Schoolartsendienst ïerneuzen en West ZJaanderen. Walerlaiierkje bewijst haar zelf standigheid waard te ziin. Wijverheidsonderwils te Oostburg. Het verlaten eiland De schakel ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WEST ZEEUWSCH-VLAANDEREN 8e Jaargang Nummer 374 Vrijdag 21 MAART 1952 Drukkers-Uitgeverij: Firma SMOOR DE HULSTER - Dorpsstraat 10 - BRESKENS - Telefoon 27 - Giro 358296 "A Verschijnt iedere Vrijdag Abonnementsprijs f 1,per kwartaal; franco per post f 1,15 Prijs der advertentiën 10 cent per m.m.; bij abonnement korting Advertenties met „brieven onder nr. of bij ons te bevragen", 10 cent extra Per 3t December 1951 vielen in Terneuzen en West Z.-Vlaanderen onder het Geneeskundig Schooltoezicht in totaal 82 scholen en wel 25 kleuter scholen, 43 scholen voor lager onder wijs, 5 scholen voor uitgebreid lager onderwijs en 9 Nijverheidsscholen. Op de genoemde scholen was het aantal leerlingen als volgt. Kleuterscholen 1387, scholen voor gewoon lager onder wijs 4442, scholen voor uitgebreid lager onderwijs 506 en Nijverheidsscholen 729, in totaal dus 7064 leerlingen. Het totaal aantal leerlingen op genoemde scholen bedroeg in t950, 6799 leer lingen een toename dus van 265 kin deren. Het volgende jaar (1952) zal de toename waarschijnlijk nog groter zijn. Met zorg wordt men vervult, hoe de kinderen in de reeds vaak overbevolkte klaslokalen te plaatsen. Vooral zal dit vraagstuk in de in Zeeuwsch-Vlaan- deren nieuw gebouwde scholen voor doen. Van de 7064 leerlingen welke de bovengenoemde scholen bevolkten wer den er in 1951, 2945 aan een periodiek systematisch onderzoek onderworpen en wel 9 kleuterscholen - 519 leerlingen, 23 scholen voor gewoon lager onder wijs - 2024 leerlingen, 2 scholen voor uitgebreid lager onderwijs - 205 leer lingen, 3 Nijverheidsscholen - 197 leer lingen. De opkomst van de voor onder zoek opgeroepen leerlingen blijft uit stekend. Een kleine groep kan door ziekte of een andere toevallige omstan digheid aan de oproep geen gehoor geven. Meestal is één der ouders bij het onderzoek aanwezig, waardoor het mogelijk is eventuele bij het kind ge vonden afwijkingen met de ouder of verzorger te bespreken, dit mag een zeer gelukkige omstandigheid genoemd worden. Van de in 1951, 2945 onder zochte leerlingen bleken 59% ingeënt te zijn tegen pokken en eveneens 59% tegen diphterie. Het onderzoek naar en de bestrijding van de tuberculose ge schiedde in nauwe samenwerking met de artsen van het districtsconsultatie bureau. Bij de onderzochte kinderen werd de reactie Pirquet toegepast en wel op 2380 leerlingen waarvan het aantal positief reagerenden 157 bedroeg of 6,6%. 157 leerlingen werden door gelicht en bij 5 van hen werd een actief proces geconstateerd. De tuber culose bestrijding kwam in een actiever stadium, immers er werd besloten de kinderen, die de lagere school verlaten, mits toestemming der ouders met B.C.G. vaccin in te enten, nadat de kinderen bleken negatief te reageren op de reactie van Mantoux. In Terneuzen FEUILLETON 50) door P. DE VRIES. Kees zei niets, maar gespte zijn rugzak af en inspecteerde de inhoud. Daarna ging hij naar de kombuis en gaf de kok opdracht de zak weer met het nodige bij te vullen. Zelf liep hij naar de officiershut, waar een doos met verbandmiddelen stond en wat hij meende nodig te hebben, haalde hij er uit en maakte er een klein pakje van. Daarna stopte hij het in de rugzak, die de kok intussen weer ge vuld had en zonder een woord te zeggen, wilde hij weer over de rai ling stappen om naar het eiland te gaan. Whiteheaven, die zwijgend had aangezien, greep hem bij de arm en vroeg: „Wat ga je doen, Kees?" „Wat ik ga doen?" vroeg Kees met doffe stem, „dat is toch eenvoudig zou ik zeggen. Ik ga Josien zoeken". „Maar je kunt toch niet alleen gaan? vond dit plaats, het betrof hier 280 leerlingen die hiervoor in aanmerking kwamen. Bij 6 leerlingen maakten de ouders bezwaren, 23 leerlingen vielen af doordat zij positief reageerden, ter wijl bij 219 vaccin toegediend werden aldus onvatbaar gemaakt voor de t.b.c. Van de 2945 onderzochte leerlingen werden er 187, dus ruim 6% naar de huisarts verwezen, omdat behandeling van een gevonden afwijking noodza kelijk leek. Vooral waren het gezichts afwijkingen en vergrote gehemelte amandelen. De voedingstoestand was in het algemeen goed, en wel 74 bij 25% matig, 1 iets te wensen en O veel te wensen. De door sommige schoolartsen in Nederland geconsta teerde achteruitgang in de voedings toestand als gevolg van de minder goede economische omstandigheden werd niet geconstateeid. Hoofdonrein in 7 gevallen opgemerkt. Verminderde gehoorscherpte werd bij 43 leerlingen waargenomen. Voor kinderen die stot teren, is een spraakleraar gewenst, 4,3 der leerlingen stotteren of sta melen. 53,3 der leerlingen beschikten over een goed gebit, 35,5% over een een matig en bij 11,2 was het gebit slecht. 347 leerlingen blijken geestelijk achter te zijn, d.w.z., dat zij het ge woon lager onderwijs met moeite of niet kunnen volgen, dit cijfer moet onbetrouwbaar genoemd worden. Als een zeer ernstig gemis wordt de afwe zigheid van een B.L.O.-school in Ter neuzen en West Z.-Vlaanderen gevoeld. 9 kinderen wérden naar een Gezond heidskolonie gezonden. Tijdens de eerste Feestavond welke gehouden werd in het zojuist gereed gekomen „Dorpshuis" opende de Burgemeester van Waterlandkerkje dhr. M. J. Verbrugge dit Dorpshuis officieel. In zijn openingstoespraak schetste de Burgemeester het ontstaan van de gedachte die aanleiding werd tot het inrichten van een dergelijk ge bouw. Dit was namelijk naar aanleiding van het leegkomen van de oude open bare lagere school door de opening van de nieuwe lagere school in April 1951. Tijdens de opening van de nieuwe openbare lagere school moest de Burgemeester de burgerij van 't Kerkje zijn grote dank betuigen voor de prachtige medewerking bij de tot standkoming van de school. Door het verlaten van de oude school ontstond de vraag wat er mee gedaan. Een Wacht een kwartier en ga je eerst even verfrissen. We zijn allemaal doodop van de tocht. Wees verstan dig en doe niets overhaast. Eet eerst wat'. „Man, ik zou geen stuk door mijn keel kunnen krijgen met de weten schap, dat Josien ergens op dit ver vloekte eiland verongelukt ligt". Op nieuw wilde hij gaan, doch weerhield de ingenieur hem tegen. „In ieder geval, ga je eerst baden en schoon goed aantrekken. Ik doe het eveneens en ga dan met je mee. De avond valt en we moeten ook lampen meenemen. Intussen zal ik een paar vrijwilligers vragen mee te gaan, zo dat we met vier of vijf man zijn". Kees dacht even na en trok zijn been terug. Met een zucht berustte hij en als in een droom liep hij naar zijn hut, gevolgd door Whiteheaven. De ingenieur behoefde geen beroep te doen op de matrozen, want ze wa ren allen bereid, de bootsman incluis, mee te gaan zoeken naar miss Josien. De kleine, zwarte journaliste was er in geslaagd de sympathie van de „Dorpshuis" er van maken ten behoeve van het verenigingsleven lieten de ge- meentefinanciën niet toe. Na herhaal delijk in de raad te zijn besproken verklaarde de raad zich bereid voor de eventuele ombouw van de school tot „Dorpshuis" de nodige materialen te financieren verder kon de raad niet gaan. Als resultaat van de op 11 Januari 1952 bijeengeroepen dorpsvergadering zette de burgerij van Waterlandkerkje zich enthousiast aan het werk, zoals timmerlieden, metselaars, aannemers, smeden die allen belangeloos hun arbeids kracht beschikbaar stelden en de oude school volgens de plannen van de op zichter van de Centrale Dienst voor bouw en Woningtoezicht dhr. Lous, tot een prachtig Dorpshuis maakten. Dit mooie gebaar van samenwerking is wel enig en begint zo zachtjes aan het kenmerk van de Waterlandkerkse samenleving te worden. Spreker dankte dan ook van harte namens zich en het gemeentebestuur voor dit voorbeeldige blijk van gemeenschapszin. Met het uitspreken van de wens, dat het ge bouw tot in lengte van dagen gebruikt zou mogen worden voor het doel waar voor het werd gemaakt, onder Gods zegen, verklaarde de Burgemeester het Dorpsgebouw voor geopend. De Burgemeester van Aardenburg J. M. A. C. van Dongen bood zijn gelukwensen met dit mooie gebouw aan, waar hij eigenlijk een beetje jaloers op was. Tegenwoordig wordt er veel gesproken over samenvoeging van ge meenten omdat kleine gemeenten zich niet staande kunnen houden. Hier geeft een kleine gemeente blijk tot iets in staat te zijn wat in een grote gemeente niet kan. Mijnheer de Burgemeester U hebt bewezen, dat een kleine gemeente groot kan zijn. De Burgemeester van Oostburg, Mr. K. Hoekzema, sloot zich bij vorige spreker aan, terwijl hij tevens wees op de macht van het kleine en hoopte dat het gebouw in Waterlandkerkje nog vele jaren als Dorpshuis dienst zou mogen doen. Dhr. A. Luteijn, voorzitter van de muziekvereniging „Oefening Kweekt Kunst" te Schoon- dijke was verheugd dat Waterland kerkje, de gemeente waarmee het verenigingsleven van Schoondijke nauw verbonden is en omgekeerd zo'n prach tig gebouw rijk is geworden, te meer waar de gemeenschap zelf dit in samen werking met het gemeentebestuur tot stand heeft gebracht. Spreker hoopt, dat het gebouw tot de groei en bloei van het Waterlandkerkse verenigings leven belangrijk bij zal mogen dragen. Hierna spraken nog woorden van ge lukwensen Ds. W. B. Bergsma, Ned. Herv. Predikant en dhr. J. J. de meeste opvarenden te winnen. Dat bleek nu overduidelijk. Ruim twintig minuten later vertrok ken Kees en de ingenieur gevolgd door vier der sterkste matrozen weer van boord. Nadat men aan land was gegaan, keerde de ingenieur zich tot Kees en vroeg: „Heb jij er enig idee vanwaar we haar kunnen vinden?" Kees haalde zijn schouders op. „We zullen systematisch het hele eiland doorzoeken," antwoordde hij op be sliste toon. „Maar man," riep Whiteheaven uit, „dat kan wel dagen duren!" „Wel," vervolgde Kees, terwijl hij bleef staan, „niemand heeft gezegd, dat jullie moesten meegaan. Ga gerust terug naar het schip. Ik kan het ook alleen en al zal ik er een maand over moeten doen, vinden zal ik haar". „Doe niet zo onsympathiek, Kees," antwoordde de ingenieur op rustige toon. „Je weet drommels goed, dat we haar allemaal graag mogen, hoe wel het een eigenwijs kind is. Jullie, Hollanders, zijn nu eenmaal wat eigen- Bruijne, hoofd der Openb. Lagere School De muziekvereniging „Nut en Ge noegen" verzorgde, onder leiding van haar directeur, de heer J. D. Henne- keij, een zeer goede muziekuitvoering, bestaande uit 7 stukken, alle van de Belgische componist Louis Bajus. Tij dens de pauze werd een verloting ge houden. Hierna voerde de toneelvereniging „Concordia" het toneelstuk „De rauwe Grond" op, een spel in drie bedrijven door Arie van der Lugt. Ook de toneel spelers vertolkten het stuk voortreffe lijk, wat mede bleek uit het daverend applaus wat hun ten deel viel. Met woorden van dank tot de mu ziek- en toneelvereniging sloot burge meester M. J. Verbrugge, onder dank zegging voor de overweldigende be langstelling, deze eerste feestavond. Tijdens de overgang aan de Am bachtsschool te Oostburg waren een aantal bestuursleden van de Vereniging „Ambachtsschool voor Oostburg en Omstreken" aanwezig. De voorzitter der vereniging, notaris J. Mijs, sprak de aanwezigen toe; hij was verheugd te kunnen constateren, dat het aantal leerlingen die de Ambachtsschool be zoeken jaarlijks toeneemt. De directeur van de Ambachtsschool, dhr. W. P. v. d. Beukei, kon aan 16 leerlingen van de Nijverheids-avond school het eind-getuigschrift over handigen, hetwelk hij met een toepas selijk woord deed. De geslaagden wa ren o.m.: Voor schilder: Toussaint, Cadzand. Voor metselaar: J. van Houte, Cadzand; L. V. M. Girolami, Oostburg; G. A. Dierick, Aardenburg; I. J. van Dale, Cadzand; J. G. Hoste, Nieuwvliet. Voor timmerman: R. C. Marteijn, St. Anna ter Muiden; H. P. v. d. Kerkhove, Oostburg; G. Cocquit, Sluis; R. T. Lekens, Sluis; H. I. de Kraker, Aardenburg; A. I. Sonnevijlle, Breskens. Voor bankwerker: W. A. Aalbregtse, Cad zand; F. E. Baas, Sluis; J. A. Engels, Bier vliet; P. A. de Smidt, Retranchement. Bevorderd werden: Smeden: van 2a naar 3a J. J. v. d. Lijcke, Breskens; C. I. Moerman, Oostburg. Van 1 aw naar 2aw: A. Baert, Sluis; A. Schijve, Groede; J. P. Versprille, Groede. Van 1 bw naar 2bw: I. J. Bartelson, IJzen- dijke; R. F. Meulblok, Oostburg; A. G. Moens, Aardenburg; J. J. Ocké, Oostburg; P. v. d. Wege, Breskens. Van 2 bw naar 3bw: A. v. Acker, Ijzen- dij ke; J. I. Dierkx, Retranchement; A. Fre- mouw, Cadzand; J. J. Fremouw, Zuidzande; R. P. la Gasse, Nieuwvliet; P. C. Rouw, Biervliet; G. H. Reijniers, IJzendijke; J. J. Visser, Retranchement. Timmerlieden: van ib naar 2b: A. Baas, Sluis; W. J. Boidin, Oostburg; P. de Feijter, Sluis; J. P. Goossens, Schoondijke; J. A. Hough, Aardenburg; J. B. van Poucke, Sluis; C. van Renterghem, Biervliet; A. C. Termont, Schoon- wijs. Vooruit, jongens. Ik stel voor, dat we ons verspreidden, niet te ver van elkaar, zodat we samen als het ware de tanden van een kam vormen. Dan kan het niet missen, of we moe ten haar vinden". Drie mannen gingen nu links van het pad het bos in, terwijl de andere drie aan de rechterzijde van het pad gingen lopen, er voor zorgende, dat men elkaar steeds kon zien. En zo ging de tocht verder, het eiland in. De schemering viel en weldra flitsten de lichten van de zaklampen aan, waardoor men elkander ook in de gaten kon houden. De drukkende warmte was iets gezakt, maar de man nen hadden er geen erg in, dat de lucht langzamerhand betrok en toen het vrijwel geheel donker was gewor den doorkliefde de eerste bliksemstraal het luchtruim, weldra gevolgd door het doffe gerommel van een naderend onweer. Óndanks het feit, dat de ergste warmte met het dalen van de nacht verdwenen was, dreven de man nen van het zweet en hun kleren plakten aan hun lichaam.

Krantenbank Zeeland

De Schakel | 1952 | | pagina 1