Verloren Paradijs. TWEESOUVEREINEN GEDIEND No. 112 Vrijdag 7 Maart 1947 3e Jaargang HAKEL ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WEST ZEEUWSCH-VLAANDEREN Weekblad onder Redactie van de Vereeniging ter behartiging van de belangen van West Zeeuwsch-Vlaanderen. Prijs per kwartaal f i,Franco p. p. f 1,15 Adv. 7 cent p. m.m. Drukker-Uitgever Fa. Smoor de Hulster, Boulevard 120, Breskens Het wezen van de „Repoebliek". V. In het vorige hoofdstuk heeft de aan dachtige lezer gezien hoe én waarom de „Repoebliek" er gekomen is. Het is geen republiek zooals wij Wester lingen die ons denken, uiting en resul taat van nationalistisch streven, doch een wanstaltig iets, een wangedrocht, ontworpen en gesticht door den krom- pootigen Japanschen overweldiger van Nederlandsch Oost-Indië. Gesticht niet ten behoeve van het volk van Neder- landsch-Indië, doch uitsluitend met de bedoeling om Japansche belangen te dienen. Voor den Japanner immers is de geleden nederlaag slechts een tijde lijke tegenslag; iedere Japanner is er van overtuigd dat hij binnen betrekke lijk korten tijd in het Verre Oosten weer aan de macht zal komen en dat- het hem de volgende keer wel zal ge lukken, om de macht van den blanke te breken en het blanke ras uit den Pacilic te verdrijven. Bij tallooze ge legenheden na de capitulatie zeiden de Japansche officieren: ,,Onze nederlaag is maar een tijdelijke; wij komen terug". Japan heeft deze Repoebliek gesticht om zijn voorpost in Indië voor hun terugkeer in gereedheid te brengen en te houden; Indië zal dan hun spring plank zijn naar de Australische gebie den en hun steunpunt voor de om singeling van de Engelsche Straits en van Fransch Indo-China, met het daar- tusschen gelegen Siam. De wenschdroom van eiken Japanner, tegen welker ver vulling niet genoeg kan worden ge waarschuwd Men moge terdege be seffen dat het Japansche volk een uitermate vaderlandslievend volk is, zeer spaarzaam, bijzonder ijverig en als de witte mieren in de tropen dag en nacht, jaar in jaar uit zijn ondergrondsch werk, onzichtbaar verborgen voor el- ken buitenstaander, voortzet. De naïeve FEU ILL ET CMM 28) door OU1DA. HOOFDSTUK IV. Liefde a la Mode. Op Royallieu leidde men een zeer aangenaam, vroolijk leventje. Het kasteel lag in Melton, was on geveer even ver van Pitchley als van Quorn err Belvoir verwijderd en bezat bovendien zijn eigen klein doch uit stekend aantal honden, juffertjes of „demoiselles", zooals zij meer dan eens werden genaamd. De wildbaan werd met de meest mogelijke zorg in orde gehouden, en de fazanten wer den er met maïs gemest. Op de smalle slingerpaadjes door het opgaande hout was voor een dertigtal uitstekende schutters, die ieder twee man bij zich hadden om te laden, vliegend wild in overvloed om er zich vóór tafel mede den tijd te dooden; en zooveel mooie plekjes en zooveel jacht op ander wild vond men er, dat zelfs de onver- Amerikaan is wat dat betreft de meest ongeschikte bezetter van Japan; naar mijn meening ware die bezetting beter toe te vertrouwen aan den in dat vak doorkneden diplomatieken Engelsch- man of aan den Rus. Zooals gezegd is er dus in Indië al leen sprake van een Japansche schep ping* genaamd „Repoebliek Indonesië" en aan het hoofd daarvan is door de Japanners een zetbaas gesteld, Soe- karno, met den naam van president. Deze Soekarno heeft zich omgeven met een vice-president Hatta en een aantal door hem zelf uitgezochte mi nisters als Sjahrir, Sjarifoedin, Amir, Soesanto en tientallen anderen, uiteraard allemaal menschen die aan zijn kant staan en die, de een meer, de ander minder, toch allemaal anti-Nederlandsch zijn te noemen. Zoo iets wil men nu van Indonesische zijde aandienen als een democratische republiek, ter wijl nota bene het volk aan haar in stelling zoomin als aan haar bestuur, niet het minste aandeel of medezeggen schap heeft gehad. Er is geen enkele verkiezing gehouden waardoor het volk van Indië de gelegenheid zou hebben gehad, zijn vertegenwoordigers in haar regeering aan te wijzen. Naar de mee ning van het volk wil dat bestuur van Soekarno ook liever niet luisteren en er zich allerminst naar schikken, want dan zou een pró-Nederlandsch gevoel van de overgroote meerderheid aan den dag treden en dat komt in het kraam van de tegenwoordige poten taten en machts-wellustelingen aller minst te pas. Het is dus tegenwoordig voor dat volk een politiek van „bij U, met U, over U maar zonder U" en daarom is het idee van een democra tische republiek dan ook belachelijk. De Repoebliek is thans niets anders dan een fascistisch monstrum van Ja- pansch maaksel, alleen dienende Ja pansche belangen en die van hen, die tijdelijk aan het bewind zijn. Deze laatsten gooien elkaar den bal toe en zadelijkste zoon van Nimrod zou zijn tevreden geweest. De stal was uitstekend. De kok was een Franschman, een kunstenaar in zijn vak, die zelf rijtuig hield en prachtige diamanten droeg. In de hier en daar met een beuk prijkende, uit gestrekte weilanden joegen over dag en 's nachts, bij zonlicht en schaduw, herten en reeën door het dichte varen kruid. Een stoet lakeien met gepoederd haar vulde de ouderwetsche zalen; en gasten van den hoogsten en oudsten adel dineerden in de statige eetzaal met zijn scharlaken en goud, zijn Vandyk's en Vernet's. In weerwil van dat alles was er bitter weinig ge reed geld op Royallieu. De toekomst zou voor de weelde van het heden moeten betalen, en de worm, die buitensporigheid heet, was onafge broken bezig aan den fieren, trotschen, ouden eik, dien de Noormannen ge plant hadden, in stilte te knagen. Maar wie dacht daaraan? Niemand! Met den dag van morgen rekening houden was van de zonen van dat huis de gewoonte niet. plukken alle vruchten, die de weinige nog aanwezige boomen thans nog dra gen, doch laten het volk aan de bit terste armoede ten prooi. Om zich tegenover het buitenland een air te geven, benoemen ze vertegenwoordigers hier en representanten daar, leveren ze met grootsch gebaar de van Neder- landsche ondernemingen op Sumatra gestolen producten aan de Straits, leve ren ze rijst aan Britsch-Indië, rijst ont nomen en onthouden aan de Inland- sche bevolking, die zelf in hongersnood crepeert en dus thans moet leven van het voedsel dat het Nederlandsch ge zag hen verstrekt. L. (Wordt vervolgd.) Vermisten in Indië. Tot dusverre was het voor nabestaanden van vermisten in Indië en het Verre Oosten (personen die aan boord waren van getorpe deerde transportschepen of door de Japanners zijn gevangen genomen en ter dood veroor deeld, hetzij op eenige andere wijze verdwenen) niet mogelijk overlijdensacten te verkrijgen. Door het in werking treden van een nieuwe ordonnantie is dit thans echter mogelijk ge worden. Belanghebbenden kunnen hierover inl. be komen bij de Afdeling A v/h Informatiebu reau v. h. Ned. Roode Kruis, Vlamingstr. 2 Den Haag. Kosteloos graszaad. Vanwege den Rijksdienst voor Landbouw- herstel zal voor het seizoen 1947 kosteloos graszaad worden verstrekt aan: 1) degenen, wier blijvend grasland werd ge ïnundeerd en waarvan herinzaai noodzakelijk is. 2) de onder 1 genoemde personen, voorzoover de herinzaai van dit blijvend grasland is mislukt en 3) aan degenen, wier blijvend grasland is be schadigd door mijnenvelden, en waarvan herinzaai noodzakelijk is. Tevens zal kosteloos lucernezaad worden verstrekt aan: 1) degenen, wier bouwland met zoutwater geïnundeerd is geweest. Aanvragen om gras-, resp. lucernezaad die nen vóór 1 April a.s. gericht te worden, voorzoover het Oost Z.-Vlaanderen betreft aan het Districtskantoor van den Rijksdienst Geen hunner bedacht ooit, dat armoede toch onvermijdelijk het einde moest wezen, en dat die blinde, ge- dachtelooze onvoorzichtigheid naar een afgrond voerde. Nimmer zou de oude burggraaf, de hooghartigste van alle hooghartige edelen, ook zelfs maar van een deel van de weelde, waaraan hij gewoon was, afstand hebben ge daan. Zijn zonen hadden de lessen, die zij van hun omgeving ontvingen, eenvoudig in zich opgenomen en deden, den mannelijken leeftijd een maal bereikt, niets meer dan 't geen zij als kind onwillekeurig hadden ge leerd. 't Was de oude, doodoude ge schiedenis telkens herhaald! Door overdadige weelde omringd, groeit de knaap op. Later wordt hij een wereld ingezonden, waarin hij met den stroom mede moet en waarin hij evenmin in staat is stil te staan, als een pluimbal bij machte is een tweejarig paard in zijn bliksemsnelle vaart tegen te houden. Welk een leven leidt zulk een man dan? Hoe sterft hij? Boven de plaats, waar een ont- eerd man op den duisteren oever

Krantenbank Zeeland

De Schakel | 1947 | | pagina 1