No. 131. Vrijdag 18 Juni 19f5 Orgaan voor Leger en Vloot. Onder redactie van D. MANASSEN. Vader en Zoon, De tosstand in den reuzenstrijd. GEBRS. DüBBELMANH. Zeepfabrikanten. Oplaag 4S,00Ö exemplaren. DE SOLDATENCOURANT ADRES DER REDACTIE EN ADMINISTRATIE PALESTRINASTRAAT 10, AMSTERDAM, TELEFOON Z.4968. DIT BLAD VERSCHIJNT DRIEMAAL PER WEEK LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT. VOOR NIET-MILITAIN REN 8 CENT, ABONNEMENT 1.50 PER DRIE MAANDEN. Voor AdvertenïiSn wende men zich tot het AJg. A'lvertentle-Bure&u ROUMA&Co, Heerengracht 226 Amsterdam, totde Drukke/ij „Jacob van Cam pen" N. Z. Voorburgwal 284-240 (Keizerryk 9) Amsterdam of tot onze Administratie, Pakstrinaatraat 10, Amsterdam. Prys der AdvertentiCn per regel 30 cent. By' abonnement reductie De strijd aan de Oostenrijksch-Italiaansche grens schiet niet hard op. 't Kan zijn, dat dit ten deele komt, omdat men van weerskanten er nog geen ernst mee maakt, en Oostenrijk-Hongarije in 't bijzonder in 't Oosten meer wordt bezig gehouden, Maar daar komt ook bij, dat het terrein in dezen nieuwen oorlog al heel moeilijk -is voor groote operaties, voor een ontplooiing van belangrijke strijdkrachten. De strijd wordt gestreden in de Alpen of althans in de uitloopers er van en hoe het er daar uitziet, toont onze p'.aat aan. Rotsen, bergtoppen, passen en kloven vormen het terrein en maken-het voorwaarts rukken vaak iets heel moeilijks, soms iet3 onmogelijks. Herdenking QyaSre Bras en Waterloo Woensdag jl. werd de onderstaande order van den Opperbevelhebber van Land- en Zeemacht aan alle troepen voorgelezen: Order voor de Land- en Zeemacht op 16 Juni 1915. De dagen van 16 en 18 Juni 1915 ver levendigen de herinnering aan de vóór honderd jaren door de voorgangers van de moeste Nederlandsche korpsen verrichte roemrijke daden tot bevestiging van het op 16 Maart 1S15 gestichte Koninkrijk, welke daden in de' registers der mede honderd jarige Militaire Willemsorde zijn geboekt. Op dezen merkwaardigen dag is het mij een behoefte mijne tevredenheid te betui gen aan de Nederlandsche krijgsmacht, bij don geweldigen volkenstrijd tot handhaving onzer onzijdigheid te zamen geroepen. De overwinningen van Quatre Bras en van Waterloo waren te danken aan de rots vaste houding en de trouwe kameraadschap der verbonden troepen, aan de zelfstandig heid onzer bevelhebbers onder aanvoering van den Prins van Oranje. Aan die voorbeelden ons spiegelende, go- bieden plicht, eer cn belang, om tot be houd van 's lands aloude, dierbare vrijheid waakzaam, krachtig en gereed te blijven. Leve de Koninginl 's-G ravenhage, 16 Juni 1915. De Opperbevelhebber van Land en Zeemacht, get. Snijders. Naar het Engelsch 6 Nu kwam de groentenverkooper de trap opstrompelen. Hij moest het geld hebben, dat men bem schuldig was voor do kooien, die hij dien morgen gebracht had. Robert kou hem slechts beloften geven, en de man liet zich een paar harde woorden ontvallen, over deftige menschen, dio goed leefden van hetgeen zij aan eerlijke lieden schuldig waren. Dit deed hem tot ander*) gedachten komen. Toen de man vertrokken was, leunde hij met zijn elleboog op den schoor steenmantel, in sombere gedachten ver diept. AL het verschrikkelijke van zijn toe stand, en dit in een overdreven vorm, kwam hem voor den geest: hij had een ge voel, alsof hij een wanhopig besluit moest nemen. Wat Mrs. Seaton op zijn gelaat zag, vervulde haar met een nameloozen schrik. „Robert!" ziede zij zachtjes, nadat zij diep adem gehaald had, „ochwanhoop toen niet! God zal onzer zeker wel gedach tig zijn, als wij slechte op Hem vertrou wen."^ «Mij dunkt toch, dat Hij niet veel voor Ds Slag bij Waterloo. Vrijdag, 18 Juni, viert de wereld, thans weer in een geweldigen krijg gewikkeld, de herinnering aan een veldslag, die ontzag lijke gevolgen voor schier geheel Europa heeft gohad, die het reods wankele wereld rijk van Napoleon voorgoed in puin stortte, die aan vele volken voorgoed de vrijheid te ruggaf, den slag bij Waterloo. Voor ons Nederlanders is die slag van niet geringe beteekenis geweest; niet alleen hebben vele Nederlandsche krijgers er aan deel genomen, heeft een prins van Oranje, onze latere ko ning Willem II, er zijn bloed gestort, maar wij ook hebben daar onze nationaal bestaan, onze vrijheid herwonnen. Van deze bloedige worsteling van 18 Juni 1815 een kort ver haal te geven is het doel van dit artikel. Napoleon, door de mogendheden, die hem onttroond hadden, naar Elba verbannen, was vandaar teruggekeerd, geestdriftig door het grootste deel des volks en door zijn oude generaals en troepen ontvangen hij kwam r.a een zegetocht door Frankrijk terug te Parijs en nam weer liet bewind op zich^ de heerschappij der „honderd dagen" be gon. De Fr arische keizer beloofde aan de Europeesche mogendheden, dat hij van ver dere veroveringen, van nieuwe oorlogen af zag, hij wilde rustig zijn eigen land regee- ren. Er was een neiging onder de vorsten hem te gelooven, misschien zag men ook op tegen een nieuwen strijd, maar daar begon Joachim Murat, een der grootste veldheeren van Europa, en van zoon van een herbergier opgeklommen tot koning van Napels, den strijd. Hij had zich eerst van Napoleon ge scheiden, zich met Rusland en Oostenx-ijk \erzoend, maar voelde berouw, en toen Na poleon weer ta Parijs was, verklaarde hij Oostenrijk den oorlog, tegen den zin van zijn keizer, en zijn troepen trokken op raar 't noorden. Nu zagen de verbonden Europeesche vorsten in, dat de Napoleon tische veroverings-geest nog altijd niet ge storven was en zij verklaarden den Fran schen keizer den krijg. ons doet", luidde het bittere antwoord; maar werkelijk was hij bijira radeloos en had hij allen moed verloren. „Wij hebben nog al lang op hulp van den een of anderen aard gewacht." „Robert. Robert! Och. verlies je geloof in God toch niet!" zeide zij op smeekenden toon. „Dit zou mijn dood zijn. Zoo'lang als jij het kunt uithouden, kan ik het ook." Hij legde haro hand in de zijne en sloeg zijn arm om haar heen. Zoo bleef hij gedu rende eenige minuten staan, maar zeide niets, en keek slechts in het vuur en dacht na. „Moge God mij kracht geven om het te doen!" was het besluit, waartoe bij ein delijk bij zich zeiven kwam. „Waar ga je naar toe, Robert?" vroeg zij, want hij begaf zich naar do deur. „Ik moet even een boodschap doen, Anna! Ik zal niet langer uitblijven dan noodig is." „.Maar waar moet je dan naar toe?" vroeg zij, en hij ondekte een zonderlinge bekommering in haren blik en in hare stem. „Een poging gaan doen om iete voor morgen te eten te krijgen. Ik zal zoo gauw als mij maar mogelijk is terugkomen." Nadat hij haar even een hartelijken kus gegeven had, als hij in hunne gelukkiger dagen altyd had gedaan, deed hij een zwart Napoleon .nam den 6trijd aan. Aan het' hoofd van vier legerkorpsen, ter sterkte van 128,000 man en bestaande uit de dappere keizerlijke garde, uit oude soldaten, uit vrij willigers en bataljons der nationale garde, trok hij onverwachts op naar de zuidelijke Nederlanden. Hier toch was een Engelsch- Nederlandsch-Hannoveraansch leger onder den he'*tog van Wellington saamgetrokken, 90,000 a 95,000 man sterk, waarmede een Pruisisch leger onder Blücher, 117,000 man, rich moest vereenigen. In dezen strijd zou voor Napoleon de beslissing vallen, dat wiet hij, en de groote vraag was, of het hem ge lukken zou de legers der bondgenooten, één voor één, voor zo zich konden vereenigen, te verslaan. Deze oude taktiek had Napoleon reeds dikwijls sucoes bezorgd. Het begin van den veldtocht was den Franschen gunstig; bij Ligny stieten zij op de Pruisen en die werden daar wel niet ver slagen, maar toch teruggedrongen, misschien ten. deele omdat hun aanvoerder, Blücher, licht gewond werd, maar ook omdat hij nog. niet zijn volle legermacht ter beschikking? had. Een overwinning voor Napoleon was dit echter niet, want het Pruisische leger trok in goede orde terug;Napoleon liet haar vervolgen door een af deeling van zijn leger onder generaal Grouchy, welke echter den vijand niet vond, doelloos een paar dagen ronddoolde, en later te laat bij Waterloo kwam om daar Napoleon's neerlaag te kun- r.en verhinderen. Het gevecht bij Ligny had op 16 Juni plaals, dienzelfden dag werd elders hard nekkig gestreden, bij Quatre Bras. Daar, op het kruispunt der straatwegen van Na men naar Nivelles, waar Wellington stond, en van Chareleroi naar Brussel, had de prins van Oranje post gevat met 6000 man en 16 stukken geschut. Tegen dezen zond de keizer maarschalk Ney af met een korps van 16.000 man infanterie, 5000 ruiters ei} 50 stukken geschut, een drie a viervouj dige overmacht dus. Tegen dezen geduchteq vijand, met aan 't hoofd een der beste gene raals van Napoleon, hield de Nederlandsche divisie, aangevuurd door Oranjes helden moed en door de doodsverachting zijner on derbevelhebbers, uren lang stond, in weerwil der zware verliezen, vooral door de Fransche artillerie en cavalerie den meerencleels not jeugdigen soldatentoegebracht. Eerst Iaat in den namiddag kreeg Oranje versterking Picton's divisie, die tot de beste Engelscüe troepen behoorde, de Brunswijkers onder hun dapperen hertog, die hier helaas sneu velde, andere afdeelingen van Wellington's leger, en ten slotte moest Ney afdeinzen. Doch wanneer de Nederlanders, die uren lang alleen moesten strijden, niet zoo held haftig hadden stand gehouden, zou Ney zich in den rug van Blücher hebben kunnen werpen in den slag te Ligny, was het Prui sische leger verloren geweest en had Napo leon den slag van Waterloo gewonnen. Intusschen, totnogtoe was de strijd voor Napoleon niet ongunstig verloopen en zijn leger had weinig geleden, het kon verder oprukken naar 't noorden. Wellington, die van den aftocht der Pruisen had gehoord, was nu teruggetrokken in de richting van Brussel, een half uur ten zuiden van het dorp Waterloo. Napoleon trok hem na en op 17 Juni lagen hier de vijandelijke legers tegenover elkaar. Napoleon brandde van verlangen om den slag te beginnen, maar de regen viel in stroomen neer en er was geen denken aan. De keizer was voor niets zoo bang ala dat Wellington in den nacht zou aftrekken en den slag vermijden; meer dan eens stond Napoleon op van zijn leger stede, maar telkens zag hij nog de wacht vuren van den tegenstander branden op de zelfde plaats. Maar Wellington dacht niet aan een te rugtocht. Hij had. al zijn beschikbare strijd krachten, ongeveer 68000 man Engelsche, Nederlandsche, Nassausche, Brunswijksche en Hannoveraansche troepen, vereenigd op een voor de verdediging uiterst geschikt terrein, van welks voordeden hij bovendien met meesterlijk beleid partij had getrokken en dat niet meer dan drie uur verwijderd was van Wavre, het middelpunt der Pruisi sche krijgsmacht. Zoo wachtte Wellington op Zondag 18 Juni den eersten aanval der Franschen af. Deze kwam eerst omstreeks den middag, voor dien tijd was op den door den regen doorweekten bodem een slag onmogelijk. Die eerste aanval gold de zeer sterke stellin gen vóór de slaglinie der bondgenooten go- legen: Hougomont, La Haye Sainte en Frichermont. De Franschen vielen aan met hun onstuimige dapperheid, als steeds, wan neer Napoleon aan hun hoofd stond, maar zij werden ontvangen met even on wrikba ren heldenmoed door de bondgenooten. Hougomont werd ten slotte in een puinhoop herschapen, La Haye Sainte viel 's avonds zes uur in handen der Franschen, de ge bouwen van Frichermont werden voor een deel ontruimd door de troepen van Saxen- Woima-r. Het gaat niet aan in dit kort be stek al de bijzonderheden van den dag te beschrijven, maar om zeven uur 's avonds was eik«3 storm op de door Wellington be zette hoogten, zij het ook ten koste van zware verliezen, zegevierend lakenschcn mantel om en liep de trap af. De mantel 6oheen beter te zijn dan h:; wer kelijk was, want de motten hadden er een menigte gaatjes in gemaakt, zooals te zien was, wanneer hij tegen het licht gehouden werd. Hij had dien eens trachten te verpan den, maar de lombardhouder wilde hem niet aannemen. Dicht in dien mantel ge wikkeld en met zijn hced diep in de oogen gedrukt, zou hij niet gemakkelijk te her kennen zijn. Robert Seaton ging de straat op om te zingen. Hij had hiertoe eindelijk den moed gekregen. In de duisternis van den avond en door zijn kleeding onkenbaar gemaakt, kon hij dit gerust doen. Het zou hem mis schien een kleinen oogst van zilver opbren gen. Wat hij ook mocht verloren hebben, zijn fraaie stem niet. Hij spoedde zich voorwaarts, de eene straat uit, de andere in, al meer en meer naar de groote stad toe. Nadat hij in een stille straat gekomen was, waarin een lange reeks prachtige huizen tegenover eenige boomen stond, dacht hij, dat het hier een goede plaats zou zijn om te beginnen. De meeste huizen waren helder verlichtge lukkige gezinnen hadden rich hier vereenigd om het Kerstfeest te vieren. In de voorka mer van een der eersten stonden de luiken Op dit tijdstip, 's avonds om 7 uur, werd do voTsteling bij Waterloo zoo wanhopig, zoo bloedig, dat de krijgsgeschiedenis van allo volken tot vóór onzen tijd, nauwelijks een weergade weet aan te wijzen. De Prui sen hadden hun woord gehouden en waren van Wavre opgerukt, maar Fransche rui- terkorpsen. trokken hun tegemoet en dreven hen tegen den avond zelfs terug uit het eerst bezette dorp Planchenoit, op den rech tervleugel van 't Fransohe leger. Napoleon, die vergeefs naar Grouchy*s legerkorps uit zag, besloot nu door een geweldige inspan ning van al zijn strijdkrachten door het cen trum des vijands heen te breken, voordat de Pruisen op het slagveld verschenen. Tegen Wellington's voornaamste stelling, tusschen de wegen naar Nivellea en Charleroi, kwa men de Fransche ruiterdrommen onder Kei lerman, Milhaud, Ney aanstormen. Vooraf had een geweldig tirailleur- en artillerie vuur uit het veroverde Haye Sainte op de gelederen der bondgenooten gericht, c'ien aanval voorbereid. Vrecselijk was de schok, van zulke ruiterbenden, onder zulke aan voerders, op de Engelsch-Nederlandacho troepen. Maar die stonden pal. Tot elf maal toe werd de charge herhaald, tot elf maal toe werd zij afgeslagen, 't Was, schreef later een ooggetuige, een Fransch generaal, of zij in den grond geworteld stondenDat was te dan ken aan dén heldenmoed der strijders, maar niet minder aan de. kalmte en onverschrok kenheid van den aanvoerder Wellington, aan 'de dapperheid van Oranje, Hill en andere generaals. Napoleon geeft den strijd niet op. Er moet nog één aanval worden gewaagd, waarbij alles op het spel wordt gezetBülow heeft met zijn Pruisen Pianchenoit weer aangevallen; Ziethen's colonnes ziet men van verre naderen; van Grouchy is nog niets te bespeuren. Nu komt de Fransche garde in actie; Ney, de dapperste der dapperen, zal haar -aanvoeren; te voet, met getrokken degen, marcheert de maarschalk van Frank rijk naast de berenmutsen der grenadiers °P* Wellington trekt op het bedreigde punt al zijn beschikbare troepen, voetvolk en ruiterij, samen. Nauwelijks is de strijd be gonnen, of daar wordt de prins van Oranje, die met zijn gewone ontstuimige dapper heid zijn troepen in 't vuur brengt, door een musketkogel in de borst getroffen en Half bewusteloos weggedragen. Zijn troe- j-en, van hun aanvoerder beroofd, wijkeu terug. Op hetzelfde moment echter daagt uit een verlaging van het terrein, de Engel sche garde onder Maitland op. „Op garde, valt aan!" weerklinkt het bevel. De garde valt aan en drijft de eerste colonnee der Fransche grenadiers terug, den heuvel af,in overijlde vlucht. Ma-ar de tweede colonne der Franschen verschijnt en de Britten wij kon nu in wanorde terug. Doch de overige Engelsche infanterie opent een krachtig geweervuur, de Nederlandsche rijdende ar tillerie onder Van der Smissen komt voor uit en zendt zijn kartetsen in de gelederen der vijanden. Chassé valt met zijn Neder landsche brigade <le Fransche colonne in de linkerflank, en ook deze wordt den heuvel afgejaagd. En nu dondert het kanon van Ziethen over het woelige slagveld. Do verdedigers worden aanvallers'. De Engelschen werpen zich op den geslagen vijand, de Pruisen vallen krachtiger en geweldiger aan. Er is onder de bondgenooten een geestdrift en heldenmoed, waaraan de Frajischen geen weerstand kunnen bieden. Nog poogt Na poleon zijn geslagen troepen weer te verza melen; het overgebleven regiment der garde schaart zich in carré, 't Is allee vergeefsch, de slag is verloren; het Fransche le ger ontbindt zich, vlucht in ordelooza massa's van het slagveld. Men zegt, dat Napoleon zich midden in het krijgsgewoel wilde werpen en den heldendood sterven, maar dat zijn generaals hem met geweld meevoerden. Het laatste carré der garde weigert zich over te geven en sneuvelt met het wapen in de vuist!... Op de hoeve La Belle Alliance ontmoet ten Wellington en de lichtgewonde Blücher elkaar. Zij spraken af, dat de troepen des laasten, die betrekkelijk weinig hadden ge leden, den vijand zouden overvolgen. Die vervolging werd met kracht doorgezetmen gunde den Franschen geen oogenblik rust of verademing; duizenden soldaten, een groot aantal kanonnen en een aanzienlijke hoe veelheid krijgsvoorraad vielen den over winnaars in handenNapoleon's leger was vernietigd, rijn macht had uit! Dóch de zegepraal was duur gekocht: 25,000 a 30,000, dooden en gewonden lagen op het slagveld en onder hen bevelhebbers van grooten moed, bekwaamheid, krijgsbe leid. Napoleon, zonder hoed of degen ge vlucht van het slagveld vol bloedplassen, dooden, gewonden, wapenen, bereikte over Charleroi, Philippeville en Laon de de Fransche hoofdstad. open, en daardoor kon hij duidelijk zien, dat er eene sofa dicht bij het raam geplaatst was, waarop een heer lag. Ja, dit was zon der twijfel zulk een gunstige plaats, als niaar mogelijk was. Het hart van Robert Seaton klopte en bonsde, alsof hij op het punt stond cm een i misdaad te plegen. Hij kon het maar niet i over zich verkrijgen, zijn stem te verheffen. I Wel tien minuten lang stond liij besluite- j loos. En toen deed hij zich zei ven allerlei 1 verwijtingen en trachtte zich diets te ma ken, dat hij werkelijk een straatzanger was, en troost te vinden in de gedachte, dat zij, die hem hoorden, er niet aan zouden den ken, dat hij ooit iets anders geweest was. Gedurende den geheelen weg, dien hij had afgelegd, had hij er over nagedacht, waarmee hij zou beginnen. Niet met een van die onbeduidende liedjes uit den nieu- i weren tijd, zooals men gewoonlijk hoort I dat zij hem te pijnlijk gevallen zijn. Daar- j om begon hij met een van die oude melo- dieën, die altijd welkom zijn. m. Het was een suite, die helder verlichte j zaal, waarvan de luiken openstonden. In 1 het achterste vertrek, waarvan de deuren [slechte half geopend waren, zaten vier per Het wordt al moeilijker zich er een voor- steding van te maken, hoe deze oorlog zal eindigen, van het wanneer spieken we heeleinaal maar niet, al zal deze krijg ook zijn verrassingen nog wel hebben. Voor alsnog is alles in de toekomst even duis ter a.s bij het begin van den oorlog. Wij begonnen te gelooven, dat Duitschiand ten slotte wel het loodje zou moeten leggen, vooral nu Italië er bij komt, nu het in het Westen niet meer vooruit kan komen en zijn reserves allengs moeten opraken. Maar zie, daar toonen de Duitschers en Oosten rijkers in het Oosten een energie, die aan de zaken daar een heel andere wending geeft. Het front der Russen wordt doorbroken, teruggeduwd, Przemysl wordt herwonnen verder naar 't Oosten rukken de troepen der bondgenooten op en het gaat op Lem- berg aan. Reeds meldde een telegram, dat de Russen bezig waren deze hoofdstad van Galicië te ontruimen, maar uit Petrograd wordt dit tegengesproken. Doch het is zeker, dat de Duitschers en Oostenrijkers ook ach ter Przemysl terrein winnen, al gaat het niet zoo vlug als zij wel dachten, al blijkt het Russische leger, hoe vaak ook terugge worpen, nooit verslagen, al biedt het telkens weer zoo kracktigen tegenstand, dat wij aan een eindeiijke volledige overwinning der Duitschers haast niet gelooven. Met het Russische leger is het trouwens altijd een eigenaardige zaak geweest; F re den k de Groote reeds en later Napoleon hebben dit ondervonden de Russen zijn sterk in het terugwijken, zonder verslagen te worden. Hun tegenstanders behalen een zegepraal, zonder dat rij zelf feitelijk een nederlaag lijden; elders, verderop, staan zij gereed den vijand opnieuw te ontvangen. De bondgeuooten doen hier dezelfde erva ring op, en we bewonderen niet zelden de taaiheid van het Russische leger, alleen is daarmee niet in overeenstemming het trans port, de toevoer van levensmiddelen en mu nitie, de intendance. Daardoor voor een groot deel komt het, dat de Duitsch-Oosten- rijksche legers steeds verder oprukken, dat we den dag zien naderen dat de Russen te ruggeworpen zijn uit Galicië. Dan is dus het gebied der bondgenooten bevrijd van vijandendan kan de strijd in 't Oosten eonigszins tot rust komen, en kun nen de Duitschers grooter kracht zetten tegen 't vijandelijk front in 't Westen en de Oostenrijkers tegen Italië. Nog is het niet zoover, maar de kans is er en daarmee lijkt het einde van den krijg verder verwij derd. Want aan den vrede schijnt niemand te denken; Engeland allerminst, dat,zich steeds sterker uitrust en van het land „een groot arsenaal" maakt; Frankrijk ook niet, dat den vijand op zijn gebied met steeds grooter kracht en moed aanvalt; noch Ita lië, dat eerst aan 't begin van zijn strijd tegen Oostenrijk staat en nu al plannen maakt, hoever hot daarin zal doordringen. De 6trijd duurt dus voort aan allo kan ten, maar zonder vee! verandering te bren gen, behalve in het oosten. De successen der Franschen ten zuiden van Atrecht (Arras) hebben nog altijd alleen plaatselijk belang, van ©en doorbreking schijnt geer: sprake. Dat Amerika een nieuwe vijand zal zijn bij de vele van Duitschiand, lijkt niet meer zoo waarschijnlijk ;wc zeiden reed?, det de nota der Vcreenigde Staten vol strekt geen ultimatum is, en denkelijk zui len de beide mogendehden wel tot oen ver gelijk komen, rneent men van weerskanten, lloe dit vergelijk er uit zal zien, lijkt no* een raadsel. Zal Amerika er zich bij neer leggen, dat Duitschiand mailbooten en neutrale handelsschepen torpedeert? Of zal deze laatste mogendheid haar zeeoorlog, den strijd met onderzeeërs, wijzigen Geen van beide lijkt waarschijnlijk, het laatste alleen als Engeland den uithongeringsoor- log tegen Duitschiand, de „blokkade uit de verte' opheft, en zou Engeland daartoe willen overgaan en toestaan, dat Duitsch iand levensmiddelen ontvangt van de neu tralen Het lijkt er niets op; Engelands ge dragingen tegenover den Zwdeedschen poet- dienst en Zweedsche handelsvaartuigen be wijst anders, en de manier, waarop Italië optreedt tegen Zwitserland geeft ons duide lijk te kennen, hoe de geallieerden Duitsch- land en Oostenrijk willen afsluiten, ook te lande. _Hoe men de zaak ook bekijkt, men ziet niet in, hoe er eenige verandering, eenige toenadering kan komen, een oplossing ten Blotte, die tot den vrede zou kunnen voeren. Kans voor een beslissing in het westen, en ook zelf6 in bet oosten, is er nog niet: de bondgenooten noch de Entente ge ven blijken, dat zij genoeg krijgen van den strijd en een einde zonder beslissing wen» i eclien. Steeds grooter wordt de verwarring j in den Balkan, steeds heftiger in Engeland de kreet van een krijg tot het bitter einde, j Eiken dag opnieuw gaat deze oorlog zijn I ouden gang, met bombardementen, storm- I aanvallen, torpedecring van handelssche pen, van strijd op verschillende fronten: in België, Frankrijk, Polen, Galicië, aan j de Itaiiaansche grens, bij de Dardanellen, j in Kaukasië, enz. En even troosteloos kun- I nen wij eiken dag vragen: hoe en wanneer komt het einde? Maar, we zeiden het reeds, de oorlóg kan zijn verrassingen heb; en waar men geen matoriëele uitput- ting kan erlangen, zal er misschien mor'ecle uitputting komen, een verslapping van de I geestkracht en zal men van weerskanten in zien dat het eindelijk des bloedvergietena genoeg is. BELGIË Een Zeppalln-hal vernield. Een onzer berichtgevers meldt: Een mededeeling van de Londensche admiraliteit meldde 7 Juni, dat ©en lucht- raid ondernomen werd tegen de Zeppeiinba! te Evere bij Brussel door twee Engelsche aviateurs. De hal werd door bommen in brand gestoken. Men wist toen echter nog niet of de loods een Zeppelin bevatte. Wij kunnen nu melden, dat te Evere inderdaad een Zeppelin vernield werd. Zeven I lange spoorwagens, vol met verwrongen i ijzerwerk overblijfsel van het luchtschip I zijn naar Duitschiand vervoerd. ÓÜITSCHLAWD, Vliegeraanval op Karlsruhe. KARLSRUHE. Dinsdagochtend vielen ongeveer vijf vijandelijke vliegers de stad Karlsruhe aan, gedurende drie kwartier. Meerdere personen werden gedood of ge- kwetst. Op verschillende plaateen werd on- i bet-eekoner.de militaire schade aan voorwer pen toegebracht. KARLSRUHE. Omtrent den vlieger aanval worden de volgende nadere bijzon- MEX LETTE bij het koopen van onze KARNEMELKZEEP vooral op ons gedeponeerd Fabrieksmerk „HET ANKER" en weigere onvoorwaar delijk alle andere soorten. Een geregeld gebruik dezer Zeep maakt de handen blank als sneeuw, het gelaat zacht als fluweel. ALOM VERKRIJGBAAR. sonen te whisten een bejaard heer met zijn drie dochters. Een andere dochter stond bij het vuur te praten met een jonkman, die vaandrig bij het leger was. De heer, die op de sofa in de voorkamer lag. was ziek en wilde graag zoo rustig mogelijk liggen. Hij was ziek uit Indië in het vaderland terug gekeerd; en zijn vader en zijn zusters waren ijlings van het vasteland gekomen om hem te ontvangen en te verplegen. Dit was een paar maanden geleden gebeurd. Zooals hij daar lag, scheen hij een rijzig, knap man te zijnmaar zijne krachten waren uitge put en zijn gelaat was door het lijden ver magerd. De jonge dame, die geen kaart speelde, trad het vertrek stilletjes binnen en ging naar hem toe. Zij was de eerste jeugd al voorbij en had althans vijf en der tig zomers achter den rug. „Beste Charleszal je nu stellig niets ge bruiken? Wat wijn met water? of eén geklutst ei? of..." „Niets, Letty!" viel hij haar in de rede. terwijl hij zijne oogen opendeed. ..Laat mij maar stilletjes liggenik heb nergens be hoefte aan." „Ik hoop, ik hoop, dat je toch niet- in slaap waart! Heb ik je wakker gemaakt?" „Ik heb rnV- vc'apen. Is George Calla way al vertrokken Ï'A „Neen, hij denkt de Kerstdagen over te blijven." De zieke deed de oogen weer dicht, en zij keerde naar de andere kamer terug. Hij had zich in gedachten over lndië verdiept. AL hij deze riekte niet gekregen had, zou hij nu getrouwd geweest zijn, want hij was me. eene jonge dame aldaar geëngageerd. Hi: wist nu, en hij had dit al twee a, drie weke.' lang geweten, dat er voor hem aan geea herstel en aan geen huwelijk meer te denken viel. De ziekte zou, ondanks al de bekwaam- heid der dokters, „eene krankheid tot den dood" zijn; en hij deed zijn beet om rich met zijn lot te verzoenen en vrede te vinden in de beschikkingen Gods. Maar toch was zijn hart nog van "bitter verdriet vervulden bet was hem welkom, in het stille avonduur daar alleen te liggen en in de herinnering van het verledene te leven, ofschoon dit zijn hart- met pijnlijke gewaarwordingen vervulde. Hoe onbeteke nend begonnen aardsche belangen hem toe te schijnen, vergeleken bij die gewichtiger aangelegenheden, waarmee hij zich al spoe dig onvermijdelijk moest bezighouden De aandoeningen van wereldsche eerzucht wa ren nu voorbij. Dit wa3 slecht» dwaasheid geweest, zooals hij nu inzag en gevoelde. CWordl vervolgd:"

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1915 | | pagina 1