NO. 69, Oplaag 50,000 exemplaren. Zondag 24 Januari 1915
Orgaan voor Leger en Vloot.
V1&
Oorlogsnieuws.
*°*&r
Onder redactie van D. MANASSEN.
De dag van Charleroi.
Het oostelijk oorlogstee oil.
DE SOLDATENGOURANT
Oih^lr. r
UJa^^c,
-V .Xorum,
U/t-so^o
ILl-v^VO/t^
"iTluAvLac/X)
ADRES DEE EEDACÏIE PALESTEINASTRAAÏ 10, AMSTERDAM, TELE
FOON Z. '1968. DIT BLAD ZAL DRIEMAAL PER WEEK VERSCHIJNEN.
LOSSE NUMMERS VOOR MILITAIREN 1 CENT. VOOR NIET-MILITAIREN
3 CENT, ABONNEMENT 1.50 TER DRIE MAANDEN.
Voor Advertentil!n wende men r.ich lot. onze Administratie Drukkerij .Jacob van Campen*
N. Z. Voorburgwal 234-240 (Keizerrijk 9; Arostaidsro, Tel. Noord 1775, of tot de advertentie
bureaux. Prjjs der AdvertentiCn per regel 25 cent.
DOOE
Alfred Walter Heymel,
(Slot.)
Tot onze blijde verrassing was bet aan
tal doodeu en gewonden betrekkelijk klein
en wie beschrijft ouze vreugde, toen plot
seling achter een der huizen stemmen weer
klonken en onze adjudant met een twaalf
tal niet- of slechts lichtgewonde ruiters zich
bij den commandant meldden. Hij was da
delijk toen het schieten begon, van zijn
paard gesprongen, had zich in een portiek
verborgen en had toeu een beter gebouwd
huis met voortui» outdekt, waar hij dooi
den achtertuin ha<! -uuncn vluchten, nad^t
hij allen, die nog monden loopen, om zich
heen had verzameld.
Iu de 6traat zag het er minder goed uit.
Het is ontegenzeggelijk een droevig ge
zicht, een gevallen soldaat op het slagveld
te zien liggen, een soldaat, wien een kogel
arm, been of misschien het hoofd heeft weg
gerukt maar onze grijsjassen zóó op hot pla
veisel te zien liggen, enkelen met levens
gevaarlijke schotwouden, hun uit de onmid
dellijke nabijheid toegebracht; daartusschen
een oude man in burgcrkleeren, met onge
schoren gelaat, dun grijs haar, en gespleten
schedel, waar de hersens uitpuilendat
alles bood zulk een hartverscheurenden aan
blik, zoo geheel verschillend van de taferee-
len, die <nien ia den oorlog verwacht, dat
men "-et beter kon doen dan zich af te
wenden..».
Op enkele plaatsen stroomde het bloed
over de straat en vulde de goten. De luclit
van bloed en wijn en cognac en brandende
gebouwen werd ondragelijk. Alle wijnvaten
waren stukgeslagen; hun inhoud stroomde
leeg uit cafés.
Wij begrepen, dat wij, als wij verder op
rukten, zeker op nog zes of zeven barrika-
des zouden sfooten. Wij gingen een klein,
geheel verweest kroegje binnen, waar nog
wat roodc wijn en spuitwater werd gevon
den, zoodat. ieder officier een half glas door
zijn totaal verdroogde keel kon spoelen.
Eindelijk, daar naderde eeu wielrijder met
een boodschap voor ons. Wij moesten zoo-
ara mogelijk keeren om het werk van de
achterhoede over te nemen.
Het zal omstreeks twaalf uur in den mid
dag zijn geweest, toen dit bevel kwam
gloeiend heet stond de zon aan den hemel,
maar liet ergste scheen nu toch voorbij..."
De schrijver gaat dan voort te vertellen
hoe zijn troep, van voorhoede achterhoede
geworden, de stad weer uittrekt, door st-ra-
teu, die zij zelf in brand hadden gestoken.
Op een plein, in een andere voorstad, waal
meer troepen waren, vonden zij. het derde
eskadron van het regiment.
,,0p eeu kar lag, half diebtgedekt, eeu
brave ouderofficier van het. derde eskadron,
die kort te voren,, na een lijden van eenige
uren, aan eeu zware buikwonde den helden
dood was gestorven.
Eeu vriendelijke iufanterie-majoor kwam
naar mij toe en bood mij de hulp van twaalf
infanteristen aan, opdat ik den onderoffi
cier kon laten begraven.
Juist' liad ik erover loopen peinzen, of ik
den armen, dapperen kerel daar zoo zon
moeten laten liggen, zonder te weten, wat
er met hem gedaan zou wordendit aanbod
was mij dus zeer welkom.
Eenige mannen haalden uit een naburig
tuintje zelfs wat bloementoen. wij hem in
zijn volle lengte, het hoofd naar het Oosten,
in zijn primitief graf hadden neergelegd,
wierpen wij bloemen en aarde op het lijk;
een kort gebed werd uitgespi*oken, het
,,Onze Vader'' tot aan de woorden: ,,Uw
wil geschiede in den Hemel zooals op
aarde!" Toen eeu ruw getimmerd kruis
met eeu grafschrift in potloodletters; de
helm van den armen kerel er bovenop. Een
bedankje aan de hulpvaardige soldaten en
daarmee uit....
De. drie eeresalvo's, welke de doode zoo
zeer verdiend had, mcesteu achterwege blij
ven, uit vrees voor een paniek.
Zoo'n begrafenis, die, omdat er eeu kui!
gegraven moot worden, ongeveer 20 minu
ten duurt, vergt meer van de zenuwen dan
eeu lijkdienst, waarbij honderd personen
aanwezig zijn rond dén graf."
Daarna trok de troep verder de stad uit
en kwam bij de Sambre, aan den overkant
waarvan de Franschen hen afwachtten.
,,Wij waren tusschen 5 en 6 uur bij een
tamelijk,, smalle Sambrebrug gekomen,
rechts en links reusachtige, donkere fa
brieksgebouwen, groot genoeg om in elk een
regiment infanterie onder te brengen. Voor
uitrukken was voorloopig niet mogelijk,
daar de 6traat vóór ons versperd was door
onze eigen troepen. Zoo stond een deel van
ons regiment onder aan den berg, een klein
deel aan de overzijde van de brus en nie--
mand wist of deze niet elk oogenblik opge
blazen zou worden.
Onophoudelijk suisden kogels boven ons
hoofd, afkomstig uit het booger gelegen
stadsdeel en eens zelfs hoorden wij het tik
ken van een machinegeweer, dat ergens op
het dak van een huis moest zijn geplaatst-;
maar de kogels gingen alle te hoog en te
ver en troffen geen doelons althans raak
ten zij niet. Wij waren allen de meening
toeg^rdaan dat, indien nu onze laatste in
fanterie over de. brug zou zijn getrokken,
wij, die de achterhoede van het detache
ment vormden., wederom al de woede der
bevolking op ons zouden zien gekoeld.
Daarom besloot onze bevelhebber ora de
rest van de ruiters aau den anderen kant van
de brug in de schaduw der huizen op te
6tellen.
Dat gebeurde.
Boven op de hoogte, misschien eén half
uur van ons verwijderd, woedde de veld
slag. Duidelijk onderscheidden wij het
artillerievuur.
Maar al te goed wisten wij, dat, als het
verkoerd mocht gaan daarginds, - wij door
Charleroi terug moesten trekken en ik ge
loof, dat elk van ons zich liever op de
plaats zelve had laten doodranselen dan
nog eens te probeeren, door deze hel terug
te gaan.
Ui kreeg het bevel, met mijn troep naar
links te gaan en te verkennen of niet een
weg naar Chatelet voerde.
Ik bracht dit bevel ten uitvoer, maar
wij waren uog niet lang op weg toen ik
meende te bemerken, dat mijn brave ruiters
niet den waren moed hadden om verder te
gaan, Hun gang werd langzamer, zij
trachtten steeds ijveriger burgers op te
vangen, in een woord, ik begon te vreezen
voor de noodzaak op te treden tegen mijn
eigen troepen, het hartverscheurendste wat
iemand in den oorlog kan overkomen, toen
een estafette ons terug kwam roepen. Nau
we! ij kg hadden wij ons omgewend of op de
heuvels ter linkerzijde ontbrandt een gewel
dig vuur, maar alle kogels vliegen over ons
heen, niemand wordt getroffen en in ge-
strekten draf naderen wij in de duisternis
weder ons regimeut. Ik was verheugd, dat
ik niet verder had behoeven te gaan.
Maar luistert nuStelt u een tamelijk
broeden straatweg voor, wejke leidt naar een
werkmansstad, maar welke weg zoo volko
men bezet is, dat men geen pas vóór- of ach
terwaarts kan doen. Overal machinegewe
ren, munitie, artillerie, cavallerie, infan
terie, pioniers, alles vlak bij elkander en
daarbij geweldige hitte, veroorzaakt door
den brand der aanliggende huizen, waar
van er telkens een instort. Dan dekken de
brandende gebinten de machinegeweren en
de paarden, die daarvoor zijn gespannen;
alles wordt verkoold tot een onherkenbare
massa. Daarbij bet vuur, afgegeven door
de franc-tireurs, dat meestal geen schade
aanricht, maar gierend vliegt over de hoof
den der manschappen, roms te pletter slaat
tegen elecfcrischo geleidingen en alle zenu
wen spant en prikkelt tot bet uiterste. De
eleetrische draden knappen ar, zij zijn nog
met stroom geladen en bieden het grootste
levensgevaar voor menseh en dier, voor ons
en ruiter. In de onmiddellijke nabijheid op
een heuvel ontbrandt steeds feller het hef
tige vuur van artillerie en infanterie. En
intusschen moeten wij daar in de nauwe
straat wachten wachten op de overwin
ning, want als het- verkeerd gaat, moeien
we, zooals ik reeds boven zeide, ons nog eens
wagen door die hel.
Tegen tien uur in den avond komt eenige
beweging in de gevechtsliniewij mar-
cheeren op en gaan voorwaarts. Al schaar-
scher en schaarscher worden de huizen er.
plotseling bevinden we ons op een breed
plateau onder Gods sterren. De avondster
flonkert ons toe en de poolster schijnt te
zeggen,,Ik behoor bij u, vanwaar die
kleinzieligheid V'
Aan den overkant strekt zich een woud
uit-, rechts ligt een klein dorpje en dan
verder overaï wijde landen, ruime velden,
waarover veel zwaargewonden worden weg
gedragen. Maar ieder van ons zegt tegen
'den ander, bijna fluisterend en met trenen
iu het- oog „Wij hebben overwonnen. Voor
heden hebben we rust en in de open lucht
kunnen wij den nacht doorbrengen-"
Ons regiment is gescheiden van de andere
troepen, we heblee onze. bivakplaatsen, we
hebben stroo gevonden voor ons en hooi voor
de paarden en ieder legt zich te slapen
waar bij staat, aan den kant van een sloot,
of in de voren van een aardappelveld.
Maar geen kan den slaap vatten, ieder
kijkt overgelukkig naar den sterrenhemel,
aan het wederzien waarvan wij dien langen
dag zoo dikwijls hebben getwijfeld. Ik zag
niemand eten.
Ziet ge. beate kameraden het was ee..
lange, eer. afschuwe-i'ke dag ea ik zou niet
zoo'n tweeden willen doom akeu maar het
waa een dag var. strijd, leerzamer en meer
hardend dan iets anders."
Aan de grens van Polen en 't Oostelijk deel van Pruisen hebben heel wat
gevechten plaats gehad van den aard,'dien ons hier wordt vertoond. Grensgevechtenen
schermutselingen tusschen Duitsche patrouilles en Russische afdeelinge-n. Wanneer
de eersten of de laatsten zich wat ver vooruit wagen, van de hoofdwacht, at. kunnen
zij er zeker vau zijn, dat zij door een afdeelicg van den vijand worden aangevallen.
Hier poogden de Duitschers een spoorweghalte te bezetten, maar zij vonden er
Russen, die hen terugjoegen na een hevig gevecht.
De toestand in den reuzenstrijd.
Er zijn, vooral in Frankrijk, velen, die
meenen, da.t de oorlogvoerenden nu eens
hun- taktïek moesten veranderen. Ze moeten
niet' langer iu een eindelooze linie tegenover
elk" liggen, elkaar beschieten, elkaar
nu.'i n >n' een loopgraaf van een honderd
of een paar honderd meter afnemen of een
hoeve betwisten, ze moeten nu eens tot
een hevig offensief, een aanvallende bewe
ging overgaan. Vooral in Fransche bladen
vindt men deze meening uitgesproken, o.a.
door Clemenceau, den bekenden journalist-
staatsman en oud-minister. Doch er zijn
andèren, die hierover niet zoo denken. Aan
te vallen is gemakkelijk genoeg gezegd,
maar moeilijker gedaan. Een aanvallende
beweging in België eu Frankrijk is eerst
mogelijk, indien men de draadversperringen,
vertakkingen, verschansingen en ?lle moge
lijke versterkingen van den vijand uit den
weg heeft geruimd. Dan kan men de infan
terie, gesteund door de artillerie, er op af
eturen, en pogen den vijand terug te drij
ven. Maar zooals nu de vijanden tegenover
elkander staan, ziju zij als 't> ware in vestin
gen opgesloten, achter muren, die meter
voor meter genomen moeten worden-
We kunnen ons best voorstellen, dat men-
gchen, die niet in het oorlogsveld liggen, be
ginnen te mopperen. We zeiden het reeds
dezer dagen, voor den buitenstaander zou
de oorlog eentonig worden, indien hij niet
zoo vreeselijk was. Drie maanden bijna
liggen nu de Duitsche troepen tegenover de
Fransclie, Eugelsche en Belgische leger
machten en de toestand is over 't geheel
niets veranderd. Wat doet het er toe, of
hier de Franschen een paar honderd meter
vooruitkomen, cf elders de Duitschers wat
terrein wiunen, of de Engelschen zich in een
hoeve nestelden, waar pas de vijand zat, of
de Belgen zich een overgang over oen rivier
verwerven 1 De algemeer.e toestand wijzigt
er zich niet door, de beslising komt men
geen stap nader. Een oorlog van uitputting
zal het moeten worden, heeft men van ver
schillende kanten voorspeld, doch geen der
legere geeft nog blijk van vermoeidheid, en
de Duitschers bijv., die van het Westerfront
troepen moesten zenden naar het Oosten,
zijn in Frankrijk geenszins zwakker gewor
den, getuige de krachtige aanval bij Sois-
sons.
De toestand kan dus nog een heele poos
duren, zooals hij is. In 't Westen zoowel
als in !t Oosten. Iu Polen ten minste begint
de oorlog nu meer cn meer te gelijken op
den strijd in hét Westen: men verschanst
er zich in den grond, legt. draadversperrin
gen aan en wacht den vijand af, of doet nu
en dan een aanval. Eenigszins anders is de
toestand er weler hebben meer gevechten
\an man tegeu man, meer aanvallen en
schermutselingen plaats, maar ook die bren
gen geen wijzigingen. En overigens is het
stii in "t Oosten, in Galicië zoowel als in de
Karpa-tlien
In het Westen gaat alles zijn ouden gang.
Het kanon staat daar vooraan. De donder
van het geschut laat zich steeds opnieuw op
verschillende plaatgen hooren, in onze
telegrammen vernemen onze lezers van en
kele verwoede beschietingen, van punten,
die in afwisselend bezit zijn van de tegen
standers, van eindjes loopgraven van 20 tot
100 meter, die veroverd en herwonnen wor
den, van vo widtdringen hier en terugwijken
daar, in één wcord van de rfiaanden-oude
geschiedenis aan dit front. Er komt geen
verandering in en er is geen uitzicht, dat er
binnen afzienbaven tijd verandering in zal
komen. De strijdende partijen toonen, als
van den l>eginnen af reeds, dat zij tegen
elkaar opgewogen zijn.
Duitschland.
Verliescijfers.
Een Kopenhaagsch correspondent bere
kent thans op grond van de verlieslijsten.
dat de oorlogsverliezen in Pruisen thans
877,107 bedragen aan dooden, gewonden
en vermisten (136 lijsten zijn verschenen).
Hierbij komen dan de verliezen in 136
Beiersche, 92 Saksische, 99 Wurtemburg-
sche en 14 marine-lijsten. De correspon
dent. meent te mogen schatten dat de to
tale Duitsche verliezen 21 millioen bedra
gen. In hoeverre deze schatting juist is,
kunnen we niet beoordeelen, maar in elk ge
val moet worden opgemerkt, dat van do
gewonden natuurlijk een zeer belangrijk
deel na herstel naar het front kan terug-
keeren. In Oosten-Ijk zijn thans 100 ver
lieslijsten gepubliceerd, die de volgende cij
fers geveuOfficieren, gesneuveld 2263,
gewond 8980, gevangen 6*28manschap
pen gedood 40,827, gewond 231,160, ge
vangen 9502. Hierbij behooren niet de
verliezen der laatste twee maanden.
De Mazurische meren.
Bij de verdediging A-an Oost-Pruisen te
gen de Russische aanvallen heeft de lijn
der Mazurische meren steeds een groote
rol gespeeld.
De Russen zijn tot nog toe niet er in ge
slaagd hier door te breken blijkens de
jongste berichten schijnt thans weer. een
actie iu die richting aangezet te worden.
Deze meren strekkeu zich uit in een lijn
van ongeveer 75 K.M. lengte, van Noord,
naar Zuid, op een afstand van 55 K.M. van
de grens, waarmede zij parellel loopt. De
meren zijn van elkaar gescheiden door smalle
landtongen, waardoor weer kanalen loopen.
De Duitschers hebben deze van nature
reeds zoo krachtige stelling nog aanzienlijk
versterkt. De accessen zijn alle bevestigd
en voorzien van blokhuizen.
In het noorden wordt de keten geopend
door het Kissainmeer, dat van het daarop
volgende meer Löwentin gescheiden is
door den spoorweg LyckKoningsberg,
welk défilé wordt afgesloten door het fort
Boven, terwijl even oostwaarts daarvan de
stad Lötzen ligt.
De ruimte tusschen de genoemde meren
n.l. eeu halve K.M. is de grootste
doorgang in de geheele merenliju.
Tusschen de beide zuidelijkste meren
loopt de spoorlijn Bialla-Allinstein. waar
aan ten oosten van het laatste meer Jolian-
nisburg ligt.
Frankrijk.
Op het Westelijk oorlogsterreln.
PARIJS. De vijand heeft onze stel
lingen teu noorden van Notre-Dame
de Lorette hevig gebombardeerd eu deed
daarop te vijf uur hedenochtend opuieuw een
aanval, die echter onmiddellijk werd
afgeslagen.
Wij hebben twee kleine bosschen ten moor
den van de hoeve Beau Séjour bezet. Een
tegenaanval van den vijand mislukte.
Iu Argonue deden de Duitschers eeu
kracht'igen aanval op den uitlooper van
onze linie bij St. Hubert- en vernielden ouze
loopgraven door een hevig bombardement.
Toen gingen zij tot den aanval over, maar
werden door ons infanterie- en artillerie
vuur teruggedreven.
Het gevecht bij Hert-ma unsweilerhoff
duurt voort.
De strijd om St. Taut.
De bijzondere correspondent van den
Matin" deelt nog enkele nadere bijzonder
heden mede over den strijd om de voorstad
van Soissons, St. Paul.
Sb. Paul bestaat uit een klein kasteel,
waaromheen eenige huizen liggen, die een
steunpunt aan de troepen verschaffen.
Den 14en hadden onze strijdkrachten
achtereenvolgens de zuidelijke hellingen van
het plateau van Yregny ontruimd, schrijft
de correspondent. Ons front ter breedte
van ongeveer acht K.M. was twee K.M.
teruggenomen. De rivier zou voor onze troe
pen weer de voornaamste dekking worden.
De noodzakelijkheid om, ten behoeve van
een toekomstig offensief, een bruggehoofd
vast te houden op den rechteroever, noopte
ons met onzen uitersten linkervleugel de bui
tenwijken van Soissons te blijven bezetten.
Alleen het centrum trok in zijn geheel terug
over de rivier. Onderdeelen van onzen rech-
Vrijwel de geheele Boekofrina schijnt in
Russische handen te zijn
^X
-pe\.X
XÊcrc*. otO
Op bijgaande kaart is gotracht, op grond
van de inrichten der laatste dagen, de ge
vechtslinie op het Oostelijk oorlogstoonecl
aan te geven.
Beginnen wij bij Oost-Pruisen, dan her-
inneren wij ons de berichten va.. Duitsche
zijde omtrent afgeslagen aanvallen der Rus
ten ten Oosten vau Gumbinven en Lötzen.
In Polen werd, volgens de berichten, ge
vochten ten zuiden van Mlav:a-. De p.aatsen
Radsanou-o en Serpez moeten in Russische
handen zijn.
Bij IVyseKogrodwaar de Bsoera in den
Weicksel uitmondt, hebben de Duitschers
onlangs activiteit betoond. Een Duitsch
front, dat in den laatsten tijd veel genoemd
is, loopt van Sochatsjew naar Bolimow, aan
de Rawka.
Inowlods, aaD de PÜitsa, deelt, volgens
een beschouwing van Duitsche zbde, die wij
onlangs opnamen, het front in tweeën.
Kielce is, heb werd dezer dagen gemeld,
door de Russen ontruimd.
Wat zuidelijker vindt men de Nida, waar
aan weerszijden schijnt gevochten te wor
den, zoo bijvoorbeeld ten zuiden van
Pintschow.
3 óui-Korlsjin, gelegen bij de uitmonding
van de Nida in den Weichsel, is, volgens
bericht van Duiteche zijde, in Duitsche
handen.
Aan de Doenajett, in Galiciê. wordt
eveneens voortdurend gevochten. Tarnau
onlangs beschoten, is in Russische handen.
Verder is melding "emaakt van gevech
ten ten oosten van ZaJclycsin en ten zuiden
van Gorlke.
Verder oostelijk^ in de Karpathen, is de
Uzeok-pas in Russische handen. Daarente
gen wordt Przrmnsl nog eteeds vruchteloos
belegerd.