3 SÖÏL.D AT'E::NrOC5ï5s®E;j& :Kri* •v'M.ri woënsöag O fecptomtoor 1915 TURKIJE. VEREENBGDE STATEN OF ZEE. Binnenland. legerzak@&L_ De Engelschen doen hier een aanval op den vijand bij het dikwijls genoemde plaatsje Hooge in 't Zuiden van België. Men ziet den aanvalsoorlog in vollen gang, de loopgraven zijn verlaten en men gaat den vijand bestoken, die ook de zijne heeft verlaten. Het gevolg zal zijn een bajonet-aanval, zooals er zoo dikwijls plaats hebben op dit Westerfront, maar geweer- en geschutvuur gaat daaraan vooraf en we zien do granaten neervallen en ontploffen. Geheel rechts een puinhoop van een huisje, waarvan alleen eenige 'Stukken van muren zijn blijven staan. in meer noordelijke richting. Er werden meer dan 400 man gevangen genomen en drie machine-geweren buit gemaakt. Legergroep van g ener aal-v cldniaar schalk Von Mackensm: Het bruggenhoofd van Bo- reza is door den vijand oncler den druk van onzen aanval ontruimd. In de streek van Drohiczyn en ten zui den daarvan bood de vijand gisteren nog maals tegenstand; de aanval duurt voort. Zuidoostelijk oorlogstooneel. Het leger van generaal graaf Bothmer beeft een aan tal vijandelijko voorgeschovén Gtellingen -aan den westelijken oever van de Sereth bestormd. WEENEN. De Russen bieden ons bij ons vcortdringen in Oosfc-Gialicië en Wolbynië hevigen tegenstand. Een aanval der Russen aan de Bessarabi- eclie grens kwam tot staan voor onze ver sperringen. Daarbij werden een groot aan tal vijandelijk© bataillons uiteengeslagen. Ten oosten van de Sereth drong de vijand met zijn gewone verkwisting van menschen- materiaal een onzer loopgraven binnen, In een gevecht van man tegen man werd hij teruggeslagen, waarbij hij een groot aantal dooden en gevangenen in onze handen moest achterlaten. Ten westen van Tarnopol namen de Oos- tenrijksch-Hongaarscbe en Duiteche troepen uitgestrekte vijandelijke verschansingen. Bij Zalocz veroverden wij een Russisch steun punt. Ten oosten van Brodv en in WoLhy- nië vordert onze aanval langzamerhand. De in den vestingdriehoek strijdende Oostenrijkqch-Hongaarsche troepen hebben in de laatste élagen ongeveer 30 Russische officieren en meer den 3000 manschappen gevangen genomen. Crodno. BERLIJN. De avondbladen schrijven Grodno was de laatste groote Russische vesting met een buiten- en een binnen- fortengoTdel. De buitenste, gedeeltelijk nog tijdens den oorlog aangelegd, dus zeer mo dern, was 60 K.M. lang. Eenige dagen geleden werden eenige wes telijke forten veroverd, terwijl andere door de Russen werden ontruimd, zoodat Donder dag reed3 de inneming van het geheele weste lijks front kon worden bericht. Donderdag gevecht van huis tot huis in de stadtwee divisies trokken toen over den Njernen. Vrijdag trokken de Russen in oostelijke richting af. Alle fronten zijn door ons' bezet. Wij mogen er trotsch op zijn dat onze troepen, die gewoon zijn te overwinnen, ook dit sterke, moderne bolwerk zoo spoedig bemachtigden." Brug in de fucht gev'ogen. STOCKHOLM. Een onlangs hier uit Finland aangekomen persoon deelde aan do redactie van „Aftonposten" mede, dat de spoorwegbrug over de Pajoviken bij Ekenaes (havenstad aan den ingang van een diep fjord aan den noor delijken oever van de Finsche Golf), die sedert het begin van den oorlog onder mijnd was, door een bliksemslag, die de mijnen deed ontploffen, vernield is. Do ontploffing was vreeselijlc. De wachtpost werd onmiddellijk gedood. Groote brokken steeuen werden tot in de stad geslingerd. De brug was 300 M. lang. Een Russische conferentie. In Rusland is een conferentie ingesteld, die zich vooral zal bezighouden met voor ziend) van brandstoffen en voedsel aan het land en munitie aan het leger. De Tsaar heeft Zaterdag een toespraak tot de conferentie gehouden. Hij zeide: „De quaest-ie, waarover de speciale conferentie voor de nationale verdediging te beraadsla gen zal hebben, is de ernstigste én de meest belangrijke van het oogenblik. Zij betreft een betere uitrusting van ons leger met munitie, het eenige, waarop onze dappere legers wachten om den inval der vreemde lingen tot staan te brengen en het succes bij onze troepen te doen terugkeeren. De wetgevende lichamen, die ik tot e?n zitting heb bijeengeroepen, hebben vast beraden en zonder de minste aarzeling .het eenige antwoord gegeven, dat Rusland waardig was en dab ik van hen verwachtte, n.l. dat de oorlog moest volgehouden wor den tot een volkomen overwinning is be vochten. Ik twijfel er niet aan, of dit is de opvat ting van het geheele land. Het ernstige besluit echter, dat wij hebben genomen, brengt mede, dat wij al onze krachten moe ten inspannen. Dat denkbeeld is reeds algemeen geworden, nriar het is iioodig bet binnen den kortst mogelijken tijd in prak tijk te brengen. En daarvoor moet uwe oonf eren tie dienen. Deze conferentie veroenigt voor een ge- meenschappelijken en golidairen arbeid de regeering. de vertegenwoordigers der wet gevende lichamen, der openbare instellingen en onze industrieelen, in één woord dus het geheele zaken-Rusland. Met volkomen vertrouwen heb ik u bui tengewone bevoegdheden verleend en ik zal met de grootste opmerkzaamheid uwen arbeid volgen cn er zoo noodig deel aan nemen. Wij hebben een groote taak voor ons en zuilen daarvoor de krachten van het geheele land inspannen. Laten wij voor een oogenblik elke andere zorg rusten, ook al mocht zij ernstig zijn en den staat betreffen, althans wanneer zij voor het huidige oogenblik niet van pver- vegend belang is, Niets mag onzo gedachten, onzen wil en onze krachten afhouden van het thans eenige doel, n.l. den vijand te verjagen van ons gebied. Voor dit doel moeten wij in de eerste plaats voor een volledige militaire uitrusting van ons actief leger en van de troepen, die onder de wapens zijn, zorgen. Die taak is u thans toevertrouwd. Ik weet, dat gij al uwe krachten en al uw vaderlandsliefde aan de vervulling daarvan zult wijden. Aan den arbeid met Gods hulp."' De strijd bij Bialystock. Over den strijd in den omtrek van Bia lystock schrijft dr. Stephan Steiner in den „Berliner Lokal-Auzciger" uit [VVisniewe d.d. 19 Augustus; Terwijl de troepen op den weg Nowogrod Lomtka, opdringende, Lom tb a veroverden, had den de naburige afdeeiingen. ten zuiden van dezen weg een harden strijd te bestaan met den vijand, dio zich met de kraakt der wanhoop verdedigde. Ongeveer acht kilometer ten oosten van 'de Roesbeck stond do vijand in een goed uitgezochte stelling, waarvan het middelpunt de hoogten bij Oesznik waren. Daar ontspon zich een hevig artillerie-gevecht, dat na een lange en keeto worsteling tot resultaat had, dat de Russen deze stelling opgaven. De strijd om do hoogte 149 ging verbitterd verder en langzaam opdringend, gelukte het onzen troe pen ook deze fel verdedigde hoogte in bezit te nemen. In het hoschterrein ten noorden van Oeszuik hield de vijand nog eens stand. Hij werd geslagen en betrok nieuwe stellingen bij Szepankowo. Een moordend nacktgêveckt werd geleverd om de kerk van Szepankowo. Want van het bezit van dit punt hing het verdere lot van de stelling van Wierzbowo-Wiepiechy af. Het met nieuwe reserven en vermeerderde artillerie versterkte vijfde Russische corps, dat reeds in den strijd om den overgang van de Naref, bij den mond van de Szkva merkwaar dige teekenen van taaiheid gegeven had, hield ook de stelling bij do kerk. Het artillerievuur kon den vijand niet aan het wankelen brengen en sterke infanterie moest in het vuur ge bracht worden om dit gewichtige punt den vijand in storm te ontnemen. In stidonkeren nacht werkte onzo infanterie zich voorwaarts en bereikte onder hevig vuur van den vijand diens stelling, dio tot het uiterste op een strijd was ingericht. Op bestormingsafstand gekomen, bewerkten onze troepen do vijandelijke loop graven eerst met handgranaten en toen zij deze daarmede overstelpt hadden, gingen de onzen met de bajonet op den vijand los. Wat zich daar in den donkeren nacht heeft afge speeld, is onbeschrijfelijk. Het huilen en jam meren der gewonden en van do stervenden vervulde do lucht. In het donker kletterden de bajonetten en met doffen slag verpletterden de geweerkolven schedel. Ondanks de schitte rende houding van do Russische infanterie, die zich in haar loopgraven letterlijk liet dood slaan, was haar lot, nederlaag en vernietiging, over do geheele bestormde linie. Bij liet aanbreken van den morgen zag men dat liet tooneel van dezen strijd nog slechts een lijken veld was. Na den val van de kerk van Szepankowo hing do stelling Wiersbowo Wiepiechy in do lucht, en om niet van den hoofdtroep afgesneden te worden moest de vijand haar bijna zonder strijd ontruimen, door onze troepen op den voet gevolgd. De terug tocht van den vijand kwam eerst in het bree- de hoschterrein van Tsjerwonts tot staan. Had de vijand in dit moeilijk overzienbaar terrein krachtigen weerstand geboden, dan hadden onze troepen het nog hard te verantwoorden gehad, om dit gedeelte to zuiveren. De Russen boden hier echter zwakken tegenstand en slechts aan den oostelijken heuvelrand van het bosch speelden zich (levendige achterhoede-ge vechten af. Dit verrassende terugwijken uit deze van nature zoo gunstige stelling kan slechts aan de omstandigheden toegeschreven worden, dat de Russen terecht vreesden voor een overvleugeling van hun stellingen door uit Lomtha oprukkende troepen. In deze achter hoede-gevechten toonden de Russen zich weer eens meestc-rs in het terugtrekken. Zij gebruik ten vooral hun artillerie met bijzondere han digheid om hun achterwaartsehe bewegingen te dekken. Do terugtocht van de vijandelijke troepen scheen geheel volgens hun plan plaats te vinden en reeds op do linio PuckotyMile WiepiechyJablond stelden zij zich langs de Jablond-beck tot nieuwen tegenstand op. Voor al de hoogte 236 is het tooneel van do hevigste gevechten geweest, tot het handgemeen toe. Onzo troepen vechten hier onder do ongunstig ste omstandigheden. Zij marcheeren en strij den in oen moeras, waarin zij tot de knieën wegzinken. Bovendien bij koud, nat weer. Deze hindernissen kunnen onze troepen echter niet meer tegenhouden. Ook dit gedeelte wordt on der levendige gevechten genomen en wij berei ken de stelling KonopkiBorn wie. De vijand gebruikte den nu volgenden pikdonkeren nacht om zijn stellingen ongomorlit to ontruimen. Wij gaan hem achterna, ofschoon de nevel deze vervolging niet begunstigt. Om elf uur 's mor gens trekt de mist op en uit bun verhoogde stellingen zien onze troepen, dat do vijand in wilde verwarring vlucht. Infanterie, artillerie, in eindcloozo colonnes, con verwarde massa door elkaar. Natuurlijk gebruikte onze artillerie de gunstige gelegenheid om don vluchtenden vijand zoo veel mogelijk afbreuk to doen en op de bon te menigte van vluchtelingen valt een vernie tigende kogelregen neer. Voor den volgenden dag schijnt do tegen stand van den vijand gebroken to zijn, want zonder verdere zwarigheden komen onze troe pen over het oostelijk zich uitstrekkende moe- rnstovroin van de .Tablond en vervolgen den vijand .wiens terugtocht in een vlucht ont aardt. waarbij de manschappen hun wapens wegwerpen, do wagens in den steek laten -en zelfs do hij de Russen zoo schaarscho artülerie- ammunitie laten staan. Deze wilde terugtocht gaat tot den Slina-sector, waar het den aan voerders blijkbaar gelukt, weer orde te bren gen in hun in paniek verlccerond'o troepen en ze tot nieuwen tegenstand te dwingen. De ver liezen van de Russen waren in dezen striid van vier dagen weer geweldig, want, onze artillerie vorvoWlo do zieh steeds terugtrekkende troe pen zoo krachtig mogelijk. Ook werden in ^deze gevechten ruim zfts honderd gevangenen gemaakt, twee machinegeweren, twee lichte ka nonnen en een zwaar stuk veroverd. De strijd om don Slina-6ector was niet ge makkelijk. Men heeft ontdekt, dat de vijand daar sterke trcepen-afdeelingen van andere gevechtsterreinen heen gebracht had en daar mee do talrijke hoogten langs de Slina bezet lliield. Ook do artillerie van don vijand werd aanzienlijk versterkt, zoodat onzo troepen, die in don nacht van den 14en probeerden naai den andereu kant to komen, terug gedrongen werden, daar vijandelijk© af dodingen, die zich in het noordon aan den westrand van de Slina bevonden, offensief optraden en trachtten onze troepen in den rug to vallen. Deze aan vallen worden met een volle divisie ton uitvoer gelegd. De aanvallende divisie was uit Galicie gehaald om do troepen hier te versterken. Ze ven maal trachtten de Russen hier vooruit te komen en do aanvallen, die 's middags begon nen, werden tot laat in den nacht voortgezet. Zo stuitten echter allo af op de taaiheid van onze troepen, ofschoon deze sterk in de min derheid waren. Do laatste stormaanval bracht de Russen tot onzo loopgraven, maar ook deze bajonetaanval werd onder zware verliezen aan beide zijden afgeslagen. De tegenaanval van onze troepen, die daarop volgde, gelukte. Het voorterrein van onze stellingen werd gezuiverd en onze troepen brachten drie hon derd gevangenen mee. De strijd om den Slina- sector duurde met afwisselend geluk tot den 16en Augustus. Op dezen dag gelukte hot on zen troepen den westelijken oever geheel te zuiveren en de overzijde geheel te bereiken. Do vijandelijke achterhoede stelde zich op de hoogte langs don oostolijken oeverrand op en offerden zich zelf op om de aftrekkende troe pen te dekken. Gedurende hun'terugtocht ver nietigden de Russen alles, wat zij vonden. Het eene dorp na het andere ging in vlammen op. Do oogst werd plat getrapt, het vee wegge dreven. De bevolking uit do dorpen gejaagd. Alle bruggen vliegen in de lucht of worden verbrand, zoodat wij slechts met de grootste moeilijkheden vooruit komen. Nadat wij den Slina-sector genomen hadden, drongen onze troepen, dio sedert den 13eh Augustus dag en nacht in het vuur waren geweest en ook zeer onder het weer te lijden hadden gehad, voor waarts tegen het sterk aangelegde bruggen hoofd van Tykozyn. De Russen moesten sterke troepenmassa's verzameld hebben om zich an dit moeilijke terrein te verdedigen en onzen troepen een verder opdringen naar Bialystock onmogelijk to maken. •Ofschoon de gevechten hier hevig zijn, komen onze troepen langzaam maar zeker vooruit, zoodat in de komende da gen de stellingen bij Tykozyn omvat zullen zijn.- Twee derden van het leger verloren? De „Vossische Ztg. beweert langs indirecten weg uit Petrograd to hebben vernomen, dat de Russische minister van Oorlog een memo rie voorlegde aan do Doema-commissio, waar uit zou blijken, dat het Russische veldleger tot dusver aan dooden, gewonden en gevangenen 68 pet. zijner totale sterkte verloor. Volgens do „Baselcr National Ztg." bedra gen de Russisch o verliezen, van het begin van den oorlog tot 15 Augustus: aan officieren 223.172, waarvan 43.124 gedood, 161.443 ge wond en 18.605 vermist. Het totaal verlies aan manschappen be draagt 54 millioen. ITALIË. Italië en Oostenrijk. Zaterdag ontwikkelden de Italianen op de hoogvlakte van Doberdo een verhoogde, maar totaal vruchteloozo bedrijvigheid. Na dat enkele punten door hunne artillerie hevig waren beschoten, deden zij reeds 's voor middags verschillende aanvallen aan den weg ten westen van San Martïno. Deze wer den echter alle afgeslagen. Onzxi artillerie richtte groote verwoestingen aan onder den terugtrekkenden vijand. Tegen den avond nam het geschutvuur toe; daarop volgden weder enkele aanval len door de infanterie, die alle met groote verliezen aan de zijde der Italianen afge slagen werden. In Zuid-Tirol werden twee vijandelijke compagnieën, die onze posten te Marco aanvielen, op de vlucht gedreven. Aan de Dardaneilen. KON3TANTINOPEL. Het hoofdkwar tier meldt: Aan de Daïdanellen in het front hij Anaforta vernielde onzo artillerie ten zuiden van Azamkdere-een vijandelijken mitrailleur. Onze verkenningscolonnes overvielen bij verrassing op verschillende plaatsen de vij andelijke loopgraven en maakten een groo- ten voorraad oorlogsmateriaal en telefoon materiaal buit. Bij Arï Boernoo viel niets van beteekenis voor. Bij Sedd-ul-Balir beschoot de vijand den 2en September te land en ter zee twee uren lang, zonder resultaat Altsjitepe en omstreken. Op den linkervleugel veroor zaakte ons vuur een ontploffing in de vijandelijke stelling, waarbij een mijn, die wij doden ontploffen, de ijzerdraadversper ring van den vijand vernielde, die ter be scherming tegen onze bommen was aange legd- Verder is niets van belang voorgevallen. Op Galllipoli. De beer Ashmead Bartlett zendt aan de „Times" een zeer uitvoerig verslag van den strijd op Gallipoli na de landing aan do Soevia])aai, een strijd die vier dagen cn nachten duurde en die geleverd werd onder voor de Britten zeer ongunstige voorwaai den. Uit het relaas blijkt, dat er met groote verwoedheid aan weerszijden werd gestre den cn dat de Turken in groote sterkte tegenaanvallen ondernamen. In het verslag tre'ft de mededeeling die een verklaring is van het groote verlies aan officieren, dat de Britsche troepen hier lijden dat gene raals en kolonels met geweer en bajonet medevocliten aan de zijde van de troepen in de vuurlinie. Men streed in handgemeen tusschen het struikgewas, dab de hellingen der hoogten bedekt cn tal van officieren sneuvelden, onder wio generaal Baldwin. Geleidelijk werd do vijand terugcdrevgcn en het terrein, dat do Britten eerst moesten ontruimen, werd herwonnen. Op den lOden herhaalde de vijand voortdurend zijn aan vallen, maar met steeds minder kracht en hij slaagde er niet in do Britten uit do zoo moeilijk veroverde posities te verdrijven. Tegen den avond stierf liet gevecht gelei delijk af, ten gevolge van de uitputting van beide legers, dio niet meer tot physieke inspanning in staat waren. Vier dagen eii nachten hadden de Engelschen, Australiërs, Nieuw-Zeclanders, Gocrkha's, Sikhs en Maoris den strijd tegen de Turken volge houden, te miden van heuvels, 'dongas en ravijnen, 900 voet boven de zee, waar al het water, do rations, de munitie moesten worden heengedragon langs paden, die niet bestaan, behalve op do kaart, terwijl alle gewonden in een tropische hitte naar bene den moesten worden gedragen. ïntusscheu was het eenige resultaat, dat de z.g. Anzac-positie, de stelling der Australiërs en Nieuw-Zeelanders, werd uit gebreid, zoodat de tot nu toe op een klein breid, zoodat de tob nu toe op .een klein terrein saamgedrongen troepen, wat meer ruimte kregen. De-linie loopt nu noord waarts en vereenigt zich met de Btelling van het corps bij Anaforta. De Britten behielden de eerste heuvels en hebben zich vastgezet beneden den kam van Chunuk Bair, aan den top van de Rhododendron- keten. Hie" zijn do Engelschen ingegraven en wachten zo met vertrouwen den tijd voor een tweede poging af. De vredesgeruchten. ROME. Heb officieus© orgaan van het Vatikaan zou Maandag officieel mededee- len, dat de geruchten, als zou de Paus een schrijven hebben gezonden aan president Wilson omtrent stappen ten gunste van den vrede of dat hij een oproep voor dit doel zou afkondigen, van allen grond ontbloot zijn. WASHINGTON. Bijna tezelfder tijd dat kardinaal Gibbons de vredesboodschap van den Paus aan den President aanbood, is van bevoegde zij do bekend geworden, dat de Duitschers aan de regeering te Washington te kennen hebben gegeven, dat voorstellen omtrent vredesbesprekingen te Berlijn aan nemelijk zouden worden gevonden, NEW-YORK. Ondanks de ontkenning uit Rome, dab de Paus aan kardinaal Gibbons eenige bijzondere geschreven boodschap aan president Wilson medegaf, blijven de bla den de mondelinge mededeeling van den kardinaal aan den president bespreken. Een dier mededeelingen zegt, dab de kardinaal Wilson's aandacht vestigde op het feit, dat do ontzetbende verwoesting van mensehen- levens en kapitaal spoedig zal moeten lei den tot staking der vijandelijkheden, tenzij nieuw bloed en nieuw geld in den warrel- stroom worden geworpen. De „Evening World" zegt, dat alleen heb dreigende tekort aan menschen en geld de Duitsche bondgenooten kan uitputten. De ontzettende strijd zelf maakt hen niet beangst. Onadnks de ontzettende spanning is het militairisme nog krachtig, heersch- zuchtig, trotsch. Het is nog lang niet ter neergeslagen. Zouden de vredestichters zulk een toestand willen laten voortbestaan? Verschillende bladen verklaren het on denkbaar, dat Wilson nieuwe vredespogin gen zal aanwenden binnen de eerstvolgende twee jaren. De „Hesperian" getorpedeerd. QUEENSTOWN. De Engelsche pakket boot „Hesperian" met 600 passagiers aan boord is Zaterdagavond ter hoogte van Fastnet Rock (ten zuiden van Ierland) getorpedeerd. De boot is niet gezonken. De geredden kwamen zonder kleederen te Queenstown aan. Ook een zeilschip werd in den grond ge hoord. LONDEN. De kapitein en twintig man blijven aan boord. De passagiers en een gedeelte van de équipage zijn te Queens town aangekomen. Er is hulp uitgezonden naar de pakket boot. Men hoopt haar naar de haven te kunnen sleepen, De „Hesperian" is, naar nader wordt gemeld, getorpedeerd zonder voorafgaande waarschuwing. De Amerikaansche consul te Queenstown bericht, dat geen Amerikanen het leven' hebben verloren bij het te gronde gaan van de „Hesperian". De reeders van de „Hesperian" verlda- meening daarover uit en wachten alvorens een beslissing te nemen, nadere mededeelin gen af of er Amerikanen aan boord waren en of er gewaarschuwd is. In officieel© kringen is men echter van meening, dat de vriendschappelijke betrek kingen wederom in gevaar zijn. Eon Russisch succes In do Zwarte Zee. PETERSBURG. Er zijn van gezag hebbende zijde nadere berichten ont vangen over een botsing tusschen twee Russische 'torpedobooten en den krui ser „Hamiddeh", benevens twee Turkscbe torpedobooten, welke voor de Russische schepen gunstig afliep. Men weet, dat het stelsel om Konstanüinopel van steenkolen te voorzien door middel van een aantal zeilschepen volkomen fiasco heeft geleden. Thans trachten de Turken een ander systeem te volgenvier groote teansport- schepen en een barkas mét kolen gevuld, zetten koers naar den Bosporus onder be scherming van een afdeeling oorlogsschepen, onder welke de kruiser „Hamidieh", 3800 tonnen groot en bewapend met twee kanonnen van 15 cm. en 8 kanonnen vaD 12 cm. De „Hamidieh" werd begeleid door twee der meest moderne torpedobooten elk van 620 ton. Op 5 dezer in den morgen ont moetten de beide Russische torpedobooten „Pronzitelny" en „Bystry", elk bewapend met 3 kanonnen van 10 cm., den vijand. Ondanks de groote overmacht -an den vijand vielen de Russen zonder aareelen aan. Het gevecht duurde ongeveer drie uren. De vijand nam de vlucht in de rich ting van den Bosporus, toen eenige zware treffers de „Hamidieh" hadden geraakt, waardoor o.a. een zesduims kanon buiten gevecht werd gesteld. De „Pronzitelny" en de „Bystry", die onder bevel stonden van kapitein prins Troebetskoj, vervolgden den vijand en beschoten hem hevig. Toen de vijand Kaap Kef ken omvarend den Bospo rus naderde, versperden onze torpedobooten den. weg aan de kolentransportschepen die in zee waren gebleven ter hoogte van Songuldak. Deze transportschepen werden in den grond geboord. Zoo hebben onze torpedobooten dus niet slechts een nuttig werk verricht, maar ook een der schitterend ste bedrijven uit dezen oorlo-v Een onderzeeër In den grond geboord. KONSTANTINOPEL. Het hoordkwar- tier meldt: Ons kustwachtschip „Bahr-Sefid" bracht door artillerievuur in de Zee van Marmara, Z.-W. van Armoedloe een'vijandelijken on derzeeër tot zinken. De bemanning kon niet worden gered. Een drïemastor gezonken. LONDEN. Volgens een Lloyds-beric-ht i's" de Noorsche driemaster-barlc „Glimt" gezonken. De bemanning (14 koppen) is Zondagochtend behouden geland. LONDEN. Lloyds bericht: Het Deen- scho stoomschip „Froo" is gezonken. De kapitein en 18 man van de équipage zijn gered. (Vermoedelijk wordt hier bedoeld hef s.s. „Frode", van Buenos-Ayres naar Malmö bestemd. Dit stoomschip, groot 1875 br. tons, gebouwd in 1893, behoorde aan de Dampsk. S. Gorm, to Kopenhagen .Red.) Een gered Nederlander. Te "Wildorvank (Gr.) heeft zijn familie ge heel onverwacht bericht ontvangen van den ouden matroos Jan Sluiter, vroeger "vracht rijder van Veendam op Hoogezand, dat hij behoort heeft tot de bemanning van het door Dit is een plaat naai' een Duitsch tijdschrift en dus waarschijnlijk wat eenzijdig gekleurd, Maar dat er wel iets van dezen aard is voorgevallen, in 't Oosten vooral er valt haast niet aan te- twijfelen. Zij stelt voor, hoe de Russische troepen vluchtten, maar niet met leege handen. Karren en wagens zijn volgeladen mot geroofd goed van allen aard, meestal uit huizen, waarvan de bewoners voor dien tijd gevluoht waren anderen dragen, wat zij meenamen op den rug, of hebben het opgehoopt op hun paard. En haastig gaat het voort, de paaiden worden aangespoord tot woesten r6n, want de Duitschers en Oostenrijkers zitten hen achterna. ren, dat niemand bij do ramp het leven heeft verloren. Dat het schip opzettelijk in den grond is geboord, zoo worclb nader uit Londen ge seind, blijkt wel uit de mededeelingen van de passagiers. Het was prachtig weder en velen hadden zich na het diner op dék begeven, waar zij spraken over de aangename reis in de mee- nino-, dat zij buiten do gevaarlijke zone waren. Plotseling werden de dekstoelen door een hevigen schok omvergeworpen. Daarop volgde de ontploffing. Een groote water zuil hoog als een mast, steeg omhoog en viel'daarna neder op het dek, zoodat allen doornat werden. De kapitein, die schitte rend zijn koelbloedigheid bewaarde, liet met grootcn spoed do booten neer, waarin eerst do vrouwen en kinderen en vervolgens de andere passagiers plaats namen, terwijl de kapitein en de officieren aan boord bleven. Daar het bijna donker was, was de onder zeeër natuurlijk piet gezien. (Het s.s. „Hesperian", groot 10,920 br. tons, gebouwd in 1908, behoort aan do Allan Line S.S. Co. Ltd., te Glasgow. Red.) WASHINGTON. President Wilson en minister Lansing vernamen do tijding van het torpedeeren van de „Hespe rian" door de telegrammen aan de pers. Zij spraken geen yan beiden een de Duitschers getorpedeerde Engelsche stoom schip „Lusitania". Na drie uren in zeo te hebben rondgedreven, was het Sluiter gelukt in een reddingsboot te komen. Daarmee heeft do bemanning nog 18 dagen in zeo rondgezwalkt. De anders niet teevgevoeligo zeeman schrijft dat het een wree- den aanblik opleverde te zien, dat binnen enkele minutan 1400 menschen in do golven hun graf vondon. Na aankomst in Engeland is de man in het hospitaal te Liverpool opgenomen, waar hij nog verblijven moot als cm gevolg van hetgeen hij bij do scheepsramp heeft moeten lijden. Te groote verliezen aan duikbooten? Do „Külnische Ztg." schenkt haar aandacht aap het thans vooral iu do Engelsche pers op duikende gerucht, dat Duitsehland geweldige verliezen aan duikbooten moet hebben geleden en dat dit do eigenlijke oorzaak zou zijn van 'Duifesolilaml's bereidwilligheid tegenover Amerika om zijn duikboottactiek te wijzigen. Het Keulsche blad noemt dit een dwaasheid en zegt er het volgende van „Duitsehland heeft geenszins de staking van den duikbootoorlog tegen vijandelijke «handels schepen aangekondigd, maar slechts deze con- sessie gedaan, dat vijandelijko passagierssche pen niet meer zonder waarschuwing en niet zonder dat aan non-combattanten aan boord gelegenheid tot redding wordt geboden, in den grond geboord zullen worden, altijd onder voor waarde, dat de schepen niet trachten te ont vluchten of zelfs tegenweer bieden. Ofschoon wij hopen en gelooven ,dat de nieuwo bewa- pening onzer duikbooten met vèr-dragend ge- 1 schut hun het ontreden zal vergemakkelijken, zoo is toch wel duidelijk, dat zij hierbij aan gvootere gevaren zijn blootgesteld dan wanneer zij zonder waarschuwing optreden. Wij zouden dus eerder de kans loopen, onze beweerde groo te verliezen aan booten on manschappen0 nog te vermeerderen op den nieuwen weg," dien wij besloten hebben ,in te 6laan. En toch zouden onzo verliezen do reden der verandering zijn! 1 Een zeegevecht. Iu dè „Moniteiir de la Flotte" wordt ecu© beschrijving gegeven van een gevecht tusschen Fransche en Duitsche torpedoja gers, waarbij een der laatsten bij Ostende in den grond werd gehoord. Toen'de kapitein van het Fran3che schip den Duitsoher ii: het gezicht kreeg, twijfelde hij eerst aan zijne nationaliteit en seinde liomwaarop met kanonschoten werd geantwoord. „Wij waren ongeveer op een mijl afstaan! van elkaar," zoo gaat het verhaal verder, „toen het bevel werd gegeven om het vuui te openen, maar de vijand had een zwaarden kanon dan wij. Bovendien begonnen nu ook kogels uit een mitrailleur om ons te vliegen, na een kwartier echter verzwakte het vuur van den vijand en zagen wij hem full-speed in de richting van Ostende weg varen. Toen vergrootten wij ook onze snel heid, terwijl wij bleven doorvurem. Toen de Duitsohe torpedojager nog slechts een 100 meter van ons af, zagen wij dat li ij in zinkenden toestand verkeerde. Hij vuur- de nog, maar slecht. Toen lanceerden wr een torpedo. Een ontploffing volgde, een waterzuil spoot hoog de lucht in en iu bwco minuten was alles voorhij I Dertig maanden op zee. Een „Exchange''-telegram uit Parijs be vat een bericht, dat uit Toulon aan da „Matin" werd geseind, dat daar ecu kleine gepantserde kruiser is binneugelou pen na dertig maanden op zee te zijn ge weest, zonder in dien tijd in een haven to zijn binnengeloopen Het schip bevond zich reeds iderhalf jaar vóór het uitbreken van den oorlog in de wateren in het Verre Oosten en heeft daarna ook aan de operaties bij Gallipoli deelge nomen, _Vóór het schip de haven binnenliep, ging admiraal Boué de Lapeyrèré aan boord en reikte hij eereteekenen uit aan de offi cieren en de bemanning. De Engelsche onderzeeër ,,E 13" geïnterneerd. Uit Kopenhagen wordt aan Reuter's Bureau bericht, dat de „E. 13", die onlangs op de Deensche kust door Duitsche torpedo jagers gebombardeerd wercl, is gelicht en naar Kopenhagen gebracht, waar het vaar tuig tot het einde van den oorlog zal blijven. Duikbooten op de Noorsche kust. Uit Christiania wordt aan de ,,B. Z. a. Mr' geseind-, dat Zaterdagavond (28 Aug.) logon half acht van Stavanger uit een groote Duit sche duikboot vóór de kust van Jaedern werd waargenomen. Het was een hoot van reusach tige afmetingen. Plotseling ontdekte de duik boot een Zweédsche stoomboot, dio in noorde lijke richting voer» De duikboot ging met volle vaart de Zweedsche boot achterna. Toen de duikboot de nationaliteit van het stoomschip op grooten afstand vastgesteld had, draaide zij bij en liet de Zweedsche boot ongehinderd door- stoomen. Dagelijks varen Duitsche duikbooten langs de kust van Jaedern. Vroeger zag men niet half zoovele duikbooten en waren die ook half zoo groot. De laatste duikboot dio gezien werd overtreft in grootte allo vorigen. Van Obrestad, aan de Zuidwest-kust, heeft men in den laatsten tijd ook velo duikbooten waar genomen. De booten varen gewoonlijk zeven zeemijlen van do kust verwijderd in Noordelijke richting. De onderzeeërs-oorlog. Langs den omweg van een Iteuter-bericht, zoo zegt do Frankfurter Ztg., verneemt het Duitsche publiek, dat de regeering van liet Duitsche Rijk voortaan het beginsel wil huldi gen, dat passagiersschepen niet zonder vooraf gaande waarschuwing door duikbooten zullen worden aangevallen. Daarmee, zoo constateert hot blad, wordt aan een eisch voldaan, die ook in do Frank furter herhaaldelijk werd geformuleerd: be scherming van passagiersschepen. Maar dit betoekont niet een terugkrabbelen van de Duitsche regeeving. Wanneer de be scherming voor passagiersschepen tot dusver nog niet volkomen in practijk kwam, dan lag dit slechts hieraan, dat .eerst oenige vooraf gaande punten geregeld moesten worden. Aan den anderen kant legt do Frankfurter don Engelschen en Franschen berichtgevers ton laste, dat zij verborgen willen houden, dat En geland aan Amerika belangrijke concessies heeft moeten doen. Volgens het Duitsche blad was het Enge- land's schuld, dat het begripsverschil tusschen passagiers- en vrachtschip tijdelijk werd opge heven. En door het herstel van het beginsel zal Duitsehland geen schade lijden. Het be houdt zich voor, eventueel óók passagierssche pen in den grond te blijven boren. Waar het voor do Duitschers op aankwam, dat was, dat zelfs schepen van de snelheid der „Lusitania" niet veilig waren. Valt echter de reden weg voor het felle jacht maken op verkapte muni tie-vervoerders, dan is er ook geen reden meer, tusschen passagiers- en vrachtschepen geen on derscheid te maken. Voor de Duitsche zeelieden is er „edeler wild" Zij zullen met hun strooptochten den Engelschen handelsoorlog blijven bestrijden en steeds als hun hoogste doel den strijd tegen do marine van den tegenstander beschouwen. Gezantschap bij den Paus. De heer C. D. Sckuller tot Peursum, ge- zantschaps-secrefcaris, is toegevoegd aan den tijdelijken en buitengewonen gezant van Nederland bij bet Vaticaan. Hij is reeds naar Rome vertrokken. C. Nijenhuis f. Te 's-Gravonkago is op 53-jarigon leeftijd overleden de heer C. Nijenhuis, gepensionneerd luitenant-kolonel der artillerie van het Oost- Indische leger en administrateur yan het Ko ninklijk Conservatorium, voor muziek aldaar. Uit de Staatscourant. Bij K. B. is den off. v. gcz. 1ste kl. L. van den Steen van Ommeren verg. vorleend tot het aannemen en hot dragen van de ordeteekenen ridder 3de kl. Orde van Módjidié van Turkije. Commissies vergoeding wegens kostwinner schap. Door den Commissaris der Koningin in Gelderland is aangewezen tot voorzitter der commissie, die do Ministers van Oorlog on van Marine van voorlichting zal dienen nopens be zwaarschriften van door de Burgemeesters genomen beslissingen op aanvragen om ver-

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1915 | | pagina 2