Dicky Wattimena, eigenaar Moluks restaurant Havendorp
Elke avond volle bak, dat kunnen niet veel restaurants in Zeeland
zeggen. Toch heeft Havendorp in Vlissingen moeite het hoofd
boven water te houden. Eigenaar Dicky Wattimena laat zich
echter niet uit het veld slaan. Hij heeft voor hetere vuren gestaan.
6
'We waren heel gelukkig
samen. Maar toen onze
dochter 13 was, werd
Adet ziek. Borstkanker'
p de meeste treinstations
in Nederland moet je blij
zijn als je er een uitge
droogd broodje kroket uit
de muur kunt trekken.
Maar wie aan het eind van
de Zeeuwse lijn de restau
ratie binnenstapt, waant zich op de Molukken.
En dan moet de saté ajam nog komen.
Hoe anders is het er nu. Het gekletter van
pannen is verstomd, de muziek gedoofd en alle
meubilair staat opgestapeld voor de bar. Eige
naar Dicky Wattimena heeft de coronacrisis
aangegrepen om zijn restaurant op te kalefate
ren. Althans, de eerste week. Want daarna
stond hij alweer vol gas te kokkerellen.
,,Klopt. Ik ben iemand die snel schakelt. Als er
gens een gat valt, dan ben ik degene die ope
ningen ziet. Ik dacht: als mensen niet meer in
mijn restaurant mogen eten, dan eten ze het
maar thuis. Daar is het net zo lekker."
,,Geen moment. Er moet heel wat gebeuren
voor ik zenuwachtig word. Ik heb jaren onder
grote druk gewerkt, als werkvoorbereider en
projectleider in de petrochemie in Rotterdam.
Elke dag om half vijf 's ochtends in de auto en
's avonds om acht uur pas weer thuis. Twintig
jaar lang. Mooi werk, maar zwaar. Uiteindelijk
ben ik terug naar Zeeland gegaan. Ik ging aan
de slag bij Thermphos, om de sanering in
goede banen te helpen leiden."
,,Koken was voor mij ontspannen. Altijd al. Als
ik thuis was, stond ik in de keuken. Moluks eten
bereiden, zoals ik het mijn moeder ook altijd
had zien doen. Ik kookte veel voor andere men
sen. Het was altijd: ome Dick, we geven een
feestje, komt u saté maken? Ik zei nooit nee.
Drie jaar geleden stond ik voor het eerst achter
een kraampje, op het Pokoe Festival in Middel
burg. Soto, saté, pisang ambon. Samen met mijn
zus, schoonzus, dochter en vriendin. Dat was
fantastisch. Aan het eind van het festival bleek
het stukje gras waar ik stond, het geelst van al
lemaal. Toen ging er een lampje branden."
,,Ik ging een pandje bekijken in Middelburg,
waar ik woon, maar dat liep op niets uit. Tot ik
jaren later werd gebeld. De stationsrestauratie
van Vlissingen stond te huur. Ik ging kijken.
Het was groot, op sterven na dood, een punt
waar bijna niemand komt. Iedereen zei: doe het
niet. Maar ik bleef aan het gebouw denken. En
hoe meer beren op de weg, hoe interessanter
het voor mij wordt. Ik moest er iets van kunnen
maken
Wattimena deed het. Na zes weken intensief
klussen was de saaie stationsrestauratie omge
toverd tot tropisch papedaparadijs. Havendorp
heette het, naar de noodwijk bij de Vlissingse
Buitenhaven waar in de jaren 50 en 60 Molukse
gezinnen werden opgevangen. Het Molukse
eten sloeg aan. Havendorp zit vanaf de ope
ningsavond, op 19 november 2018, bomvol.
Eerst met Vlissingers, later met Zeeuwen en
uiteindelijk met liefhebbers uit het hele land.
Na een klinkende recensie in de Volkskrant
moest Wattimena reserveringen weken vooruit
plannen.
,,Nee, maar de rest van het gezin wel. Mijn ou
ders hadden tien kinderen. Onze vader vocht
voor het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Le
ger. Toen zij in Indonesië niet meer werden ge
accepteerd, gingen ze naar Nederland. Tijdelijk,
zogenaamd. Mijn familie, met toen twee kin
deren, kwam in kamp Vught terecht. Daar zijn
nog drie kinderen geboren. De rest kwam in
Havendorp. Daar hebben ze later gewoond, tot
ze een huis kregen in de Molukse wijk in Sou
burg. Daar ben ik geboren, als laatste. Mijn va
der werkte als lasser bij de Schelde. Voor een
hongerloon, maar daar hebben wij nooit iets
van gemerkt. Er was altijd eten in overvloed.
Mijn moeder was beroemd om haar loempia's
en sponscake."
,,Een heel fijn gezin. Een vrolijk gezin. We hiel
pen elkaar, altijd. Mijn ouders waren lieve, be
scheiden mensen. Toen de Molukse strijd in de
jaren 70 begon te woeden, bleven zij op de ach
tergrond. Ze wilden neutraal blijven. Ook wij
hadden onze Molukse idealen, maar die uitten
we liever op een andere manier. Met Moluks
eten of met Molukse muziek."
,,Leuk. Ik kreeg de kleren van de oudere kinde-
ren en dwarrelde altijd overal tussendoor. Dan
sliep ik bij die op de kamer, dan bij die. Ieder
een liet me mijn eigen gang gaan. Ik was overal
bij. Als we wakker werden, gingen we naar het
grasveldje in de Molukse wijk. Gitaren erbij,
beetje pingelen. Prachtig vond ik dat. Toen ik 16
was, kreeg ik mijn eerste basgitaar. Ik ging naar
de muziekschool, maar de docent kon niks met
mij. Als hij het boek dicht sloeg, speelde ik ge
woon door. Hij zei: je moet lezen, niet alles uit
je hoofd doen. Ik volgde mijn gevoel, ik kon
niet anders. Dat was ik gewend."
En uw gevoel voor muziek was goed.
,,Ik was een van de eersten die op de snaren
kon hameren met zijn duim. Ik had talent, ja.
Maar ik heb er bewust voor gekozen dat talent
niet verder te ontwikkelen. Ik zag veel sex,
drugs en rock-'n-roll om me heen, en dan met
name de schaduwkant ervan. Jongens die ver
slaafd raakten, die afgleden. Toen ik een jaar of
17 was, heb ik gezegd: dit wil ik niet. Dan word
ik maar geen professioneel muzikant."
,,Absoluut. Ik had Adet. We ontmoetten elkaar
bij Jong Ambon, waar ze naar haar broer kwam
kijken. Ik was pas 17, zij was vier jaar ouder,
maar we waren verliefd. We deden alles samen.
Gingen samen naar North Sea Jazz, noem maar
op. En we kregen een dochter, Sharmaine. We
waren heel gelukkig samen. Maar toen onze
dochter 13 was, werd Adet ziek. Borstkanker. Ze
is twee jaar lang behandeld. Ik denk wel zes
chemotherapiën, meer dan tweehonderd be
stralingen. Ze is een tijdje schoon verklaard.
Tot ze viel, op vakantie in Turkije. Ze had een
liesbreuk, maar de dokter zag ook uitzaaiingen
op de botten. De kanker was terug."
,,Eigenlijk wel. Ze is nog anderhalf jaar behan
deld, maar het was verloren. Het ging zo hard.
Ze was niet meer de vrouw die we kenden.
Haar hele lichaam was toegetakeld. Ze wilde
niet meer. Onze dochter heeft die laatste we
ken boven geleefd. Ze kon het gewoon niet
aanzien." Dicky stopt met praten. Haalt diep
adem. ,,Ze had zoveel pijn. Dat was zo moeilijk
om te zien. Toch hebben we nog samen haar af
scheid kunnen voorbereiden. De kist, de bloe
men, alles. Op 19 maart 2009 is ze overleden. In
de week van haar begrafenis zijn er duizenden
mensen naar Souburg gekomen. Serieus: dui
zenden. Zo hecht is de gemeenschap."
,,Ik ben voor onze dochter gaan zorgen. Ge
woon alles voor haar gaan doen. Als vader en
moeder tegelijk. Sharmaine lijkt op mij. Ze
heeft haar verdriet lange tijd weggeschoven, tot
ZATERDAG 30 MEI 2020 GO
WENDY WAGENMAKERS
Als ik me niet vergis, was u één van de eer
ste restauranthouders die een take-away
lanceerde.
U zat niet met de handen in het haar?
Hoe komt u vanuit de industrie dan uiteinde
lijk terecht in de keuken van een Moluks res
taurant?
Heeft u zelf ook in Havendorp gewoond?
Komt u uit een fijn gezin?
Hoe is het om de jongste van tien kinderen
te zijn?
U koos voor een burgermansbestaan van
huisje, boompje, beestje. Was u gelukkig?
Wist u meteen dat het foute boel was?
Hoe bent u haar dood te boven gekomen?