Een zware dag vaar de hoog!s 304. OP ZEE, Legerzaken. Kitchener anecdoten. ÊS DE SOT-.DA'TEIVrCOUEA.lXrT Van VrijOag l© Juni X O 1 «3 sclie troepen Torchin bezet zij zetten d'e i terugwerping vrtii den vijand voort. Aan heb Strypa-front ten noorden van liet dorp Bobulintsji duurt het hardnekkig gevecht voort. liet dorp Zarwanitza werd na oen krachtige vex'dedigiug door de Rus sen genomen. In verschillende sectoren wer den haastig door den vijand opgeworpen werken ontdekt, die moesten dienen ter ver sterking van de vooraf in gereedheid ge brachte stellingen. In den Dnjester-sector en meer naar het zuiden maakten de Russische troepen, nadat zij na een gevecht over de rivier waren ge trokken, iich, behalve van verschillende punten, ook nog moester van het dorp Za- lestsjiki en zétten hun opmarsch voort, liet dorj) Gorodenka ten noordwesten van Za- lestsjiki is in handen der Russen. In den Proeth-sector tusschen Bojau en Nepokoloetz zijn de Russische troepen den linkeroever van de rivier genaderd. Bij het bruggehoofd ïsjernowitsj is een heet gevecht aan den gang. Op.de verlaten plaatsen liet de vijand een aanzienlijken oorlogsbuit achter. Op den spoorweg van Dubno naar Kozin werden gevonden: een net telefoondraden, een me nigte patronen, mijnenwerpers, automobie len. zeer veel spoorwagens voor smal spoor en een proviand-depót. Bij het dorp Malyniitsjin was ongeschon den achtergelaten een van alle zijden zicht baar gedenkteeken van de Oostenrijksehe overwinningen in den vorm van een hooge zuil, bekroond door een Oostenrijkschen adelaar. In het dorp Sagadur ten noorden van Tsjernowifcsj maakten de Russen zich mees ter van een groot depot van materieel voor de genie en van een hangend spoor. Krijgsgevangenen verklaren, dat nieuwe afdeelingen zijn gevormd uit verslagen .Oostenrijksehe. troepenafdeelingen. Aan het Dwina-front en ten zuiden van Dunaburg hebben de Duitschers op verschil lende punten de Russische stellingen be schoten. WEENEN. (Officieel.) Aan de Prootk ten zuiden van Rojan werd een aan val der Russen afgeslagen. In Sa- dagora (Boekowina, ten noorden van Tsjer- nowitsj), Snyatin en Horodenlta (beide in Z.O. Galicië, dicht bij de grens van Boeko wina) is vijandelijke cavalerie binnenge rukt. Bij Burkanow aan de Strypa mislukten Verscheiden aanvallen der Russen. Ten noordwesten van Tamopol zijn de Öostenrijksch-Hongaarscke troepen onafge broken in gevecht. Bij Zapanof werd een aanval der Russen •door geschutvuur afgeslagen. Ten zuidwesten van Dubno werden vijan delijke cavalerie-afdeelingen door de Oosten- lijksch-Hongaarsche troepen teruggeslagen. In Wolhynië bereikte vijandelijke cavale rie het gebied van Torczynoverigens heerschte daar over het algemeen rust. Bij Sokul (aan de Styr ten noorden van lioesk) deden vijandelijke troepen een aan bal zij werden echter afgeslagen. Alle pogingen van de Russen om bij Kolki over cle Styr te trekken mislukten. Het aantal hier gevangen genomen Rus een is geklommen tot 2000. BERLIJN. De generale staf rapporteert Aan de Dwina ten Z.O. van Doebina sloeg het vuur van onze batterijen een Rus sische cavaleriebrigade uit elkaar. Ten noordoosten van Baranowitsji leven dige vijandelijke artillerie actie. v. Both- mer's léger slóeg ten westen van Przewloka aan de Strypa vijandelijke aanvallen vol komen af. Bij Podhajce is een Russisch vliegtuig door een Duitsch vlieger iii een luchtge vecht overwonnen. De bestuurder en de waarnemer (een Fransch officier) zijn ge vangen genomen. Het vliegtuig is geborgen. De offensieve beweging. PETROG RAD. De liaiiaansehe mili taire attaché verklaart. dat do terug tocht des Oostenrijkers bij Loezlc zoo over haast geschiedde, dat zelfs de spoorwegsta tions en bruggen niet waren vernield. De Russen drongen te 8.30 's avonds de stad binnen. f Roeskoje Slovo meldt, dat aartshertog Friedrich 'op denzelfden dag daar nog geluncht had. De staf van aartshertog Josef Ferdinand verliet de stad vroeg in den rnorgen. Vele bewoners, voor- namelijk Joden en Polen, waren ge durende de vijandelijke bezetting in de stad gebleven. Zij begroetten de Rus sische troepen, die de stad binnen kwamen met vliegende vaandels en met de muziek- korpsen spelend aan het hoofd, met geest drift. Mannen, vrouwen en kinderen om helsden de soldaten en kusten hunne han den. Den geheelen volgenden dag waren de straten vol met juichende menscheu, die het Russische leger begroetten. De Zêmstvo- en Rcode Kruis-organisaties openden onmiddellijk voedingsstations. Coliu Ross schrijft in de ,,Vossische Zei- tung" Wij hebben de hoogte 304 vast in ons bezit. Geen tegenaanval zal die ons ontnemen. Wij hebben de hoogte. Wie echter daarvoor ge legen heeft, die heeft daar een stuk ven zijn' hart gelaten. Wij zullen het nooit vergeten. Nu we den kalen, omgewoelden top in ons bezit hebben, kan men vertellen, hoe wij ér om geworsteld hebben. Wij kunnen vertellen, hoe oneindig moeilijk en hard dit alles geweest is. De eind- aanval is niet erg. Het zwaarste is de mislukte stormloop. De hoogte is niet op één dag ge vallen. Ik wil echter van één dag vertellen. 304 zou van het westen uit het boseh van 'Avocourt worden aangevallen, 's Morgens had de Fransche artillerie op de ondiepe stuk ge schoten loopgraven geroffeld. De verbinding naar achteren ging door een wolk van dood. 's Middags werd het stil in het bosch. Als na een zwaar onweer was het. Intussehen barstten de granaten van onze mortieren op clen weg HaucourtICsnes naar het zuiden. Het was kort voor de bestorming. Wij stonden aan den rand van het bosch, naast een veroverd Fransch kanon. Een dekking van beton was er over- gewelfd. De steen was gescheurd. Een hou witsergranaat was er op gevallen. Men had er toch nog altijd bescherming tegen splinters. Daar heneden was de bataljonstelcfoon. De vijand lag dicht hij. Voor het bosch lag een werk, dat ae Franschen ontruimd, maar in den nacht weer bezet, hadden. Men liet hen v ongestoord. Het konden slechts zwakke patrouilles zijn en ze hielden het vijandelijke artillerievuur weg. Het eigenlijke doel lag verder. Boven op het hoogtepunt van den weg HaucourtEsnes. Daarom zou slechts een compagnie hèt door de Franschen gehou den steunpunt opruimen en de anderen zonder oponthoud de hoogte bestormen. Een loopgraaf uég uit hst JiQGfih ia het werk, Vier uur. De Een telegram uit Kief meldt, dat Loezk bezet werd na een hevig gevecht, dab twin tig uren duurde. De Russen moesten de krachtig versterkte linie overschrijden, die over vele mijlen afstand was aangelegd. De overwonnen vijand liet, op zijn vlucht naar het Z.W., do kanonnen, mitrailleurs en zelfs de geweren achter. De Russische cavalerie had oen paar ont moetingen met Oostenrijksehe cavalerie, die uit elkaar gedreven werd. Do oorlog, in roeibooton. In de Duitsche pers doet een belangwek kende schildering de ronde van een fbman- tiachcn vorm van oorlog in de boschpoelen van Polesic, die aan een Russisch blad is ontleend. De journalist, die dezen strijd heeft meegemaakt, vertelt: Niet zonder bedenking stond do brigade commandant mij too deel to nemen aan den patrouillc-tocht. Een kleine, smalle roeiboot nam mij en drie soldaten op. Een kleine flot tielje van deze smalle, snelle booten in het geheel waren er vier .zette zich bij het in vallen van het donker in beweging op do kleine, vuile, traag stroomendo rivier, om do positie en do bewogingen van den vijand te verkennen. De riemen waren stevig omwikkeld met zachte loeren lappen, om elk geluid to verhinderen. Eerst rookten wij nog onze kleine pijpen, maar toen wij do eerste warme bronnen hadden bereikt, moesten wij oog en oor zoo scherp mogelijk inspannen, want ieder oogen- blik konden wij in aanraking komen met vijandelijke patrouille-booten, want ook de Duitschers bedienen zich in dit gebied van roeibooten, die echter anders gebouwd zijp dan de Russische. Myriaden muggen- maakten, on danks do eigenaardige schoonheid van dezen nachtelijken tocht liet verblijf in de boot verre van aangenaam. Ieder oogenblik moesten wij ook scherp uitkijken, dat wij niet strandden op de tallooze wortels of op modderige ondiep ten. In het overstroomde gebied ging de vaart •heel vlug. Plotseling vieleu schoten. Onmiddel lijk hielden wij stil, hot geweer in aanslag en tien minuten lang bleven wij onbewegeijk zit ten in deze houding. Wij wisten dat niet ver van deze plek een strijd tusschen Russische en Duitsche patrouillebooten plaats vond. Volgens ons bevel mochten wij ons niet naar die plek begeven, maar moesten wij slechts -bei-ichten overbrengen aan in verborgen schuiten lig gende luisterposten en zelf verkennersdiensten doen. Toen wij het poelgebied bereikt hadden, waar anders steeds Duitsohe patrouillebooten rondzwerven, ging onze flottielje uit elkaar en roeide ieder zijn eigen weg. De maan was achter de wolken verdwenen en het licht ver dween van do watervlakte. Boven ons hoofd suisden huiveringwekkend do zware hoornen van het maagdelijke bosch, dat ons als een krater van gevaar toescheen. Op deze patrouillevaarten voelen zelfs de moedigsten, die in open veldslag meer dan hun man staan, zich niet geheel op hun gemak. Van iederen boom, uit ieder kluwen slingerplanten, uit' iederen uitlooper kan dood en verderf komen. Niemand ziet of hoort hier liet verzinken van een leven. Geen heuveltje kan de plek aanwijzen, waar het zwarte modderige water zijn slachtoffer heeft opgezogen. De comman dant van onze boot luisterde met inspanning van alle zenuwen naar elk geluid, dat uit het donker kwam. Die riemen stonden loodrecht omhoog en dan hoorden we een zacht geplas, dat weinig anders klonk dan het kabbelen van het stroomende water. Zoo stil en zoo snel mogelijk schoven wij ons in een rechts van ons liggend kluwen van slingerplanten, dat ons goed scheen te dekken. Wij bogen ons zoo diep mogelijk. Alleen onzé korporaal keek nog uit. Na korten tijd hoorden wij het plassen sterker worden. De maan kwam weer te voorschijn en verlichtte liet water. Wij zagen nu drie Duit sche roeibootén, elk met vier man, die zich, naar het scheen, op een strooptocht bevonden. De manschappen hadden de geweren op de knieën liggen en roeiden zacht en voorzichtig. Verder was niets te hooren of te zien. Ons allen klopte geweldig het hart en de spanning werd bijna, ondragelijk, toen de vijand op kor ten afstand van ons voorbijgleed en ten slotte 1 in het donker verdween. Daarop zetten wij met de'grootste voorzichtigheid onzon tocht voort. Na een uur waren wij dicht bij de Duit sche stellingen gekomen en konden wij ons nog slechts tusschen de slingerplanten vooruit werken om ongezien dichterbij te sluipen. Daar bleven wij ongeveer een uur. Toen wij ons grondig georiënteerd hadden, zetten wij onze vaart in noordelijke richting voorf en be reikten wij een van onze luisterposten, die- afgelost werd en met ons terug zou roeien. Bij de luisterpostenlima bleven wij eveneens een tijd lang. Toen het begon te schemeren, kon den wij van onze plaats, duidelijk den toren van Pinsk zien. De goedgedekte Duitsche stel lingen waren nier zichtbaar. Daarop aan vaardden wij de terugreis. Het artillerievuur uit de Duitsche stellingen, dat zooeven be gonnen was, werd steeds heviger. Na tallooze wederwaardigheden te hebben overwonnen, kwamen wij weer op de plaats van ons vertrek aan. Daar hoorden wij dat in dienzelfden nacht en vlak iu onze buurt een strijd had plaats gevonden tusschen Duitsche enRussi sche patrouiüebooten. Van dezen strijd waren drie Russische booten niet teruggekeerd. ITALIË. Van het Itallaansche front. ROME. (Bericht van den Opperbevel hebber.) Tusschen de Etseh en de Brenta krachtige artillerie-actie en voortzetting van den opmarsch der Italianen, die de vijand hardnekkig trachtte tegen te houden. In het Lagarina-dal namen de Italianen in de enge gang samen geperste massa schoof langzaam vooruit. Man achter man, gebukt, m de linkerhand het geweer met de opgèplante bajonet, in de rechterhand de werpgranaten. Nu is de eerste aan de plek, waar do Fran schen een borstwering opgeworpen hebben. Hij klautert uit de loopgraaf, struikelt in een paar korte, zware sprongen door stuk gescho ten prikkeldraad. Daar ginds verschijnt een blauwe helm, oen paar kogels fluiten. Alles is. zoo ongelooflijk nabij, dat men meent, men moet aan liet handgemeen deelne men. De eerste is in de loopgraaf. Een knal, witte rook stijgt op. De eerste handgranaat is geworpen. Nu volgt de een na de ander. De aanvoerders zijn boven op de horstwering. (All is gaat goed. Rechts trekken andere compagnieën door het dal. Bij het naburige regiment zijn ze roods bijna op de hoogte. Het Fransehp spervuur blijft weg. Zij heb ben waarschijnlijk geen waarnemers meer. Het geweer- en mitrailleurvuur wordt levendiger. De opmarsch begint te haperen. De tirailleur- linie gaat weer uit elkaar. Ieder probeert op eigen hand voorwaarts te komen, In snelle, lange sprongen, 'van kuil tot kuil. die de mor tieren als trappen voor de vijandelijke* stel ling hebben gegraven. Rechts en links hameren onze uit de hoogte schietende mitrailleurs. Rechts is de eerste stormgolf in de vijande lijke loopgraaf. Links komt zij nog achteraan. Reserves worden haar nagezonden. Langzaam werken zij zich vooruit. Daar valt de linlcsche golf in elkaar. Rondom stuift het omhoog. Daar en daar vallen de mannen. De voor- waartsche beweging staat stil. Eenigen loopen terug. De kogels spuiten in de flank. In den rug? Er moet nieuw vuur in de Fransohe stel ling. Geen telefoonleiding werkt echter meer. Telefoon-patrouilles worden uitgezonden. Ook de regimentsreserve moet komen. Bijna tegelijkertijd begint het fransche gor- dijnvuur. Het dal vult zich met rook en vuur. Op de helling stuiven aard wol ken. Op den westrand vangen wij de terugstroo- menden op. Onze eigen mitrailleurs hadden clear een schitterenden aanval, die kracht dadig was voorbereid door de artillerie, stor- mendei-hand de sterke linie, die van de Par- mesan-hoogte (ten oosten van Cima Mez- zana.) langs Rio Romini loopt. De vijand deed onmiddellijk krachtige tegenaanvallen op de nieuwe Italiaansche stellingen, zij wer den echter alle afgeslagen. Langs het PosinaAstico-front van weerszijden krachtige beschieting. De vijan delijke infanterie, die Molisini was binnen gedrongen, werd verdreyen en achtervolgd. Op het Asiago-plateau is de toestand on veranderd gebleven. In het Sugana-dal werden in den nacht van 11 op 12 Juni en den daarop volgenden ochtend vijandelijke afdeelingen, die tracht ten op te marcheeren ten oosten van de beek Maso met grootc verliezen teruggedreven. In Karinthië en aan de isonzo de gewone actie van artillerie en kleine afdeelingen. Een poging tot een aanval in de Monfal- con-zone werd spoedig gestuit door het vuur der Italianen. GRIEKENLAND. Aan de Crieksch-Bulgaarsche grens. SALONIKI. Benden van Bulgaarsche komitadjis raakten ten zuiden van Demir- hissar slaags met Grieksc'.ie patrouilles. Vele Grieksche soldaten zijn gewond. Fran sche vliegtuigen bombardeerden verschillen de Bulgaarsche stellingen, o.a. het fort Roepel Demobilisatie in Griekenland. LONDEN. Naar wij vernemen, blijft de demobilisatie van het Grieksche leger niet beperkt tot het naar huis zenden van de twaalf lichtingen, waarover reeds bericht werd, maar zullen ook een groot aantal reservisten van de andere acht lichtingen met verlof worden gezonden, zoodat er fei telijk van een totale demobilisatie kan wor den gesproken. SALONIKI. Men meldt, dat onder pressie va.n de geallieerden de Grieksche regeering to algemeene demobilisatie heeft besloten. ROEMENIË. De Bulgaarsoh-Roemeensciie grens gesloten. BOEKAREST. De Bulgaarsch-Roemeen- sche grens is tot nader order gesloten. De ■postdienst per boot tusschen Roetsjoek en Giorgu is gestaakt. Volgens sommigen is de bedoeling van dezen maatregel de troepenbewegingen ge heim te houden, noodig geworden ten ge volge van het offensief der Russenanderen zijn van meening, dat Bulgarije verhinderen -wil, dat berichten omtrent het succes der Russen verspreid worden. Roemeensche bladen kunnen niet meer naar Roetsjoek gezonden worden. Het Roemeensche grensincident. BOECHAREST. Het officieu.se blad ,,Vittorul'J schrijft: De feiten hebben ons ,in 't gelijk gesteld en de door ons uitgespro ken meening bevestigd de commandant der over de Proeth staande Russische troepen deelde mede, dat het hem niet bekend was, dat een afdeeling zijner troepen Rcemeensch gebied had betreden. Dadelijk nadat hij daarvan bericht ont- vangen had, verklaarde hij. dat hij alle noodigo maatregelen had getroffen om de I begane dwaling te herstellen, en een her haling te voorkomen. Overigens is, volgens hier ontvangen be- I richt, Marmornitz en omgeving door de Russische troepen weder ontruimd. VEREEttlGDE STATEN. De Vereenïgde Staten en Mexico. WASHINGTON. De minister van oorlog heeft medegedeeld, dat nog 1000 man van de kustartillerie en een bataljon genie last hebben gekregen naar de Miexicaansche grens te gaan ter grensbewaking. Deze maatregel is een gevolg van de berichten omtrent aanvallen op de Amerikaansche consulaten in de steden van N'oord-Mexico. =4= Mails aangehouden. De stoomschepen „Zuiderdijk" en „Noor- dam", onderscheidenlijk 31 Mei en 7 Juni van Rotterdam naar New-York vertrokken, hebben de mails te Kirkwall moeten lossen. Ondezeeër vernietigd. VAN DE GRENS, 12 Juni. (V. D.) Bij £eebrugge werd een Duitsche onderzeeër van het kleine type, die gedurende de laatste aktie aan de" kust onder 't vuur der Engelsche moni tors geraakte, benevens eenige torpedojagers, zwaar beschadigd. De manschappen, dio zich aan dek bevonden, konden door over boord te springen hun leven redden en werden door een Duitsche torpedoboot opgepikt. De onderzeeër zonk na eenige minuten. lien in don rug geschoten, beweerden zij. Wij stellen hen gerust. Verzamelen... Ik wankel. Een krankzinnige knal. Zwarte rook golft hoog ten hemel. Het zijn 28-centi- meters. Onze stelling ligt zoo ver vooruit. Ze staan bijna in onzen rug. De regen, die den heelen dag fijn neer ge dropen had, wordt sterker. Het schemert. In 's hemelsnaam, wat is er aan de hand? Waar aan lag het? De dag was reeds gewonnen. Daar komt do aanvoerdè'r van de afgeslagen rompagnie. Hij kan het zeggen. Een jonge,, dappere kerel. Hij ging er op uit als een over winnaar. Nu wankelt hij, zakt in elkaar. Zijn oogen staan wild. Zijn adem piept, hijgend. Water. Er is nog slechts een slok wijn in de veld- flesch. De granaatsplinters springen naar ons toe. De rand van heb bosch staat in rook. Do jonge man ligt op don grond als een dier. Hijgend hapt hij naar lucht. Danrtusschen woordbrokken. Het... ging.... niet.,, .mitrail leurs,.. in den rug, in do flank... in de... Onmogelijk. Onze geweren schoten niet eens meer. Het is onmiddellijk donker. Nog maar wei nige minuten zijn over. De mannen moeten weer voorwaarts. En hier, hier is liet echt de hel. Het bosch breekt en huilt. Do nauwe loop graven zitten vol. De een drukt zich tegen den ander aan. Ik sidder. Ieder oogenblik kan een zware granaat er in vallen. Dat kost dozijnen met één slag, Ik spring op de borstwering. Op de hoogste hoop aarde. Het is dwaasheid. Maar liet maakt toch indruk. Heb kan zoo erg niet zijn, als de officier daar zoo open en bloot staat. De boomen barsten. Voorwaarts mannen. Een onderluitenant van de compagnie, die het Fransche steunpunt moest leeghalen, komt aangekropen. Valt op zijn knieën. Niet door do loopgraaf, niet door de loop graaf, Jezus Maria de mitrailleur allen dood, allen dood. Eindelijk hebben wij het uit hem,, hop yan Een Nederlander aan boord van de „Hampshire". Onze Londensche berichtgever schrijft d.d. 9 Juni ,,lk verneem dat onder de leden der beman ning, die met de „Hampshire", waarop Lord Kitchener zich bevond, ten doode gingen, zich ook bevond d© zoon van ©en te Londen geves tigd Nederlander, n.l. de adelborst John A. G. Kanaar. Deze jongeman, die in Engeland was geboren, was bij liet uitbreken van den oorlog by do marine-reserve gekomen," Noorsch schip op een mijn geloopen. De logger KW 151 Vooruit" heeft te LT- muiden aangebracht 16 man van het Noorsche stoomschip „Bure" van Louden met cokes naar Christian ia bestemd. Dit schip is Vrijdag middag te vijf uur op de Doggersbank vermoe delijk op een mijn gcloopen. De bemanning redde zich met uitzondering van een stoker die gedood werd. in drie hooten en word, nadat zij vief uur had rondgeroeid, door den logger op gepikt. De zeeslag bij Jutland. LONDEN. Admiraal Jellico© hesfl cle volgende dagorder gericht aan de vloot,,Ik vensch aan vlagofficier© *i, kapiteins, offi cieren en manschappen van de groot© vloot mijn zeer hooge. wanrcLeering t>o kennen to gevon over de wijze, waarop mot dó schepen werd gemanoeuvreerd gedurende de actie op 31 Mei 1916. Op dit oogenblik, nu volledig© inlichtin gen nog ontbreken, is het niet mogelijk in bijzonderheden af te dalen, er is echter reeds voldoende bekend om mij in staat te stellen beslist te verklaren, dat de roem rijke tradities, ons overgeleverd door gene raties dappere zeelieden, waardig gehand haafd zijn. Door het zeer ongunstig© weder is aan de vloot de volkomen overwinning ontgaan, waarop, ik weet het, door de zeelieden van alle rangen werd gehoopt. Onze verliezen waren zwaar en wij mces- tep vel© zeer clapper© kameraden missen, maar hoewel het zeer moeilijk is juiste ge gevens te verkrijgen orptrent de verliezen van den vijand, zullen wij, daaraan twijfel ik niet, bemerken, dat zij niet minder groot zijn dan d© ouzo. Ik heb reeds genoog ver nomen, om dit met vertrouwen te kunnen verklaren. Ik hoop' binnenkort in staat te zijn aan de vloot op dit punt vollediger medecleelin- gen te doen, maar wil niet langer uitstellen om mijn groote waardeeriug voor het werk der vloot en mijn vertrouwen in een'toekom stig© volkomen overwinning reeds nu uit te spreken. Ik moet ten slotte nog verklaren, dat de verbazingwekkende geest en d© wilskracht der gewonden mij met bewondering hebben vervuld en ik ben trotscher dan ooit, dat ik de eer heb het bevel te- voeren over een vloot, waarop zulke officieren en manschap- pen dienen". Schepen gezonken. MALMö. Het stoomschip „Emray" uit Stockholm is Maand agn amid dag in het mijnveld bij Falstarbö geraakt en in de lucht gevlogen. Een man werd door de ontploffing gedood, vier, man verdronken; da kapitein en vierman van de bemanning zijn te Malmö geland. Een aanval op de haven van Parenzo. WEENEN. (Officieel.) In den och tend van 12 Juni drongen drie vijan delijk© torpedobooten de haven van Parenzo (aan de westkust van Istrië) bin nen. Zij werden door de afweerbatterijen en vliegtuigen verdreven. Hun geschutvuur had geen effect: alleen een muur en een dak wca-den licht beschadigd; niemand wprd ge wond. De batterijen en de vliegers echter beschoten de torpedobooten met succes. De haven van Yarmouth gesloten. Do Minister van Landbouw brengt ter ken nis; dat de Britsehe Regeering sedert 1 Juni do haven van Yarmouth heeft gesloten, ver klaard voor neutrale schepen. Gezagvoerders die op dezen maatregel inbreuk plegen, wor den met zware gevangenisstraf en boete be dreigd, terwijl d.e betrokken schepen kunnen worden aangehouden. (St. Ct.) Duitsch schip beschoten. STOCKHOLM. „Aftonbladet" schrijft: Het Duitsche stoornseMp „Hollandia" is Dinsdag op wóg naar Lu lea in de Zweedsche territoriale wateren door een Russischen of Engelschen onderzeeër be schoten. Het laatste schot viel toen het stoomschip nog slechts een minuut van de Zweedsche kust verwijderd was. De ,,Hol- landia" werd niet getroffen. Z. K. H. Prins Hendrik. Z. K. H. de Prins der Nederlanden zal zich Donderdag voor ©enige dagen naar Het Loo begeven. De amhoÊsnce-trein. Bij de overdracht van ,den ambulance-trein van het Rood© Kruis aan de Regeeriug, hield Z. K. H. Prins Hendrik, voorzitter van hot hoofdcomité van het Neder landsche Roode Kruis, een rede tot den Minister vgn Oorlog, waaraan hot volgend© is ontleend Tot dusverre zijn aan Nederland de rampen van den oorlog bespaard gebleven, maar al ho pen wij allen, dat dit zóo blijven zal, niemand onzer weet wat de toekomst verborgen houdt. Wij zijn daarom verplicht, alle maatregelen te treffen, opdat, mocht ook over ons land de oor- logselleüdo komen, alies gereed is om onze ge wonde landszonon op de meest zorgvuldige wijze te kunnen verplegen. Het ltoode Kni;s heeft met alle kracht, voor zoover zijn© middelen dit toelieten, medege werkt om de Regoering te steunen in, deze be- belangrijko "taak. Maar aan die organisatie ontbraken modern ingerichte hospitanltreinon. Die leemte werd al gemeen gevoeld. Bijna gelijktijdig vormde zich te Amsterdam een Nationaal Comité tot aanbie ding van een ambulanoetrein aan de Regeering, en nam het Roode Kruis de taak op zich een een trein voor dat- zelfde doel in te richten. Met groote voortvarendheid werd do arbeid verricht en dank zij de buitengewone medewer king van cle Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen, kan ik thans aan de Regee ring ten gebruiko aanbieden een trein van 24 wagens, waaronder 1 magazijn-, 1 verband- en 1 keukenwagen. Met dezen trein kunnen 2-10 zittend© en 160 liggend© gewonden vervoerd worden. Namens d© Vereeniging bet Nederlandsche Rood© Kruis verzoek ik Uw© Exoellentie als ver tegenwoordiger der Regeenug dezen tre:ü te willen aanvaarden. Do Minister van Oorlog zeide o. a. Inderdaad, er is veel verricht in de bewogen maanden, die achter ons liggendoor de arbeid zaamheid der Vereeniging, gesteund door do offervaardigheid van de natie, in samenwerking met de organen der Rogcerlrig, zijn wij thans beter in staat om aan dat doel te beantwoorden. Met meer gerustheid dan in de eerste Augustus dagen vftn 1914 kunnen wij de toekomst tegen- blikken, ook waar het betreft de zorg voor de verpleging van do mannen, die worden wij onverhoopt, in den strijd betrokken in den dienst van het vaderland gewond mochten raken. Hier was werkelijk in een bestaand© leemte te voorzien. Wel werden reeds door de regeering een aantal treinen vóór gewondenvervoer gereed gesteld en werd ook in anders opzichten veel daartoe voorbereid, doch wat ons tot dover ont brak waren moderne, geheel naar den eisch des tijds ingericht© hospitaal treinen. Met groote ingenomenheid mocht de Regee ring vernemen hoe de buitengewone medewer king van de Maatsc-hannij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen het Roode Kruis mede in de gelegenheid heeft gesteld in deze leemte te voor zien en het is mij dan ook een genoegen d'e maatschappij daarvoor de erkentelijkheid der Regeering te betuigen. Onderscheidingen. Z. K. H. do Prins der Nederlanden heeft dezor dagen het Kruis van Verdienste van ket Ned. Roode Kruis uitgereikt aan de hee- ren majoor jhr. C. A. J. Meijer en H. Peters, resp. voorzitter en secretaris van de Neder landsche Vereeniging voor Roode Kruis-hon- den, en aan den kapitein der Koninklijke Maréchaussee G. J. P. A. Thomson, keur meester der Roode Kruis-houden. Z. H. Prins Hendrik en de Padvinders Maandagmiddag bozocht Prins Hendrik met zijn adjudant, kapitein Backer, het Pinkster kamp van dé Amstordamsche padvinders op de heide nabij Socxsterberg. Er werd een demon stratie gegeven in het afladen van trcepen en oefeningen gehouden voor Eerst©.,Hulp bij On gelukken. In den voormiddag bezocht generaal Ophorst, commandant der stelling Amsterdam, liet kamp. Driehonderd jongelui hebben Zondag oefenin. tgen gehouden onder leiding van vlieger-luite nant Coblijn in het opblazen van den Centraal- Spoorweg. Sparappels dienden als handgrana ten. Ook werd Zondag een wedstrijd in het koken gehouden. Earsie Kamer. De loden van de Eerste Kamer der Sta- fcen-Genoraal zijn thans tot hervatting der werkzaamheden bijeengeroepen tegen Dins dag 20 dezer, des avonds S4 uur. Naar men verneemt bostaat het plan om het wetsontwerp tot verloenen van ouder domsrente en dat betreffende het buitenge woon oorlog3kr-ediet, alsmede de verdere ont werpen van wet, tli© tijdig vóór de aan-' staande bijeenkomst bij de Eerste Kamer zullen inkomen, Woensdag 21 en zoo noodig Donderdag 22 Juni in de afdeolingen te onderzoekenen verder om in dio bijeen komst in openbare bolland©] ing te nemen de alsdan in staat van wijzen zijnde wets ontwerpen. Tweede Kamer. De Voorzitter van de Tweede Kamer is voornemens tegen 20 Juni a s. o. a. aan d© orde te stellen de tijdelijke verhooging van het maximum der vergcod.ng wegens kost winnerschap van dienstplichtigen. Kolonel O. A. van ftfiaanen f. Te 's-Gravenhage is op 75-jarigen leeftijd overleden do gepensionneerde kolonel der artil lerie O. A. van Maanen. Urgeniieraden voor vrouwenarbeid tijdens de mobilisatie. Te Assen, Gouda en Dordrecht zijn urgentie- raden gevormd; in een aa.ntal andere steden zijn do urgentieraden bijna gereed met hunne samenstelling. Langzamerhand begint eene algemeen© b©. langstelling te ontwaken. Reeds voor d© insclirijvingsdagen geven verschillende vrou wen zich voor werk op. Van allo zijden komen aanvragen om inlichtingen en in alle steden werken de gemeentebesturen zoowel als par ticulieren krachtig mede. Eon viertal steden leggen reeds de laatste hand aan de voorbe reiding der eigenlijke inschrijving. streek hij ook is. Een sterke Fransche bezet ting had zich in het werk verborgen gehou den, de stormtroepen over zich heen laten gaa-n cn dan met mitrailleurs in den rug ge schoten, Zij liggen nu'tusschen ons en de dap peren daar voren,, die volgehouden hebben en die gedeeltelijk reeds in de vijandige stelling zijn. Een klein hoopje, dat zich niet lang zal kunnen houden. Met hun mitrailleurs boheerschen ze alle we gen. Wij kunnen hen. niet te pakken krijgen, geen telefoonleiding gaat. Ik spring naar liet kanon, trek wanhopig aan hot sluitstuk. Do ammunitie ligt er bij, maar het sluitstuk gaat niet open. Het zou ook wéinig helpen. Het werk ligt voor ons gedekt. Maar hoe zal men hulp brengen? De dag sterft weg. Nachtvogels huilen en krassen. Rood vuur vlamt- Een granaat treft den rand van het kanon. Gewonden zaten daar dicht op elkaar gedrongen. Do splinters sproeien cn spatten. Geschreeuw ©n gejammer. De brigade reserve komt. D© aanvoerder is spoedig op de hoogte. Wat hier nog ligt wordt bij elkaar gepakt. Nu, open voorwaarts iu breed front tegen de mitrailleurs. Deze nacht was de hel. Steeds weer verscheur, den ontploffende granaten met hun spookachtig vlammonschijnsel het duister. Het goot in stroo men. De stuk geschoten loopgraven werden brij en modder, waarin dooden en gewonden lang zaam wegzonken. Een oogenblik zag het er naar uit alsof hij een sterken tegenaanval niet eens de westrand gehouden zou kunnen worden. Ook van rechts kwamen slechte berichten. AU© mi trailleurs stuk geschoten. Geen vlammenwerper meer heel. De reeds genomen stelling had men moeten prijsgeven. Toen word het steunpunt toch nog genomen. Een oogenblik slechts. Vroeger dan hij onB ga ven de zenuwen van de taafe ve/dedigers het op. De Fransche majoor, een kerel als éen hul, gaf zich met de rest van de bezetting gevangen. Toen ging het bij ons ook niet meer. De stel ling was niet meer te nemen. Wij waren im mers all eg niet frisoh, meer. Zware achter ons. De zenuwen gaven het op. Dio nacht was gruwelijk. De mannen lagen in modderholen dood en afgestompt. De ge weren onbruikbaar door de kleipap, die over alles heen trok. De artillerie huilde ©n kraakte den heelen nacht. De dooden lagen naakt in de I-opgraven. De klei trok hun de klceren van het lichaam. Men hoorde niot meer het barsten der granaten, het gekerm dor getroffenen... 't was alles onverschillig. Zoo vermoeid, zoo ver moeid. Dat was één dag van velen. Maar het bosoli werd gehouden en de hoogte genomen. Nu kan men gerust zeggen, hoe moeilijk en hard het geweest is. De militair-geneeskundigen dienst. (Officieel.) Door het departement van Oorlog wordt het volgende bericht: In heb dagblad ,,De Telegraaf" van 24 Mei ,j.l. worden onder de Ingezonden Stukken „een paar staaltjes van verregaande zorgeloosheid van den militairen geneeskundigen dienst" medegedeeld. Hier volgen de officieole rapporten, welke omtrent beide gevallen zijn uitgebracht: Ziektegeschiedenis van aen Jandstormplich- tig© jaarkl. 1915 J, Wikke rraan van de 4e com pagnie 1© bataljon. De landstormplichtige J. Wikkerman meldde zich ziek den 13en Mei ongeveer 6 uur des na middags. Door den res. officier van gezondheid 2e kl. S. de Moor werd geconstateerd dat ge noemde militair geheten was in den wijsvinger van zijn rechter hahd, alwaar zich een klein wondje bevond. Patiënt vertelde half <twee des namiddags door een slang gebeten te zijn, welke slang (door zijn kameraad doodgeslagen) hij medegenomen had en bij bezichtiging een adder bleek te zijn. Patiënt, afkomstig uit Laren, vertelde een touwtje om zijn vinger gedaan to hebben en naar zijn burgergeneesheer dr. Wil- lenborgh gegaan to zijn, dio de wond behandeld had en hem naar het kamp had gestuurd. Toen do arm begon op te zwellen en pijn te doen, meldde patiënt zich ziek en werden door het personeel van do ziekenbarak de reserve offic. r. gezóndh. De Moor en P.' Greup ge waarschuwd. Beiden konden, aangezien er zoo'n groote tijdsruimte reeds verloopen was, niets anders dan dan de wond als een septi sche wond behandelen. Patiënt werd dan ook behandeld met Priesnitzom&lagcn en hoogleg- ging van hand en arm, terwijl hem later eenig© glaasjes cognac in een paar glazen melk wer den 'toegediendin het geheel ongeveer 60 gram in den loop van den avond. Om halfnegen 's avonds heb ik hem even be zocht met den toen wachtdoend officier van gezondheid, den res. off. v. gez. 2o kl. S. B. Drijber. ,De zwelling nam do eerste dagen toe en strekt© zich den 2en dag uit over den geheelen arm tot aan den oksel toe, waar patiënt erg pijnlijk was. Den 2en dag van zijn behandeling ging dr. Drijber, die hem behandelde, over tot alcohol- verbanden over zijn geheelen arm. Dit duurde •tot 23 Mei, waarop de alcohol verban den wer den weggelaten. De funfctie kwam na een week langzamer terug in den arm, daarna in den voorarm en thans loopt patent rond met een klein vingerverband. Toen patiënt alhier ongeveer een week opge nomen was, verscheen in een plaatselijk blad de inededeeling dat men hem zijn arm had wil len afzetten, maar hij dit geweigerd had. Op mijn vraag hoc men aan dat verhaaltje kwam ■verklaard© patiënt van niets te weten 't Zou mij echter niet verwonderen als patiënt deze fantasie zelf rondgestrooid had. De chef v/d. Mil. Geueesk. Dienst-, Legerplaats bij Laren, H e 1 f r i c h. Z iek togesc liicdenis van den mili cien 1912 JA. Van V uure n van de Ie compagnie II© bataljon (olid-res, bat. IV). Den lOen Mei 1916 tusschen 11 en 12 uur des voorruiddags werd de res.-officier van gezondh. 2e kl. S. de M o o r iu de ziekenbarak geroe pen voor den milicien Van V u n r o n, uit gevallen van een marseh en binnengebracht mot een brancard, welk© met het marcheeren- de troependeel was meegegaan. Er werd bij pa tiënt. die klaagde over hoofdpijn en pijn iu do halsstreok en rag. gevonden duidelijk© drukpijn- lijkheid over de seheele wervelkolom en verhoog de reflexen, trillen van de tong bij uitsteken er van. Reden waarom, door mij naar de gezond heidscommissie van 't veldleger werd getelegra feerd met verzoek iemand te zenden, teneinde nadere diagnose vast te stellen, mot name met 't oog op nekkramp. 7 uur des avonds van dezen zelfden dag verscheen de offic. van gezondh. Ie klasse dr. H. Aldershoff uit Utrecht, die lumbaalpunctic verrichtte. Er vloeide 10 c.c. helder vocht heel langzaam af. zoodat drukverhooging uitgesloten kon worden. Aan gezien dit m.i. reeds tegen epidemische menin gitis pleitte, werden door mij geen bijzondere maatregelen ten opzichte van'dc soldatenbarak genomen, patient zelf werd geïsoleerd in de observatieaidecling. wr.ar hij alleen lag. Den volgenden dag vprscheen de officier van ge zondheid 2o kl. W. F. Veld h u ij zen van de gezondheidscommissie, die in overweging gaf, om toch zoolang de uitslag van het bacte riologisch onderzoek niet' bekend was, de sol datenbarak te isoleeren. Den daarop volgenden dag werd het bericht ontvangen, dat, het bacteriologisch onderzoek negatief was, waarop de soldaten weder vrij hun barak konden verlaten. Nadat patiënt eenige dagen in. de observatieafdeoliug had ge logen werd mij door den sergeant der hospitaal soldaten medegedeeld, dat de oppasser belast Do Engelsche pers vertelt verschillende anec- dotische bijzonderheden uit het leven van Lord Kitchener, die wij hier laten volgen Kitchener had de merkwaardige eigenschap, dat hij alles vlug en goed gedaan kou krijgen. Toen de Emir van Afghanistan hem in Indië een be'zoek bracht, improviseerde Lord Kitche ner een prachtigen "tuin met Oostersch© plan ten en slingerende paden en schaduwrijk© hoek jes. Er was ochter één gebrek, er waren geen grasvelden en er was ook geen tijd om er gras te zaaien ©n te laten groeien. Kitchener wist zich echter te behelpeu. Hij liet inplaats van graszaad gewone tuinkers zaaien en toen de Emir een paar dagen later aankwam, 'zag hij ©on heerlijk groen veld, dat er als ©en echt grasveld uitzag. Toen ©en jongmensoh, dat in Zuid-Afrika onder hém gediend had, hem eens om zijn liandteekening vroog, antwoordde Kitchener Jongmensch, zorg dat je eigen handtoekening wat waard wordt; de mijne is niets waard." Men zegt, dat Lord Kitchener 'zich nooit door de liefde van een vrouw van zijn werk yeken lagen i kelo,vrouw,iete ga|f „Volkomen waar, maar met één uitzonde ring", antwoordde Kitchener. „En wie is dat?" „Uwe Majesteit", was het antwoord. Eenigen tijd daarna zcide Koningin Victo ria van hem „Men zegt, dat hij een vrouwen hater is, maar dat heb ik niet kunnen vinden."- Een schets vol waardeering voor Lord Kit cheners karaktereigenschappen, is indertijd ge schreven door een Duitscli officier, Von Tiode- mann, die de Egyptische campagne als militair attaché meemaakte. „Ofschoon hij gewoonlijk zwjjgend en onge naakbaar was", zeide Von Tiedemann, „kou hij soms, als hij er lust in had, gewoonweg betoo- verend aardig, en even geestig als vriendelijk zijn. Persoonlijk gevaar", gaat de Duitscher verder, „schijnt voor l)em niet te bestaan, of schoon grootspraak hem absoluut vreemd is. Zijn intocht in Omdurman was een waanzinnig waagstuk, maar er was bijna iets komieks in de wijze, waarop hij bijv. kalm een sigai-et opstak, nauwkeurig den rook nakeek om te zien uit welke richting de wind woei. terwijl de kogels van allo zjjden om hem heen floten. En dat deed hij niet met effectbejag, het is slechts zoo' zijn natuurlijke aard." Kitchener had do grootst mogelijke minach ting voör den verwijfden man. Een jongè fat vroeg hem eens om een autografie, die hij met ■zijde op een kanten zakdoek wilde laten bordu ren. Hij laat het geparfumeerde doekje zien. „Die is zeker van uw zuster?" vroeg Kit chener. „Neen, mijnheer, de mjjne. Een mooi patroon*" nietwaar?" vroeg de fat. „Prachtig!", was het sarcastische antwoord. „Welk soort haarspelden gebruikt u. het liefst?" Velen beschouwden Lord Kitchener als een fatalist. Gedurende den veldtocht in Soedan waarschuwde men hem, om zich tijdens de actie niet 'zoo roekeloos bloot te geven. „Dr zal nooit gedood worden", antwoordde heeft laten afhouden. Koningin Victoria vroeg - hem eens of het waar m dat h(j; om geen en- Kïj. „Als mijn, tijd komt,.;gal,lk■rufitig in mijn '^IJbed ■Bteiraa.'i'ffi

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1916 | | pagina 2