Schitterend geslaagde
Visserijfeesten te Breskens
ALG. NIEUWS BLAD
VOOR WEST ZEEUWS-VLAANDEREN
.J
Meneer Hansen,
incognito
19e Jaargang Nr. 1037
Vrijdag 20 augustus '65
Verschijnt iedere vrijdag
Abonnementsprijs
f 1,75 p. kw.franco p. post f 2,15
Prijs der advertenties:
12 ct. p. m.m.; bij abonn. korting
Advertenties m. brieven onder nr.
of bij ons te bevragen 18 ct. extra
Telefoon (01172) 429
DRUKKERS-UITGEVERS R SMOOR DE HULSTER - DORPSSTRAAT 10 - BRESKENS - TEL.,-»» - GIRO 3t>8296
Buitengewoon gunstig weer
Met buitengewoon gunstig weer zijn
de Breskense Visserijfeesten voor de
13e maal gehouden.
Reeds vrijdagmiddag kondigde de
feestvreugde zich aan toen het mijnen-
vegersbestrijdingsquadron 127, bestaan
de uit de mijnenvegers Lochem, Sneek
en Borne in de haven kwam. 's Middags
maakte de luitenant ter zee le klas
W. W. Bak zijn opwachting op het ge
meentehuis. 's Avonds werd het college
van B. en W. aan boord van de Lochem
ontvangen.
Reünie Zevibel.
Traditiegetrouw hield zaterdagmor
gen Zevibel zijn reünie tijdens de Vis
serij dagen in „De Uitkomst".
Door voorzitter A. L. S. Lockefeer werd
een kort begroetingswoord gesproken,
waarin hij een bijzonder woord richtte
tot de nieuwe Commissaris der Ko
ningin, mr. J. van Aartsen, het Eerste
Kamerlid de heer A. v. Eeten, het
Tweede Kamerlid de heer C. v. Peijl,
B. en W. en raadsleden van Breskens.
Hierna verkreeg de voorzitter van de
Breskense visserijvereniging „Ons Be
lang", de heer C. Kosten, het woord.
Deze zei tot de Commissaris dat het de
Breskense vissers verheugde dat hij tijd
heeft genomen om in Breskens aanwe
zig te willen zijn. Ik hoop dat de kennis
making U zal bevallen. Ook hoopte hij,
dat wanneer het nodig mocht zijn, men
eens kon aankloppen. Vandaag is het
feest en wil ik geen klaaglied laten ho
ren Alle vissers zijn vandaag naar
Breskens gekomen, ondanks de donkere
wolken die boven de Ooster-Schelde
hangen. Hij hoopte dat deze donkere
wolken zullen wegtrekken op dezelfde
manier als zij er gekomen zijn.
Men beschikt thans over een vloot
die er zijn mag. Deze vloot is mede tot-
stand gekomen dank zij de gemeente
lijke garantstellingen. In hoofdzaak
vist men hier op garnalen en in de win
ter op sardijn. Dit laatste is echter niet
erg lonend en men heeft al moeten
overschakelen op de kabeljauwvangst.
Spr. maakte gewag van de gunstige uit
komsten. Hij benadrukte echter nog
eens de wensen van Breskens om te
komen tot een koelcel en een garnalen-
pelmachine, waarmee voorkomen kan
worden, dat kostbare partijen garnalen
naar de vismeelfabrieken gaan in tijden
van overvloed.
De heer Lockefeer begon met de vraag
te stellen: „wat weten wij van onze
Commissaris af omtrent zijn kennis van
de visserij?" Tijdens zijn ambtsperiode
als wethouder van Den Haag heeft hij
de portefeuille van de Scheveningse
visserij behartigd, doch de Zeeuwse vis
serij is een geheel andere. Zevibel is
FEUILLETON
door Frank van Falckenoort.
De lange schudde zijn hoofd. „Niks,
laat maar liggen. Misschien doet dit
meer als geld. Vijf en twintig duizend,
en dat vroeg hij zo maar, zonder meer".
Hij keek neer op het bewegingloze
lichaam. „Dat mannetje weet meer, Pe
ter, let op mijn woorden. Misschien al
veel te veel. We doen het beste meteen
maar naar Den Haag terug te gaan en
daar te vertellen, wat wij nu weten.
Meer kunnen we voorlopig toch niet
doen".
„En hij dan? Nemen we hem niet
mee?" Peter wees op het slachtoffer op
de grond.
„Ben je gek? Weet je hoeveel kilome
ter het is van hier naar Den Haag?
Stel je voor dat we onderweg op de een
of andere manier aangehouden wor
den? Weet jij, of hij hier nog meer
mannetjes in de buurt heeft? En als ze
zijn verdwijning bemerken en de politie
waarschuwen? Weet jij nu, voor wie
Vlaming werkt? Er bestaat nog altijd
de mogelijkheid, dat hij een politie
spion is. Wat voor verklaring geef jij,
een vrije privaatrechtelijke organisatie,
die in Den Haag het gezicht van de
Zeeuwse visserij heeft. Er bestaat een
nauwe samenwerking met het Prov.
bestuur, zeker inzake de oestercultuur.
Hij maakte gelijk gebruik van de ge
legenheid het standpunt van de Zeeuw
se visserijwereld, dat de Oosterschelde
open behoort te blijven, toe te lichten
en te verdedigen. Spr. was de mening
toegedaan dat de visserij in de Ooster
schelde kan blijven, wanneer er een
getijcentrale gebouwd zal worden. Voor
dit streven had hij behalve in de Friese
visserij wereld, die nu zelf bedreigd
wordt met afdamming van de Wad
denzee, ook bijval menen te bespeuren
bij de Commissaris der Koningin. Deze
zou zich n.l. voorstander hebben ge
toond van de bouw van een dergelijke
centrale. En dat betekent dat U de kant
van Zevibel hebt gekozen. Deze getij
centrale komt ook nog aan vele andere
zaken ten goede. Wanneer men aan de
weg timmert heeft men dikwijls kritiek.
Hiermede bedoelde hij de uitlatingen
gedaan in de Statenzitting, waar de
aktiviteiten van de voormannen der
Zeeuwse visserij wereld voor het open
houden van de Oosterschelde, werden
gewraakt. Spr. noemde dergelijke op
merkingen „uitlatingen, die ons niet
liggen en waar wij in het geheel geen
prijs op stellen". Hoe meer er in de
Staten gesproken wordt over de Zeeuw
se visserij, hoe liever het ons is, doch
met het beleid van Zevibel heeft men
niets te maken en men heeft er zeker
geen behoefte aan om voorgeschreven
te krijgen wat men wel en niet moet
doen.
Eind 1964 beschikte de Zeeuwse vis
sersvloot over 78 garnalen-vaar tuigen,
die in dat jaar twee miljoen kilo gar
nalen aanvoerden met een waarde van
ong. f 3000.000,-. Wanneer wij kunnen
bogen op deze resultaten is dit niet ge
komen door de regering, doch door de
medewerking van de gemeenten Bres
kens, Vlissingen en Colijnsplaat, die
hun garantstellingen verleenden. Ook
Ged. Staten zijn wij zeer erkentelijk
voor de goedkeuring van de raadsbeslui
ten. Nu zijn wij doende aan de kwali
teitsverbetering, waarvoor een premie
beschikbaar zou kunnen worden ge
steld. Zevibel werkt steeds aan de toe
komst der vissers, zij stimuleert het
onderwijs der visserij scholen, waarvan
helaas weinig gebruik gemaakt wordt.
Voorts besteedde de voorzitter aan
dacht aan een persbericht, dat na 1
nov. de Belgische en Nederlandse vis
sers in eikaars viswateren mogen gaan
vissen. Op zichzelf is dit wel toe te
juichen, doch rond deze kwestie moet
als ze ons met hem in de wagen aan
houden? Kunnen we beter meteen naar
het politiebureau lopen".
Peter knikte. „Ja, dat is zo".
De lange boog zich naar zijn metge
zel en vervolgde„Dit pak slaag zal hem
wel tot andere gedachten brengen. Wed
den, dat hij met een paar dagen ver
dwenen is? Nou, dan zijn we waar we
wezen wilden, niet?"
De ander knikte. „Laten we dan
meteen maar gaan".
Ze keken nog eens rond in het ver
trek, knipten het licht uit en verlieten
behoedzaam het huisje. Een paar mi
nuten later werd ergens op de weg de
motor van een auto aangeslagen en
reed een grote zwarte wagen met grote
snelheid over de eenzame Boslaan in
de richting van de Rijksweg.
Rechercheur Hoolwerf had om vijf
uur zijn dienst er op zitten en terwijl
hij naar huis terugfietste, dacht hij aan
het telefoontje, dat hij van zijn collega
Winkel gehad had. Nee, nieuws was er
nog niet over die Vlaming. Hij had
hem één keer bezocht, maar was ook
niet veel wijzer geworden. Dat het daar
niet helemaal goed zat, lag wel voor de
hand. Een mannetje met een strafblad;
iemand, die feitelijk nooit veel produk-
tief werk verricht had in zijn leven en
nu ook in feite praktisch niets uitvoer
de. Naar alle waarschijnlijkheid zat hij
daar met een doel. En wat ook van be
Het hijsen van de wimpel op het winnende schip BR. 21 door de Commissaris der Koningin
er nog veel geregeld worden. De pro-'
blemen liggen in beide landen op het
gebied van verschillende heffingen, mi
nimumprijsregelingen en opvangfond-
sen. En bovendien blijven de Belgen van
onze fondsen af. Voorts vestigde spr.
nog de aandacht op het feit dat, wan
neer de afdamming van de Oosterschel
de een feit zou worden, Zeeland met
havenproblemen zal komen te zitten.
Wat moet er dan van de mensen in
Colijnsplaat worden, die dan voor de
tweede keer verdreven worden?
Hierna sprak burgemeester J. A.
Eekhout als volgt:
Meneer de Commissaris der Koningin,
Meneer de Voorzitter van Zevibel,
Dames en heren,
Het is voor mij een groot genoegen om
als burgemeester van Breskens tot U
te mogen spreken.
Laat ik dan beginnen, meneer de Com
missaris, om U in Bresjes hartelijk wel
kom te heten. We zijn er trots op, dat
deze gemeente de eerste plaats in West I
Z.-Vlaanderen is, die door U officieel
wordt bezocht. Dat U, aan de vooravond
staande van Uw verhuizing van Den
Haag naar Uw residentie in Middelburg,
met al de beslommeringen, die een ver
huizing nu eenmaal meebrengt, deze
dag toch nog voor Breskens hebt willen
reserveren, stellen wij op hoge prijs.
Wij zijn U daar zeer erkentelijk voor.
Ik meen, meneer de Commissaris, dat
U de streek Zeeuws-Vlaanderen eens
het overzee'se Zeeland hebt genoemd.
Ik geef U de verzekering, dat U zich
hier direkt thuis zult gevoelen.
Na al dat heen-en-weer trekken in de
laatste maanden van Den Haag naar
Middelburg, over al die kanalen en
beken, door tunnels en over rivieren,
dus door gans dat Nederlandse delta
gebied, moet het U toch een veilig ge
voel geven dat U nu bent op het vaste
land van Europa. Aan één stuk zoudt U
lang was: een paar dagen geleden had
hij een verrekijker gekocht in het dorp.
Een beetje verdacht, nietwaar?
Halverwege zijn woning kreeg Gert
Hoolwerf een idee. Het was nog vroeg
en Cobie, zijn vrouw, was vast nog niet
met het eten klaar. Vooruit, even een
kort bezoekje brengen aan onze vriend
Vlaming. Je kunt nooit weten waar het
goed voor is.
Terwijl hij de Boslaan opfietste, pas
seerde hem een zwarte auto in snelle
vaart. Gewoontegetrouw bekeek hij het
kenteken en prentte het meteen in zijn
geheugen, want nu herinnerde hij zich,
dat hij de wagen al vaker in het dorp
gezien had, doch steeds in de avond.
Eens naar laten informeren, dacht hij.
Een paar minuten later zette de re
chercheur zijn fiets tegen het huisje en
belde aan. Hij wachtte, onderwijl rond
kijkend in de duisternis, maar in het
huisje bleef alles stil. Zeker niet thuis.
Besluiteloos bleef hij nog even staan,
doch zag tenslotte in dat dit aan de
situatie niets veranderde. De man was
kennelijk de deur uit. Een beetje gepi
keerd omdat hij de tocht nu voor niets
gemaakt had, probeerde hij door het
raampje naar binnen te turen. Maar
alles was donker en het bleef stil.
Hij had zijn fiets al in de hand om
weg te rijden, toen hij aarzelde. Gek,
dacht hij, maar ergens vertrouw ik het
niet. Iets in me zegt, dat hier iets niet
van hier als het ware zonder enige on
derbreking tot Gibraltar kunnen door
reizen.
Breskens houdt elk jaar Visserij da
gen. Dit evenement moet men zien als
een uiting van dankbaarheid van de
gehele bevolking jegens de visserij. De
visserij \s niet alleen vanwege de gave
inslag der vissers voor ons van grote
waarde, maar óók, omdat deze nijvere
groep welvaart aan de bevolking brengt.
Gunstige financieringsregelingen van
de gemeente hebben weten te bereiken,
dat de gehele Breskense vissersvloot in
een mum van tijd gemoderniseerd werd;
de vangsten en de besommingen gaan
in sterk stijgende lijn. Het jaar 1964 is
voor de vissers een goed jaar geweest;
de uitkomsten van 1965 zullen deze nog
overtreffen. Ter illustratie moge dienen,
dat over 1964 over de vismijn aan aller
hande vis werd verhandeld tot een be
drag van rond 2 3|4 miljoen gulden; de
periode Jan.-juli van dit jaar geeft al
een cijfer van 2 110 miljoen te zien.
De belangrijke visserij-plaats Breskens
heeft internationale bekendheid. Zij is
voor de Nederlandse deviezenpot van
grote betekenis. Immers van hieruit
wordt de Parijse markt dagelijks van
vis voorzien. Als het ware met de re
gelmaat van de klok rijden de koel
wagens van de Breskense groothandel
naar het land van Marianne. Een groot
gedeelte van de totale Nederlandse gar-
nalenvangst, of die vangsten aan de
wal gebracht worden te Scheveningen,
IJmuiden, den Oever, den Helder of
Harlingen, dan wel dichter bij huis, te
Colijnsplaat of Vlissingen, n'importe,
zij vinden voor een groot gedeelte via
de Breskense groothandel hun wegnaar
het buitenland.
Meer en meer begint het inzicht te
groeien, dat concentratie van aanvoer-
plaatsen noodzakelijk is. wil men voor
de toekomst een efficiënt visserijbeleid
in orde is. Cobie zou het m'n zesde zin
tuig noemen.
Opnieuw zette hij zijn fiets neer en
liep terug naar de voordeur. Hij voelde
aan de deurknop en tot zijn verwon
dering was de deur niet afgesloten.
Voorzichtig duwde hij de deur open
en zag op de grond een tas staan. Hij
haalde zijn zaklamp te voorschijn,
waarmee hij het gangetje belichtte. Uit
de tas staken een paar flessen melk.
In de gang riep hij: ..Bent u thuis,
meneer Vlaming?" En luisterde. Maar
alles bleef min of meer griezelig" stil.
Ik vertrouw het niet, dacht Gert.
Tenslotte ben ik politieman, dus ik kan
een redelijke verklaring geven voor
mijn aanwezigheid hier. Hij opende de
toegangsdeur naar het woonvertrek,
zocht naar het lichtknopje en draaide
dit om. Bijna meteen zag hij de bewo
ner in een hoek liggen, de bloedplek-
ken op de vloer en de wand. Automa
tisch trok hij een lijn tussen de snel
wegrijdende zwarte auto en de toe
stand in dit huisje.
Hoolwerf liep naar het slachtoffer
en boog zich over hem heen. Uit een
paar wonden aan het gezicht druppel
de nog bloed .Hij haalde een klein doos
je uit" zijn zak. dat hij altijd bij zich
droeg en nam er een paar pakjes nood
verband uit. Zo goed en zo kwaad als
het ging verbond hij de ergste wonden,
zodat het bloeden in ieder geval ge-