No. 90. Zondag 14 Maart 1915 Orgaan voor Leger en Vloot. Oorlogsnieuws. Onder redactie van D. MANASSEN. Oplaag 45,000 exemplaren. SOLDATENCOURANT ADRES DER REDACTIE EN ADMINISTRATIE PALESTRINASTRAAT 10. AMSTERDAM. TELEFOON Z. 4968. DIT BLAD. VERSCHIJNT DRIEMAAL PER WEER LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT, VOOR NIET-MILITAI- REN 3 CENT, ABONNEMENT 1.50 PER DRIE MAANDEN. Voor Advertentie wende men rich tot het Alg. Advertentie-Bureau ROU.MA&Co. Heerenpraeht 226 Amsterdam, tot de Drukkerij ..Jacob van Campen" N. Z. Voorburgwal 234-240 (Keizerryk 9) Amsterdam of tot onre Administratie. Palestrinaatraat 10 Amsterdam. Frys der AdvertentiCn per regel 30 cent. By abonnement reductie. UO JJUllSUUtl'S ZyU Z. or ViUUiugiiJ.. In t UUi'log Hier zien wij een afdeeling troepen liggen in een loopgraaf tegenover den vijand, wie zou niet meenen, dat zij aan den achterkant beschermd werden door een dicht bosch? Toch is daar geen sprake vandit is een „kunstmatig" bosch, om den vijand in de war te brengen. Tusschen eenige spaarzaam' groeiende boomen, waar men makkelijk doorheen kon zien, hebben zij stammen van elders geplaatst, dicht opeen, zoodat we het idee krijgen van een .groot en zwaar bosch, zeer geschikt voor dekking. Nederlanders over Nederland In een weetal buiten ons land verschijnen de tijdschriften vindt men artikelen van Neder landers, die het buitenland inlichten over den toestand ten onzent en de politiek onzer re- geerabg. In het Weltivirtschaftlichc Arcliiv treffen wij een artikel aan van dr. H. Blink over don economischen toestand in. ons land in de eerste maanden van den oorlog, waarin -tevens een overzicht wordt gegeven van hetgeen is ge schied tem onzent om het economische kwaad, door den oorlog aangericht, binnen zoo eng mogelijke grenzen te beperken. Van duurzaam gewin ten gevolge van den oorlog was in de drie eerste maanden geen sprake. Dat behoeft geen verwondering te wek ken bij onze geografische ligging en het afbre ken van het verkeer. Hot zal veel lcracht en een groot kapitaal kosteft om den onderbroken handel, do scheep vaart en de industrie weer aan don gang t« brengen. Of de afzetgebieden, die verloren gingen, weer zullen kunnen worden gewonnen is nog uo vraag, zooals ook trouwens eerst na den oorlog de vraag 'kan wondon beantwoord, of Nederland zijn 'bemiddelaarsrol in heb we reldverkeer kan behouden. Maar één ding kan men nu reeds zeggen, aldus besluit dr. Blink zijn opstelhoewbl na den oorlog groota leven digheid in'het economisch leven is te verwaoh- ten, moet men toch rekening houden met do waarschijnlijkheid, dat de vraag naar kapitaal besparingen noodig zal maken, dio aan do nieuwe ontwikkeling van de weeldenijvenheid hinderpalen in den weg zullen leggen. Maar die nijverheid wordt in ons land niet in do eerste plaats beoefend. Het opstel van mr. A. J. Hankes Driels- m 3 in de Revue Hebdomaire over ons land en den oorlog, dat, naar thans blijkt, in de Fransche pers nog al wat aandacht vindt, is mede daardoor zeer geschikt misverstand, dat er ten onzen aanzien daarginds nog steeds mocht bestaan, uit den weg te ruimen. De rede door minister Cort van der Linden den 2<ien De wees der gevangenen. In den zomer van 1792 kwam een jonge weduwe, een afstammelinge van ouden Pool- schen adel, naar Parijs. Het is niet met zekerheid te zeggen, wat de vorstin Fanny Lubomirska naar Parijs trok, te minder, daar Parjja door alle voorname vreemdelin gen werd vermeden uit vrees voor de guil lotine. De eene zei, dat de jonge vrouw deel bad genomen aan de samenzwering tegen bet Russische bof, dat dit aan den dag was gekomen en baar bad genoodzaakt to vluch ten. Weer anderen vertelden juist 'fc tegen deel. Hoe bet zij, zeker is bet, dat zij over veel geld te beschikken bad. Zij betrok een groot buis en stond met vele personen van naam in betrekking. In dien tijd was het echter te Parijs alles behalve aangenaamde schitterende dagen van Versailles waren reeds lang voorbij en 't prachtige Trianon, de lievelingsplek van de ongelukkige koningin Maria Antoinette, was een ruïne. Vorstin Lubomirska had zicb langzamerhand van alles teruggetrokken, slechts eenige vertrouwden brachten baar nu en dan een bezoek in baar huis in bet Quartier St. Germain. Daar woonde zij met baar lief dochtertje Rosalina, dat toen vijf jaar oud was. Haar dienstpersoneel, dat zij uit Polen medegenomen bad, was weer door baar teruggezondenslechts een oude knecht» die reed? jaren bij baar ouders in Januari gehouden ter verdediging van het on der de wapenen houden onzer militairen, dient m-r. IT, D. als tekst" voor zijn uiteenzetting en inderdaad daarin is onze positie ten aan zien van het groote vraagstuk zoo zuiver ge stold, dat geen poging noodig is het met an dere woorden nog eens te doen. Inderdaad is men, dan ook in Frankrijk gaan inzien lang zamerhand hoe onzinnig de beweringen waren, dat wij het zoo nauw niet namen met onze neutraliteit. Na den val van Antwerpen betoogde niemand minder dan Clunet dat ons land natuurlijk het passeeren van de Westerscheido door oorlogs-. sol iepen zou beschouwen als een schending dor neutraliteit. Kort vóór den val van Antwerpen evenwel had een groot Fransch blad betoogd dat wij oorlogsschepen der geallieerden, die aan Antwerpen hulp wildon brengen, moesten doorlaten. Daaruit blijkt, dat hot standpunt ten aan zien van een bepaalde quaestio zich wijzigt naar het belang, dat men heeft bij de zaak. Maar het bewijst ook, dat een zoo strikt volge houden neutraliteit als die van ons land een groote hoeveellieid flinkheid vereischt. Mr. Hankes Drielsma vindt in zijn artikel dan nog gelegenheid een aantal onjuistheden over ons economisch leven verspreid rockt te zetten. Ook daarom is zijn opstel van Neder- lamdsdh standpunt bezien verdienstelijk. De toestand in den reuzenstrijd. Volgens de Fransche berichten hebbende troepen der geallieerden in do laatste weken in Champagne, Noord-Frankrijk, inderdaad belangrijke voordeelen behaald, waardoor zelfs bet front daar zou zijn gewijzigd. Sedert 16 Februari hebben 'de Franschen daar een terrein gewonnen van 7 KM. lengte bij 2^ KM. breedte. Wat beteekent dit dienst geweest was, bleef bij baar. Den 21en Januari 1793 brak er voor Frankrijk een verschrikkelijke tijd aan. De hoofden van koning Lodewijk XVI en van diens vrouw Maria Antoinette vielen onder de guillotine. Marat en Danton deden de gevangenissen vullen; dag en nacht was de guillotine in werking. Ook vorstin Lubo mirska was een van de slachtoffers. Op den laatsten Augustusdag drong men baar buis binnen. Zonder naar de jonge vrouw te luisteren, die zicb er op beriep, dat zij eeiie vreemde linge was, werd zij uit baar woning gesleept en op een kar gezet, ja, men liet baar zelfs geen tijd, om afscheid van haar kind te ne men. Den ouden, bevenden knecht riep zij evenwel nog toe: ,,Gregoor, zorg voor mijn arm kind, en zoo 't mogelijk is, doe moeite mij baar nog eens te laten zien.'' De rechtbanken spraken in dien vreese- lijken tijd zeer snel recht. Men bracht de vorstin onmiddellijk naar de plaat-s. welke men toen boonend ,,de voorzaal van 't Pa radijs" noemde. De weduwe behoorde tot die gevangenen, die reeds lang veroordeeld waren, voor zij overgebracht werden. Men bad eenige woor den opgevangen, die in baar salon gespro ken waren en daaruit maakte men op, dat zij een aanhangster was van „Louis Capet". Hoewel deze grond zeer aan twijfel onder hevig was, moest haar hoofd toch vallen en wel om de eenvoudige reden, dat men baar „verdacht", stukje op de lange, lange linie van bonder den kilometers zal men vragen. Stellig geen beslissing, dat is waar, doch waar van weerszijden een inneming van een hon derd meter loopgraven hoog wordt opgegeven, is de vermeestering van een dergelijke strook op den vijand zeker een zegepraal van be lang, in dezen oorlog zonder verandering. Bovendien, zegt het Fransche bericht, zijn de Duitsche troepen nu verplicht zich te handhaven in haastig aan het front van de door de Franschen voorwaarts geschoven colonnes opgeworpen verschansingen. Zwaar zouden ook de verliezen der Duitschers zijn geweest, doch het belangrijkste van deze operatie is wel, dat bet doel er van gelukt is. Dit doel was ul. om de Duitsche troepen aan het Westerfront vast te houden, zoodat geen versterkingen naar de Russische grens konden worden gezonden. Dit zou du6 ge lukt zijn, en de Duitschers zouden hun troepen in Champagne nog hebben moeten versterken. Verder hadden er op bet Westerfront de gewone gevechten ec kanonnades plaats* Alleen maken Engelscbe en Fransche be^ richten gewag van vorderingen, die Engel- sche troepen in België hebben gemaakt, waar zij voor het derp Xeuve Chapelle 2500 M. loopgraven veroverden en daarna dit dorp zelf innamen. Men ziet bet: dit zijn alle berichten van den kant der gealliëqrdenj Op bet Oostelijk oorlogsterrein is op ver schillende punten weer hevig gevochten in de laatste dagen. In Polen in de eerste plaats, op de vlakte tusschen de Njemen en den Weichsel; hardnekkig is er gestreden van weerskanten, maar van een succes kaï^ geen der tegenpartijen blijkbaar gewage: A Zeker schijnt wel, dat in Polen reeds sedei eenige dagen het offensief der Duitschers tot staan is gekomen en dat er nu op Russischen grond een strijd wordt uit-f gevochten, di6 de vijanden van weers'4 zijden uitput, zonder dat hij een beslis-^ sing brengt. In Galicië en de Karpathen is de toestand dezelfde. De Russen zijn er, volgens een Duitsch blad van plan, door te dringen en hevige wostelingen zijn daarvan het gevolg, maar het gelukt hun niet. De Oostenrijksche troepen slaan alle aanvallen af. De operaties in de Karpathen worden ten zeerste belemmerd door zwaren sneeuw val en den ellendigen toestand der wegen. Van den oorlog op zee vernemen we in de laatste dagen betrekkelijk weinig. De nieuwen actie der Duitsche onderzeeërs noch de - représaille-maatregelen der Engel- schen hebben, gelukkig, veel uitwerking. Ie*" de Amerikaansche haven van Newport News is than3 de Duitsche hulpkruiser „Prinz Eitel FriGdrich" zwaar beschadigd binnen- geloopen. Het schip had aan boord ongeveer 350 personen, opvarenden van acht schepen, nl. drie Fransche, drie Engelscbe, een Rus sisch eneen Amerikaansch. Al die handelsschepen waren in den grond ge boord, het laatste omdat het graan inhield, dat als contrabande werd beschouwd. En nu zal de Duitsche hulpkruiser waarschijnlijk in de Amerikaansche haven gerepareerd worden tot het weer zeewaardig is! 3ELGIË. Een theater in de vuurlinie. De Belgische correspondent van „De Tijd" schrijft uit De PanneOnlangs vertelde ik, hoe onder leiding der aalmoezeniers op som mige plaatsen onmiddellijk achter het front ontspanningsavonden worden gegeven, waar voordracht en muziek elkander afwisselen. De baten zijn voor het Roode Kruis en een der laatste avondje bracht nog circa 250 francs op. Ook aan 't front zelf heeft men zoo iets be dacht. Er bestaat zelfs misschien bestaan er nog meer dan een aan het Yscrfront een theater bij de vuurlinie. Uit stroo hebben de soldaten hun schouwburg opgetrokken, die veel heeft van den vermomden Poesjenellenkelder te Antwerpen, dien de Hollanders zich ook nog wel zullen herinneren van de Antwerpsche wereldtentoonstelling een 15-tal jaren geleden. Het soldaten-theatertje hier is evenprnaitief en beknoptof lieverveel, veel primitiever en beknopter. Er kunnen notabene niet meer dan 15 personen in plaats nemen. Des Zondags is er. voorstelling. Dan komen om beurten de kerels uit de loopgraven om een „verzetje" te nemen. Er wordt een liedje gezongen, een voordracht gehouden, boertig, leutig of ern stig, al naar het valt. Luim vroolijkt op, maar het melancholische is bij de soldaten, die ver van hun gelieven toeven, in trek. Droefheid, plots door een kwinkslag onderbroken, is 't leren hier nu eenmaal. Het theater heeft al een heele reputatie mijlen in den omtrek zich verworven! En de vaderlandsche geest, zich uitend in echt va- derlandsche liedjes, wordt er aangewakkerd. De geest onder de Boldaten wordt op deze en andere wijze uitstekend gehouden. Er heerseht een onverzettelijke wil om te over winnen. „Hadden onze soldaten voor een half jaar hetzelfde machtsbetrouwen gehad, nooit waren de Duitschers over de Schelde geko men", schreef een onzer piotten, 't Is te sterk uitgedrukt, maar wel teekenend. DUITSOHLAND. Het Duitsche leger In Lotharingen. BASEL. Kolonel Miiller heeft een be schrijving gepubliceerd van zijn reis door het oorlogsgebied in Lotharingen. Het feit, dat de daar aanwezige troepen bestaan uit bewoners van alle deelen de3 rijks, beschouwt hij als een be wijs van een eenheid en eensgezindheid van het Duitsche volk, zooals voor den oorlog in de nieuwe geschiedenis nog niet is voorgekomen. Hij zegt„De vijanden van Duitsohland hebben erg buiten den waard gerekend, toen zij voor den aanvang van den oorlog meenden, dat zij voordeel zouden, kunnen trekken van oneenighedd tusschen de Noord en Zuidduitsche stammen. Alle troepen eenheden in deze streek zijn compleet. Verliezen worden voortdurend aangemld met pasgeoefende vrijwilligers, rekruten of anderen. Naast andere, in den dienst ervaren, mannen treft men vaak jonge haardelooze gezichten aan. De stemming onder de manschappen is, evenals overal elders, ook hier uitstekend. Vastberadenheid, zekerheid te zullen over winnen, ondernemingslust stralen uit de oogen van ouden en jongen. Een rotsvast vertrouwen op do bevelheb bers vervult officieren en manschappen. Even vast is het vertrouwen van het leger in het eoonomisch uithoudingsvermogen van het land en in de organisatie van rijn hulpbronnen. Het spreekt vanzelf, dat dit vertrouwen ook van gunstigen invloed is op het mili taire krachtsbewustzijn van het leger. Niemand» eehter verheelt zich, dat Duitsohland, zoowel in economisch als mili tair opzicht, nog een buitengewoon zware taak te vervullen heeft. Deze overtuiging staalt het plichtsbesef en de veerkracht van den hoogstgeplaatsten officier, zoowel als van den minsten landstormman. Aan de verpleging en de voeding wordt door de hocgere bevelhebbers de grootste aandacht gewijd. De zorg der hoogere Duit sche aanvoerders voor het welzijn der troe pen is trouwens in het algemeen voorbeel dig. Hun welwillendheid, hun menschelijke deelneming in het lot van hun minderen blijkt ook"uit de gewoonte om als zij troe pen naderen of weder verlaten, luid te groeten: Wanneer dan de manschappen eenparig met blijkbare ingenomenheid den groet beantwoorden, dan ligt in dit ant woord steeds de uitdrukking van echt mili tair wederzijdsch vertrouwen, en van ware. goede kameraadschap tusschen supe rieuren en minderen. Dat tucht, gevoel van ondergeschiktheid, en plichtsvervulling daaronder niet lijden, behoeft niet te worden gezegd. Als iets niet in orde is, dan volgt ook te velde daarop de straf." FRANKRIJK. Op het Westelijk oorlogsterrein. PARIJS. Een aanval, dien de Eugel- 6chen gisteren deden, had de verovering ten gevolge van 2500 M. loopgraaf voor Neuve Chapelle en van dit dorp zelf. Zij avanceerden toen in de richting van Au bert tot aan den Prêtre-molen en jn zuidoostelijke richting tot de noordelijke zijde van het Dubiez-bosch over een afstand dus van on geveer 2 K.M. voorbij Neuve Chapelle. De Duitsche artillerie loste slechts enkele schoten Machteloos droeg men 't slachtoffer uit de gerechtszaal: toen zij*weer bijkwam, bevond zij zich in een van de grootste ver trekken der conciergerie, die men tot ge vangenis ingericht had. Haar eerste woord was de naam van haar kind; nog één wensch had zij, haar lieveling weer te zien; en deze wensch kwam in vervulling. Het was den trouwen Gregoor gelukt de jonge prinses in de gevangenis te brengen. De moeder beleefde een smartelijken nacht, haar armzalig strooleger met haar kind dee- lend. Bij 't aanbreken van den dag wilde Gregoor met 't kind vertrekken, maar 't was der arme moeder onmogelijk het uit haar armen te geven. Nog één oogenblik en de gerechtsdienaar kw am binnen om de na men af te roepen van hen, wier laatste gang het was; onder die namen was ook die van de ongelukkige moeder. Nog had zij tijd haar kind aan een der vrouwen te geven, die in 't zelfde lot zouden deelen, nog drukte zij eeu gloeienden kus op het ont steld gelaat van haar kind, nog eenmaal keek zij in die angstig vragende oogen toen klonk 't ruw .Vooruit burgers, je moet niet denken, dat de beul zijn tijd ge stolen heeft." Een uur later rolde 't hoofd der moeder, met den naam van haar kind op de lippen, in 't zand; twee dagen daarna onderging de oude Gregoor hetzelfde lot. Aan 't kind van Fanny dacht niemand. De gevangen vrouwen gaven 't een deel van haar brood; zoo goed zij konden, zorg den zij voor Rosalie. De bewaker zag dit wel, doch hield de oogen toe. In den ruw- sten mensen blijft toch altijd een sprankje van menschlievendheid over. Rosaüe bleef in de gevangenis, en als een der vrouwen naar 't schavot gebracht werd, dan liet zij het kind met de woorden: „de wees der gevangenen" aan de anderen over. "Weken, maanden gingen voorbij. Al de vrouwen, die haar opgepast en verzorgd hadden, waren de slachtoffers van Robes pierre geworden. In 't lot van Rosalie ver anderde niets, haar naam en afkomst waren vergeten, zij was niets dan „de wees der gevangenen". Eindelijk nam het lot van 't ongelukkige Frankrijk een wending. Den 28 Juli 1794 werd de aarde bevrijd van Robespierre en zijn aanhangers, die allen onder de guillotine vielen. De vreese- lijke storm kwam tot bedaren, de bloedige republiek ging over op de mannen van het Directoire, op wier schouders spoedig de eerste Consul, keizer Napoleon, zich ver hief. De gevangenissen werden leeg. Ook de poorten van de Conciergerie werden ge opend, en de vrouwen, die er 't laatst wa ren ingekomen, dachten nu aan geheel iets anders" dan aan de kleine Rosalie. De kleine weende, toen'de nieuwbenoemde inspecteur van de gevangenis kwam en bevel gaf het kind weg te brengen naar een ge sticht Van de rest van het front valt niets te vermelden. PARIJS. In een officieele verklaring wordt medegedeeld, dat de Franschen door hun operaties in Champagne een terrein hebben gewonnen van 7 K.M. lengte en 2J K.M. breedte. "liet doel der operaties was de Duitschers te beletten troepen naar Rusland te zenden en dat doel is bereikt. PARIJS. In de officieele verklaring om trent de operaties in Champagne wortlt ver. der gezegd, dat de Franscüen in het bezit zijn geraakt van een hoogtenlinie, die eeu gunstige Kasis vormt voor nieuwe aanvallen. De JJuitschers leden zeer zware verliezen. Twee garde-regimenten zijn zoo goed als vernietigd. De vijand bracht afwisselend van 4 tot 5£ legercorpsen in het veld. "Op het slagveld werden 10,000 lijken van Duitschers gevonden. Tweeduizend, man werden krijgsgevangen gemaakt. £r deden rich gevallen van krankzinnigheid 1 hen voor. De Duitsche troepen rijn nu verplicht zich te handhaven in haastig aan het front van onze voorwaartsgeschoven colonnes op geworpen verschansingen. Het is ons klaarblijkelijk gelukt de Duit schers in Champagne vast te houden. Op 16 Februari hadden zij daar 119 ba- taillons, 31 eskadrons *>4 veldbatterijen en 20 zware batterijen. Tot 10 Maart voegden zij bovendien nog 20 batailjons, waaronder zes garde-batailjons, een regiment veldar tillerieën twee zware batterijen daaraan tóe. PARIJS. Door den dichten mist worden de operaties ten zeerste belemmerd. De Engelechen hebben Westende in Bel gië met succes beschoten. Wij sloegen twee aanvallen bij Zandvoorde in den sector Yperen af. In de buurt van Neuve Chapelle werden twee tegenaanvallen van den vijand dooi de Engelschën afgeslagen. Hij leed' daarbij z\*?are verliezen. Wij hebben Woensdagavond flinke vor deringen gemaakt in het bosch ten westen van Perthes, ondanks den hardnekkigen tegenstand van den vijand. Bij Reichsackerkopf in de Vogezen sloe gen wij een tegenaanval af. LONDEN. Het ministerie van oor log bericht: „Het vierde en het In dische oorps vorderden gisteren met een front van 4000 yards ongeveer drievierde mijl en namen alle op dit terrein gelegen vijandelijke stellingen en loopgra ven. Er werden meer dan 700 krijgsgevan genen gemaakt. Ook de Britsche vliegers waren in actie en vernielden de spoorwegkruispunten bij Kortrijk en Meenen." BERLIJN. Officieel wordt gemeld uit het groote hoofdkwartier Een Éngelsche vlieger wierp boven Menin bommen neer: hij doodde 7 Belgen en ver wondde er tien. De Engelschen deden "Woensdag een aan val op onze stelling bij Neufchatel zij dron gen op enkele plaatsen bet dorp binnen. De strijd wordt nog voortgezet. De Éngelsche aanval bij Givencby werd afgeslagen. In Champagne deden de Franschen twee aanvallen op een bosch ten oosten van Souain, waarpit zij ^ien vorigen dag waren verdreven. Beide aanvallen werden afge slagen De strijd om den Reichsackerkopf in de Vogezen is Woensdag weder begonnen. Concentratie van krachten. De Temps" wijst erop, dat, hoezeer de actie tegen de Dardanellen van groot be lang is, het hoofdoperatietooneel toch is en blijft het oostelijk, maar vooral het weste lijk oorlogstoonccl. Do verdrijving van de Duitschers uit de loopgraven in Frankrijk en België, hun nederlagen in Polen en Ga licië zullen een beslissender karakter heb ben, ook voor het lot van Turk: dan de val van Ivonstantipopel. De onderneming tegen de Dardanellen moet slagen, omdat wij het recht missen haar niet tot een goed einde te brengen na haar te zijn begonnen en omdat onze hulp bronnen ons zulk een diversie toestaan, zonder onze krachten op het hoofdoperatie tooneel te verzwakken. Dit bombardement spreekt misschien duidelijker tot de verbeel ding dan ons langzaam maar gestadig ter rein winnen in Champagne of in het noor den. Maar dit neemt niet weg, dat alles wat in het Oosten geschiedt, in belangrijk heid achterstaat bij hetgeen in voorberei ding is op het front tus-chen de Noordzee en Belfort. Vandaar zal do actio uitgaan, die beslissen zal over de toekomst van Europa. Alle zedelijke en moreele krachten moeten ingezet worden om deze worsteling tot een goed einde te brengon. De Temps" meent, dat binnenkort Byzantium zijn groote belangrijkheid, daar aan sinds eeuwen door de volkeren toege schreven, zal he"bben verloren: het za] nog slechte zijn een groote haven voor transito- verkeer en zij, die bet definitieve lot van de stad zouden willen regelen vóór do alge- raeene reorganisatie,- welke volgen moet op den oorlog, zouden gevaar Joopen om, ter- wille van een onmiddellijk voordeel, het ge heel over het hoofd te zien, waarvan de omvang vooralsnog niet ia te schatten. Er bestaan historische rechten, welke niet kunnen verjaren en die ook voldoening moeten vinden bij een billijke internatio nale" regeling in de naaste toekomst. Maar de oplossing van die quaesties moet voorbe houden blijven aan het congres, dat bijeen zal komen, als de beide keizerrijken de wa pens zullen hebben neergelegd. Tot zoolang behoort de geheele diplomatieke on mili taire kracht van de bondgenoot-en geconcen treerd te blijven op dit ééne: do onderwer ping van onze vijanden. ENGELAND. Engeland en de neutralen. LONDEN. In het Lagerhuis vroeg de heer Jowett, hoe op het oogenblik de be irekkingen zijn tusschen de Éngelsche regee ring en die van Bulgarije, Nederland, Spanje, Zweden, Noorwegen, Denemarken en China. Grey antwoordde: Wij onderhouden tot mijn vreugde vriendschappelijke be trekkingen met al die regoeringen. (Toe juiching.) RUSLAND. Op het Oostelijk oorlogsterrein. WEENEN. Officieel is bekend ge maakt: De in de jongste gevechten Ruorisch-Polen en aan het front I in West-Galicië bij en ten zuiden van j Gcrlisj veroverde terremstrooken en hoogte- I linies zijn thans voorgoed door ons bezet. Pogingen van den vijand om enkele steun- i punten te heroveren, mislukten geregeld. De operaties in de Karpathen worden ten zeerste belemmerd door den zwaren sneeuw val. Desniettegenstaande werd op verschil lende punten van het gevechtsfront de strijd voortgezet. Bij de verovering om een hoogte o.a. werden verscheiden compagnieën van den vijand teruggeslagen en twee offi cieren en 350 man krijgsgevangen gemaakt. Eenige nachtelijke aanvallen werden met groote verliezen aan de rijde van den vijand afgeslagen. Voor eenige stellingen ten noorden van Nadwoma werden bij de vervolging van teruggeslagen vijandelijke troepen 280 man gevangen genomen. Op de overige gedeelten van het front en in de Boekowina is het rustig. BERLIJN. De particuliere bericht gever van den „Berl. Lok. Anz." be richt uit het Oostenrijksch-Hongaar- sche oorlogsperskwartier„Het 6treven der Russen om tot eiken prijs eqn 6ucces te behalen aan het Karpathenfront leidt, ondanks het ongunstige weder en den ellen digen toestand van de wegen, herhaaldelijk tot hevige gevechten. De aanvallen der Rus sen mislukken echter voortdurend en kos ten hun talrijke offers. Het aantal der in de hindern:szone6 ge sneuvelde Russen staat in groote wanver houding tot dat der gewonden en gevange nen. Voorbij Gorliej werd wederom een klein succes behaald. In Russisch Polen sloegen de Ocetenrij- kers alle, dikwijls met groote onstuimigheid ondernomen, aanvallen der Russen met De ongelukkige had dit vertrek, waar zij zooveel moeders had gehad, zoo lief gekre gen, dat rij 't niet wilde verlaten. Toevallig kwam de waschvrouw van dë gevangenis binnenzij was in een aangren zend vertrek en boorde 't kind jammeren. Kom, burger, zei ze, geef mij 't kind; ik zal die kleine verzorgen ais was ze mijn eigen kind. Een der wachters begon te lachen, terwijl hij grijnzend op ruwen toon zei Maar, vrouw Bertot, je klaagt er over dat je niet weet hoe je vijf kinderen moet onderhouden en nu wil je er nog zoo'n zesde opeetster bij nemen, en dan nog wel oen aristocrate. Geef mij haar, burger, is zij niet ongelukkig genoeg'? Zij is een wees. burger Waar vijf aan tafel gaan, daar kan de zesde ook nog wel meê eten De woorden van die vrouw werkten op 't gemoed van den inspecteur- Misschien was 't ook wel beter als hij haar 't kind gaf, dacht hij, 't spaarde moeite en kosten. De kleine had geen slecht lot getroffen de brave weduwe maakte geen .onderscheid tusschen haar kinderen en Rosalie. Tpen de orde in Frankrijk hersteld was, stelde de familie Lubomirska alles in het werk, om iets naders te weten te komen van de dochter der ongelukkige vrstin. Alle nasporingen naar de eenige erfge name bleven evenwel vruchteloos. 't Eenige wat men kwam te weten was dat Gregoor den avond voor de terechtstel ling van de vórstin 't paleis met Rosalie had verlaten, dat Gregoor een der slachtoffers was, maar van 't kind wist men niets na ders te vertellen. In het jaar 1806, toen er nog een goede verstandhouding bestond tusschen Napoleon en het rijk van den C'zaar, kreeg het Rus sische gezantschap te Parijs een nieuwen attaché in graai Rzewonski. Hot Russische gezantschap in Parijs bewoonde toenmaals rog niet dat schitterende paleis, welke meu bileering en vooral welks prachtige kapel tegenwoordig tot de bezienswaardigheden der Seine-etad behoorenhet was toen in gehuurde vrij bekrompen vertrekken on der dak gebracht. Graaf Rzewonski moest dan ook vooreerst buiten het gezantschaps gebouw zijn kwartier zoeken en kwam vrij goed te recht in een der voornaamste hóuels van het toenmalige Parijs, het hotel Grande-Batelière. Toen de graaf er ongeveer veertien dagen verblijf had gehouden, ontmoette hij eens op de gang van de eerste verdieping twee vrouwen, die een gevulde wasclunand droe gen en bij zijn nadering bescheiden ter zijde -traden Rzewonski wilde juist achteloos voorbij gaan, toen zijn aandacht getrokken werd door do buitengewone schoonheid ran de jongste der twee wascbvrouwen. (Slot volyt.')

Krantenbank Zeeland

De Soldatencourant. Orgaan voor Leger en Vloot | 1915 | | pagina 1