3 SÖÏL.D AT'E::NrOC5ï5s®E;j& :Kri* •v'M.ri woënsöag O fecptomtoor 1915
TURKIJE.
VEREENBGDE STATEN
OF ZEE.
Binnenland.
legerzak@&L_
De Engelschen doen hier een aanval op den vijand bij het dikwijls genoemde
plaatsje Hooge in 't Zuiden van België. Men ziet den aanvalsoorlog in vollen gang,
de loopgraven zijn verlaten en men gaat den vijand bestoken, die ook de zijne heeft
verlaten. Het gevolg zal zijn een bajonet-aanval, zooals er zoo dikwijls plaats hebben
op dit Westerfront, maar geweer- en geschutvuur gaat daaraan vooraf en we zien
do granaten neervallen en ontploffen. Geheel rechts een puinhoop van een huisje,
waarvan alleen eenige 'Stukken van muren zijn blijven staan.
in meer noordelijke richting. Er werden
meer dan 400 man gevangen genomen en
drie machine-geweren buit gemaakt.
Legergroep van g ener aal-v cldniaar schalk
Von Mackensm: Het bruggenhoofd van Bo-
reza is door den vijand oncler den druk van
onzen aanval ontruimd.
In de streek van Drohiczyn en ten zui
den daarvan bood de vijand gisteren nog
maals tegenstand; de aanval duurt voort.
Zuidoostelijk oorlogstooneel. Het leger
van generaal graaf Bothmer beeft een aan
tal vijandelijko voorgeschovén Gtellingen
-aan den westelijken oever van de Sereth
bestormd.
WEENEN. De Russen bieden ons bij ons
vcortdringen in Oosfc-Gialicië en Wolbynië
hevigen tegenstand.
Een aanval der Russen aan de Bessarabi-
eclie grens kwam tot staan voor onze ver
sperringen. Daarbij werden een groot aan
tal vijandelijk© bataillons uiteengeslagen.
Ten oosten van de Sereth drong de vijand
met zijn gewone verkwisting van menschen-
materiaal een onzer loopgraven binnen, In
een gevecht van man tegen man werd hij
teruggeslagen, waarbij hij een groot aantal
dooden en gevangenen in onze handen
moest achterlaten.
Ten westen van Tarnopol namen de Oos-
tenrijksch-Hongaarscbe en Duiteche troepen
uitgestrekte vijandelijke verschansingen. Bij
Zalocz veroverden wij een Russisch steun
punt. Ten oosten van Brodv en in WoLhy-
nië vordert onze aanval langzamerhand.
De in den vestingdriehoek strijdende
Oostenrijkqch-Hongaarsche troepen hebben
in de laatste élagen ongeveer 30 Russische
officieren en meer den 3000 manschappen
gevangen genomen.
Crodno.
BERLIJN. De avondbladen schrijven
Grodno was de laatste groote Russische
vesting met een buiten- en een binnen-
fortengoTdel. De buitenste, gedeeltelijk nog
tijdens den oorlog aangelegd, dus zeer mo
dern, was 60 K.M. lang.
Eenige dagen geleden werden eenige wes
telijke forten veroverd, terwijl andere door
de Russen werden ontruimd, zoodat Donder
dag reed3 de inneming van het geheele weste
lijks front kon worden bericht. Donderdag
gevecht van huis tot huis in de stadtwee
divisies trokken toen over den Njernen.
Vrijdag trokken de Russen in oostelijke
richting af.
Alle fronten zijn door ons' bezet.
Wij mogen er trotsch op zijn dat onze
troepen, die gewoon zijn te overwinnen, ook
dit sterke, moderne bolwerk zoo spoedig
bemachtigden."
Brug in de fucht gev'ogen.
STOCKHOLM. Een onlangs hier uit
Finland aangekomen persoon deelde
aan do redactie van „Aftonposten"
mede, dat de spoorwegbrug over de
Pajoviken bij Ekenaes (havenstad aan den
ingang van een diep fjord aan den noor
delijken oever van de Finsche Golf), die
sedert het begin van den oorlog onder
mijnd was, door een bliksemslag, die de
mijnen deed ontploffen, vernield is. Do
ontploffing was vreeselijlc. De wachtpost
werd onmiddellijk gedood. Groote brokken
steeuen werden tot in de stad geslingerd.
De brug was 300 M. lang.
Een Russische conferentie.
In Rusland is een conferentie ingesteld,
die zich vooral zal bezighouden met voor
ziend) van brandstoffen en voedsel aan
het land en munitie aan het leger. De
Tsaar heeft Zaterdag een toespraak tot de
conferentie gehouden. Hij zeide: „De
quaest-ie, waarover de speciale conferentie
voor de nationale verdediging te beraadsla
gen zal hebben, is de ernstigste én de meest
belangrijke van het oogenblik. Zij betreft
een betere uitrusting van ons leger met
munitie, het eenige, waarop onze dappere
legers wachten om den inval der vreemde
lingen tot staan te brengen en het succes bij
onze troepen te doen terugkeeren.
De wetgevende lichamen, die ik tot e?n
zitting heb bijeengeroepen, hebben vast
beraden en zonder de minste aarzeling .het
eenige antwoord gegeven, dat Rusland
waardig was en dab ik van hen verwachtte,
n.l. dat de oorlog moest volgehouden wor
den tot een volkomen overwinning is be
vochten.
Ik twijfel er niet aan, of dit is de opvat
ting van het geheele land. Het ernstige
besluit echter, dat wij hebben genomen,
brengt mede, dat wij al onze krachten moe
ten inspannen. Dat denkbeeld is reeds
algemeen geworden, nriar het is iioodig bet
binnen den kortst mogelijken tijd in prak
tijk te brengen. En daarvoor moet uwe
oonf eren tie dienen.
Deze conferentie veroenigt voor een ge-
meenschappelijken en golidairen arbeid de
regeering. de vertegenwoordigers der wet
gevende lichamen, der openbare instellingen
en onze industrieelen, in één woord dus het
geheele zaken-Rusland.
Met volkomen vertrouwen heb ik u bui
tengewone bevoegdheden verleend en ik zal
met de grootste opmerkzaamheid uwen
arbeid volgen cn er zoo noodig deel aan
nemen. Wij hebben een groote taak voor ons
en zuilen daarvoor de krachten van het
geheele land inspannen.
Laten wij voor een oogenblik elke andere
zorg rusten, ook al mocht zij ernstig zijn
en den staat betreffen, althans wanneer zij
voor het huidige oogenblik niet van pver-
vegend belang is,
Niets mag onzo gedachten, onzen wil en
onze krachten afhouden van het thans
eenige doel, n.l. den vijand te verjagen van
ons gebied.
Voor dit doel moeten wij in de eerste
plaats voor een volledige militaire uitrusting
van ons actief leger en van de troepen, die
onder de wapens zijn, zorgen. Die taak is
u thans toevertrouwd. Ik weet, dat gij al
uwe krachten en al uw vaderlandsliefde aan
de vervulling daarvan zult wijden.
Aan den arbeid met Gods hulp."'
De strijd bij Bialystock.
Over den strijd in den omtrek van Bia
lystock schrijft dr. Stephan Steiner in den
„Berliner Lokal-Auzciger" uit [VVisniewe
d.d. 19 Augustus;
Terwijl de troepen op den weg Nowogrod
Lomtka, opdringende, Lom tb a veroverden, had
den de naburige afdeeiingen. ten zuiden van
dezen weg een harden strijd te bestaan met
den vijand, dio zich met de kraakt der wanhoop
verdedigde. Ongeveer acht kilometer ten oosten
van 'de Roesbeck stond do vijand in een goed
uitgezochte stelling, waarvan het middelpunt
de hoogten bij Oesznik waren. Daar ontspon
zich een hevig artillerie-gevecht, dat na een
lange en keeto worsteling tot resultaat had,
dat de Russen deze stelling opgaven. De strijd
om do hoogte 149 ging verbitterd verder en
langzaam opdringend, gelukte het onzen troe
pen ook deze fel verdedigde hoogte in bezit te
nemen. In het hoschterrein ten noorden van
Oeszuik hield de vijand nog eens stand. Hij
werd geslagen en betrok nieuwe stellingen bij
Szepankowo. Een moordend nacktgêveckt werd
geleverd om de kerk van Szepankowo. Want
van het bezit van dit punt hing het verdere
lot van de stelling van Wierzbowo-Wiepiechy
af. Het met nieuwe reserven en vermeerderde
artillerie versterkte vijfde Russische corps, dat
reeds in den strijd om den overgang van de
Naref, bij den mond van de Szkva merkwaar
dige teekenen van taaiheid gegeven had, hield
ook de stelling bij do kerk. Het artillerievuur
kon den vijand niet aan het wankelen brengen
en sterke infanterie moest in het vuur ge
bracht worden om dit gewichtige punt den
vijand in storm te ontnemen. In stidonkeren
nacht werkte onzo infanterie zich voorwaarts
en bereikte onder hevig vuur van den vijand
diens stelling, dio tot het uiterste op een strijd
was ingericht. Op bestormingsafstand gekomen,
bewerkten onze troepen do vijandelijke loop
graven eerst met handgranaten en toen zij
deze daarmede overstelpt hadden, gingen de
onzen met de bajonet op den vijand los. Wat
zich daar in den donkeren nacht heeft afge
speeld, is onbeschrijfelijk. Het huilen en jam
meren der gewonden en van do stervenden
vervulde do lucht. In het donker kletterden de
bajonetten en met doffen slag verpletterden de
geweerkolven schedel. Ondanks de schitte
rende houding van do Russische infanterie, die
zich in haar loopgraven letterlijk liet dood
slaan, was haar lot, nederlaag en vernietiging,
over do geheele bestormde linie.
Bij liet aanbreken van den morgen zag men
dat liet tooneel van dezen strijd nog slechts
een lijken veld was. Na den val van de kerk
van Szepankowo hing do stelling Wiersbowo
Wiepiechy in do lucht, en om niet van den
hoofdtroep afgesneden te worden moest de
vijand haar bijna zonder strijd ontruimen, door
onze troepen op den voet gevolgd. De terug
tocht van den vijand kwam eerst in het bree-
de hoschterrein van Tsjerwonts tot staan. Had
de vijand in dit moeilijk overzienbaar terrein
krachtigen weerstand geboden, dan hadden
onze troepen het nog hard te verantwoorden
gehad, om dit gedeelte to zuiveren. De Russen
boden hier echter zwakken tegenstand en
slechts aan den oostelijken heuvelrand van het
bosch speelden zich (levendige achterhoede-ge
vechten af. Dit verrassende terugwijken uit
deze van nature zoo gunstige stelling kan
slechts aan de omstandigheden toegeschreven
worden, dat de Russen terecht vreesden voor
een overvleugeling van hun stellingen door uit
Lomtha oprukkende troepen. In deze achter
hoede-gevechten toonden de Russen zich weer
eens meestc-rs in het terugtrekken. Zij gebruik
ten vooral hun artillerie met bijzondere han
digheid om hun achterwaartsehe bewegingen
te dekken. Do terugtocht van de vijandelijke
troepen scheen geheel volgens hun plan plaats
te vinden en reeds op do linio PuckotyMile
WiepiechyJablond stelden zij zich langs de
Jablond-beck tot nieuwen tegenstand op. Voor
al de hoogte 236 is het tooneel van do hevigste
gevechten geweest, tot het handgemeen toe.
Onzo troepen vechten hier onder do ongunstig
ste omstandigheden. Zij marcheeren en strij
den in oen moeras, waarin zij tot de knieën
wegzinken. Bovendien bij koud, nat weer. Deze
hindernissen kunnen onze troepen echter niet
meer tegenhouden. Ook dit gedeelte wordt on
der levendige gevechten genomen en wij berei
ken de stelling KonopkiBorn wie. De vijand
gebruikte den nu volgenden pikdonkeren nacht
om zijn stellingen ongomorlit to ontruimen.
Wij gaan hem achterna, ofschoon de nevel deze
vervolging niet begunstigt. Om elf uur 's mor
gens trekt de mist op en uit bun verhoogde
stellingen zien onze troepen, dat do vijand in
wilde verwarring vlucht. Infanterie, artillerie,
in eindcloozo colonnes, con verwarde massa door
elkaar. Natuurlijk gebruikte onze artillerie de
gunstige gelegenheid om don vluchtenden vijand
zoo veel mogelijk afbreuk to doen en op de bon
te menigte van vluchtelingen valt een vernie
tigende kogelregen neer.
Voor den volgenden dag schijnt do tegen
stand van den vijand gebroken to zijn, want
zonder verdere zwarigheden komen onze troe
pen over het oostelijk zich uitstrekkende moe-
rnstovroin van de .Tablond en vervolgen den
vijand .wiens terugtocht in een vlucht ont
aardt. waarbij de manschappen hun wapens
wegwerpen, do wagens in den steek laten -en
zelfs do hij de Russen zoo schaarscho artülerie-
ammunitie laten staan. Deze wilde terugtocht
gaat tot den Slina-sector, waar het den aan
voerders blijkbaar gelukt, weer orde te bren
gen in hun in paniek verlccerond'o troepen en
ze tot nieuwen tegenstand te dwingen. De ver
liezen van de Russen waren in dezen striid van
vier dagen weer geweldig, want, onze artillerie
vorvoWlo do zieh steeds terugtrekkende troe
pen zoo krachtig mogelijk. Ook werden in
^deze gevechten ruim zfts honderd gevangenen
gemaakt, twee machinegeweren, twee lichte ka
nonnen en een zwaar stuk veroverd.
De strijd om don Slina-6ector was niet ge
makkelijk. Men heeft ontdekt, dat de vijand
daar sterke trcepen-afdeelingen van andere
gevechtsterreinen heen gebracht had en daar
mee do talrijke hoogten langs de Slina bezet
lliield. Ook do artillerie van don vijand werd
aanzienlijk versterkt, zoodat onzo troepen, die
in don nacht van den 14en probeerden naai
den andereu kant to komen, terug gedrongen
werden, daar vijandelijk© af dodingen, die zich
in het noordon aan den westrand van de Slina
bevonden, offensief optraden en trachtten
onze troepen in den rug to vallen. Deze aan
vallen worden met een volle divisie ton uitvoer
gelegd. De aanvallende divisie was uit Galicie
gehaald om do troepen hier te versterken. Ze
ven maal trachtten de Russen hier vooruit te
komen en do aanvallen, die 's middags begon
nen, werden tot laat in den nacht voortgezet.
Zo stuitten echter allo af op de taaiheid van
onze troepen, ofschoon deze sterk in de min
derheid waren. Do laatste stormaanval bracht
de Russen tot onzo loopgraven, maar ook deze
bajonetaanval werd onder zware verliezen aan
beide zijden afgeslagen. De tegenaanval van
onze troepen, die daarop volgde, gelukte.
Het voorterrein van onze stellingen werd
gezuiverd en onze troepen brachten drie hon
derd gevangenen mee. De strijd om den Slina-
sector duurde met afwisselend geluk tot den
16en Augustus. Op dezen dag gelukte hot on
zen troepen den westelijken oever geheel te
zuiveren en de overzijde geheel te bereiken.
Do vijandelijke achterhoede stelde zich op de
hoogte langs don oostolijken oeverrand op en
offerden zich zelf op om de aftrekkende troe
pen te dekken. Gedurende hun'terugtocht ver
nietigden de Russen alles, wat zij vonden. Het
eene dorp na het andere ging in vlammen op.
Do oogst werd plat getrapt, het vee wegge
dreven. De bevolking uit do dorpen gejaagd.
Alle bruggen vliegen in de lucht of worden
verbrand, zoodat wij slechts met de grootste
moeilijkheden vooruit komen. Nadat wij den
Slina-sector genomen hadden, drongen onze
troepen, dio sedert den 13eh Augustus dag en
nacht in het vuur waren geweest en ook zeer
onder het weer te lijden hadden gehad, voor
waarts tegen het sterk aangelegde bruggen
hoofd van Tykozyn. De Russen moesten sterke
troepenmassa's verzameld hebben om zich an
dit moeilijke terrein te verdedigen en onzen
troepen een verder opdringen naar Bialystock
onmogelijk to maken. •Ofschoon de gevechten
hier hevig zijn, komen onze troepen langzaam
maar zeker vooruit, zoodat in de komende da
gen de stellingen bij Tykozyn omvat zullen
zijn.-
Twee derden van het leger verloren?
De „Vossische Ztg. beweert langs indirecten
weg uit Petrograd to hebben vernomen, dat
de Russische minister van Oorlog een memo
rie voorlegde aan do Doema-commissio, waar
uit zou blijken, dat het Russische veldleger tot
dusver aan dooden, gewonden en gevangenen
68 pet. zijner totale sterkte verloor.
Volgens do „Baselcr National Ztg." bedra
gen de Russisch o verliezen, van het begin van
den oorlog tot 15 Augustus: aan officieren
223.172, waarvan 43.124 gedood, 161.443 ge
wond en 18.605 vermist.
Het totaal verlies aan manschappen be
draagt 54 millioen.
ITALIË.
Italië en Oostenrijk.
Zaterdag ontwikkelden de Italianen op de
hoogvlakte van Doberdo een verhoogde,
maar totaal vruchteloozo bedrijvigheid. Na
dat enkele punten door hunne artillerie hevig
waren beschoten, deden zij reeds 's voor
middags verschillende aanvallen aan den
weg ten westen van San Martïno. Deze wer
den echter alle afgeslagen. Onzxi artillerie
richtte groote verwoestingen aan onder den
terugtrekkenden vijand.
Tegen den avond nam het geschutvuur
toe; daarop volgden weder enkele aanval
len door de infanterie, die alle met groote
verliezen aan de zijde der Italianen afge
slagen werden.
In Zuid-Tirol werden twee vijandelijke
compagnieën, die onze posten te Marco
aanvielen, op de vlucht gedreven.
Aan de Dardaneilen.
KON3TANTINOPEL. Het hoofdkwar
tier meldt: Aan de Daïdanellen in het
front hij Anaforta vernielde onzo artillerie
ten zuiden van Azamkdere-een vijandelijken
mitrailleur.
Onze verkenningscolonnes overvielen bij
verrassing op verschillende plaatsen de vij
andelijke loopgraven en maakten een groo-
ten voorraad oorlogsmateriaal en telefoon
materiaal buit.
Bij Arï Boernoo viel niets van beteekenis
voor. Bij Sedd-ul-Balir beschoot de vijand
den 2en September te land en ter zee twee
uren lang, zonder resultaat Altsjitepe en
omstreken. Op den linkervleugel veroor
zaakte ons vuur een ontploffing in de
vijandelijke stelling, waarbij een mijn, die
wij doden ontploffen, de ijzerdraadversper
ring van den vijand vernielde, die ter be
scherming tegen onze bommen was aange
legd-
Verder is niets van belang voorgevallen.
Op Galllipoli.
De beer Ashmead Bartlett zendt aan de
„Times" een zeer uitvoerig verslag van
den strijd op Gallipoli na de landing aan
do Soevia])aai, een strijd die vier dagen cn
nachten duurde en die geleverd werd onder
voor de Britten zeer ongunstige voorwaai
den. Uit het relaas blijkt, dat er met groote
verwoedheid aan weerszijden werd gestre
den cn dat de Turken in groote sterkte
tegenaanvallen ondernamen. In het verslag
tre'ft de mededeeling die een verklaring
is van het groote verlies aan officieren, dat
de Britsche troepen hier lijden dat gene
raals en kolonels met geweer en bajonet
medevocliten aan de zijde van de troepen
in de vuurlinie. Men streed in handgemeen
tusschen het struikgewas, dab de hellingen
der hoogten bedekt cn tal van officieren
sneuvelden, onder wio generaal Baldwin.
Geleidelijk werd do vijand terugcdrevgcn
en het terrein, dat do Britten eerst moesten
ontruimen, werd herwonnen. Op den lOden
herhaalde de vijand voortdurend zijn aan
vallen, maar met steeds minder kracht en
hij slaagde er niet in do Britten uit do zoo
moeilijk veroverde posities te verdrijven.
Tegen den avond stierf liet gevecht gelei
delijk af, ten gevolge van de uitputting van
beide legers, dio niet meer tot physieke
inspanning in staat waren. Vier dagen eii
nachten hadden de Engelschen, Australiërs,
Nieuw-Zeclanders, Gocrkha's, Sikhs en
Maoris den strijd tegen de Turken volge
houden, te miden van heuvels, 'dongas en
ravijnen, 900 voet boven de zee, waar al
het water, do rations, de munitie moesten
worden heengedragon langs paden, die niet
bestaan, behalve op do kaart, terwijl alle
gewonden in een tropische hitte naar bene
den moesten worden gedragen.
ïntusscheu was het eenige resultaat, dat
de z.g. Anzac-positie, de stelling der
Australiërs en Nieuw-Zeelanders, werd uit
gebreid, zoodat de tot nu toe op een klein
breid, zoodat de tob nu toe op .een klein
terrein saamgedrongen troepen, wat meer
ruimte kregen. De-linie loopt nu noord
waarts en vereenigt zich met de Btelling
van het corps bij Anaforta. De Britten
behielden de eerste heuvels en hebben zich
vastgezet beneden den kam van Chunuk
Bair, aan den top van de Rhododendron-
keten. Hie" zijn do Engelschen ingegraven
en wachten zo met vertrouwen den tijd voor
een tweede poging af.
De vredesgeruchten.
ROME. Heb officieus© orgaan van het
Vatikaan zou Maandag officieel mededee-
len, dat de geruchten, als zou de Paus een
schrijven hebben gezonden aan president
Wilson omtrent stappen ten gunste van den
vrede of dat hij een oproep voor dit doel
zou afkondigen, van allen grond ontbloot
zijn.
WASHINGTON. Bijna tezelfder tijd dat
kardinaal Gibbons de vredesboodschap van
den Paus aan den President aanbood, is van
bevoegde zij do bekend geworden, dat de
Duitschers aan de regeering te Washington
te kennen hebben gegeven, dat voorstellen
omtrent vredesbesprekingen te Berlijn aan
nemelijk zouden worden gevonden,
NEW-YORK. Ondanks de ontkenning uit
Rome, dab de Paus aan kardinaal Gibbons
eenige bijzondere geschreven boodschap aan
president Wilson medegaf, blijven de bla
den de mondelinge mededeeling van den
kardinaal aan den president bespreken. Een
dier mededeelingen zegt, dab de kardinaal
Wilson's aandacht vestigde op het feit, dat
do ontzetbende verwoesting van mensehen-
levens en kapitaal spoedig zal moeten lei
den tot staking der vijandelijkheden, tenzij
nieuw bloed en nieuw geld in den warrel-
stroom worden geworpen.
De „Evening World" zegt, dat alleen
heb dreigende tekort aan menschen en geld
de Duitsche bondgenooten kan uitputten.
De ontzettende strijd zelf maakt hen niet
beangst. Onadnks de ontzettende spanning
is het militairisme nog krachtig, heersch-
zuchtig, trotsch. Het is nog lang niet ter
neergeslagen. Zouden de vredestichters zulk
een toestand willen laten voortbestaan?
Verschillende bladen verklaren het on
denkbaar, dat Wilson nieuwe vredespogin
gen zal aanwenden binnen de eerstvolgende
twee jaren.
De „Hesperian" getorpedeerd.
QUEENSTOWN. De Engelsche pakket
boot „Hesperian" met 600 passagiers aan
boord is Zaterdagavond ter hoogte van
Fastnet Rock (ten zuiden van Ierland)
getorpedeerd. De boot is niet gezonken.
De geredden kwamen zonder kleederen
te Queenstown aan.
Ook een zeilschip werd in den grond ge
hoord.
LONDEN. De kapitein en twintig man
blijven aan boord. De passagiers en een
gedeelte van de équipage zijn te Queens
town aangekomen.
Er is hulp uitgezonden naar de pakket
boot. Men hoopt haar naar de haven te
kunnen sleepen,
De „Hesperian" is, naar nader wordt
gemeld, getorpedeerd zonder voorafgaande
waarschuwing.
De Amerikaansche consul te Queenstown
bericht, dat geen Amerikanen het leven'
hebben verloren bij het te gronde gaan van
de „Hesperian".
De reeders van de „Hesperian" verlda-
meening daarover uit en wachten alvorens
een beslissing te nemen, nadere mededeelin
gen af of er Amerikanen aan boord waren
en of er gewaarschuwd is.
In officieel© kringen is men echter van
meening, dat de vriendschappelijke betrek
kingen wederom in gevaar zijn.
Eon Russisch succes In do Zwarte Zee.
PETERSBURG. Er zijn van gezag
hebbende zijde nadere berichten ont
vangen over een botsing tusschen twee
Russische 'torpedobooten en den krui
ser „Hamiddeh", benevens twee Turkscbe
torpedobooten, welke voor de Russische
schepen gunstig afliep. Men weet, dat het
stelsel om Konstanüinopel van steenkolen
te voorzien door middel van een aantal
zeilschepen volkomen fiasco heeft geleden.
Thans trachten de Turken een ander
systeem te volgenvier groote teansport-
schepen en een barkas mét kolen gevuld,
zetten koers naar den Bosporus onder be
scherming van een afdeeling oorlogsschepen,
onder welke de kruiser „Hamidieh", 3800
tonnen groot en bewapend met twee
kanonnen van 15 cm. en 8 kanonnen vaD
12 cm.
De „Hamidieh" werd begeleid door twee
der meest moderne torpedobooten elk van
620 ton. Op 5 dezer in den morgen ont
moetten de beide Russische torpedobooten
„Pronzitelny" en „Bystry", elk bewapend
met 3 kanonnen van 10 cm., den vijand.
Ondanks de groote overmacht -an den
vijand vielen de Russen zonder aareelen
aan. Het gevecht duurde ongeveer drie
uren. De vijand nam de vlucht in de rich
ting van den Bosporus, toen eenige zware
treffers de „Hamidieh" hadden geraakt,
waardoor o.a. een zesduims kanon buiten
gevecht werd gesteld. De „Pronzitelny" en
de „Bystry", die onder bevel stonden van
kapitein prins Troebetskoj, vervolgden den
vijand en beschoten hem hevig. Toen de
vijand Kaap Kef ken omvarend den Bospo
rus naderde, versperden onze torpedobooten
den. weg aan de kolentransportschepen die
in zee waren gebleven ter hoogte van
Songuldak. Deze transportschepen werden
in den grond geboord. Zoo hebben onze
torpedobooten dus niet slechts een nuttig
werk verricht, maar ook een der schitterend
ste bedrijven uit dezen oorlo-v
Een onderzeeër In den grond geboord.
KONSTANTINOPEL. Het hoordkwar-
tier meldt:
Ons kustwachtschip „Bahr-Sefid" bracht
door artillerievuur in de Zee van Marmara,
Z.-W. van Armoedloe een'vijandelijken on
derzeeër tot zinken. De bemanning kon niet
worden gered.
Een drïemastor gezonken.
LONDEN. Volgens een Lloyds-beric-ht
i's" de Noorsche driemaster-barlc „Glimt"
gezonken. De bemanning (14 koppen) is
Zondagochtend behouden geland.
LONDEN. Lloyds bericht: Het Deen-
scho stoomschip „Froo" is gezonken. De
kapitein en 18 man van de équipage zijn
gered.
(Vermoedelijk wordt hier bedoeld hef s.s.
„Frode", van Buenos-Ayres naar Malmö
bestemd. Dit stoomschip, groot 1875 br.
tons, gebouwd in 1893, behoorde aan de
Dampsk. S. Gorm, to Kopenhagen .Red.)
Een gered Nederlander.
Te "Wildorvank (Gr.) heeft zijn familie ge
heel onverwacht bericht ontvangen van den
ouden matroos Jan Sluiter, vroeger "vracht
rijder van Veendam op Hoogezand, dat hij
behoort heeft tot de bemanning van het door
Dit is een plaat naai' een Duitsch tijdschrift en dus waarschijnlijk wat eenzijdig
gekleurd, Maar dat er wel iets van dezen aard is voorgevallen, in 't Oosten vooral
er valt haast niet aan te- twijfelen. Zij stelt voor, hoe de Russische troepen vluchtten,
maar niet met leege handen. Karren en wagens zijn volgeladen mot geroofd goed van
allen aard, meestal uit huizen, waarvan de bewoners voor dien tijd gevluoht waren
anderen dragen, wat zij meenamen op den rug, of hebben het opgehoopt op hun
paard. En haastig gaat het voort, de paaiden worden aangespoord tot woesten r6n,
want de Duitschers en Oostenrijkers zitten hen achterna.
ren, dat niemand bij do ramp het leven
heeft verloren.
Dat het schip opzettelijk in den grond is
geboord, zoo worclb nader uit Londen ge
seind, blijkt wel uit de mededeelingen van
de passagiers.
Het was prachtig weder en velen hadden
zich na het diner op dék begeven, waar zij
spraken over de aangename reis in de mee-
nino-, dat zij buiten do gevaarlijke zone
waren.
Plotseling werden de dekstoelen door een
hevigen schok omvergeworpen. Daarop
volgde de ontploffing. Een groote water
zuil hoog als een mast, steeg omhoog en
viel'daarna neder op het dek, zoodat allen
doornat werden. De kapitein, die schitte
rend zijn koelbloedigheid bewaarde, liet
met grootcn spoed do booten neer, waarin
eerst do vrouwen en kinderen en vervolgens
de andere passagiers plaats namen, terwijl
de kapitein en de officieren aan boord
bleven.
Daar het bijna donker was, was de onder
zeeër natuurlijk piet gezien.
(Het s.s. „Hesperian", groot 10,920 br.
tons, gebouwd in 1908, behoort aan do
Allan Line S.S. Co. Ltd., te Glasgow.
Red.)
WASHINGTON. President Wilson en
minister Lansing vernamen do tijding
van het torpedeeren van de „Hespe
rian" door de telegrammen aan de
pers. Zij spraken geen yan beiden een
de Duitschers getorpedeerde Engelsche stoom
schip „Lusitania".
Na drie uren in zeo te hebben rondgedreven,
was het Sluiter gelukt in een reddingsboot te
komen. Daarmee heeft do bemanning nog 18
dagen in zeo rondgezwalkt. De anders niet
teevgevoeligo zeeman schrijft dat het een wree-
den aanblik opleverde te zien, dat binnen
enkele minutan 1400 menschen in do golven
hun graf vondon.
Na aankomst in Engeland is de man in
het hospitaal te Liverpool opgenomen, waar
hij nog verblijven moot als cm gevolg van
hetgeen hij bij do scheepsramp heeft moeten
lijden.
Te groote verliezen aan duikbooten?
Do „Külnische Ztg." schenkt haar aandacht
aap het thans vooral iu do Engelsche pers op
duikende gerucht, dat Duitsehland geweldige
verliezen aan duikbooten moet hebben geleden
en dat dit do eigenlijke oorzaak zou zijn van
'Duifesolilaml's bereidwilligheid tegenover
Amerika om zijn duikboottactiek te wijzigen.
Het Keulsche blad noemt dit een dwaasheid
en zegt er het volgende van
„Duitsehland heeft geenszins de staking van
den duikbootoorlog tegen vijandelijke «handels
schepen aangekondigd, maar slechts deze con-
sessie gedaan, dat vijandelijko passagierssche
pen niet meer zonder waarschuwing en niet
zonder dat aan non-combattanten aan boord
gelegenheid tot redding wordt geboden, in den
grond geboord zullen worden, altijd onder voor
waarde, dat de schepen niet trachten te ont
vluchten of zelfs tegenweer bieden. Ofschoon
wij hopen en gelooven ,dat de nieuwo bewa-
pening onzer duikbooten met vèr-dragend ge-
1 schut hun het ontreden zal vergemakkelijken,
zoo is toch wel duidelijk, dat zij hierbij aan
gvootere gevaren zijn blootgesteld dan wanneer
zij zonder waarschuwing optreden. Wij zouden
dus eerder de kans loopen, onze beweerde groo
te verliezen aan booten on manschappen0 nog
te vermeerderen op den nieuwen weg," dien wij
besloten hebben ,in te 6laan. En toch zouden
onzo verliezen do reden der verandering zijn! 1
Een zeegevecht.
Iu dè „Moniteiir de la Flotte" wordt
ecu© beschrijving gegeven van een gevecht
tusschen Fransche en Duitsche torpedoja
gers, waarbij een der laatsten bij Ostende in
den grond werd gehoord. Toen'de kapitein
van het Fran3che schip den Duitsoher ii:
het gezicht kreeg, twijfelde hij eerst aan
zijne nationaliteit en seinde liomwaarop
met kanonschoten werd geantwoord.
„Wij waren ongeveer op een mijl afstaan!
van elkaar," zoo gaat het verhaal verder,
„toen het bevel werd gegeven om het vuui
te openen, maar de vijand had een zwaarden
kanon dan wij. Bovendien begonnen nu
ook kogels uit een mitrailleur om ons te
vliegen, na een kwartier echter verzwakte
het vuur van den vijand en zagen wij hem
full-speed in de richting van Ostende weg
varen. Toen vergrootten wij ook onze snel
heid, terwijl wij bleven doorvurem.
Toen de Duitsohe torpedojager nog slechts
een 100 meter van ons af, zagen wij dat li ij
in zinkenden toestand verkeerde. Hij vuur-
de nog, maar slecht. Toen lanceerden wr
een torpedo. Een ontploffing volgde, een
waterzuil spoot hoog de lucht in en iu bwco
minuten was alles voorhij I
Dertig maanden op zee.
Een „Exchange''-telegram uit Parijs be
vat een bericht, dat uit Toulon aan da
„Matin" werd geseind, dat daar ecu
kleine gepantserde kruiser is binneugelou
pen na dertig maanden op zee te zijn ge
weest, zonder in dien tijd in een haven to
zijn binnengeloopen
Het schip bevond zich reeds iderhalf
jaar vóór het uitbreken van den oorlog in de
wateren in het Verre Oosten en heeft daarna
ook aan de operaties bij Gallipoli deelge
nomen,
_Vóór het schip de haven binnenliep,
ging admiraal Boué de Lapeyrèré aan boord
en reikte hij eereteekenen uit aan de offi
cieren en de bemanning.
De Engelsche onderzeeër ,,E 13" geïnterneerd.
Uit Kopenhagen wordt aan Reuter's
Bureau bericht, dat de „E. 13", die onlangs
op de Deensche kust door Duitsche torpedo
jagers gebombardeerd wercl, is gelicht en
naar Kopenhagen gebracht, waar het vaar
tuig tot het einde van den oorlog zal
blijven.
Duikbooten op de Noorsche kust.
Uit Christiania wordt aan de ,,B. Z. a. Mr'
geseind-, dat Zaterdagavond (28 Aug.) logon
half acht van Stavanger uit een groote Duit
sche duikboot vóór de kust van Jaedern werd
waargenomen. Het was een hoot van reusach
tige afmetingen. Plotseling ontdekte de duik
boot een Zweédsche stoomboot, dio in noorde
lijke richting voer» De duikboot ging met volle
vaart de Zweedsche boot achterna. Toen de
duikboot de nationaliteit van het stoomschip
op grooten afstand vastgesteld had, draaide zij
bij en liet de Zweedsche boot ongehinderd door-
stoomen. Dagelijks varen Duitsche duikbooten
langs de kust van Jaedern. Vroeger zag men
niet half zoovele duikbooten en waren die ook
half zoo groot. De laatste duikboot dio gezien
werd overtreft in grootte allo vorigen. Van
Obrestad, aan de Zuidwest-kust, heeft men
in den laatsten tijd ook velo duikbooten waar
genomen. De booten varen gewoonlijk zeven
zeemijlen van do kust verwijderd in Noordelijke
richting.
De onderzeeërs-oorlog.
Langs den omweg van een Iteuter-bericht,
zoo zegt do Frankfurter Ztg., verneemt het
Duitsche publiek, dat de regeering van liet
Duitsche Rijk voortaan het beginsel wil huldi
gen, dat passagiersschepen niet zonder vooraf
gaande waarschuwing door duikbooten zullen
worden aangevallen.
Daarmee, zoo constateert hot blad, wordt
aan een eisch voldaan, die ook in do Frank
furter herhaaldelijk werd geformuleerd: be
scherming van passagiersschepen.
Maar dit betoekont niet een terugkrabbelen
van de Duitsche regeeving. Wanneer de be
scherming voor passagiersschepen tot dusver
nog niet volkomen in practijk kwam, dan lag
dit slechts hieraan, dat .eerst oenige vooraf
gaande punten geregeld moesten worden.
Aan den anderen kant legt do Frankfurter
don Engelschen en Franschen berichtgevers ton
laste, dat zij verborgen willen houden, dat En
geland aan Amerika belangrijke concessies heeft
moeten doen.
Volgens het Duitsche blad was het Enge-
land's schuld, dat het begripsverschil tusschen
passagiers- en vrachtschip tijdelijk werd opge
heven. En door het herstel van het beginsel
zal Duitsehland geen schade lijden. Het be
houdt zich voor, eventueel óók passagierssche
pen in den grond te blijven boren. Waar het
voor do Duitschers op aankwam, dat was, dat
zelfs schepen van de snelheid der „Lusitania"
niet veilig waren. Valt echter de reden weg
voor het felle jacht maken op verkapte muni
tie-vervoerders, dan is er ook geen reden meer,
tusschen passagiers- en vrachtschepen geen on
derscheid te maken.
Voor de Duitsche zeelieden is er „edeler
wild" Zij zullen met hun strooptochten den
Engelschen handelsoorlog blijven bestrijden en
steeds als hun hoogste doel den strijd tegen do
marine van den tegenstander beschouwen.
Gezantschap bij den Paus.
De heer C. D. Sckuller tot Peursum, ge-
zantschaps-secrefcaris, is toegevoegd aan den
tijdelijken en buitengewonen gezant van
Nederland bij bet Vaticaan. Hij is reeds
naar Rome vertrokken.
C. Nijenhuis f.
Te 's-Gravonkago is op 53-jarigon leeftijd
overleden de heer C. Nijenhuis, gepensionneerd
luitenant-kolonel der artillerie van het Oost-
Indische leger en administrateur yan het Ko
ninklijk Conservatorium, voor muziek aldaar.
Uit de Staatscourant.
Bij K. B. is den off. v. gcz. 1ste kl. L.
van den Steen van Ommeren verg.
vorleend tot het aannemen en hot dragen van
de ordeteekenen ridder 3de kl. Orde van
Módjidié van Turkije.
Commissies vergoeding wegens kostwinner
schap.
Door den Commissaris der Koningin in
Gelderland is aangewezen tot voorzitter der
commissie, die do Ministers van Oorlog on van
Marine van voorlichting zal dienen nopens be
zwaarschriften van door de Burgemeesters
genomen beslissingen op aanvragen om ver-