No. 323.
Vrijdag 8 September 1916
Orgaan voor Leger en Vloot.
Oorlogsnieuws.
DE VELDPOST-
Se toestand in den
Geheimen van Indië
DERDE JAARGANG.
DE SOLDATENCOURANT
Voor AdverteiitiPn wende men zich tot onze Administratie, Palestri na straat 10
Amsterdam. Prtfs der Ad verter. tien' per regel 30 cent. Voor Ingezonden .Wedo-
deelingen op de tweede, derde en vierdo pagina dubbel, tarief. Jijj at on «ment
reductie.
s t r i| d
den Balkan.
kaarten enz. bestaat, zal iu dit opzicht nog
wel veel te wenschen overblijven. Er zijn
menschen die rnoonen, dat de expediee-
rendo ambtenaren van de posterijen niet
uitsluitend volgons de plaats van bestem-
•ming moeten te werk gaan, maar de adres
sen maar moeten lezen en zich aldus heb-
i ben te overtugen, dat het stuk voor een
militair i3 bestemd. Lezen van adressen is
echter in den gewonen dienst niet uitvoer-
i baar, men zou door 't werk niet heenkomen,
j Er kan alleen gezien worden naar de plaats
I van bestemming, of do in de plaats daar
van, vermelde militaire indceling. V as in
I den aauVang der mobilisatie het aantal
stukken, dab wegens onvolledig adres ver-
traagd werd of niet terecht kon worden ge-
bracht vrij belangrijk, thans is dit gaande-
De gebruikelijke
aangegeven. 1-II-3
volgorde is hierboven
Infanterie, beteekent
dcrliafve le comp. II bataljon 3e regiment',
infanterie; 1-2 cavalerie le eskadron 2o
regiment cavalerie; 1-III-2 vesting-artillerio
le comp. Ille bataljon 2e regiment
vesting-artillerie; 1-1-2 veld artillerie lo
batterij le afdeeling 2e regiment veld ar
tillerie.
4. Naam van de divisie (in romeinsche
cijfers) van de stelling, de linie of van de
troepen-afdeeling.
bovendien wordt er aan herinnerd, dat
het in strijd is met de gcwcnschte geheim
houding der dislocatie, als militairen hun
naam als afzender op de omslagen der door
hen verzonden poststukken vermeldende,
daarbij te%'ens opgaaf doen van het onder-
I rmS
we^ beduidend verminderd en nu zeer ge- j deel, waarbij zij zijn ingedeeld Hun juist
militair adres, zonder vermelding
We geven hier een eigenaardige kaart
Van den Balkan, een zoogenaamde reliëf
kaart, waarin het land wordt weergegeven
met zijn hoogten en vlakten, zijn rivieren
en zeeën. Het is een belangrijk terrein,
dat hier is afgebeeld en waarop nu reeds
wordt gevochten, maar waar waarschijnlijk
■weldra een zeer hevige strijd zal uitbreken.
|We zien voor ons de Golf van Saloniki,
met tal van 'oorlogsschepen *ler geallieer
den; een weinig verder in het land, achter
de stad, het kamp der geallieerden, waar
dezen volgens sommigen 400,000 man
gewapende troepen bij elkander hebben,
Franschen, Engelschen, Kussen, tlalianen,
Serviërs. Een deel dezer troepen is reeds
opgerukt tegen de Bulgaren, die echter
meer linies zijn afgeweken en den weg heb- i
ben genomen naar Kawalla; ten itooruea
van de Golf van Ccntessa; ze zouden van
daar echter ook reeds weer teruggetrokken
zijn. Onze kaart gunt ons yerder een blik
tot diep in Bulgarije en Servië en wij zien
daar bekende en vaak genoemde plaatsen
liggen.
VI.
(Vervolg en slot.)
Inderdaad interessant is eens na te gaan,
■welk een grobtéh invloed het niet verleenen
der verloven op het verkeer heeft gehad.
Daarom geven wij hieronder een overzicht
Van het verkeer iu de maanden April en
Mei 1915, alsmede van dat in dezelfde
maanden van liet loopende jaar toen de
yerloven stilstonden.
tal van beambten uit alle oorden des lands
naar de veldpostkantoren moeeten, worden
gedetacheerdZij kwamen uit Amsterdam
en Ter Apel, uit Winschoten en Hoeren-
veen, en van, vele andere kantoren, waar
geschikte burgers waren to vinden, die hen
konden vervangen. Opnieuw deod zich loen
het gemis aan beschikbare geschoolde kroch
ten gevoelen. Bij de Veldpost mogen met
uitzondering van de koeriers alleen
werkzaam worden gesteld beambten in vas
ten dienst van de Posterijen.
Aantal der bestelde
Opmerkingen.
Blieven,
briefkaarten
en gedrukte
stuk ben.
Post
pakketten.
Postwissels.
Aan-
geteekende
stukken.
April 1915
2.450.000
18.000
4.600
1.500
By geregeld verleenen
Mei 1915
2,380.000
15.000
6.250
1.300
der verloven.
April 1916
3.370.000
51.000
17.500
2.750
By stilstand der
Md 1916
3.725.000
47.000
18.000
2.800
verloven.
Deae cijfers spreken voor zich zelf en
behoeven ge-en commentaar. Alleen zij op
gemerkt., dat bij een dergelijke verkeers
toename handen tekort kwamen en weer
'Adresseering voor de Veldpost.
Een belangrijke factor voor eene spoe
dige overkomst van de voor militaire be
stemde stukken is een
uiste adresseering
Al geeft het Veldpostvoorschrift nog zulke
duidelijke voorbeelden van de wijze, waarop
een adres moet zijn ingericht, in de prak
tijk wordt daarmee alles behalve voldoende
rekening gehouden. Behalve de naam
behoort in het adres alleen de militaire in- I
deoling, zoo volledig mogelijk, doch zonder-
plaatsnaam te wórd-en vermeld. Bij vennel-
ding van een plaatsnaam wordt de "brief of
ander stuk eerst behandeld door de gewone
post, die met de dislocatie in 't geheel
met bekend is. Heel wat klachten zijn er
in den loop dezer beide jaren ontvangen,
waaruit bleek, dat de oorzaak daarvan
moest worden gezocht bij den afzender, die
een plaats van bestemming vermeldde en
daardoor de uitreiking deed vertragen. Tal
lo ozo malen is ook ia dez© courant
op moer -zorg voor de adresseering aan
gedrongen. Er zijn drukkere geweest,
die zich de moeite getroostten veldpost
couverten en briefkaarten in den han
del te brengen, waarop allo noodigo
aanwijzingen voorkwamen, die tot eene
juiste adresseering moesten leiden.
Het succes was echter gering. De couverten
enz. vonden niet het debiet dat er van kon
worden' verwacht. Toch valt er als een
gevolg van den langen duur der .mobilisatie
en het herhaaldelijk onder de aandacht
brengen van de juiste wijze van adressee-
ren wel eenige verbetering te constatee-
ren. Zoolaug echter geen verplichte adres-
seering zooals in andere landen door
middel van Rijksveldpostcouvertsn, brief-
Öp de meest belangrijke veldpostkanto-
ren bestaan nominatieve opgaven, hetzij iu
kaartsysteem, hetzij in registers, van allo
manschappen, bchoorende tot het gebied van
het kantoor. Vooral het bijhouden van der
gelijke opgaven van duizenden namen is
een zeer tijdroovend werk, doch het succes
daarvan beloont dien arbeid ruimschoots.
Talrijk zijn de pogingen, die moe
ten. worden aangewend om stukken,
die niet aan de geadresseerden kon
den worden uitgereikt, nog in hunne
handen te doen geraken. In de aller
eerste plaats zijn de facteurs verplicht om
bij den staf of den administrateur van het
betrokken ondordeel zoó volledig mogelijk
gegevens in te winnen en het nader adres
op de stukken nauwkeurig te vermelden.
Om bij nazending van poststukken deze hun
bestemming spoediger te doen bereiken is
voorts" bepaald, dat oen militair, zoo-
i dra hem zijn eindindeoling bekend is,
j onverwijld aan het depót (reserve-bataljon)
van waar hij afkomstig is, volledig dus
onder vermelding van Veldleger, Stelling-
Commando, Divisie, Regiment, Bataljon,
Compagnie, Detachement enz. mededee-
ling heeft te doen van zijne definitieve in
deeling. Daarvoor' krijgt ieder militair bij
zijn vertrek een dienstbrief kaart, waarop
het adres is vermeld van de Compagnie, het
escadron enz. van het betrokken depot (re
serve-bataljon) van waar hij vertrekt, ter
wijl aan de achterzijde, na het bekend wor
den van zijne definitieve bestemmings
plaats, is iu te vullen:
1. Naanr-ew vcox'letters.
2. Veldleger, stelling, regiment, batal
jon, afdeeling, compagnie, escadron, batte
rij, detachement enz.
3. Rang.
4. Handteekening.
Deze kaarten moeten na ontvangst in
handen worden gesteld van de betrokken
facteurs.
Laten wij er nu ten slotte nog eens de
aandacht op vestigen, hoe de adressen van
brieven, briefkaarten, drukwerken, post
pakketten, postwissels en aangetekende
stukken behooreu te luiden om doer de
Veldpost'naar behooren te kunnen worden
uitgereikt.
Te vermelden zijn:
1. Naam met voorletters.
2. Rang: Majoor, Kapitein, le of 2e Lui
tenant, Adj-Onderoffieier, Sergeant, Kor
poraal, enz.
3. a. Nommers van de compagnie (resp.
van het eskadron of de batterij) aan te
duiden met arabische cijfers 1, 2 enz.
b. Nommer van het bataljon of de af
deeling aan te duiden met romeinsche cijfers
I, II enz.
c. Nommer van het regiment aan te 1
duiden met arabische cijfers.
plaatsnaam,
te nemen.
is zoo no<
odig
van
den brief op
Scheen in den laatsten tijd. het Engclsch-
Franschfl offensief aan de .Somme te ver
slappen, in de jongste dagen zijn er weer
zeer hevige aanvallen gedaan, zoowel san bet
Fransohe als aan het Engelse! ie front. De
gevechten zijn buitengewoon zwaar geweest,
in dit opzicht zijn de berichten van een kant
der geallieerden als van die der Duilechers
overeenstemmend. Ongemeen krachtig was
het artillerievuur, dat op de Duitsche loop
graven en stellingen werd gericht, moord
dadig vielen granaten en kartetsen in
stroomen neer op de vijanden, in den nacht
ook den man, trouwens, al had J De slapende balde de vuisten baai
stormaanvallen zoo krachtig, zoo hardudJckig
dat ondanks het Duitsche vuur Er.gelsohen
en Fransehen vrij aanzienlijke terreinwinst-
hebben behaald.
De Franschen vooral, en zoowel ten noor
den als ten zuiden van de Somme. Over
kilometers breedte kwamen de Frausche
troepen aangoiven, en ondanks het moorden
de geschutvuur der Duitse hers, drongen de
Franschen door en joegen den vijand, terug.
Ten zuiden van de Somme, waar de Fran
schen in den laatsten tijd weinig gevorderd
zijn, rukten zij nu op tot voorbij het dorp
Sóvecourt, dat thans geheel door hen meet
ziin bezet. Ook ten noorden de rivier
drongen de Franschen verder voort; tus
schen Ccmbles en Le Forest wérden de eerste
stellingen der Duitsche linie genomenver
der viel tusschen Le Forest en Clery een ge
deelte van 't Duitsche' front in Franscbe
■handen., eveneens de hoogten ten westen van
het Marrière-bosch en anderen punten.
Over 't geheel kan mem zeggen, dat de eerste
Duitsche lbopgravenlinie over een front-
breedte van twintig K.M. tusschen Barleux
en Chaulness is bezet door de Franschen.
terwijl elders nog over eenige kilometers
de Duitschers werden teruggedrongen. Er
zijn bovendien 6000-7000 krijgsgevangenen
gemaakt en 36. meest zware kanonnen ver
overd.
Veel minder zijn de vorderingen der En-
gelscheu. Tusschen Ancre en Ginchy dron- i
gen dezen door en bezetten over een breedte j
van 3000 vards 800 yards loopgraven van
de Duitsóhers. Deze terreinwinst is niet
alleen geringer dan Fransche, maar de En- j
gelschen moesten het dorp Ginchy, dat eerst j
eenoraen was. blijkbaar weer prijsgeven.
Hun latere berichten maken melding van
nog 1500 vards vorderingen ten oosten, van
Guillemont, waar do Engekohen vasten voet
krogen in liet Roia do Lenze <*n van 1000
vards in en om Falfemomt. Ook de Engel
schen maakten krijgsgevangenen, een dui
zendtal. Zij zijn over 't geheel minder for
tuinlijk dan de Fransohenbij de Mouquct-
hoevo, op den weg tussohen Thiepval cn
Pozicrcs. deden do Duitecherg zeer hevige
tegenaanvallen, wolke wol werden afgesla
gen. maar die toch dc Engelschen verhin
derden hier verder door to dringen. Het
lijkt er op, dat de Duitflchcrs steeds meer
troepen stellen tegenover do Engelschen dan
tegenover de Fransdheneigenaardig is in
elk geval. dat de laatsten steeds meer voor
uitkomen clan de eersten.
Evenals aan het Wester- is ook aan liet
Oosterfront do aanvallende beweging hervat.
Do Russen hebben weer eenige voordeeion
behaald, o.a. bij Brzezany, waar de Seuiofka,
een zi;rivier dar Zloba Lipa, geforceerd werd.
Ook in de streek van de Boven-Sereth, in de
richting van Wladirnir Wolhynski maakten
do Russen vorderingen en kregen zij in do
laatste dagen meer dian 4500 krijgsgevange
nen in handen en maakten een zestal kanon
nen en bij de veertig mitrailleurs buit. Vol
gens de Oostenrijkscho beriahten is van deza
Russische zegepralen echter niet veel waar
alle aanvallen werden integendeel afgesla
gen en bij Brzezany werd het laatste verlo
ren stuk loopgraaf herwonnen.
Behalve op het westelijk oorlogsterrein is
de toestand over 't geheel weinig veranderd.
Italianen en Oostenrijkere bestrijden elkaar
nog hardnekkig, maar he£ blijft hoofdzake
lijk bij artilleriegevechten. Op hot front aan
do Tiroolsohe grens hebben de Italianen aan
de Boven-But eenige terrein beheerechende
stellingen vam den vijand in bezit genomen
en... 20 gevangenen gemaakt. Mten kan. hier
uit ten decle opmaken, van lioo weinig be-
tcekenis deze zegepraal was. Van het Xsonzo-
front wordt niets anders gemeld dan dat het
geschut er in actie was. Ock in het Roe-
meensche gebied der Dobroedsja zijn de
Russen aan 't vechten naast, de Rocmeniëre,
maar belangrijks is daar niets voorgevallen
een Bulgaacrsoh© bereden patrouille werd
neergesabeld en een officier gevangen ge
nomen.
Over
t geheel leeft men in den Balkan
r.og in afwachting. Er zijn zeker in Roeme
nië nog geen Russische troepen genoeg om
krachtig aan te vallen en cp te rukken naar
Kcnetantinopel. In Zevenburgen zetten da
Roemcniërs de gevechten niet door, al trek
ken de Oostenrijkere al meer terug. De troe
pen der geallieerden in Griekenland' hebben
blijkbaar het groote offensief nog niet be
gonnen aan de Stroerna is alleen door pa
trouilles gevochten, evenals op het front
aan het Dciran-mocr. Maar van beteekenis
is dit alles niet. In Albanië zijn thans de
Italianen over de Wojoesa getrokken, ook
volgens de Oostenrijksche berichten, die
echter tevens melden, dat de Italiaansche
linkervleugel is teruggeworpen.
In Ooet-Afrika hebben de Zuid-Afri-
kaansche troepen onder de generaaals Smuta
en Van Deventer een overwinning behaald:
de hoofdstad Dar-es-Sa! aam i.c ingenomen
en daarmee de laatste hoofdstad der Duitsche
koloniën in Afrika in handen der gealbeer-
j den.
door
J. J. BEKAAR.
(Slot.)
Nu was 't werkelijk gelukkig, dat de dok
ier er was een ruwe, harde kerel. Hij
stortte over de vrouw 'n aantal Duitsche,
QVtaleische en Hollandsche vloeken uit,
duwde haar ruw op zij en nam Weyders
stevig onder den arm.
Tegen de ruwheid van een man i3 een I
vrouw ten slotte niet opgewassen - tegen
zoo'n qogeublikkclijke uitbarsting ten min
ste niet.
,,'t Dient nergens toe, hem mee te
nemen," zei ze alleen met verbeten boos
heid. Maar ze had al begrepen, dat tegen
stand hier verder niet zou helpen, cn deed
;daartoe ook geen moeite.
We gingen op weg en Dora volgde ons
zwijgend, maar er was niets in haar hou
ding van iemand, die zich geslagen, voelt.
iVlug als 'n geit liep ze over de steenen en
neuriede zelfs tartend 'n liedje. Ze wist te
goed, dat de dokters van 't westen tegen
haar vergiften machteloos stonden.
't Was een vermoeiende tocht, na twee
■uur loopen heen, nu twee uur terug over
moeilijk terrein, terwijl do zon op de open
plekken al met volle kracht brandde. Maar
we hadden nu den blinden man bij eiken
stap te steunen en daarbijwe wisten
niet hoe dit af zou loopen hadden alleen
't onberedeneerd gevoelde man moet hier
Vandaan
De dokter zei niets, maar schudde met
welsprekende mimiek tegen mij 't hoofd.
Ik wilde niet vragen, om Weyders niet te
ontmoedigen maar ik had zelf veel gelezen
van de geheime machten van Indië en be
greep, clat 't hopeloos kon zijn. Wat dan
te doen 1 Moest ik dezen blinden, zwakken
man naar zijn jonge, frissche vrouw bren
gen? Moest haar gezegd worden, dat hij
zich vlak vóór 't huwelijk in de netten van
oen inlandsohe vrouw had laten verstrik-
ken Wat 'n verdriet stond 't vrouwtje te
wachten -
die eenige schuld.
„Zou de vrouw een tegengift ken- I
nen?". vroeg ik ten slotte zachtjes in 't
Engelsch den dokter, achter den rug van
den blinde.
Hij knikte. En hij scheen 'n plan te
hebben. Althans hij fluisterde
„Laat alles aan mij over."
IV.
Zoo kwamen we aan de woning. Toen de
blinde begreep, dat we er dicht bij waren,
wilde hij zich loswringen; hij schrikte er
van terug in 't huis te gaan, dat op zijn
vrouw wachtte. Maar we trokken hem mee,
en duwden hem in een luien stoel. De
vrouw volgde ons, of dat vanzelf sprak.
Ik wilde haar den toegang weigeren, maar
dc dokter had andere plannen. Hij vatte do
vrouw, die langs ons heen naar de bijge
bouwen wou gaan, waal ze zeker altijd
geslapen had, plotseling ruw bij de polsen,
schudde haar hevig, keek haar vlak in de j J./l' V - -
b laat de patient zich nooit geheel gaan
'„Tidor" (slaap!) beval hij. buiige houden se taai vast.
„Zoo, je slaapt - ga liggen" (hij schoof 1 "Zf iaar'^at 1 teSen
'n stoel achter naar.) j Vf* waarvoor de kimden
„Ik slaap niet", zei ze zwakjes. i 1(Eien'
„Je slaapt", herhaalde de dokter «°»mde Dora inderdaad een
- r i i,ij kleine, stekelige plant, die dicht bij de plek
mimiek was welsprekend.
„Daar op die tafel staat 'n kop tliee
voor Weyders. Vooruit, doe het er in."
De vrouw stond op. Ze sloop naar da
tafel, (merkwaardig, de oogen waren open,
maar de pupillen leken me naar bovep ge
keerd, zoodat men 't wit zag), ze maakte
't gebaar van ingieten. Er was iets van
dramatisch spel in de heele vertooning,
zooals ik 't nooit in een comedie gezien
heb..., dit was ook geen spel, dit was
„echt".
„Ga weer zitten. Je bent hier alleen
met mij, niemand hoort je", vervolgde de
dokter, steeds in 't Maleisch. „Over 'n uur
wordt je wakker, en dan ben je blind. Daar
komt de kokkie, zie je haar? (Er was nie
mand).
„Ik zie haar, heer."
„Laat haar de kruiden plukken, die
je zullen genezen. Noem ze haar en beschrijf
ze haar."
De vrouw aarzelde. Ook onder hypnose
rustig, haar met de hand over de oogen
strijkend.
En werkelijk, ze sliep. Hypnose door
schrik. Eerst knipte ze nog met de oogen,
toeu sloten die zich. Op een andere wijze
dan door schrik had hij de vrouw vermoe
delijk niet „er onder" gekregen. Nu was
ze plotseling willoos in zijn handen.
Weyders zat ineengedoken in 'n stoel,
maar merkte toch blijkbaar, wat er gebeur
de. Ik had de plotselinge verandering bij
de vrouw met verbazing gezien. Wel 'had
ik veel over hypnose gelezen, en wist ik,
dat de meeste vrouwen er vatbaar voor
zijn, en na 'n schrik ook een man. Maar
nooit had ik 't bijgewoond.
„Jelui houdt je stil", waarschuwde de
dokter en jyervolgde iu 't Maleisch tot de
slapende.
„Daar zit Weyders. Hij is gezond en
wel. Zie je dat? Over drie dagen komt zijn
vrouw. Hij stuurt je weg"»
waar we haar gevonden hadden, langs 't
beekje moest groeien.
„Noem ook de plant, die blind
maakt." Ze noemde ze. De dokier haalde
uit z'n koffer een vies, oud boek en zocht j
op, wat er over die planten stond. Ze sche
nen inderdaad een gif en een neutralisee-
rende stof te bevatten. Op 't gezicht van
den blinde, wiens gespannen zenuwen op
alles schenen te reageeren, die haast leek
alles gezien te hebben, begon een straaltje
van hoop te komen.
De dokter had hier al kunnen eindigen.
Maar hij was te trotseh op zijn welgeslaagde 1
hypnose-proef en wilde 't kunstje voortzet- f
ten en ons overbluffen.
„Je bent een kind", zei hij tot de
"slapende. „Daar staat je vader. Zie je hem?
Zeg hem goeden morgen".
De heele houding van de slapende ver
anderde.
„Goeden morgen, pa, heeft pa goed
geslapen?" zei Dora in 't Hollandsch..
Nu stond ook de hypnotiseur verwonderd.
De blinde was even verbaasd als wij.
Blijkbaar had zij nooit Hollandsch met
hem gesproken.
„ïk dacht 't al half', zei nu de dok
ter zachtjes. „Er zit Europeesch bloed in.
En hij vervolgde:
„Papa gaat op reis. Waar gaat hij
heen?"
„Papa gaat naar Holland. Maar hij
komt terug."
„Noem papa's naam."
Ze noemde een goeöklinkenden naam, te
's-Gravenhage niet onbekend. Blijkbaar had
do man in Indië een „huishondster" gehad
en een kind, misschien kinderen maar
die in den steek gelaten.
Dora was in den kampong opgegroeid en
de Hollandsche taal was zo schijnbaar ver
geten. Schijnbaarin onzo hersens gaat
niets verloren, maar alleen in bijzondere
omstandigheden komen sommige dingen in
't bewustzijn terug.
„Je bent een volwassen vrouw", zei
de dokter. „Zeg eens: „Allah zogene de
Hollanders".
Merkwaardig dat weigerde Dora. Diep
in haar haft zat blijkbaar de haat tegen den
blanke, die haar'moeder verlaten had, en
haar een intelligentie had doen erven, niet
ter en deinsde terug. Maar die nam er
weinig notitie van, vroeg alleen:
„Dus jij bent eigenlijk 'n Europee-
sche?"
„Dat Wil ik niet zijn!" zei ze m t
Maleisch. driftig, rechtop.
„Je hebt 't in je slaap verteld. Je
kent ook wel 'n beetje Hollandsch. Wat was
je vader?"
„Gaat je niet aan."
„Zeker 'n koloniaal
dokter in, „ik zal haar naAr do boot brön-
gen. Er gaat er dezer dagen oen."
Dora stoir.de er iu toe. We lieten dén
chauffeur halen, die de auto gereed maakto.
Ik was een oogenblik opgelucht 'n
soort van algemeen© ontspanning van do
zenuwen. Maar dat duurde niet lang. Toen
voelde ik weer als zoo'n drukking van bin
nen, of je iets zwaars meedraagt Wat voor
soort man had ik nu helpen redden voor
die jong© vrouw, die daar te Weltevreden
passend bij haar omgeving..
Ik bekort verder 't verhaal.
De dokter- hield zijn medium uren sla
pend, en ging zelf, onvermoeid, de kruiden
zoeken, die hij ook vond. Niet dadelijk wist
hij 't geneesmiddel goed toe te passen, maar
wel had 't dadelijk eenige uitwerking. .Zoo
scheen Weyders dan gered. Ik voelde zoo
iets als 'n algemeene ontspanning door m'n
heele lichaam, toen dr. Worsten zei:
„Das v.ird wieder gut; der Kerl tann
die Sonne und die Weiber wieder sehen".
Toen suggereerde hij Dora, dat ze zich
niets van 't geen ze in haar slaap gezegd
had, zou herinneren en deed haar ontwaken.
Ze keek ons eerst verbaasd aan, maar zeer
spoedig herinnerde ze zich, hoe we haar
haar prooi ontrukt hadden, en begon d.>,
haat in haar oogen op te flikkeren. Toen
zag zo de kruiden in handen yan den dok-.
Nu begon ze Hollandsch te spreken, hoe- zat to wachten! D:e verdiende toch waar-
wel nu en dan naar 'n woord zoekend. j aclitig iets beters!
„M'n vader was majoor, maar hij j Maar 't was nu eenmaal haar wettige
heeft ons in de kampong achtergelaten, mandoor 't burgerlijk wetboek ge-
toen hij naar Holland ging. M'n-moeder is garandeerd.
gauw gestorven, haar familie heeft me op- Ik nam den dokter nog eens apart,
gevoed. Van de keunis van de blankeh heb „Wat nu? Moet dat huwelijk van
ik niets geleerd, maar wel van de kennis Weyders nu doorgaan V'
van den inlander." f T "■",-
„Ja, dat. heb je verdomd goed geleerd.
Met vergift omgaan kun je!"
„En wat doet 'n Hollander dan? M'n
va.der heeft z'n vrouw afgesneden. Is dat
dan recht?
Beu ik minder waard dan '11 Hollandsche
vrouw? Ben ik minder mooi, is m'n hart
minder sterk? Ken ik nie1" alles, wat 'n
vrouw in Indië moet kennen?"
Zooals zo daar stondwel 'n mensen
is 'n raar wezon. Eon" oogenblik 'had ik
waaraohtig respect voor haar. Weyders zat
besluiteloos, als 'n arme zonaar. Hij zag
al half, ik kon 't duidelijk aan sommige be
wegingen van hem zien. Gelukkig jbakte
ook hier de dokter don knoop door.
„Geef haar wat geld," zei hij mij.
„Ik wil niets, ik heb nog gold. Ik
heb alleen gedaan, of ik arm was, om zijn
hart weeker te maken" (zo wees op Wey
ders) „toen ik bij hem terug kwam."
„Goed dan marcheor je nu op. Je
hebt in slaap alles verteld, en als ie kieT
nog eens komt-, wordt je wegens poging tot
moord vervolgd en naar Nieuw-Guinea
gestuurd" (dat is 'n gewoon dreigement in
Indië).
Ze keek naar Weyders.
„Ik wil je nooit moer zien, jo hebt
me teveel kwaad gedaan," zei die, zich af
wendend. „Ga naar Ambon terug."
„Dat ia 'n verstandig .woord," yieLdej
„Ja, natuurlijk
„Ik kan de vfcraw telefonecren, dat
de man ziek is, dat hij zal blijven suk
kelen
„Dau komt zo direct iedere
viouw is 'n geboren verpleegster -
reen, daar is niets «aan te doen. Hij wordt
trouwens boter, hoorKom, kom, dan
is 't 'n heel passabel© man", en tegen Wey
ders zei hij nog
„Je moet je vrouw niks vertellet.,
versta je? Een vrouw meet den moeien
schijn hebben, niet de realiteit."
Toen tufte hij met de huishoudster weg
de merkwaardigste dokter dien ik in
Indië ontmoet heb.
Er was nirts aan te doen. Voor Weyders
maakte ik 't gemakkelijk. Ik telefoneerde
z'n vrouw, dat hij 24 April met de Paket-
vaart to Priok zou komen.
„Nu zorg je, dat je den 23en te Wei
tevreden bij ie vrouw komt," zei ik, ,,Je
zegt., dat de boot te Semarang hoeft aan
gelegd, en dat je van daar per spoor bent
gegaan, om er eerder te zijn."
Wat hij beloofde.
't Is. zoover ik weet, ten slotte alles goed
afgeloopen, en do vrouw i? vermoedelijk ge.
lukkig geworden. Want onder leiding
i1a. 1*^.1 r
Weyders
Maar...
was
toch 'n heel dragelijke man,
had wat betere verdiend