Tweede Blad. Inzameling voor de Slachtoffers van f den Watersnood. De Watersnood. far beste patiënt DB SOHiDA.TE]WCOIT^lA]VT van Woensdag £5 Februari 1916 S GisMad eo zijn buren. De ramp van de „Rijndam". Een Zeppelin boven Parijs. Wij meenen niet te mogen nalaten een beroep Je doen op onze lezers om ook hün penning of penningske te offeren tot leniging van den nood in de overstroomde streken. Veel zal er tiGodig zijn, maar ieder zal gaarne het zijne klein of groot willsn bijdragen. Daarom betast de Administratie van „Os SoldalencBurznt" zich met da ontvangst en verantwoording in dit blad van giften, die aan de Watersnood-Commissie zuilen worden afgedragen. Ten einde vergissingen onmogelijk te maken, verzoeken wij met nadruk op de strook van de ons toe te zenden postwissels het woord WATERSNOOD te wiiien vermelden. Derde lijst. Ontvangen tot en met 31 Januari 1916, 's middags: T. H. H. M. F. B. f 10; van do Offi cieren, Onder-officieren en minderen van de 3e Compagnie, I Bataljon, 3e Regiment Vesting-Artillerie f 56.06; W. C. T. v. d. Leek Jr,, Administrateur Fort •Brakel, f 16van de soldaten van do le Compagnie, 17e Bataljon Landweer-Iïifanteria f 10.41 4e Compagnie, 40e Bataljon Landtfeer- Infanterie f 22.14; het Detachement Vlieg- huis bij Coevorden'f 6.80Mil. N. K. Veld leger, 4o Divisie, 16e Regiment Infanterie le Bataljon, 4e Compagnie f 2.50; Officie ren, Onderofficieren, Korporaals en man schappen van 3e Compagnie, Ille Bataljon, 11e. Regiment Infanterie f 50,80. Totaal van deze lijst f 174.71. Totaal ontvangen f 561.02J. D. MANASSEN. Oorzaken ©n voorzorgen. Reeds onmiddellijk nadat op 14 Januari de groote ramp •was gekomen over Water land en enkele der om liggende polders, toen de zee haar hevigen aanvalhad ge daan op een groot stuk van Noord-Hol land, werden vragen gesteld aangaande oorzaken, aansprakelijkheid, maatregelen ter voorkoming van herhaling en zoo voort. Bedenkingen van velerlei aard werden geopperd Om licht te doen schijnen over eenige punten hebben wij de meening gevraagd van den heer J. C. Ramaer, inspecteur- generaal van den Rijks-Waterstaat te ■'s-Gravenhage. Van de overstroomde deelen ressorteeren weliswaar alleen Nij'kerk en Spakenburg onder zijn inspectie, maar de hiesr Ramaer was volkomen bereid, zijn meening te geven omtrent enkele punten, die op de geheel© ramp bet-rekking hebban. „Beveiligt .een dijk," vragen wij aller eerst, „voldo'fen^le het zooveel beneden A. P. 'gelegen land?" „Eén dijk", antwoordde de heer Ra maer, „om de poïdSrs gelegd, beveiligt, bui ten den zeedijk, voldoende, mits deze dijk hecht is en zwaar. Onze voorouders, die in de zeventiende eeuw de Purmer en de BoemsÈer droog legden, wisten dat al. „Zij bouwden zware, solide dijken om cleze beide polders en waren toen verstan diger dan de Hollanders uit de negen tiende eeuw, die omstreeks 1823 de Mon nikendammer-, de Noordmeer- en andere kleine polders op prullige wijze hebben in gedijkt, op de manier zooals in zestien honderd-zóóveel ook enkele kleine droogs makerijen werden omdijkt, onder anderen de Belmermeer, die nu allen onder water zijn gezet. „Als, in vroeger jaren ook de Wijde Woraier een hechteren dijk had gekregen, zou deze in 1825 niet zijn doorgebroken. Het is wel waar, dat de ondergrond niet altijd zwaar genoeg is om zware dij ken te dragen, maar dan men maar de methode volgen, welke werd toe gepast bij den spoorwegdijk tusschen Goi-kum en Leerdam. Telkens, als deze dijk verzakte, werd maar weer opgehoogd voortdurend maar werd zand aangevoerd, totdat nil deze dijk wel vast ligt en met silo zekerheid er overheen gereden kan worden." Sprekende over de vermoede! ijk© oor zaken van de doorbraken, weea de heer Ra maer erop, dat wel a.lle omstandigheden in dezen hebben samengewerkt om do ramp van zoo grooten omvang te doen zijn. Al leen bestond dan het voordeel, dat het geen springtij, maar dood tij was. Maar overigens viel dan ook alles samen en daardoor werden' de verwoestingen groo- ter dan in 1825. Er stond nu oen exceptio neel© storm; uit het noordwesten woei de wind' twee dagén*lang, 11 en 12 Januari, toen stak den l3den de zware storm op, die uit het noorden kwam. Daarbij kwam dan, dat door de eeuwen heen (ouzo voor vaderen, die in 1288 begonnen zijn zee dijken aan te leggen, zorgden, dat overal voorland bleef) langzamerhand veel van het voorland is verdwenen, zocdat de golf slag weinig of niet werd- gebroken. Van plichtverzuim mag hier niet worden gerept. Maar niet onmogelijk is het, dat men te veel heelt gekeken naar de Zuiderzee met de overtuigde gedachte, dat zij binnen enkele jaren wel zal worden drooggelegd en dat de dijken het zoolang wel zouden kun nen uithouden. Aller aandacht was steeds gevestigd op de rivieren; van dezen kant Ferdinand Delraad, een jong ingenieur •met schitterende vooruitzichten bewoonde een entre-sol in de Prony-straat, een bij zonderheid, die van gering belang zon ge weest zijn, wanneer do bovenverdieping niet tot bewoonster had gediend eener allerlief ste dekteres m de geneeskunde, mejuffrouw Rosa Lewis, die daar met haar moeder samenwoonde. De ingenieur ontmoette haar dikwijls op de trap en de schoonheid van do buurvrouw liet hem niet ongevoelig: weldra was hij smoorlijk verliefd op haar. Maar hij behoorde tot dia menschen, die op heb punt van liefde zoo angstvallig ën verlegen zijn., dab hij er aan twijfelde, of hij wet ooit den moed zou hebben zijn ge voelens1, te openbaren. Toen' zijn liefde echter steeds sterker werd, besloot hij een ziekte voor te wenden en zoodoende met mejuffrouw Lewis in aanraking te komen. D® doktet'-ea qntvang hem aHorvriende- toch dreigt voortdurend gevaarsteeds wor den haar dijken versterkt en het materiaal, de zware rivierklei, is vlak bij de hand. Dat is bij de zeedijken een gansch ander geval, waar alleen de slappe veengrond aanwezig is, niet het vereischte materiaal. Bovendien, wanneer er,in een en negentig jaren niets gebeurt is, wat tot eenige onge rustheid aanleiding zou hebben kunnen geven, dan is er geen reden om op een wil lekeurig oogenblik aan verzwaring of ver hooging van dijken te beginnen. Had men kunnen vermoeden, dat alle omstandigheden op een gegeven oogenblik zoo noodlottig zouden samenwerken als thans is geschied, dan ongetwijfeld zouden voldoende maat regelen genomen zijn. In de eerste plaats kan juist van de pol derbesturen in Noord-Holland gezegd wor den, dat zij uitstekend werken en alle maat regelen nemen, welke zij behooren te nemen, op een wijze, die geen critiek behoeft. Ver halen omtrent omkoopbaarheid van dijk graven," enzoovoorts, die natuurlijk in tijden als. deze wel eens worden gecolporteerd, zijn juist voor Noord-Holland heel zeker bezij den alle waarheid, en zooals reeds gezegd, de dijken waren dan ook in goeden toestand. Nu is heb natuurlijk mogelijk, dat kleine polders niet in staat zijn het onderhoud der dijken te bekostigen. Daarin is echter voor zien door de wet-Tak van Poortvliet van 19 Juli 1870, welke het mogelijk maakte, dat polders, die niet bij machte zijn het onderhoud hunner dijken te bekostigen, een tegemoetkoming krijgen in die kosten van vijftig procent. Heb was dezelfde wet, waarbij ingevoerd werd het instituut der calamiteus-verkla- ring, dat tot nog toe uitsluitend in Zeeland is toegepast. Die calami teus-ver klaring komt hierop neer, dab heb Rijk de zorg voor pol der en dijken op zich neemt- Daar ook in N.-Holland poldertjes bestaan van zoo kleine afmatting, dat het zeer de vraag is, of zij bij machte zijn, de kosten voor voldoende bedijking te dragen, is het inder daad *Zeer de overweging waard om ook deze poldertjes calannteus te verklaren. Zou dit gebeuren, dan zou. dit natuurlijk beslist moeten worden door Gedeputeerde Staten, die ten aanzien van het beheer der polders een zeer groote macht hebben, en beschikken over de noodige organen, om zich aangaande den toestand volledig te doen inlichten. Wat N.-Holland betreft, daar beschikt de Provinciale Waterstaat over een hoofd-in- igenieur en een ingenieur, benevens ver schillende opzichters, wat zeker voor dit gewest voldoende is, da-ar het bijna geen andere eigen werken heeft dan het krank- aunigengestioht te Caetrieum en het weinig beteekenen de AmstelDrechtkanaal Het spreekt vanzelf, dat buitendien ook de Rijks Waterstaat het opper-toezicht oefent. In dit verband herinnerden wij den heer Ramaer aan enkele' aardig© bijzonderheden, destijds door hem zelf gegeven over de waar schijnlijke oorzaken van den Sint-Elisabeth- vloed van 1421. Eet was toch niet onwaarschijnlijk, dat die oorzaken moeten worden toegeschreven aan een onvoldoende centraal gezag. De Hoekeohen namelijk in hun voortdurend© twisten met de Ka-belj auwsdhen waren erop uit, hun bezittingen steeds meer en sterker te beveiligen, en zif zochten onder meer een middel tot beveiliging in heb immer grooter en zwaarder maken van wallen en verschan singen, waarvoor zij gebruikten het gTondmatoriaa 1dat zij uit de Zuid-Holland- seho Waard uitgroeven. Dientengevolge werd het peil van den grond in deze waard gestadig verlaagd, waardoor groot gevaar ontstond voor doorbraak en overstrooming. Mede tengevolge van de hinnenlaudsche on lusten, was het centrale gezag niet zóó 'sterk, en zeker niet zóó diligent, dat het bij mach te was, de edelen in hun doen en laten te beteugelen. Totdat de krachtig© graaf Willem VI eindelijk definitief aan hot „uit- lijkst en liet hem tegenover haar op een stoel plaats nemen. Maar in stille bewon dering voor haar bekoorlijkheden bleef hij sprakeloos zitten. Wees zoo goed, mijnheer, zei ze eindelijk, mij heb doel van uw komst mede te deelen. Ja, ,ja mejuffrouw, stamelde hij. Ik... ik ben erg ziek. Zij zag hem aan en bemerkend, hoe goed hij er uitzag, vroeg zij verwonderd Is u ziek? Ja, zuchtte de patiënt. Al langen tijd. Waar hebt u pijn? Overal! stamelde hij. Dat is een beetje onbepaald. Zit het in den buik of de borst, aan het hart of de maag? Nee... in do borst, geloof ik. Wat voelt u? Benahwheden.. een drukking. Hoe6t u Voortd upend. Zij beklopte en beluisterde hem. Ik merk niets abnormaals! zei ze. Gij behoeft u niet ongerust te maken, uw be nauwdheid h?eft zeker een geheel tow al- moeren" van den Waardgrond ©en einde maakte, door te dreigen met afdamming van de afwatering. Het groote euvel van het uitmoeren was intusschen geschied, en toen in 1417 Willem VI werd opgevolgd door de geenszins sterke Jacob van Beieren, die bovendien de Hoek- schen in allo opzichten bevoordeelde, is seep waarschijnlijk het uitmoeren weder be gonnen en nu nog zien wij in de Biesbosch de gevolgen van de vreesolijlce overstroo- ming, die toen spoedig gevolgd is. Omtrent den watervloed, die in het nood lottige jaar 1421 ons land teisterde, vinden wij in geschiedkundige werken het volgende aangeteekend: „Door den verwarden toestand van het land waren de dijken verwaarloosd, woeste stormen teisterden de kust. Bij Petten brak de groote zeedijk door; vierhonderd men schen vluchtten uit hunne woningen in de kerk; maar de golven beukten de muren, zoodat het gebouw instortte eu allen jam merlijk om het leven kwamen. „Nog vreeselijker woedden wind en water in de Zuid-Hollandsche Waard. In den St. Elizabethsnacht van 18 op 19 November 1421 luidde de alarmklok zonder verpoozen binnen Dordrecht; de verschrikte burgers konden hunne woningen niet verlaten, want het water, door den huilenden orkaan voort gestuwd, stroomde twee voet hoog door de straten. ,'s Morgens zagen zij van de wallen der stad een vreeselijk schouwspel. Uren ver in den omtrek was alle3 verdwenen: dorpen, akkers, hoeven en dijken; niets ontwaarde men dan het loodkleurige water en de jagende wolken daarboven. Hier en daar Btak een kerktoren uit, door klotsende gol ven bedreigd. „Twee en veertig bloeiende dorpen wa ren in een enkelen nacht onder het water bedolven, met alle bezittingen en bijna alle bewoners.. Slechte weinigen konden zieh redden, maar waren tot den bedelstaf ge bracht. Nooit is die vreeselijkste onder do zoo vele watervloeden, die het arme land teisterden, uit de herinnering gewischt. Nog altijd laat hij sporen achter, want nog steeds ligt Dordrecht, dat vroeger met het vaste land verbonden was, op een eiland". Dit voorbeeld uit de geschiedenis van Hollands strijd tegen het water behoeft, zoo meende de heer Ramaer, in dit geval geen les te zijn, daar toch het Centraal gezag thans zeer wel in staat is can zich te doen gelden waar het betreft de bescherming van het land tegen hot water. Met dat al blijkt het toch, dat bij een samenloop van, zij het ook zeer ongunstige, omstandigheden, een ramp kan gebeuren. Een voorziening daartegen is dus noodzake lijk. De eenig mogelijke voorziening is op hooging der dijken. Overigens is reods eer der op versterking gewezen. Jhr. mr. J. W. M. Schorer, destijds commissaris der 'Koningin in Noordholland deed het in zijn „Profillen der Provincie Noord-Holland". „Maar," vroegen wij den heer Ramaer, „wanneer nu die dijken opgehoogd moeten worden, dan i3 het er toch om te doen, ze zóó sterk to maken, dat zij, naar mensche- Iijke berekening, tegen alles bestand zijn. Is dat mogelijk? De heer Ramaer achtte dit alleszins mo gelijk, en daarmede kwamen wij als van zelf te spreken over do geprojecteerde af sluiting van de Zuiderzee door een dijk v-,n Wieringen naar Piaam (op de Friesche kust). Zonder zich in positieve termen uit te laten over de wenschelijkheid van die indijking, hij zeide het een bijzonder mooi plan te vinden gaf de heer Ramaer als zijn meening te kennen, dat ongetwij feld die dijk WieringenPi'a-am zoodanig is te construeéren, dat hij naar mensohe- lijke berekening overal tegen bestand is. „Maar," vroegen wij verder, u kent ongetwijfeld de bezwaren, door den heer Mansholt geopperd, die vreest, dat door in dijking van de Zuiderzee de Friesche en Groningsche kust onder geweldigen druk zal komen." Deze bezwaren achtte dë heer Ramaer overdreven. „Er is bij het maken der plannen tot in dijking van de Zuiderzee w-el degelijk reke ning gehouden met den groofceren druk dien de Friesche kust zal hebben te weerstaan, en op de begrootïng is dan ook een post uit getrokken voor versterking van de dijken der Friesche kust tot Roptarijl, Wanneer nu van de zijde van Groningers en- bewo ners der noordelijk Friesche kust bezwaren worden geopperd, dan zal daar misschien wel oen klein beetje politiek aohterzitten, die ten doel heeft, de versterking van hun dijken, ook voor rekening van het rijk te doen komen." In verband met wat de heer Ramaer had over het ophoogen van wegzakkende tot zij vasten grond vonden, vroegen wij hem nog zijn meening aangaande een andere methode, waarover de heer Blanke voort, een der aannemers van ds herstel lingswerken, ons eenige dagen geleden had gesproken (zie Avondblad van 24 Januari j-M" Deze methode bestaat hierin, dat men daar, waar de dijk gebouwd moet worden, in den slappen grond een geul uitbaggert van zoodanige diepte, dat men vasteren bo dem bereikt, en daarin dan stévigen .grond brengt, waarop men dan rinkstukken van rijs brengt als kern van den te maken dijk. Ook deze methode achtte de heer Ramaer een zeer goede. Daarmede waren wij teruggekomen op de quaesti© van do verhielde Zuiderzeedijkea en wij vroegen hem, hoe lang het naar zijn meaning zou duren, eer het overstroomde gebied, weer droog zou kunnen zijn gelegd. In dit opzicht was hij het eens met den heer Blankevoort, dat het onder de gunstigste omstandigheden wel vier a vijf maanden zal duren vóórdat Noord-Holland het over tollige water kwijt zal zijn. Ook do heer Ramaer wees er nadrukkelijk op, dat daar toe echter alle omstandigheden zullen moe ten medewerken en dat, wanDeer de dijk eenmaal zoover hersteld zal zijn, dat men met het uitmalen kan beginnen, zooveel mogelijk hulpgemalen zullen moeten wor den in het werk geeteld. Purmerend. Hot water is Zaterdagnacht belangrijk gedaald, zoodat de peilschaal vanmorgen 9 c.M. beneden A.P. aanwees. Daar do kistdammen langs de Neckerstraat en den Purmer Steenweg tino goed als klaar zijn, kunnen deze wegen Maandag zoowel voor rij--als voertuigen voor het verkeer worden opengesteld. Hedenmiddag brachten Gedeputeerde Staten een bezoek aan de ge meente, Anna Paulowna. Dank zij het kalme weer en don gunstigen Oostenwind was de toestand de laatste dagen in den Anna Paulownapolder gunstiger. Het Zui- derzeewater stond laag, waardoor de Oostpol der door het gat in den zeedijk flink kon loozen en de Westpolder door de sluizen aan het einde van de Van Ewijcksvaart. Het water is van daag dan ook flink gezakt. Do Stoomweg was geheel, dB Meerweg bijna geheel droog. De weg van bet station naar de Kleine Sluis stond echter nog geheel onder, zoodat met vletten in het verkeer wordt voor zien. Do nooddijk langs de Zandvaart wordt nog steeds versterkt. Ook is men begonnen met het verhoogen van den weg van af Meerweg tot aan het Balgkanaal. Locomobielen staan gereed voor het weg pompen van het water uit bet deel van den polder begrends door den spoordijk Kromme TachtBalgdijk en Zandvaart, een oppervlakte van ruim 300 H.A. Voor het maken van een kistdam van de Oude Sluis langs Kleine Sluis tot de Van Ewijcksluis wordt het materiaal aangevoerd. Is deze dam gereed dan hoopt men het gat in do kade langs de Van Ewijcksvaart te stoppen. Voorbereidingen voor laatstgenoemde werk worden reeds getroffen. Voor het stoppen van het gat in den zeedijk is reeds een schip met rijshout aangekomen. Materiaal voor het vervaardigen van zinkstuk ken is onderweg. Algemeen hoopt men dat de wind in het O. blijft staan, want dan alleen kan men verbete ring van ^en toestand vorjvaehten. Nog nooit werd te Anna Paulowna zooveel naar de wind richting gekeken als thans het geval is. Wijde Wormer. Met de versterking en de verhooging van den ringdijk wordt met alle kracht doorge werkt. De kisten zijn grooten deels klaar, ter wijl ook het vullen met zand flink opschiet. Do kistdammen zien er zeer solide uit. Daarvoor aan de zijde van het water, is een muur van zandzakken aanscbracht. Door de zware belas ting wordt de dijkgrond flink geperst. Het werk wordt uitgevoerd onder de dage- lijksche leiding van den heer I. Denkema, op zichter van publieke werken te Amsterdam, die door den hoofdingenieur van den Waterstaat Reigersman te Haarlem daarvoor werd aan gezocht. Zooals de zaken nn staan, kan alle gevaar als geweken beschouwd worden. Zelfs al zijn weer en wind in het nadeel, dan, zoo verzekerde men ons, behoeft men in de Wormer niet meer on gerust te zijn. Uit Edam. Vrijdagmorgen elf uur is de dam gereed ge komen in de Purmerringvaart bij de brug te Edam. Daar is dus bet overstroomde gebied afge sloten van „Schermerboezem". Met kracht wordt doorgewerkt aan de nood- keeringen en aan de versterking van den Purmerdijk. Aan de versterking en verhooging van. den Purmerdijk wordt met kracht gewerkt. Zaterdagmorgen was hier het Gedeputeerd Bestuur van Noord-Holland om de noodkee- ring op te nemen, die er best uitziet. Te Volendam staan ongeveer 4 a 500 huizen, die door den watervijand aangevallen zijn. Vo'endam., Men meldt ons uit Amersfoort Er zijn hier reeds 12,000 eenden aangekomen, met do begeleidende Volendommers. Het ter rein waar ze zijn ondergebracht, is door water afgesloten. Het wordt gevormd door de bas tions van de Schans, een oud verdedigings werk aan den Grebbeliniedijk, een kwartier noordelijk van Amersfoort, gelegen aan de Eem. Do militairen, di© daar in de omgeving werk zaam zijn met het stuiten van de doorbraak aan do Drie Sluisjes, verleenden op verzoek der Vo- lendammers alle hulp hij de werkzaamheden. Maandagavond worden weder 12,000 eenden, verwacht. Men hoopt 60.000 in Volendam te kunnen opvangen. Alle zullen naar Amersfoort worden vervoerd, „Eenden-tanks". Eenden in leege petroleum-tanks, welke kooiker zou ooit zoo iets hebben kunnen den ken En toch hebben ze het goed in de circel- vormige ruimte, waar haar gesnater een leven veroorzaakt, dat hooren en zien vergaat. Eén gedeelte van de tank is met water gevuld, de rest ligt vol met stroo en daarover bewegen zicb de eenden, elkaar luid snaterend volgend. Drie tanks op het terrein van de parafine- fabriek der „Dordt-sche Petroleum Maat schappij aan de overzijde van het IJ zijn nu, in plaats van. met dikke olie gevuld met ruim 3500 Landsmeerder eenden. In het dak van de tanks zijn openingen gemaakt voor lucht en liclit en ieder, die een kijkje in deze plaat ijzeren „eenden-kooien" neemt, zal bemerken, hoe goed de beesten verzorgd worden, te mid den van petroleum-tanks en distïlleer-toe- stellen. Dezer dagen is een motorbootje met een paar vletjes in de richting van Buiksloot en Uitdam vertrokken, om eenden en kippen, die nog op do Oostenrijkers dwars door Albaniö aan, was bezet, hebben ze zioh reeds meester gemaakt. Wij geven hier nog ©ons wcot r-cn groot gedeelte van don Balkan in kaart, ook mot hot oog op d« jongste gebeurtenissen. Grieken land krijgen onze legers hier in 't geheel te zien, zooals hot zich vertakt uitstrekt naar 't Zuiden. Nog alt^d heeft het, zoo goed het kan, zijn neutraliteit gehand haafd, al is het zeker niet zuiver onzijdig gebleven. Het kon dit niet, omdat hot anders in botsing zon zijn gekomen met do gcslli eerden, diu zoo gemakkelijk de havens van dit Kustcnrjjk land kunnen blokkcercn en Grieken land allen invoer afsnijden. Zr» hebben de Entente-troepen zich vastgezeten versterkt te Saloniki; zoo zijn er andore op het eiland Korfu, zond»r dat de Gricksche regeering daaraan veel kan doen. Belangrijk is verder op dit kaart j o Albaniö met de drie plaatsen Valona, Dorazzo en Scutari, die in den laatston tjjd zoovaak zjjn genoemd. Do eerste havenstad ia bezet door de Italianen, di© besloten zijn er te blijvenop Durazzo rukken en van Scutari, dat door de Montenegrynen hooibergen, boerderijen of aan de oppervlakte drijvenden grond, zitten, t© voederen of mee te nemen. Door de dierenvrienden worden ook de kleine beesten niet vergeten. De l^ftersnood-Collecte. Naar wij vernemen heeft de wafcersnood- collecte, wélke Woensdag en Donderdag j.L te Amsterdam werd gehouden in totaal f 33,186 opgebracht. Do plaatselijke Watersnood-commissie te Amersfoort heeft ingezameld f 8920.76. Vooral ondervond zij bewijzen van goed- geefschheid van de minder met aardscho goede- rr bedeelden. ïige oorzaak. Zij schreef hem rust en kalmeerende poe ders voor. Twee dagen later kwam Delraad terug. Gaat hot al wat beter? vroeg de dokteares. Neen, antwoordde de patiënt en loosde een diepen zucht. Ik heb het nog steeds benauwd Zonderling. Ilt zal uw luchtpijp eens onderzoeken. Zij ging met een keelspiegel aan 'b weak, doch verklaarde nergens een spoor van ontsteking te kunnen vinden. Ze schreef hem een gorgeldrank voor. Delraad ging weg, nog verliefder dan hij gekomen was. Ik moet er wat anders op verzinnen diachfc hij. AndeTs merkt zij heel gauw, dat ik niet ziek ben. Aoht dagen later kwam hij terug. De benauwdheden zijn wegl zei hij, Maar nu voel ik pijnen in de boenen. Ik denk rheymatiek. Zij zag hem schalks aan. Op uw leeftijd? vroeg zij. Hoe leeft gij? Delraad zeide een tooJib&Id gan soliditeit tê aüu< Een passagier van de „Rijndam" deelt aan do ,jLeeuw. Ct." bijzonderheden mede omtrent het stootcn van de boot op een mijn. Wij ont- loenen er het volgende aan Het is Woensdagmorgen 10 nur en de door een mijn beschadigde „Rijndam" ligt thans 7 mijl beneden Gravesend voor anker. Waren wij gisteravond in de onmiddellijke nabijheid dezer pleats geankerd, wij hadden bij het vallen van het water dezo plek te verlaten, en aangezien nvier-op geen piaats was, want j de Theems is bedekt met schepen, hadden wij rivier-af te gaan en ankerden omtreeks 9 uur op bovengenoemde plaats. Onze onvermoeide kapitein Van den Heuvel was tot na midder nacht op zijn post, ten einde alle mogelijke maatregelen te nemen. Er werd gepeild, de boot werd gedraaid, er werd getracht den in vloed van de ontploffing op het verdere be staan ran do boot vast te stellen, er werd ge telegrafeerd en geconfereerd met de inmiddels aan bcord gekomen Engelsche ambtenaren, do havenmeester werd geraadpleegd, in dén woord al het mogelijke werd gedaan om de veiligheid van de passagiers en lading te verzekeren. Menigeen was schroomvallig zijn kooi op te zoeken., bevreesd voor ipogeüjko onaangename verrassingen. Enkele Amerikanen waren ont stemd over het Engelsche gouvernement, in welks wateren, en onder de leiding van welles officïeelen loods de ramp had plaats gehad, doch de heerlijke, kalme nacht, beschenen door de heldere maan, kalmeerde ook deze gemoede ren. En nadat nogmaals de verzekering was ontvangen, dat er absoluut geen gevaar be stond, dat er geen water was waarin do boot dieper kon zinken, ging ook de meest pessi mistische passagier zijn kooi opzoeken om in de armen van Morpheus vergetelheid te zoo ken voor al de ervaringen van dezen zoo emotievollen dag! Of de slaap van allen een rustige Is geweest, of niet zinkende boot en ontploffende mij nen de kwelgeesten van den nacht zijn geweest, is niet uit te maken, al ia het aan te namen, dat angstige droomen van velen de nachtrust eullen hebben verstoord. De -Rijndam" heeft als noodhaven de rivier de Theems gekozen, en volgens do zeewetten zon de stoombootmaatschappij gerechtigd zijn de passagiers, onder force majeure, hier aan wal te zetten. Afgescheiden van het feit, dat geen maat schappij en vooral niét de Holland-Amerika- ljjn, tot een dergelijke daad zou overgaan, is dit onder den „oorlogstoestand" van dezen tijd bovendien onmogelijk, omdat de Engelsche re geering de binding dezer passagiers niet zou toestaan. Het plan om de passagiers op een der Hol- landsche booten over te zetten, sobijnt voor- loopig opgegeven, althans uitgesteld te zyn, totdat te dien opzichte instructies uit Neder land zijn binnengekomen. Hce onaangenaam de t-oestand ook is en hoe wij ook verlangen naar huis te gaan, wrj zijn allen verplicht ge duldig af t© wachten de dingen die komen zullen. Wij hebben thans den tijd de zaken te over denken en als vanzelf dringt zich de vraag naar voren hoe het toch mogelijk is. dat een neutraio boot, varende in de voorgeschreven en afgebakende route, een dergelijke ramp kan overkomen. De ..Rijndam" had op het oozenblik der ont ploffing een officïeelen Engelschen loods (Tn- natti-Pïlot) aan boord, dïo volgens Engelsch recht het gezag aan boord uitoefende. In Ne derland geeft een loods in dergelijke gevallen aanwijzingen, doch blijft het gezag in handen van den kapitein berustenvolgons de En gelsche bepalingen echter neemt op een boot met meer dan 12passagiers de loods het ge zag over. De hoot was even t© voren door een Engel- sche torpedoboot gewaarschuwd een bepaald aantal mijlen uit het vuurschip te blijven, welke waarschuwing getrouw was opgevolgd. Den kapitein van het schip troft dus geen en kel verwijt dat deze ramp heeft plaats gehad. Do op de boot lieerchend© moeaing is, dat do ontploffing werd veroorzaakt door een ver ankerd© Duitsche mijn- Wat botcekonen drie levens in dazen tijd, waar dagelijks duizenden van de edelst© zonen dés lands worden geofferd aim den grooten „moloch", dien de modern© tijd „oorlog noemt? Wat beteckent het, dat drie anno mensehen, die uen strjjd om het beötaan in den mccfit bescheiden werkkring hadden te voeren, worden gedood, terwijl zij rustten van do ver moeieniseen van hun work 1 Slechts drio sto kers werden gedood 1 Dri© menschen, die heb slecht betaalde, vuile, gevaarlijk© bedrijf van stoker uitoefenden, di© d© meest gevaarvol]© plaats op den geboelen efoomcr innemen,, gin gen onvoorbereid de eeuwigheid in! Bezweet en vuil van hun dagelijkBchen ar beid, zochten zij eenige uren rust op hun scha mele legerstee, om daar door de alle3 vernie lend© ontploffing van een mijn gedood te wor den. Ik zag dez© drie slachtoffers van hun arbeid naar boven dragen; zielloos neergelegd op do pleclit van het schip, de dokter trachtend nog redding te brengen, doóh tovergCef». De uitwerking eener mijn, deze bel van men schel ijk vernuft, is verschrikkelijk. Ik heb voor mij &ggen op mijn schrijftafel, als souvenir van dezo reis. ©en stuk van 20 m.M. dik gips, dat ala een preesepapier voor mij steeds een symbool van dezen af «huwelijken tijd zal zijn. Ik nam dit glas van een gebroden raam van do eetzaal eerst© klas, waar behalve tal van glazen, de ijzeren zijwanden van millimeter dikt© zijn gescheurd en verbogen als bord papier. De ontploffing had plaats aan do voorplecht, laats waar de arme stokers vertoefden, en de plaats waar alles vernield en dóór elkander werd. Als men nu weet, dat de plek, waar zich de gescheurde platen en de gebróken glazen Tan de le klasse eetzaal bevinden, ongeveer 100 M. meer naar arMer^n ligt, dan znl men zich van de vorschriklcel ijk© kracht van het heleche werktuig eenigszinaeen voorstelling maken kunnen. "Weer schreef zij hem een recept voor. "Heb zal een ingebeelde ziekte zijn, dacht zij. Nog dikwijls kwam de ingenieur terug. Zijn rheumatieke aandoeningen verander den telkens van.plaat®. Wel verdwenen zij, maar telkens kwamen zij weer terug. Delraad vond het eindelijk zaak met een andere riekte voor den dag te komen; hij wendde* een hartziekte voor.1 Zij stelde hem volkomen gerust. Is u soms geen ingebeelde zieke? vroeg zij. Ik verzeker u, dat ik lijdende ben. U moet afleiding zoeken, op reis gaan, als u kunt. Delraad ging verslagen heen. Ik durf niet meor terug te komen, dacht hij. Ze zou mijn list merken. Geruimen tijd staakte hij rijn bezoeken, maar de gedachte aan Rosa Lewis liet hem niet met rust-. Hij werd nu werkelijk riek en ging weer consult nemen bij de gchoone dokteres. Rosa wérd getroffen door de verandering. die rij bij hem waarnamhij was mager geworden, zag bleek en scheen zeer be drukt. 't Gaat niet goed met u, zei ze. Neen! antwoordde Delraad. Ik kan niet eten en niet slapen U hebt toch een goede maag. Maar geen eetlust. Zij scheen met de zaak verlegen. Misschien is uw gemoedstoestand niet in orde, zei ze. Dat zou wel kunnen. Hebt u verdriet of zorgen Hij antwoordde niet. Geneesmiddelen kunnen er niet helpen, vervolgde zij, u moet den moed niet opge ven. Ik kan er niets tegen doea. Zij voelde hem de pols. Hij beefde als een riet. Zij bemerkte, hoe ontroerd hij was en wendde het gelaat blozend af. U is inderdaad riek, zeide rij zacht. Niemand kan mij beer maken dan tl.. Dat geloof ik wel... Zii ging aan de schrijftafel ritten en PARIJS. Een Zeppelin wierp Zaterdag avond te 10 uur bommen op Parijsi Er wer den eenige personen getroffen en. werd schade aan eigendommen toegebracht. PARIJS. De Parijsche po.itio paste te 9 uur 45 allo maatregelen toe, die voor ge schreven zijn bij een alarm wegens een Zep pelin-aanval. Binnen enkele minuten waa de stad in volslagen duisternis gehuld. PARIJS. De Zeppelin die boven Parijs vloog heeft dertien bommen geworpen. Ne gen huizen zijn ingestort. Zonder zich te storen aan de officieele waarschuwing om binnenshuis te blijven, snelden maasa's menschen naar de boule vards om het in hun óogen prachtige schouwspel bij te wonen. Toen te 11 nur de schouwburgen en andere openbare ver makelijkheden geëindigd waren, nam het aantal kijklustigen nog toe. Nergens werd het programma afgebroken, toen de horenstoot-en werden vernomen. Do Parijzen aars betoonden geen opgewonden heid of vrees, niets anders' dan nieuws gierigheid. Op één punt vielen 15 slachtoffers, op een ander werden een man, drie vrouwen en twee kinderen gedoodverscheiden anderen werden gedood door het instorten van een huis, waarop een bom was ge vallen. Tijdens het bezoek van den Zeppelin hing een dikke mist op een hoogte van moer dan 2000 voet boven de stad, waardoor de licht- kracht der zoeklichten werd verminderd en het werk der afweerkanonnen belemmerd. Verscheiden aeroplanes maakten jacht op den hoog in de lucht vliegenden Zeppelin en beschoten hem. Voor het eerst, sedert tien maanden ge lukte het Zaterdagavond, seint de corres pondent van het „H.bld." nog, een Zeppe lin, dank zij de bewolkte lucht, Parijs to bereiken. Het luchtschip, dat op zeer groot® hoogte vloog, kwam aan zonder dat raea heè had kunnen bemerken, bleef N'norachiog ia den mist-, die een gedeelte van een <hdrbbf~ Woonde buitenwijk vaa de stad bedekte, en schreef eenige woorden op eon stukje pa pier, dat rij vervolgens aan haar patiënt gaf. Hier is mijn laatste recept, zeide rij. Als dit u niet boter maakt, kan mijn weten schap u niet heipen. Tehuis gekomen vouwde Delraad het papier open en las; ,,Sp»eek met mijn mooier." Dr. Rosa Lewis. Als een gehoorzaam patiënt voldeed hij aan het voorschrift. Uw bezoek verrast mij nietzeide de oude dame welwillend. Mijn dochter had er op voorbereid. Rcea bloosde. Wilt u mijn vrouw worden t vroeg Del raad met een gevoel van beklemming op dè borst. Ja, antwoordde^rij^limlachend) maur.-.. zoo i-xrEes ik mijn besIJm pattërnt.

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1916 | | pagina 5