van politici is gehouden naar aanleiding van de Duitsche voorstellen. Alexandrof. lid van de legercoromissie, verklaard© daar „Het eenige, dat Duitsch land kans zou geven op de overwinning, zou zijn d© instorting van Rusland. Ons leger telt echter.nog dris man achter da loopgraven op eiken man in d© loopgraven. "Wij hebben vijf millioen poed graan in reserve. Rusland ia nooit in beter© omstandigh©« den geweest ter verwezenlijking van zijn national© aspiraties dan thans. Op dit oogenblik aan een afzonderlijken vrede te denken, zqu een bedrog zijn aan onze bondgenooten, onze eer, ouzo belan gen en de overwinning zelf. Het zou een intellectueel bankroet zijn, dat Rusland voor alle tijden zou vervreemden van Frank rijk en Engeland, de bronnen van alle ideeën en alle aspiratiën. Wij zullen derhaiv© strij- deji tot onzen laatsten ademtocht." De vredesvoorwaarden niet medegedeeld aan Wilson. BERLIJN". De ,,Nordd. Allgem. Zeit." schrijft onder den titel: ,,De feite lijke toedracht": „"Uit da verklaring van graaf Andrassy, vap welken wij den tekst niet in 0113 bezit hebben, wordt door verschillende bladen opgemaakt, dat de Duitsche vredesvoorwaarden aan presi dent Wilson medegedeeld zijn. De ,,Köln. Volkszeitung" bevat zelfs het bericht, dat onze vredesvoorwaarden werkelijk aan president Wilson medege deeld zijn. Het blad is echter slecht inge licht, de feitelijke toedracht blijkt nit onze nota van antwoord op het Amerikaanache voorstel." BELGIË. Het overlijden van den opperbevelhebber. Aan de X. Rott. Ct. wordt uit Havre ga meid, dat de luitenat-generaal Wielemans, opperbevelhebber van het Belgische leger, Vrijdagochtend In een dorp aan het front is gestorven, ten gevolg© van een longont steking, die hij enkele dagen geleden iu du loopgraven had opgeloopcn. Wielemans was 10 Januari 1863 geboren. Hij werd tot onder-luitenant benoemd 1 Mei 1881; tot luitenant 27 December 1888; kapi tein 26 December 1894; majoor 25 Decem ber 1905: luitenant-kolonel £5 December 1912. Tot luitenant-generaal is Wielemans tijdens den oorlog bevorderd. Hij was een schitterend soldaat, die algemeen bemind werd. De doodsstrijd van generaal Wielemans is zeer kort geweest. Zijn dood trad bijna oogenblikkelijk in. Hij had een gevoel, of n.j stikte, riep om zijn dochter, die ver pleegster is ep ha.ir vader was komen opzie- ken: „O. mijn kind, ik sterf" en gaf den geest. De uitvaait en teraardebestelling vin den ui het niet bezette deel van België plaat3. Willem Royaarda, Jan C. de Vos, Johan de Meester en den ouden heer 'Xadenia. Ik spreek cu van ISöö omstreeks, toen ik met Kees van Dongen samen een schildersatelier had aan de Gmenendaai. Ojrtrc-.lenZingen! Voordragc-n! 't Spookte me door 't hoofd, 't Moest en 't zou. Maar 't Kon met. Toen zijn het Tadema geweest en Xijgh Sr., die mij in da gelegenheid etelden, de eerste stappen te zetten. En zij en de archi tect Meijer en de reoder Van do Pot en Sïjt- hoif van 'fc Rotterdamsch Nieuwsblad hebben ine financieel in de gelegenheid gesteld, den weg te gaan, dien ik zoo graag wilde. Boven dien! M aren daar niet Johan de Meester en Henri Dekking en ook Top Xaef, die mij aan rieden, mijn liedjes te gaan zingen, fcoen vaD het „Klein Tooneel" waarvan ik niet meer dan een aanhangsel was en waarvoor ik een stukje „.Kees de Tippelaar" had geschreven; toen van d;t gezelschap d© acteur Grijnders ziek werd. Ik zou liedjes zingen op een n^at-née, die an ders niet door zou gaan. Goed, ik zong; de directeur van den IJivoli-schouwburg G. W van Biene stelde 19e ertoe in staat, 't Was een een puik bezette zaal: 23 menschen, waarvan 20 vrijbiljetten en drie man van de Pers: De Meester, Dekking, en Blok, en als gast M. J. Brusse. Ik zong m'n liedjes. In gekleede jae (geleend van den acteur Van der Does, die haar op de een 01 andere manier van z'n broer den schilder had) èn een hooge, blauwe das. Jonge, 't was zoo fijn! 't Mas hoog zomer, hevig transpireerend schoof ik mezelf op 't tooneel, keek al maar naar den uitgang, durfde de menschen niet aan te kijken. Toen kwam de kritiek in de dagbladenik kwam er eveneens. Tot dïn was ik verstokt vrijgezel gebleven; Meende, dat een vrouwenhart e©Q ontoeganke lijke vesting was, dio alleen met gewéldige strijdmiddelen zou kunnen worden bestormd en ingenomen. Och, als de vele honderden Trou wen, waar ik tdatonisch van Ijc-H gehouden m'n misdaad kenden 't gaat allemaal vóór jon, Cees, kijk maar niet met zulke gaóoie

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1917 | | pagina 1