No. 90.
Zondag 14 Maart 1915
Orgaan voor Leger en Vloot.
Oorlogsnieuws.
Onder redactie van D. MANASSEN.
Oplaag 45,000 exemplaren.
SOLDATENCOURANT
ADRES DER REDACTIE EN ADMINISTRATIE PALESTRINASTRAAT 10.
AMSTERDAM. TELEFOON Z. 4968. DIT BLAD. VERSCHIJNT DRIEMAAL PER
WEER LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR NIET-MILITAI-
REN 3 CENT, ABONNEMENT 1.50 PER DRIE MAANDEN.
Voor Advertentie wende men rich tot het Alg. Advertentie-Bureau ROU.MA&Co.
Heerenpraeht 226 Amsterdam, tot de Drukkerij ..Jacob van Campen" N. Z. Voorburgwal
234-240 (Keizerryk 9) Amsterdam of tot onre Administratie. Palestrinaatraat 10
Amsterdam. Frys der AdvertentiCn per regel 30 cent. By abonnement reductie.
UO JJUllSUUtl'S ZyU Z. or ViUUiugiiJ.. In t UUi'log
Hier zien wij een afdeeling troepen liggen in een loopgraaf tegenover den vijand,
wie zou niet meenen, dat zij aan den achterkant beschermd werden door een dicht
bosch? Toch is daar geen sprake vandit is een „kunstmatig" bosch, om den vijand
in de war te brengen. Tusschen eenige spaarzaam' groeiende boomen, waar men
makkelijk doorheen kon zien, hebben zij stammen van elders geplaatst, dicht opeen,
zoodat we het idee krijgen van een .groot en zwaar bosch, zeer geschikt voor dekking.
Nederlanders over Nederland
In een weetal buiten ons land verschijnen de
tijdschriften vindt men artikelen van Neder
landers, die het buitenland inlichten over den
toestand ten onzent en de politiek onzer re-
geerabg.
In het Weltivirtschaftlichc Arcliiv treffen wij
een artikel aan van dr. H. Blink over don
economischen toestand in. ons land in de eerste
maanden van den oorlog, waarin -tevens een
overzicht wordt gegeven van hetgeen is ge
schied tem onzent om het economische kwaad,
door den oorlog aangericht, binnen zoo eng
mogelijke grenzen te beperken.
Van duurzaam gewin ten gevolge van den
oorlog was in de drie eerste maanden geen
sprake. Dat behoeft geen verwondering te wek
ken bij onze geografische ligging en het afbre
ken van het verkeer.
Hot zal veel lcracht en een groot kapitaal
kosteft om den onderbroken handel, do scheep
vaart en de industrie weer aan don gang t«
brengen. Of de afzetgebieden, die verloren
gingen, weer zullen kunnen worden gewonnen
is nog uo vraag, zooals ook trouwens eerst na
den oorlog de vraag 'kan wondon beantwoord,
of Nederland zijn 'bemiddelaarsrol in heb we
reldverkeer kan behouden. Maar één ding kan
men nu reeds zeggen, aldus besluit dr. Blink
zijn opstelhoewbl na den oorlog groota leven
digheid in'het economisch leven is te verwaoh-
ten, moet men toch rekening houden met do
waarschijnlijkheid, dat de vraag naar kapitaal
besparingen noodig zal maken, dio aan do
nieuwe ontwikkeling van de weeldenijvenheid
hinderpalen in den weg zullen leggen. Maar
die nijverheid wordt in ons land niet in do
eerste plaats beoefend.
Het opstel van mr. A. J. Hankes Driels-
m 3 in de Revue Hebdomaire over ons land
en den oorlog, dat, naar thans blijkt, in de
Fransche pers nog al wat aandacht vindt, is
mede daardoor zeer geschikt misverstand, dat
er ten onzen aanzien daarginds nog steeds
mocht bestaan, uit den weg te ruimen. De rede
door minister Cort van der Linden den 2<ien
De wees der gevangenen.
In den zomer van 1792 kwam een jonge
weduwe, een afstammelinge van ouden Pool-
schen adel, naar Parijs. Het is niet met
zekerheid te zeggen, wat de vorstin Fanny
Lubomirska naar Parijs trok, te minder,
daar Parjja door alle voorname vreemdelin
gen werd vermeden uit vrees voor de guil
lotine. De eene zei, dat de jonge vrouw deel
bad genomen aan de samenzwering tegen
bet Russische bof, dat dit aan den dag was
gekomen en baar bad genoodzaakt to vluch
ten. Weer anderen vertelden juist 'fc tegen
deel. Hoe bet zij, zeker is bet, dat zij over
veel geld te beschikken bad. Zij betrok een
groot buis en stond met vele personen van
naam in betrekking.
In dien tijd was het echter te Parijs alles
behalve aangenaamde schitterende dagen
van Versailles waren reeds lang voorbij en
't prachtige Trianon, de lievelingsplek van
de ongelukkige koningin Maria Antoinette,
was een ruïne. Vorstin Lubomirska had zicb
langzamerhand van alles teruggetrokken,
slechts eenige vertrouwden brachten baar nu
en dan een bezoek in baar huis in bet
Quartier St. Germain. Daar woonde zij met
baar lief dochtertje Rosalina, dat toen vijf
jaar oud was. Haar dienstpersoneel, dat zij
uit Polen medegenomen bad, was weer door
baar teruggezondenslechts een oude
knecht» die reed? jaren bij baar ouders in
Januari gehouden ter verdediging van het on
der de wapenen houden onzer militairen, dient
m-r. IT, D. als tekst" voor zijn uiteenzetting
en inderdaad daarin is onze positie ten aan
zien van het groote vraagstuk zoo zuiver ge
stold, dat geen poging noodig is het met an
dere woorden nog eens te doen. Inderdaad is
men, dan ook in Frankrijk gaan inzien lang
zamerhand hoe onzinnig de beweringen waren,
dat wij het zoo nauw niet namen met onze
neutraliteit.
Na den val van Antwerpen betoogde niemand
minder dan Clunet dat ons land natuurlijk het
passeeren van de Westerscheido door oorlogs-.
sol iepen zou beschouwen als een schending dor
neutraliteit. Kort vóór den val van Antwerpen
evenwel had een groot Fransch blad betoogd
dat wij oorlogsschepen der geallieerden, die
aan Antwerpen hulp wildon brengen, moesten
doorlaten.
Daaruit blijkt, dat hot standpunt ten aan
zien van een bepaalde quaestio zich wijzigt
naar het belang, dat men heeft bij de zaak.
Maar het bewijst ook, dat een zoo strikt volge
houden neutraliteit als die van ons land een
groote hoeveellieid flinkheid vereischt.
Mr. Hankes Drielsma vindt in zijn artikel
dan nog gelegenheid een aantal onjuistheden
over ons economisch leven verspreid rockt te
zetten. Ook daarom is zijn opstel van Neder-
lamdsdh standpunt bezien verdienstelijk.
De toestand in den reuzenstrijd.
Volgens de Fransche berichten hebbende
troepen der geallieerden in do laatste weken
in Champagne, Noord-Frankrijk, inderdaad
belangrijke voordeelen behaald, waardoor
zelfs bet front daar zou zijn gewijzigd.
Sedert 16 Februari hebben 'de Franschen
daar een terrein gewonnen van 7 KM. lengte
bij 2^ KM. breedte. Wat beteekent dit
dienst geweest was, bleef bij baar.
Den 21en Januari 1793 brak er voor
Frankrijk een verschrikkelijke tijd aan. De
hoofden van koning Lodewijk XVI en van
diens vrouw Maria Antoinette vielen onder
de guillotine. Marat en Danton deden de
gevangenissen vullen; dag en nacht was de
guillotine in werking. Ook vorstin Lubo
mirska was een van de slachtoffers. Op den
laatsten Augustusdag drong men baar buis
binnen.
Zonder naar de jonge vrouw te luisteren,
die zicb er op beriep, dat zij eeiie vreemde
linge was, werd zij uit baar woning gesleept
en op een kar gezet, ja, men liet baar zelfs
geen tijd, om afscheid van haar kind te ne
men. Den ouden, bevenden knecht riep zij
evenwel nog toe: ,,Gregoor, zorg voor mijn
arm kind, en zoo 't mogelijk is, doe moeite
mij baar nog eens te laten zien.''
De rechtbanken spraken in dien vreese-
lijken tijd zeer snel recht. Men bracht de
vorstin onmiddellijk naar de plaat-s. welke
men toen boonend ,,de voorzaal van 't Pa
radijs" noemde.
De weduwe behoorde tot die gevangenen,
die reeds lang veroordeeld waren, voor zij
overgebracht werden. Men bad eenige woor
den opgevangen, die in baar salon gespro
ken waren en daaruit maakte men op, dat
zij een aanhangster was van „Louis Capet".
Hoewel deze grond zeer aan twijfel onder
hevig was, moest haar hoofd toch vallen en
wel om de eenvoudige reden, dat men baar
„verdacht",
stukje op de lange, lange linie van bonder
den kilometers zal men vragen. Stellig
geen beslissing, dat is waar, doch waar
van weerszijden een inneming van een hon
derd meter loopgraven hoog wordt opgegeven,
is de vermeestering van een dergelijke strook
op den vijand zeker een zegepraal van be
lang, in dezen oorlog zonder verandering.
Bovendien, zegt het Fransche bericht, zijn
de Duitsche troepen nu verplicht zich te
handhaven in haastig aan het front van de
door de Franschen voorwaarts geschoven
colonnes opgeworpen verschansingen. Zwaar
zouden ook de verliezen der Duitschers zijn
geweest, doch het belangrijkste van deze
operatie is wel, dat bet doel er van gelukt is.
Dit doel was ul. om de Duitsche troepen
aan het Westerfront vast te houden, zoodat
geen versterkingen naar de Russische grens
konden worden gezonden. Dit zou du6 ge
lukt zijn, en de Duitschers zouden hun troepen
in Champagne nog hebben moeten versterken.
Verder hadden er op bet Westerfront de
gewone gevechten ec kanonnades plaats*
Alleen maken Engelscbe en Fransche be^
richten gewag van vorderingen, die Engel-
sche troepen in België hebben gemaakt,
waar zij voor het derp Xeuve Chapelle
2500 M. loopgraven veroverden en daarna dit
dorp zelf innamen. Men ziet bet: dit zijn
alle berichten van den kant der gealliëqrdenj
Op bet Oostelijk oorlogsterrein is op ver
schillende punten weer hevig gevochten in
de laatste dagen. In Polen in de eerste
plaats, op de vlakte tusschen de Njemen en
den Weichsel; hardnekkig is er gestreden
van weerskanten, maar van een succes kaï^
geen der tegenpartijen blijkbaar gewage:
A
Zeker schijnt wel, dat in Polen reeds sedei
eenige dagen het offensief der Duitschers
tot staan is gekomen en dat er nu op
Russischen grond een strijd wordt uit-f
gevochten, di6 de vijanden van weers'4
zijden uitput, zonder dat hij een beslis-^
sing brengt. In Galicië en de Karpathen
is de toestand dezelfde. De Russen zijn er,
volgens een Duitsch blad van plan, door te
dringen en hevige wostelingen zijn daarvan
het gevolg, maar het gelukt hun niet. De
Oostenrijksche troepen slaan alle aanvallen
af. De operaties in de Karpathen worden
ten zeerste belemmerd door zwaren sneeuw
val en den ellendigen toestand der wegen.
Van den oorlog op zee vernemen we in
de laatste dagen betrekkelijk weinig. De
nieuwen actie der Duitsche onderzeeërs
noch de - représaille-maatregelen der Engel-
schen hebben, gelukkig, veel uitwerking. Ie*"
de Amerikaansche haven van Newport News
is than3 de Duitsche hulpkruiser „Prinz
Eitel FriGdrich" zwaar beschadigd binnen-
geloopen. Het schip had aan boord ongeveer
350 personen, opvarenden van acht schepen,
nl. drie Fransche, drie Engelscbe, een Rus
sisch eneen Amerikaansch. Al die
handelsschepen waren in den grond ge
boord, het laatste omdat het graan inhield,
dat als contrabande werd beschouwd. En
nu zal de Duitsche hulpkruiser waarschijnlijk
in de Amerikaansche haven gerepareerd
worden tot het weer zeewaardig is!
3ELGIË.
Een theater in de vuurlinie.
De Belgische correspondent van „De Tijd"
schrijft uit De PanneOnlangs vertelde ik,
hoe onder leiding der aalmoezeniers op som
mige plaatsen onmiddellijk achter het front
ontspanningsavonden worden gegeven, waar
voordracht en muziek elkander afwisselen. De
baten zijn voor het Roode Kruis en een der
laatste avondje bracht nog circa 250 francs op.
Ook aan 't front zelf heeft men zoo iets be
dacht.
Er bestaat zelfs misschien bestaan er nog
meer dan een aan het Yscrfront een theater
bij de vuurlinie. Uit stroo hebben de soldaten
hun schouwburg opgetrokken, die veel heeft
van den vermomden Poesjenellenkelder te
Antwerpen, dien de Hollanders zich ook nog
wel zullen herinneren van de Antwerpsche
wereldtentoonstelling een 15-tal jaren geleden.
Het soldaten-theatertje hier is evenprnaitief
en beknoptof lieverveel, veel primitiever
en beknopter. Er kunnen notabene niet meer
dan 15 personen in plaats nemen. Des Zondags
is er. voorstelling. Dan komen om beurten de
kerels uit de loopgraven om een „verzetje" te
nemen. Er wordt een liedje gezongen, een
voordracht gehouden, boertig, leutig of ern
stig, al naar het valt.
Luim vroolijkt op, maar het melancholische
is bij de soldaten, die ver van hun gelieven
toeven, in trek. Droefheid, plots door een
kwinkslag onderbroken, is 't leren hier nu
eenmaal.
Het theater heeft al een heele reputatie
mijlen in den omtrek zich verworven! En de
vaderlandsche geest, zich uitend in echt va-
derlandsche liedjes, wordt er aangewakkerd.
De geest onder de Boldaten wordt op deze
en andere wijze uitstekend gehouden. Er
heerseht een onverzettelijke wil om te over
winnen. „Hadden onze soldaten voor een half
jaar hetzelfde machtsbetrouwen gehad, nooit
waren de Duitschers over de Schelde geko
men", schreef een onzer piotten, 't Is te sterk
uitgedrukt, maar wel teekenend.
DUITSOHLAND.
Het Duitsche leger In Lotharingen.
BASEL. Kolonel Miiller heeft een be
schrijving gepubliceerd van zijn reis door
het oorlogsgebied in Lotharingen.
Het feit, dat de daar aanwezige
troepen bestaan uit bewoners van alle
deelen de3 rijks, beschouwt hij als een be
wijs van een eenheid en eensgezindheid van
het Duitsche volk, zooals voor den oorlog
in de nieuwe geschiedenis nog niet is
voorgekomen.
Hij zegt„De vijanden van Duitsohland
hebben erg buiten den waard gerekend,
toen zij voor den aanvang van den oorlog
meenden, dat zij voordeel zouden, kunnen
trekken van oneenighedd tusschen de Noord
en Zuidduitsche stammen.
Alle troepen eenheden in deze streek zijn
compleet. Verliezen worden voortdurend
aangemld met pasgeoefende vrijwilligers,
rekruten of anderen.
Naast andere, in den dienst ervaren,
mannen treft men vaak jonge haardelooze
gezichten aan.
De stemming onder de manschappen is,
evenals overal elders, ook hier uitstekend.
Vastberadenheid, zekerheid te zullen over
winnen, ondernemingslust stralen uit de
oogen van ouden en jongen.
Een rotsvast vertrouwen op do bevelheb
bers vervult officieren en manschappen.
Even vast is het vertrouwen van het leger
in het eoonomisch uithoudingsvermogen
van het land en in de organisatie van rijn
hulpbronnen.
Het spreekt vanzelf, dat dit vertrouwen
ook van gunstigen invloed is op het mili
taire krachtsbewustzijn van het leger.
Niemand» eehter verheelt zich, dat
Duitsohland, zoowel in economisch als mili
tair opzicht, nog een buitengewoon zware
taak te vervullen heeft. Deze overtuiging
staalt het plichtsbesef en de veerkracht
van den hoogstgeplaatsten officier, zoowel
als van den minsten landstormman.
Aan de verpleging en de voeding wordt
door de hocgere bevelhebbers de grootste
aandacht gewijd. De zorg der hoogere Duit
sche aanvoerders voor het welzijn der troe
pen is trouwens in het algemeen voorbeel
dig. Hun welwillendheid, hun menschelijke
deelneming in het lot van hun minderen
blijkt ook"uit de gewoonte om als zij troe
pen naderen of weder verlaten, luid te
groeten: Wanneer dan de manschappen
eenparig met blijkbare ingenomenheid den
groet beantwoorden, dan ligt in dit ant
woord steeds de uitdrukking van echt mili
tair wederzijdsch vertrouwen, en van
ware. goede kameraadschap tusschen supe
rieuren en minderen.
Dat tucht, gevoel van ondergeschiktheid,
en plichtsvervulling daaronder niet lijden,
behoeft niet te worden gezegd. Als iets
niet in orde is, dan volgt ook te velde
daarop de straf."
FRANKRIJK.
Op het Westelijk oorlogsterrein.
PARIJS. Een aanval, dien de Eugel-
6chen gisteren deden, had de verovering
ten gevolge van 2500 M. loopgraaf voor
Neuve Chapelle en van dit dorp zelf. Zij
avanceerden toen in de richting van Au bert
tot aan den Prêtre-molen en jn zuidoostelijke
richting tot de noordelijke zijde van het
Dubiez-bosch over een afstand dus van on
geveer 2 K.M. voorbij Neuve Chapelle.
De Duitsche artillerie loste slechts enkele
schoten
Machteloos droeg men 't slachtoffer uit
de gerechtszaal: toen zij*weer bijkwam,
bevond zij zich in een van de grootste ver
trekken der conciergerie, die men tot ge
vangenis ingericht had. Haar eerste woord
was de naam van haar kind; nog één
wensch had zij, haar lieveling weer te zien;
en deze wensch kwam in vervulling.
Het was den trouwen Gregoor gelukt de
jonge prinses in de gevangenis te brengen.
De moeder beleefde een smartelijken nacht,
haar armzalig strooleger met haar kind dee-
lend. Bij 't aanbreken van den dag wilde
Gregoor met 't kind vertrekken, maar 't
was der arme moeder onmogelijk het uit
haar armen te geven. Nog één oogenblik en
de gerechtsdienaar kw am binnen om de na
men af te roepen van hen, wier laatste gang
het was; onder die namen was ook die van
de ongelukkige moeder. Nog had zij tijd
haar kind aan een der vrouwen te geven,
die in 't zelfde lot zouden deelen, nog
drukte zij eeu gloeienden kus op het ont
steld gelaat van haar kind, nog eenmaal
keek zij in die angstig vragende oogen
toen klonk 't ruw .Vooruit burgers, je
moet niet denken, dat de beul zijn tijd ge
stolen heeft."
Een uur later rolde 't hoofd der moeder,
met den naam van haar kind op de lippen,
in 't zand; twee dagen daarna onderging
de oude Gregoor hetzelfde lot.
Aan 't kind van Fanny dacht niemand.
De gevangen vrouwen gaven 't een deel
van haar brood; zoo goed zij konden, zorg
den zij voor Rosalie. De bewaker zag dit
wel, doch hield de oogen toe. In den ruw-
sten mensen blijft toch altijd een sprankje
van menschlievendheid over.
Rosaüe bleef in de gevangenis, en als een
der vrouwen naar 't schavot gebracht werd,
dan liet zij het kind met de woorden: „de
wees der gevangenen" aan de anderen over.
"Weken, maanden gingen voorbij. Al de
vrouwen, die haar opgepast en verzorgd
hadden, waren de slachtoffers van Robes
pierre geworden. In 't lot van Rosalie ver
anderde niets, haar naam en afkomst waren
vergeten, zij was niets dan „de wees der
gevangenen". Eindelijk nam het lot van 't
ongelukkige Frankrijk een wending.
Den 28 Juli 1794 werd de aarde bevrijd
van Robespierre en zijn aanhangers, die
allen onder de guillotine vielen. De vreese-
lijke storm kwam tot bedaren, de bloedige
republiek ging over op de mannen van het
Directoire, op wier schouders spoedig de
eerste Consul, keizer Napoleon, zich ver
hief.
De gevangenissen werden leeg. Ook de
poorten van de Conciergerie werden ge
opend, en de vrouwen, die er 't laatst wa
ren ingekomen, dachten nu aan geheel iets
anders" dan aan de kleine Rosalie.
De kleine weende, toen'de nieuwbenoemde
inspecteur van de gevangenis kwam en bevel
gaf het kind weg te brengen naar een ge
sticht
Van de rest van het front valt niets te
vermelden.
PARIJS. In een officieele verklaring
wordt medegedeeld, dat de Franschen door
hun operaties in Champagne een terrein
hebben gewonnen van 7 K.M. lengte en
2J K.M. breedte.
"liet doel der operaties was de Duitschers
te beletten troepen naar Rusland te zenden
en dat doel is bereikt.
PARIJS. In de officieele verklaring om
trent de operaties in Champagne wortlt ver.
der gezegd, dat de Franscüen in het bezit
zijn geraakt van een hoogtenlinie, die eeu
gunstige Kasis vormt voor nieuwe aanvallen.
De JJuitschers leden zeer zware verliezen.
Twee garde-regimenten zijn zoo goed als
vernietigd.
De vijand bracht afwisselend van 4 tot
5£ legercorpsen in het veld.
"Op het slagveld werden 10,000 lijken van
Duitschers gevonden. Tweeduizend, man
werden krijgsgevangen gemaakt. £r deden
rich gevallen van krankzinnigheid 1 hen
voor.
De Duitsche troepen rijn nu verplicht
zich te handhaven in haastig aan het front
van onze voorwaartsgeschoven colonnes op
geworpen verschansingen.
Het is ons klaarblijkelijk gelukt de Duit
schers in Champagne vast te houden.
Op 16 Februari hadden zij daar 119 ba-
taillons, 31 eskadrons *>4 veldbatterijen en
20 zware batterijen. Tot 10 Maart voegden
zij bovendien nog 20 batailjons, waaronder
zes garde-batailjons, een regiment veldar
tillerieën twee zware batterijen daaraan tóe.
PARIJS. Door den dichten mist
worden de operaties ten zeerste belemmerd.
De Engelechen hebben Westende in Bel
gië met succes beschoten.
Wij sloegen twee aanvallen bij Zandvoorde
in den sector Yperen af.
In de buurt van Neuve Chapelle werden
twee tegenaanvallen van den vijand dooi
de Engelschën afgeslagen. Hij leed' daarbij
z\*?are verliezen.
Wij hebben Woensdagavond flinke vor
deringen gemaakt in het bosch ten westen
van Perthes, ondanks den hardnekkigen
tegenstand van den vijand.
Bij Reichsackerkopf in de Vogezen sloe
gen wij een tegenaanval af.
LONDEN. Het ministerie van oor
log bericht: „Het vierde en het In
dische oorps vorderden gisteren met
een front van 4000 yards ongeveer
drievierde mijl en namen alle op dit terrein
gelegen vijandelijke stellingen en loopgra
ven. Er werden meer dan 700 krijgsgevan
genen gemaakt.
Ook de Britsche vliegers waren in actie
en vernielden de spoorwegkruispunten bij
Kortrijk en Meenen."
BERLIJN. Officieel wordt gemeld uit
het groote hoofdkwartier
Een Éngelsche vlieger wierp boven Menin
bommen neer: hij doodde 7 Belgen en ver
wondde er tien.
De Engelschen deden "Woensdag een aan
val op onze stelling bij Neufchatel zij dron
gen op enkele plaatsen bet dorp binnen. De
strijd wordt nog voortgezet. De Éngelsche
aanval bij Givencby werd afgeslagen.
In Champagne deden de Franschen twee
aanvallen op een bosch ten oosten van
Souain, waarpit zij ^ien vorigen dag waren
verdreven. Beide aanvallen werden afge
slagen
De strijd om den Reichsackerkopf in de
Vogezen is Woensdag weder begonnen.
Concentratie van krachten.
De Temps" wijst erop, dat, hoezeer de
actie tegen de Dardanellen van groot be
lang is, het hoofdoperatietooneel toch is en
blijft het oostelijk, maar vooral het weste
lijk oorlogstoonccl. Do verdrijving van de
Duitschers uit de loopgraven in Frankrijk
en België, hun nederlagen in Polen en Ga
licië zullen een beslissender karakter heb
ben, ook voor het lot van Turk: dan de
val van Ivonstantipopel.
De onderneming tegen de Dardanellen
moet slagen, omdat wij het recht missen
haar niet tot een goed einde te brengen na
haar te zijn begonnen en omdat onze hulp
bronnen ons zulk een diversie toestaan,
zonder onze krachten op het hoofdoperatie
tooneel te verzwakken. Dit bombardement
spreekt misschien duidelijker tot de verbeel
ding dan ons langzaam maar gestadig ter
rein winnen in Champagne of in het noor
den. Maar dit neemt niet weg, dat alles
wat in het Oosten geschiedt, in belangrijk
heid achterstaat bij hetgeen in voorberei
ding is op het front tus-chen de Noordzee
en Belfort. Vandaar zal do actio uitgaan,
die beslissen zal over de toekomst van
Europa. Alle zedelijke en moreele krachten
moeten ingezet worden om deze worsteling
tot een goed einde te brengon.
De Temps" meent, dat binnenkort
Byzantium zijn groote belangrijkheid, daar
aan sinds eeuwen door de volkeren toege
schreven, zal he"bben verloren: het za] nog
slechte zijn een groote haven voor transito-
verkeer en zij, die bet definitieve lot van
de stad zouden willen regelen vóór do alge-
raeene reorganisatie,- welke volgen moet op
den oorlog, zouden gevaar Joopen om, ter-
wille van een onmiddellijk voordeel, het ge
heel over het hoofd te zien, waarvan de
omvang vooralsnog niet ia te schatten. Er
bestaan historische rechten, welke niet
kunnen verjaren en die ook voldoening
moeten vinden bij een billijke internatio
nale" regeling in de naaste toekomst. Maar
de oplossing van die quaesties moet voorbe
houden blijven aan het congres, dat bijeen
zal komen, als de beide keizerrijken de wa
pens zullen hebben neergelegd. Tot zoolang
behoort de geheele diplomatieke on mili
taire kracht van de bondgenoot-en geconcen
treerd te blijven op dit ééne: do onderwer
ping van onze vijanden.
ENGELAND.
Engeland en de neutralen.
LONDEN. In het Lagerhuis vroeg de
heer Jowett, hoe op het oogenblik de be
irekkingen zijn tusschen de Éngelsche regee
ring en die van Bulgarije, Nederland,
Spanje, Zweden, Noorwegen, Denemarken
en China.
Grey antwoordde: Wij onderhouden
tot mijn vreugde vriendschappelijke be
trekkingen met al die regoeringen. (Toe
juiching.)
RUSLAND.
Op het Oostelijk oorlogsterrein.
WEENEN. Officieel is bekend ge
maakt: De in de jongste gevechten
Ruorisch-Polen en aan het front
I in West-Galicië bij en ten zuiden van
j Gcrlisj veroverde terremstrooken en hoogte-
I linies zijn thans voorgoed door ons bezet.
Pogingen van den vijand om enkele steun-
i punten te heroveren, mislukten geregeld.
De operaties in de Karpathen worden ten
zeerste belemmerd door den zwaren sneeuw
val. Desniettegenstaande werd op verschil
lende punten van het gevechtsfront de
strijd voortgezet. Bij de verovering om een
hoogte o.a. werden verscheiden compagnieën
van den vijand teruggeslagen en twee offi
cieren en 350 man krijgsgevangen gemaakt.
Eenige nachtelijke aanvallen werden met
groote verliezen aan de rijde van den vijand
afgeslagen.
Voor eenige stellingen ten noorden van
Nadwoma werden bij de vervolging van
teruggeslagen vijandelijke troepen 280 man
gevangen genomen.
Op de overige gedeelten van het front
en in de Boekowina is het rustig.
BERLIJN. De particuliere bericht
gever van den „Berl. Lok. Anz." be
richt uit het Oostenrijksch-Hongaar-
sche oorlogsperskwartier„Het 6treven
der Russen om tot eiken prijs eqn 6ucces
te behalen aan het Karpathenfront leidt,
ondanks het ongunstige weder en den ellen
digen toestand van de wegen, herhaaldelijk
tot hevige gevechten. De aanvallen der Rus
sen mislukken echter voortdurend en kos
ten hun talrijke offers.
Het aantal der in de hindern:szone6 ge
sneuvelde Russen staat in groote wanver
houding tot dat der gewonden en gevange
nen.
Voorbij Gorliej werd wederom een klein
succes behaald.
In Russisch Polen sloegen de Ocetenrij-
kers alle, dikwijls met groote onstuimigheid
ondernomen, aanvallen der Russen met
De ongelukkige had dit vertrek, waar zij
zooveel moeders had gehad, zoo lief gekre
gen, dat rij 't niet wilde verlaten.
Toevallig kwam de waschvrouw van dë
gevangenis binnenzij was in een aangren
zend vertrek en boorde 't kind jammeren.
Kom, burger, zei ze, geef mij 't kind;
ik zal die kleine verzorgen ais was ze mijn
eigen kind.
Een der wachters begon te lachen, terwijl
hij grijnzend op ruwen toon zei
Maar, vrouw Bertot, je klaagt er over
dat je niet weet hoe je vijf kinderen moet
onderhouden en nu wil je er nog zoo'n zesde
opeetster bij nemen, en dan nog wel oen
aristocrate.
Geef mij haar, burger, is zij niet
ongelukkig genoeg'? Zij is een wees. burger
Waar vijf aan tafel gaan, daar kan de zesde
ook nog wel meê eten
De woorden van die vrouw werkten op 't
gemoed van den inspecteur- Misschien was
't ook wel beter als hij haar 't kind gaf,
dacht hij, 't spaarde moeite en kosten.
De kleine had geen slecht lot getroffen
de brave weduwe maakte geen .onderscheid
tusschen haar kinderen en Rosalie.
Tpen de orde in Frankrijk hersteld was,
stelde de familie Lubomirska alles in het
werk, om iets naders te weten te komen
van de dochter der ongelukkige vrstin.
Alle nasporingen naar de eenige erfge
name bleven evenwel vruchteloos.
't Eenige wat men kwam te weten was
dat Gregoor den avond voor de terechtstel
ling van de vórstin 't paleis met Rosalie had
verlaten, dat Gregoor een der slachtoffers
was, maar van 't kind wist men niets na
ders te vertellen.
In het jaar 1806, toen er nog een goede
verstandhouding bestond tusschen Napoleon
en het rijk van den C'zaar, kreeg het Rus
sische gezantschap te Parijs een nieuwen
attaché in graai Rzewonski. Hot Russische
gezantschap in Parijs bewoonde toenmaals
rog niet dat schitterende paleis, welke meu
bileering en vooral welks prachtige kapel
tegenwoordig tot de bezienswaardigheden
der Seine-etad behoorenhet was toen in
gehuurde vrij bekrompen vertrekken on
der dak gebracht. Graaf Rzewonski moest
dan ook vooreerst buiten het gezantschaps
gebouw zijn kwartier zoeken en kwam vrij
goed te recht in een der voornaamste hóuels
van het toenmalige Parijs, het hotel
Grande-Batelière.
Toen de graaf er ongeveer veertien dagen
verblijf had gehouden, ontmoette hij eens
op de gang van de eerste verdieping twee
vrouwen, die een gevulde wasclunand droe
gen en bij zijn nadering bescheiden ter zijde
-traden
Rzewonski wilde juist achteloos voorbij
gaan, toen zijn aandacht getrokken werd
door do buitengewone schoonheid ran de
jongste der twee wascbvrouwen.
(Slot volyt.')