Zondag 2 April 1916
Orgaan voor Leger en Vloot.
NO. 255.
Onder redactie van D. MANASSEN.
Premie voor onze lezers.
De toestand in im reuzenstrijd.
D© stem van het rif.
TWEEDE JAARGANG.
DE SOLDATENCOURANT
ADRES DER REDACTIE EN ADMINISTRATIE PALESTRINASTRAAT 10,
AMSTERDAM. DIT BLAD VERSCHIJNT DRIEMAAL PER WEEK. LOSSE
NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOORBURGERS 3 CENT. ABONNE
MENT VOOR MILITAIREN 0.75, VOOR BURGERS ƒ1.50 P. DRIEMAANDEN
Voor Adverfceiittén wonde men zich tot onze Administratie. Pak-stricastraat 10,
Amsterdam* Prijs'der Ad*ertert!5n per regel 30 cent. Voor Ingezonden Mede.
deeHugeu op de tweede, derde eu vierde pagina dubbel tarief, iiy abonnement
redactie.
Door het vrijkomen van eenige archiefexem
plaren zijn wij in staat nog enkele vol
ledige oplagen van „De Soldatencourant"
te verzenden. Wie dus do verzameling van
a ii e tot heden verschenen nummers wenscht
te ontvangen, zende onder motto „Verzame
ling" aan onze Administratie 2.50 per post
wissel of in postzegels, waarna wij de couran
ten in franco pakketten overzenden. Dit
geldt uitsluitend voor militairen. De prijs <\.or
burgers is 7.50.
Administratie „Soldatencourant".
Esperanto-Cursus.
Na toezending van 25 oent postzegels aan de
Administratie van ,,De Soldatencoiirant" ont
vangen uitsluitend onze militaire lezers aan
hun militair adres den vofledïgen e3pe-
ranto-cursus van prof. Blok, verschenen in elf
nummers van den eersten jaargang van ons
blad.
Onder de landen, die het meest geleden hebben door den oorlog, behoort
ongetwijfeld Servië. De verovering van dit land is zeer snel in zijn werk gegaan
®n tengevolge daarvan leed de bevolking dubbel. Daar komt by, dat het land op vele
Elaatsen onherbergzaam is, met steile hoogten en moeilijke paden. Men ziet hierboven,
oo bezwaarlijk een tocht door Servië is, zelfs voor de Roode-Kruis-zusters, die er uit
terugtrokken. Zoo'n terugtocht gaat met vele gevaren en ontberingen gepaard.
reikten dit doel niet. Zij zijn het, volgens de
Fransche berichten, nog niet dichter genaderd.
Elders aan het Westerfront werd de strijd
in do laatste dagen voornamelijk volgehouden
door het artillerievuur. Dit is blijkbaar moor
dend en vernielend genoeg geweest op sommige
punten, maar ondanks al de slachtoffers, die
weer gevallen zijn, is de toestand nergens ge
wijzigd.
Eigenaardig is wel de levendigheid van den
strijd aan het Oostelijk' front. Tot groote ge
vechten, tot een veldslag komt het daar niet,
maar er wordt; over bijna de geheel e linie
hardnekkig gestreden, en hier is niet alleen de
artillerie iri de weer, maar er hebben ook
dagelijks op verschillende punten infanterie-
aanvallen en tegenaanvallen plaats. De Russen
'zijn blijkbaar in hoofdzaak de aanvallers, maar
ook de Cemralen rukken dikwijls voor een
offensief op. Zoo lezen wij van. gevechten hij
Riga, bij Jacobstadt, hij het Narodsjmeer in
het noorden; van voortdurende schermutse
lingen in de Rokitno-moerassen, in het midden
van 't lange frontvan mijngevechten' en ar
tillerie-aanvallen bij Bojan in Galicië, van
gevechten as.m Sfcrypa. .En dat niettegen
staande thans bijna overal langs het Ooster
front de dooi is ingetreden, zoodat het moeras
sige Mexendist-viet overstroomd is en in 't
zuiden als iu het noorden alles onder 'water
•staat, waardoor de bewegingen der artillerie
zeer worden belemmerd.
Ook van het Oostenrijksch-Italiaansche front
komen berichten van strijd; in de streek van
Gorz zwijgt dag noch nacht hot kanongebulder
en aan het bruggenhoofd daar zijn sterke af-
deelingon vijandelijke troepen in gevecht ge
weest, terwijl op het plateau van Doberdo het
artillerie-vuur zeer levendig wordt genoemd.
Maar ondanks al deze inspanning van alle
kanten geen resultaat van\ eenig belang.- Ner
gens op de verschillende fronten is liet- uitzicht
geopend op een overwinning aan de eene of
andere zijde, op een beslissing in den strijd.
Feitelijk staan de groote tegenpartijen in dezen
geweldigen oorlog nog tegenover elkaar als
toen voor twintig maanden de krijg begon, en
evenmin als toen is to voorspellen, wie de over
winning zal behalen.
De geallieerden hebben een conferentie ge
houden te Parijs. Daar waren afgevaardigden
van al de verbonden mogendheden hijeen, van
Rusland en Servië zoowel als van België en
Engeland, en niet te vergeten van Italië. Er
wordt gemeld, dat de Italianen met bijzondere
onderscheiding -werden behandeld te Parijs.
Daar zou dan een reden voor bestaan: "men
heeft hun hulp noodig. Duit-sohland moge, in
de wekenlange hevige aanvallen hij Verdun
groote verliezen hebben geleden, oo-k zen
den en tienduizenden. Franschen znllen gesneu
veld 'zij.u of voor hun leven verminkt. Die
gedunde gelederen moeten weer worden aan
gevuld, ook met het oog op het groote offen
sief, dat de genlliëerden dezen zomer zullen
beginnen. Frankrijk kan bezwaarlijk meer
De telegrafische verbinding met Engeland,
en daardoor met Frankrijk, is hersteld. Dit
wil, wat ons oorlogsnieuws betreft, met' zoo
vele woorden zeggen, dat we do telegrammen
over hetgeen aan 't Westerfront en ook aan hot
Oosderfront voorvalt, zelfs wat gebeurde in den
oorlog tussenga! Oostenrijk en Italië, weer
rechtstreeks uit de landen zelf krijgen en
met.over -Berlijn! Want dit eigenaardige
geval heeft zich een paar dagen voorgedaan:
de berichten, die uit de landen der gealliëer-
den naar ons land en Scandinavië- bijv. .ver
spreid werden, gingen over Duitscbland en
werden verder geseind door het bekende Duib-
sche tclegraaf-agcntschap, het Volff-Bureau.
Dat de censuur te Berlijn hierbij geen woordje
nu en dan heeft geschrapt, of veranderd, zou
den we niet graag willen beweren, doch
toegegeven moet worden, dat deze Eransch-
Duitscbe telegrammen cok wel degelijk melding
maakten van voordeelen door Franschen, En-
gelschen of Russen behaald.
Iets bijzonder belangrijks hebben trouwens
de berichten dor laatste dagen ons niet ge
bracht. De strijd aan Wester- eu Oosterfront
gaat voort, maar brengt weinig of geen resul
taat. In bet Westen moet do aanval der Duit-
schers zelfs met verdubbelde* hevigheid 'zijn
hervat, na een kraehtïgo artilieristische voor
bereiding van eenige dagen. Met groote drom
men, een geheele divisie, deden do Duitschers
eenaanval over een uitgestrektheid van niet
meer dan een kilometer tusschen Avocourt en
Malanconrt- ten westen van Verdun. Het doel
was blijkbaar om da Franschen te dwingen het
dorp Malancourt te ontruimen, maar zij be-
(Naar het Engdsch.)
Vervolg en slot.)
II. Ter wills van Ruth.
De storm scheen nog toe 'te nemen in
tracht, en twee uren lang -worstelde de
reddingboot met de golven, voordat zij in
de nabijheid kon komen van, het ongeluk
kige sohip, dat aan den uitersten westkant
van het rif vastzat.
,,We zijn nu zoo dicht-hij als wij durven
komen", riep de bootsmansmaat. „De man
nen van net schip moeten nu een voor eeu
overboord spriugendau zullen wij hen in
de boot nemen. Het is de eenige manier,
waarop wij de anne kerels kunnen helpen.
Met zulk een zee zouden wij aan stukken
geslagen worden, als wij er dicht naast
kwamen."
riep Jim, met heesche stem,
welk schip bet is, daar op de
„Powell,
„weet je
rotsen?"
„Neon,"'
antwoordde de bootsmansmaat.
Maar er wappert- nog een brok van de
Deensche vlag."
„Het is de „Dagmar"
Nauwelijks had hij dit gezegd, of er klonk
een augstgeschrei want een groote golf
overstelpte, de reddingboot en deed haar
omslaan, zoodat de bemanning in de woeste
golven spartelde
En-ging een wanhopig gejammer op onder
de vrouwen aan land, die bij flauw maan
licht zagen wat er gebeurde. Maar eenige
mannen troostten haar door te berin neren,
4*4 4®. reddingboot nipt zöR zinken. $n dat
reeds verscheidene der mannen, drijvend
gehouden door hun kurken buizen, zich aau
de boot vastklemden en trachtten haar we
der overeind te krijgen.
„Zij moeten naar land varen." zeiden zij,
„en wij zullen hen helpen hier door de
branding heen te komen."
„En de mannen op het verongelukte
schip 'I Is er dan nu voor hen geen redding
meer?"
Die vraag uerd beantwoord met .een luid
gejuich, toen drie mannen van de kustwacht
en. verscheidene visschers zich met de
toeetellen voor het schieten van redding-
lijnen een weg baanden naar de lage ï-otsen
aan zee. Weldra hadden zij alles opgesteld
en iu gereedheid gebracht. De lijn werd
afgeschoten maar de kracht, van den wind
dreef haar weg, naar den. lijkant. De lijn
werd teruggehaald en nogmaals afgescho
ten. Nu hadden de kustwachters hun
afstand prachtig berekend en de lijn viel
dwars over bet schip, tusschen den fokke-
mast en deu grooten mast in. De bazaanmast
was al lang omver gegaan. Men zag sen
man te voorschijn komen uit bet voorkasteel
een betrekkelijk veilige schuilplaats. Hij
greep de lijn en maakte die vast,, hoog aan
deu grooten mast. Hij wuifde met de armen,
als teekeu dat de lijn vast was gemaakt,
en binnen een paar minuten liet men de
„broek" (bet reddingstoestel) naar het wrak
gaan. Weldra werd de eerste schipbreuke
ling, daarin hangend, aaii land getrokken
cn vier anderen volgde na elkander.
Er bleien nu nog twee mannen aan booa-d
maar bet was twijfelachtig" of' die' nog wel
gered konden' worden. Die twee mannen
waren, zoo hoorde men van een der gered
den, stuurman Eric Nielsen van de „Dag-
iraae" su e.eji lag, de ïèddin§t'bQotJ, die
mannen leveren, en Engeland schijnt niet vol
doende te kunnen, bijspringen Een der rede
nen, waarom men de conferentie te Parijs
bijeenriep, schijnt nu te zijn, Italië, dat zich iu
dezen oorlog Telstrekt niet heeft uitgeput,
ovor te halen troepen naar 'i Westerfront te
zenden. Zal Italië daartoe overgaan, terwijl
het in den voor heb land 2100 belangrijken
stryd in den Balkan zoo goed als niet ingreep
DUITSCHLAND.
Het onderzeeërs-vraagstuk in den Rijksdag,
BERLIJN. In de begrootingscommissie
van den Rijksdag werd heden met allo
stemmen op één na (alle commissieleden
waren aanwezig) de volgende motie aange
nomen van de afgevaardigden: Basser-
mann, Bruhn, Ebert, v. Gamp-Massauen,
Gröber, dr. v. Heydebrand, Laser, dr. Mul
ler (Meinmgen), v. Payer, dr, Roesieke,
Scheidemann, Schiffer (Maagdenburg),
dr. Stresemann, graaf v. Westarp-,
De commissie moge besluiten den Rijks
dag do volgende verklaring aan den rijks
kanselier voor te stellen:
Aangezien de duikboot gebleken is een
werkzaam wapen te zijn tegen de Engel-
sclie, op uithongering van Duitschlaud be
rekende oorlogvoering, geeft de Rijksdag
als zijn meening te kennen, Hat het gebo
den is om, evenals van al onze militaire
machtsmiddelen, ook van de duikbooten
dat gebruik te maken, hetwelk'd^ verkrij
ging van een, Duitsehland's toekomst waar
borgenden vrede verzekert, en om bij de
onderhandelingen met andere mogendhe
den de» voor Duitschland noodige vrijheid
in het. gebruik van dit wapen, met inacht
neming van de wettige "belangen van de
neutrale statente waarborgen.
ENGELAND.
Vragen en antwoorden In het Lagerhuis.
In antwoord op eene desbetreffende vraag
van het lid Yeo, verklaarde minister Run-
ciman De regeering is zich volkomen be
wust van het belang om den Engelschen
handel op neutrale markten in stand te
houden eu uit te braden. Dit onderwerp
zal ook bestudeerd gorden door de com
missies, die ik benoefBen zal om een onder
zoek in te stellen naar de positie van zekere
belangrijke takken van Engelsche nijver
heid na den oorlog."
A rbeldersir.oei lijkheöen.
vi:
LpNDEN. Ondanks de dringende
vertoogen van de vakvereenigingsTed-
ders weigerden de stakende mumitie-
Wfedkers aan de Clyde om het werk
te hervatten. Donderdag stonden dertig
man terecht op grond van de Defence of the
Realm Act. Zij werden elk tót een boete
van vijf p.sfc. veroordeeld. De nog stakende
arbeiders verklaren dat ze het werk niet
zullen hervatten eer aan hun leiders zal
worden vergund om naar Glosgow teruf te
keeren.
Ook de dokwerkers aan de Mersp" ten
getale van tien duizend, weigerden het
werk te. hervatteil in afwachting van eeu
scheidsrechterlijke uitspraak in zake de be
taling van overwerk.
Ook iu de textielnijverheid is het onrus
tig. In Dundee staken 25000 arbeiders en
arbeidsters in de jutenijverheid, omdat de
werkgevers een lconverhooging van 15 proc.
weigeren.
De Federation of Master Cotton Spinners
te Manchester ontving een aanvrage van de
spinners om een loonsverhooging van 10
De werkgevers verklaren-dat naar. hun mee
ning na de overeengekomen verhooging van
5 in Juli 1915., de loonguaestie tijdens
den duur van den oorlog was geregeld. De
arbeiders zullen nu vergaderen om nader
hun houding te bepalen.
Woelige tooneelen te Leeds.
Te Leeds hebben bij een zitting van het
dienstplichthof woelige tooneelen plaats
toen de boot
aan boord was geklommen,
was omgeslagen.
Die man van de reddingboot was Jim
Preston.
„Zoo ziju'wij dan bier a-lleen over, Erie
Nielsen," zei hij, terwijl hij zijn gehaten
medeminnaar aanzag, toen de laatste schip
breukeling op hen beide®, na iu de „broek"
naar land "was gezonden, en het zal ecu
volle tien minuten duren, voordat de
„bróek" hier weer bij óns is."
De groote blauwoogige Deen zag zijn
metgezel vragend aan. Hij verstond En-
ge-l.sch eu kon die taal spreken, zoo goed
als een geboren Engelscbman.
,È'n is toch geen reden, zou ik denken,"
zei hij) „waarom wij niet teven goed als de
anderen gered kunnen worden."
„Jawel, daar is alle reden voor," ant
woordde presten.
„Ik begrijp je niet," riep Nielsen, „wat
meen je tocli Ik weet, dat je om Ruth
Pendenais onmogelijk vindt, dat jij en ih
goede vrienden kunnen zijn. Maar ik kan
niet vergeten wat jij -en je brave makkers
hebt gedaan om mij en de andere mannou
vau oils' schip te helpen, toen wij in doods
gevaar waren.
,,Je bent nog in doodsgevaar."
„Ja, zoolang wij nog niet veilig aan land
ijn," antwoordde Nielsen, „is er nog ernstig
gevaar, dat. weet ik. Maar je spreekt zoo
zonderling, Kom, waarom zouden wij nu
niet vergeten wat er tusschen ons was eu
vrienden worden. Ik heb Ruth Pendennis
eerlijk voor mij gewonnen. Zij deed een
keus zooals haar hart haar ingaf. Je hebt
geen reden om boos te zijn op een van ons
beiden."
Hij stak de band naar Jim Preston uit.
gehad. Er waren daa-r eenige lieden die
gewetensbezwaren hadden tegen den dienst,
voor het hof verschenen en bij hun uiteen
zettingen vonden ze steun bij talrijke aan
hangers, die zich onder het gehoor bevon
den. Toen een der „conscientious objec
tors" een uitvoerige verklaring wilde voor
lezen, werd hem dat belet en besloot het.
hof de zaak verder met gesloten deuren te
behandelen. Dat was echter niet naar den
zin van het publiek, dat zeer rumoerig
werd en weigerde de zaal te verlaten. Een
half uur duurde het lawaai, tot eindelijk na
bedreiging met geweld de lieden de zaal ver
lieten.' Na heropening der zitting begon
het rumoer opnieuw en de zitting werd ge
sloten onder luid gezang docr het publiek
van de „Red Flag", terwijl de leden Van
het tribunaal werden uitgejouwd.
FRANKRIJK*
Van hot Westelijk Oorïogsterrein.
PARIJS. Ten Z. van de Somme drongen
de Duitachers onder bescnerming van 'n he
vige beschieting door in een vooruitgescho
ven deel der Fransche linie ten W. van
Vermandovilliers (ten N. van Chaulnes).
Een Fransche tegenaanval verdreef hen er
onmiddellijk weder uit.
Ten W. van de Maas deden de Duitschers
in den loop van Donderdagnacht verschil
lende tegenaanvallen op de Fransche stel
lingen in het bosch van Avocourt.; al deze
aanvallen werden afgeslagen door het artil
lerie-, infanterie- en, mitraiUeuryuur van de
Franschen, voornamelijk voor het reduit
van Avocourt, waar de Duitachers tal van
lijken achterlieten. Geen nieuwe pogingen,
werden door de Duitschers ondernomen in
het gebied van Malancourt..
Ten O. van de Maas en in Woëvre werd
een afwisselende beschieting der artillerie
gehouden. D© Duitschers wierpen in de
Maas, ten N. van St. Mibiel, drijvende mij
nen, die echter geen schade aanrichtten.
Op den 29 Maart wierp het Fransche
bombardement-eskader 15 bommen van
groot kaliber op het station MetzSablons
en twee op dat van Pagny-sur-Moöelle. In
den nacht van' 29 op '30 Maart beschoten
twee Fransche vliegtoestellen het station
Maizières-lez-Metz
BEPuLIJN. In de streek van Iihons
bracht een kleine Duitsche afdeeling
van een kleinen aanval op de Fran
sche stellingen een kapitein en 57 man ah
gevangenen mede. Ten. westen van de
Maas hadden herhaalde, door geschut
vuur bij dag voorbereide, Fransche
aanvallen "de herovering van de boschstellin
gen ten noordoosten van Avocourt ten doel.
Zij werden echter afgeslagen. In den zuid-
oostelijken hoek van het bosch kwam het
tot verbitterde, ook des nachts voortgezette
gevechten, tot den vijand Donderdagmorgen
vroec ook hier weer moffit wijken.
De artilleriestri jd duurde met groote hef
tigheid aan de beide oevers van de Maas
voort.
Luitenant Immermann stelde in een lucht
gevecht ten oosten van Rapaume zijn
twaalfde vijandelijke vliegtuig buiten ge
vecht. Dit was een Engelsche tweedekker,
welks inzittenden gevangen werden geno
men. De vijand wierp bommen op Metz,
waardoor soldaten werden gedood, en eeni
ge anderen werden gewond.
BERLIJN. Het Engelsche legerbericht
uit Londen van Donderdag luidt
De dag verliep op het geheele front rustig.
De vijand deed ten oosten van Béthune
kleine mijnen ontploffen, zonder schade aan
te richten. Ten zuiden van St. Eloi ver
sterkten wij het op 27 Maart veroverde ter-
De strijd om Verdun.
PARIJS. Het Duitsche offensief
tegen Verdun werd Dinsdag met
verdubbelde hevigheid hervat. De
hielden zich beiden vast aan het touwwerk
van den oxooten mast, vlak onder de plaats,
waar de lijn van het reddingstoestel was
vastgemaakt. Het was niet mogelijk op het
dek te blijven, want groote golven sloegen
aanhoudend over het schip heen en bij eiken
schok schudde het geheele vaartuig, alsof
het op 't punt was uiteen te vallen.
„Ja, jij hebt haar gekregen," zei Jim
Preston, „en daarom is ;t voor jou gemak
kelijk te zeggen: „laat ons vrienden zijn."
De winner kan altijd wel edelmoedig wezen.
Ik zal ook niet zeggen, dat je Ruth niet
eerlijk hebt gewonnen. Maar ik kan niet
vergeten, dat het meisje de mijne zou zijn
geweest., als jij je gezicht nooit te Cray-
inoutlt had vertoond."
„Dat kan je toch ook niet zekér zeggen."
..Hoe het. zij, het doet er thans weinig
toe Want nu krijgt zij ons geen van
'bedden."
Jim Preston bad, terwijl hij dit zei, een
vreemde uitdrukking in de oogen, die Niel
sen verbaasde.
„Wat bedoel je?" vroeg bij.
„Ik'aal.de lijn doorsnijden," antwoordde
Ji, met ijzige kalmte; „zoodat wij geen van
beiden meer gered kunnen worden. Ten
minste als het schip mij niet de moeit© be
spaart, daar binnen een paar minuten uit
elkander te slaan, wat ook wol kon ge
beuren."
„Je bent gek", zei Nielsen, „en je liefde
voor Rutih kan niet heel groot, zijn, als je
iets wilt doe-n, waardoor zij jaren lang ver
driet zal hebben. In elk geval is er geen
reden waarom je zonder noodzaak je eigen
leven zoudt opofferen. Jij moet nu 't
eerst naar land gaan en ik zal tot het laatst
toe op het schip blijven; want. de kapitein v.
mm jJjsii gij j yai^goab^ $8 fej4? m$ü
vijand had om zijn plannen te verber
gen, gedurende zes dagen het geheele front
van Verdun tot de buitenste vleugels onaf
gebroken met projectielen overstelpt. De
aanval werd 's middags om 3 uur begonnen
op het smalle .front AvooourtMalancourt
van één K.M. Do Duitsche troepen ter
sterkte va.n een divieie stormden aan, maar
de infanterie en de lichte veldartillerie vis
ten'door het vijandelijk, spervuur heen te
komen en brachten den vijand tot staan;
de veldartillerie schoot met een juist ge
richt vuur hun gelederen neer. Het doel
vao de Duitschers was onB te dwingen, het
dorp Malancourt t© ontruimen, maar hun
verwachting werd teleurgesteld. Over Ma
lancourt is het IS K.M. na*r Verdiin.
Een dagbladcorrespondent seint uit Ber
lijn van Donderdag;
Zoo even bén ik teruggekeerd
van een bezoek aan een hooggelegen punt op
den rechter Maasoever bij Consenvoye, het
dorp waar midden Februari de actio tegen
Verdun begon en van waar een overzicht
mogelijk was over een groot gedeelte van
noordelijk Verdun en het operatieterrein
ten westen van de Maas, een perspectief
van ongeveer vijftien kilometer hemels-
breedte van*fort Belleville tot de belendende
hoogte 304.
Het fort Belleville werd heftig beschoten.
Boven Verdun, waarvan met het bloot© oog
de stompe kathedraal torens en kazernes
duidelijk te zien waren, stegen rookwolken
op-. Voor me lagen, alle duidelijk te onder
scheiden na vergelijk met de stafkaarten, de
forten van Verdun, het Cumièresbosch, het
Bourrusboseh, het Kraaienbosch, het For-
gesbosch, bosschen met dicht kreupelhout
op hellingen met zachte glooiingen, waar
van de voornaamste zijn de „Doode-man"
en de „Ganzenrug". Ik heb me kunnen
overtuigen, dat de „Doode Man", de staf
kaart-benaming van hoogte 295, in Duitsche
handen is.
Tijdens mijn bezoek vond alleen een tame
lijk hevig artillerieduel plaats. Aan de in
slagwolken v/as duidelijk te zien, waar de
Duitschers het vuur concentreerden op Bel
leville en hoogte 304, die het terrein be-
heerscht bij Avooourt en Malancourt voor
het Messe-bosch, het gebied dat genomen
moest worden, om de laatst© treinverbin
ding, die van Verdun naar Parijs, volko
men onder vuur te hebben. Van alle kan
ten klonk bet donderen en fiuiten en
loeien der granaten, sloegen witte wolken
uit den. grond, spoten fonteinen, van aarde,
vermengd met gele wolken van brisant©
granaten, omhoog. In het breede, heuve-
i&nd gebied, waarin de Maas kronkelde als
een smalle zilveren band, was geen men-
schelijk leven te bespeuren, ook niet in de
dorpen, waarvan er enkele, zooals Forges,
bijna met den grond gelijk gemaakt zijn.
Maar overal -werkten de vernielingsmachi
nes door menschen bediend. Ik heb tijdens
mijn bezoek den indruk gekregen, dat het
leger van den Kroonprins hier opereert
naar Vast© plannen, .geleid door het prin
cipe met het menschenmateriaal zoo zuinig
mogelijk om te gaan, dat de grootste kracht
gezocht wordt in artilieristische voorberei
ding, om de infanterie te sparen, waarvan
dit heuvelend terrein, nu eens volkomen
open, dan weer dicht begroeid, meer dan
menseheiijks eischen zou, indien niet het
geschut de vijandelijke stellingen eerst ver
nield heeft. De concentratie van artillerie
van elk kaliber is in dit gebied dan ook ge
weldig. Een dergelijke tactiek sluit snel
werken uit. Men is aan Duitsche zijde dan
ook tevreden met de successen, die thans
reeds behaald zijn. De stemming onder of
ficieren en troepen in de dorpen achter het
front, die van mannen wemelen, is dan ook
een van rustige zekerheid.
Uitbreiding van het Britsche front.
L'ONDEN. Vertraagd. Da bijzon
dere correspondent van Reuter in
het Britsch hoofdkwartier in Frankrijk
schrijft, dat nu de officieel© be
richten het feit hebben onthuld, dat de
Britsche legers een deel vau de door de
Franschen bezette linie hebben overgeno
men, er wel nadere bijzonderheden over
deze belangwekkende gebeurtenis mogen
worden meegedeeld. I)e toenemende sterkte
van de Britsche strijdkrachten, gepaard a;-.u
tactische overwegingen, maakten het zoo
wel uitvoerbaar als gowensoht zulk een
verandering door te voeren. Een belangrijk
resultaat was, dat er aanzienlijke Fransche
strijdkrachten vrijkwamen op oen tijdstip,
dat zo voor onzen bondgenoot elders van
hoogo waarde waren. Thans bezel ten do
Britten waarschijnlijk ongeveer een vierde
van de geheele lengte der liuio aan het
westelijk front, een onafgebroken linie van
den Yser tot de Somrae.
Een luchtgevecht.
LONDEN. De oorrespondent vau de
„Daily Chronicle" te Parijs seint: Op
zekeren dag in den loop der vorige week
ontmoette sergeant Cha-put van den vlieg-
dienst bij Montzcville een Duitsche machine
zette die na. en begon een gevecht.
Beide machines bevonden zich op oen
hoogte van ongeveer 350Ó meter. De ge
dachte aan een mitrailleurduei in de wol
ken is al afschuwelijk genoeg, maar daar
dit geen resultaat opleverde, kwam Chaput
c-p het wanhopige denkbeeld, den vijand
te rammen.
Hij steeg dus eerst tot hij boven zijn
tegenstander kwam en dook toen zonder
aarzelen op de Duitsche machine neer, die
hij in het midden trof. Zij viel in 'twee
stukken ter aarde. Het overschot van den
bestuurder, een Beiersch officier, die het
ijzeren kruis droeg, kreeg een eervolle be
grafenis.
Chaput's motor was in het geraamte van
zijne machine gedrukt, die ook nog andere
beschadigingen had opgeloopen, maar hij
verloor zijn tegenwoordigheid van geest
niet en slaagde erin te dalen en te landen
zonder ©roetig letsel op te loopen.
Db taak der ziekendragers.
Hoe dringend noodig het is, dat vcor
hospitaalsoldaat en ziekendrager maar niet
willekeurig personeel wordt aangenomen,
doch vcor die gewichtige functie menechen
met een hoog moroel worden aangewezen,
blijkt wel uit hetgeen André Tudesq in het
„Journal" schrijft over de taak van deze
lieden.
Men heeft de verdienste van de zieken
dragers niét voldoende gewaardeerd, zegt
hij. In de heldengalerij hebben zij recht op
een eereplaats. De „poilus", die weten
wat voor kerels het- zijn, groeten hen als
wapenbroeders -en wel zeer dappere
wapenbroeders.
De ziekendrager moet lenig zijn, sterk,
vastberaden en oordeelkundig in zijn op
treden. Ongewapend, met het gelaat naar
den vijand, waagt hij zich op het slagveld.
Daartoe behoort koelbloedigheid en doods
verachting. Hun stelregel is: „Waai de
poilus hebben weten te komen, zullen wij
óók komen".
De Fransche journalist heeft een onder
houd gehad met een majoor-dokterwiens
ambulance in eerste linie is, in de Vogezen.
Zijn gedragslijn was deze: zijn ambulance
zoo dicht mogelijk bij het gevechtsterrein
brengen; onmiddellijk den gewonden hulp
verleenen, dus zoo weinig mogelijk met hen
sollen.
De ziekendragers moeten hun gekwetsten
ophalen uit de ravijnen, uit modder en
sneeuw, terwijl sommige terreinen, welke
zij passeeren moeten, voortdurend onder
artillerie- en mitrailleur-vuur staan.
Maar zij doen hun plicht. Wordt een
drager gewond, zoodat hij niet verder kan,
dan hebben zijn kameraden opdracht éérst
den combattant te redden bij zelf, de men-
sdienredder, aal, zoo mogelijk, later opge
haald worden.
Zeshonderd man had de majoor-dokter
onder zijn bevelen. Denk eens, zeide hij,
op elk uur va-n den dag en den nacht staan
gered zal worden, zijn honderd tegen één.
Dat heb ik van den beginne af wel ingezien,
al vond ik het niet noodig er over te
spreken."
Jim Preston antwoordde niet terstond.
Hij herinnerde zich opeens wat hij tot Rutlx
had gezegd, even voor het te water laten
van de reddingboot: „Nielsen staat niet
aan zulke gevaren bloot als ik. Misschien
is hij op ditzelfde og-enblik aan liet pret-
maken te Plymouth."
Hij schaamde zlcli nu, dat hij die woor
den had gesproken. Hij kwam plotselinge
tot inkeer. Als hij zijn doldriftig plan uit
voerde en de lijn doorsneed, zoodat hij en
■Nielsen beiden den dood vonden, dan zou
hij het was, zooals Nielsen zei Ruth
voor jaren Ongelukkig maken.
Want hij kon "t zich. niet verhelen, dat
het meisje Eric Nielsen oprecht, liefhad, en
hoe hij ook vroeger er over dacht, hij moest
nu erkennen, dat de man harer waardig
„Ik heb zooeven een gek
Nielsen", riep hij plotseling. „De kleine
Rutk moet geen' verdriet hebben. Jij bent
nu aan de beurt-, als de broek" terug
komt."
„Neen. liet is mijn plicht op het schip
te blijven, totdat al de anderen er af zijn.
En dan, als de Hemel wil, dat ik word
gered...:"
Hij kon niet meer spreken. Er sloeg een
groote golf over hen heen, zoo hoog als zij
daar hingen aan hét touwwerk van den
mast. Toen Jim Preston weer wat op adem
was gekomen en het water uit zijn oogen
had gewerkt, wildé hif weer wat zeggen tot
Nielsen; maar hij zag tot zijncschrik, dat
ia hgt want higg groot ge
vaar liep van te vallen. Hij was blijkbaar
bewusteloos. Er druppelde bloed uit een
wond aan zijn voorhoofd. Waarschijnlijk
had een brok steen of hout, door de golf
meegevoerd, hern gekwetst.
Jim sloeg zijn arm om den bewusleloozen
man heen en hield hepi stevig vast, totdat
het reddingtoestel weer kwam. Toen wist
hij, met veel moeite, Nielsen daarin te
krijgen.
„Ter wille van Ruth!" mompelde Jim,
en toen gaf hij aan de mannen op het
strand het sein om in t© halen. Toen Eric
Nielsen, nog steeds buiten kennis, behou
den aan land werd getrokken door de woest©
golven heen, ging er eeu luid gejuich op
uit de wachtende menigte. Maar het ver
stomde bijna terstond. Men zag hoe het
schip door het geweld van een ontzettend
groote golf uiteen werd geslagen. En zij
wisten toen, dat er voortaan één hunner
zou ontbreken in heb rustige visschersdorp
en op zijn plaats in de reddingboot.
Ruth Pendennis en Eric Nielsen trouw
den en geen van hen beiden vergat ooit den
driftigen, maar kloeken jongen zeeman,
wieu3 naam nu bij de anderen staat op de
„Oproepingslijsb van het Rif". Zijn graf
wordt door hun zorg altijd frisch groen ge
houden.
In den zomer met zijn lange dagen en in
de lange, stormachtige nachten van den
wintertijd, li£t Jim Preston stil en rustig
te slapen onder het wuivende gras, waat
men altijd het ruischen hoort van de zee,
die hij zoo liefhad en die hem zijn liefd'
vergold met den dood.
En toch, wie zal zeggen, dafe hetgeen ge
beurd is, niet maar," beste is geweest.