Bezwaren-zitting
grenswijziging Groede-Breskens
DE ZWARTE VLEK
bezoek van Biervliet aan Dour
De SCHAKEL
ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WEST ZEEUWSCH-VLAANDEREN
8e Jaargang Nummer 396
Vrijdag 22 AUG. 1952
Drukkers-Uitgeverij: Firma SMOOR DE HULSTER - Dorpsstraat 10 - BRESKENS - Telefoon 27 - Giro 358296
Versehijnt iedere Vrijdag
Abonnementsprijs
f 1,per kwartaal; franco
per post f 1,15
Prijs der advertentiën
10 cent per m.m.;
bij abonnement korting
Advertenties met „brieven
onder nr. of bij ons te
bevragen", 10 cent extra
Over de grenswijziging tussen Groede
en Breskens, zoals deze door Ged.
Staten voorbereid en in het ontwerp
van wet door de Minister van Binnen
landse zaken zijn vastgelegd, is al heel
wat te doen geweest. Tijdens de raads
zitting van Breskens op 9 April 1.1.,
bleek deze en het college van B. en
W. het volledig eens te zijn met het
ontwerp grenswijziging, door Ged.
Staten toegezonden. De raad van Groede
verklaarde zich in haar vergadering
van 10 April vierkant tegen het ont
werp.
Dinsdagmiddag hielden Ged. Staten
te Schoondijke in hotel „De Zwaan"
een z.gn. bezwaren-zitting, waarop elk
der partijen hun bezwaren of eventueel
hun goedkeuring aan het ontwerp van
wet konden geven. De Commissaris
der Koningin in de Provincie Zeeland,
Jhr. Mr. de Casembroot, opende de
zitting met een hartelijk welkom en
zette het doel van de bijeenkomst uit
een. De volgende leden van Ged.
Staten waren aanwezigC. Hamelinck,
A. L. S. Lockefeer en mr. dr. A.J.J.
Mes.
De burgemeester van Groede, J. C.
Everaars, begon ter zitting met te
zeggen, dat door de grenswijziging
Groede in één slag noodlijdend gaat
worden. Immers 8 boerenbedrijven, 1
vismeelfabriek en garagebedrijf zouden
worden ontnomen, wat dus betekent,
derving van grond-, personele- en
ondernemersbelasting plus een belang
rijk deel van de uitkering uit het ge
meentefonds. Groede heeft grote moge
lijkheden, die door een eventuele
noodlijdendheid niet tot ontwikkeling
kunnen komen. Voorts bestreed spreker
het argument als zou het gedeelte van
Groede langs de Rijksweg nabij Bres
kens geografisch bij laatstgenoemde
gemeente behoren. Evenmin vond
spreker het een argument om kracht
bij de grenswijzigingsplannen te zetten
dat 115 mensen langs de Rijksweg op
Breskens zijn georiénteerd en dat de
huisvrouwen hun inkopen in Breskens
doen. Breskens wil het van Groede te
annexeren terrein gebruiken voor haar
uitbreiding, wat ook al niet nodig is,
daar Breskens nog grote uitbreidings
mogelijkheden heeft tussen het voor
malige fort Frederik Hendrik en Bres
kens. De van Groede te ontnemen
grond is van prima kwaliteit voor
agrarische doeleinden, ten westen van
Breskens is de grond veel minder,
daarom is het zonde om zulke goede
grond aan de landbouw te onttrekken.
FEUILLETON
19. door NIEK VAN DER ZWAAN.
Wijnandse liet zijn krant zakken en
keek de ander verwonderd aan. „Erg
belangrijk?" vroeg hij, een tikje spottend.
De ander lachte een beetje verlegen.
„Och nee, niet veel bijzonders eigen
lijk. Kom even mee naar het zijver
trekje, daar zitten we alleen".
Wijnandse vouwde zijn krant dicht
en volgde de secretaris van de soos
naar een klein kamertje, dat min of
meer als een kantoor was ingericht.
Toen de beide mannen plaats geno
men en Barendsma een sigaret opge
stoken had, begon de man nadenkend
voor zich uitstarend: „Kijk eens, Wij
nandse, je bent nog niet lang in onze
stad en je komt zelf uit een der groot
ste steden van ons land, waar men er
een andere mentaliteit op na houdt
dan hier. Ik weet, dat Willemspoort
een groot kletsgat is, waar men niets
liever doet dan letten op zijn mede-
In het verleden heeft Breskens zelf uit
breiding naar het zuiden gezocht. Zo
heeft Groede aan Breskens vergunning
verleend haar voetbalterrein op Groede's
grondgebied aan te leggen, de vismeel
fabriek te bouwen en van recenter da
tum de zuiveringsinstallatie van de
Breskense riolering op Groede's grond
gebied te hebben, feiten, die nu aan
gevoerd worden om de grenswijziging
doorgezet te krijgen. De grenzen van
de Zeeuws-Vlaamse gemeenten zijn
grillig van vorm en bieden noodzake
lijkheden en mogelijkheden om tot
algemene grenswijziging over te gaan,
dit wordt niet gedaan maar men pikt
Groede er alleen uit. Het gebied wat
Groede als compensatie toebedeeld zou
krijgen is economisch van veel minder
belang dan wat Groede aan Breskens
zou moeten afstaan.
De Burgemeester van Breskens, de
heer J. A. Eekhout, is het volkomen
met de argumenten voor de grenswijzi
ging door G.S. aangevoerd, eens. Al
deze argumenten tezamen bepalen de
noodzaak hiertoe. Daarom is het on
juist en een vreemde vertoning, dat
het college van B. en W. deze argu
menten stuk voor stuk tracht te ont
zenuwen. Groede heeft echter het ge
bied langs de Rijksweg volkomen aan
haar lot overgelaten; ten bewijze hier
voor wijst spr. op de verlichting,
riolering en bestrating. Als Groede
meent, dat het gebied ten Westen van
de Slikkenburgseweg geografisch bij
Groede hoort, heeft Zuidzande en
Nieuwvliet evenveel recht op stukken
van Groede. Dat Groede bij de grens
wijziging in de voorgenomen vorm in
haar bestaan bedreigd wordt, ontkent
de heer Eekhout met klem. Het is
Breskens die financieel schade lijdt als
men bedenkt, dat Groede de verma
kelijkheidsbelasting opstrijkt van het
voetbalterrein en de belastingopbrengst
van de vismeelfabriek, deze fabriek op
de Breskense zuiveringsinstallatie aan
gesloten moest worden, de bestrating
van het Molenwater, de enige afvoer-
weg van Groede's gebied ten Z. van
Breskens, wat een flinke reparatiepost
uitmaakt als gevolg van het zware
intensieve verkeer. Ik weet wel, aldus
spr., dat de weg terug niet makkelijk
is en ook niet prettig.
Burgemeester Everaars bestempelt
het als een leugen, dat Groede die
115 mensen maar laat zitten. Voorts
wijst spr. er op, dat het niet nodig
was, de vismeelfabriek op Groede's
gebied te bouwen, het sportveld en de
zuiveringsinstallatie eveneens op Groe
de's gebied aan te leggen, voor beide
eerste was mogelijkheid genoeg ten
westen van Breskens, zoals er nu nog
de mogelijkheden zijn daar Breskens'
mengen en als ze de kans krijgen de
anderen zoveel mogelijk bekladden.
Nu is het enerzijds waar, dat we daar
boven verheven moeten staan. Maar
daar staat ook tegenover, dat we in
ieder opzicht de schijn moeten ver
mijden, vooral als we een vooraan
staande positie innemen in het maat
schappelijke leven".
Wijnandse keek de ander met stij
gende verbazing aan. „Verklaar je na
der, want ik snap er nog niet veel
van".
Barendsma tipte behoedzaam de as
van zijn sigaret, kuchte even en ging
toen verder.
„Kijk eens, Wijnandse, ik mag je
graag. Niet omdat je de grote uitgever
bent, maar omdat je bent, zoals je je
alle dag vertoont, hetzij op de soos,
hetzij in de zaak dan wel op straat.
En daarom wil ik je in gemoede
waarschuwen. Begrijp het dus goed,
niet als bestuurslid van de soos, maar
als vriend. Er wordt in de stad over
je gekletst, geroddeld mag ik wel zeg
gen. Je schijnt wel eens laat te wer
ken met je secretaresse en dan breng
uitbreiding te zoeken, inplaats van
hiervoor be-te cultuurgrond te willen
nemen.
De Commissaris der Koningin zegt,
dat de suggestie met betrekking tot
het Breskense gebied ten westen van
de Slikkenburgseweg, wat Groede vindt
dat geografisch en economisch bij
Groede behoort, door G.S. bekeken
zal worden, waarbij de Commissaris,
nog aantekent, dat G.S. irr het alge
meen het beginsel volgt geen gemeen
tegrens langs een weg te laten lopen,
maar de voorkeur geeft aan de kada
strale perceelsgrenzen.
De Burgemeester van Groede meent,
dat wanneer de grenswijziging toch
doorgang mocht vinden, Groede dan in
elk geval de revenuên van dat ontno
men gebied gedurende zekere tijd dient
te ontvangen.
Perscommentaren
van het
Wat de Belgische pers schreef over de
concerten, op 3 Augustus gegeven te
Dour (België) door de Kon. Muziek
vereniging „Harmonie" van Biervliet,
tijdens het grote gala-concert aldaar
Le journal deMons et deBorinage
van Woensdag 6 Augustus 1952.
„Tegen de drie duizend personen
waren nu rond de muziekkiosk ver
zameld waarop het Nederlandse gezel
schap de „Kon. Harmonie" van Bier
vliet, gedirigeerd door dhr. Anthonisse,
plaats nam.
De schitterende overwinnaar van
1951 had op het programma „Wash
ington Grays"-C.S. Grafulla, „Ouverture
Bagatelle" van Rixner, „Introduction
élégie et Capriciosa" van Maindert
Boekei en tot slot „Blue Devils" van
C. Williams. De drie en dertig muzi
kanten, heren, dames en zelfs kinderen
van dit excellente gezelschap maakten
bovenal indruk door hun waarlijk won
derbaarlijke homogeniteit, als men
rekening houdt met de samenstelling
van de harmonie. In het tweede ge
deelte trad de Kon. Harmonie ten
tweede male op terwijl hun programma
werd gebisseerd, waarvan in het bij
zonder „Colonel Bogey" en „Parade".
De burgemeester van Dour nam hierna
het woord om het Nederlandse gezel
schap te bedanken en hen de levendige
felicitaties over te brengen van het
gezamenlijke publiek, dat de triomfator
van het concours in 1951 had terug
gevonden met etn vreugde zonder
reserve. De eerste Magistraat van de
gemeente overhandigde vervolgens een
bloementuil aan de tamboer, een jongen
van 9 jaar, wiens muzikale begaafd-
je haar, als het werk klaar is, zo tegen
middernacht naar huis".
Wijnandse begon te lachen. „Aha,
is dat het! Misschien kunnen ze de
zon niet in het water zien schijnen?"
Barendsma ging hierop niet in, maar
vervolgde rustig: „Het spreekt natuur
lijk vanzelf, dat er niets achter zit.
Maar nogmaalsvermijd zoveel moge
lijk de schijn. Je bent in je positie als
drukker en uitgever behoorlijk kwets
baar. Men iet op jou en mij meer dan
bijvoorbeeld op een banketbakkers-
knecht of een boerenarbeider. Begrijp
je wat ik bedoel?"
„Voor honderd procent," antwoordde
Wijnandse vrolijk. Lieve help, dat zou
hij eens aan Miep vertellen. „Overigens
zou ik wel eens willen weten, wat er
in steekt, als een jongeman als ik,
vrijgezel en van onbesbroken levensge
drag, 's avonds op straat loopt met
een jongedame, eveneens vrijgezel cn
eveneens van onbesproken levensge
drag. Nou, mijnheer?"
„Je vergeet," repliceerde Barendsma
droogjes, „dat het meisje nu niet be
paald gunstig staat aangeschreven.
heid zoals blijkt, ondubbelzinnig tot
uitdrukking is gebracht".
La Province de MonsetdeBorinage
van Dinsdag 5 Augmtus 1952.
„En zie hier weer het mooie Neder
landse gezelschap terug wat na de
„Fanfare Vezonienne" op het ogenblik
plaats neemt op de kiosk. Het publiek,
wat niet ophoudt naar het park te
stromen, vult de grasperken en de
lanen, het weer verbetert steeds, het
succes is compleet, de organisatoren
hebben hun glimlach weer teruggevon
den. Meer dan 4000 mensen luisteren
naar het eerste optreden van de kam
pioenen van het conconrs van vorig
jaar. De 33 muzikanten zijn bij hun
lessenaar en onder bravogeroep van
het publiek bestijgt hun jonge en talent
volle, kunstzinnige directeur, de heer
Anthonisse het podium. De Koninkl.
Harmonie van Biervliet (Holland) ver
tolkt achtereenvolgens „Washington
Grays" van C. S. Grafulla, „Ouverture
Bagatelle" van Rixner, „Introduction
élégie et Capricciosa" van Meindert
Boekei en „Blue Devils" van C. Willi
ams. Iedereen, die het vorige jaar dtel
hadden aan het concours hebben dus
dit jaar met vreugde deze mooie
Harmonie kunnen herbeluisteren, die
dit jaar, dank zij de op wonderbaar
lijke wijze ten gehore gebrachte nieuwe
werken slechts het muzikale peil kun
nen verhogen, waarmee zij overal waar
zij zich presenteren, spelen. Zijn muzi
kanten, mannen, vrouwen en kinderen
zelfs waaruit zij is samengesteld, zijn
allen even ijverig als toegewijd. Ze
worden geleid door de meesterlijke hand,
door een ervaren chef. Deze vereniging
heeft alle wensen vervuld. Zij blijft de
glorieuze lauweren het vorige jaar te
Dour geplukt en sedertdien op het
concours te Ostende en in Holland
waardig".
I'Information de Pays Dourols
van 10 Augustus 1952.
„Op het platform, ziehier de buiten
gewone fanfare van Biervliet die zich
zelf opwerpt als „Harmonie", zonder
twijfel, omdat niets de verbazende
perfectie van haar spel beter kan
karakteriseren, de soepele intelligentie
van haar vertolking, het mirakel van
haar gegoten en gekleurd geluid en de
hoge kunstnoot, die de artiesten voort
brengen. Wij aarzelen niet dit woord
uit te brengen en wij houden er aan
vast terwijl wij overdenken, dat de
bewerkers van zulk een wonder nauwe
lijks de kinderjaren voorbij zijn, dat
vier jonge dames belast zijn met rollen
van het eerste plan, opgediend met
een schitterende zekerheid en dat elke
partij verdedigd wordt door een waar
acteur.
Als men bedenkt, dat dit gezelschap
Bovendien behoort ze bij geen enkele
kerk".
Wijnandse liet een zacht gefluit ho
ren. „Warempel, dat is waar ook. Mijn
secretaresse behoort bij geen enkel
kerkgenootschap. En zoiets keurt de
kletsgemeente van Willemspoort niet
goed. Afgezien nog van het feit, dat
zij maar een gewone typiste is en ik
de grote Wijnandse, de uitgever. Is
het niet?"
„Ook dat. Willemspoort is nog al
erg op standsverschil. Maar het kardi
nale punt is natuurlijk
„Het feit, dat ze niet tot onze kerk
behoort".
„Juist. Wij vinden het niet in de
haak, als een onkerkelijk meisje ver
kering heeft met een jongeman van
onze kerk
„Zeg eens eventjes," stoof Wijnandse,
nu beslist enigszins verontwaardigd,
op, „wie spreekt er van verkering?"
„Nu ja, dat maakt men er al gauw
van," meende Barendsma.
„Zo? Nou, doe dan mijn complimen
ten aan de kletstantes, roddel-ooms
van Willemspoort en zeg ze maar uit