mm--
8
Kinderen mogen in bomen klimmen,
leren fikkie stoken en halen een
zakmesdiploma. Bso Wijs in de regio
Utrecht geeft kinderen alle ruimte om
risico's te nemen.
f
KINDEROPVANG RUIMTE VOOR RISICO
•vt;
1
\*Êg3M3K3L?x - V,.
O 'V
h, nee, mijn
er
De
rige Boris
grijpt naar
zijn voet.
Twee tenen
liggen een beetje open, er komt wat
bloed uit. „Ik bleef hangen. Au." Sa
men met Morris en Victor zit hij in
een huisje bij de glijbaan. De jongens
proberen met de rugleuning van een
treinstel naar beneden te glijden. Dat
gaat niet zonder slag of stoot. „Nee,
dat gaat niet hoor. Ik ga dat echt niet
doen", roept Morris (9) uit.
Even daarvoor heeft pedagogisch
medewerker Dagmar Kuus de jon
gens geholpen om de rugleuning
naar boven te krijgen. Waarom niet?
De kinderen mogen zelf hun grenzen
verkennen. „We doen alles wat je zelf
vroeger ook deed. Alleen als we het
risico echt te groot vinden, grijpen
we in", legt ze uit.
Het resultaat is dat op deze bso veel
kan, echt veel. De kinderen leren
vanaf 8 jaar hoe ze een fikkie stoken.
De kleintjes zitten er al omheen en
verlenen waar nodig hand- en span
diensten. Ze klimmen van jongs af
aan in bomen. Ze mogen buiten het
zicht van de pedagogisch medewer
kers door de bossen struinen. In ge
val van nood hebben ze een fluitje bij
zich en een sleutelhanger met een te
lefoonnummer van de bso. En vanaf
7 jaar kunnen de kinderen meedoen
aan zakmeslessen, gevolgd door een
heus examen met als beloning een
diploma.
De praktijk leert dat inspecteurs
van de GGD het prima vinden wat
deze bso met de kinderen doet. „Als
je de Wet kinderopvang leest als een
vaststaand document kan ik me
voorstellen dat je bepaalde dingen uit
veiligheidsoverwegingen niet doet.
Maar wij bellen ze continu met vra-
gen, overleggen met ze en maken dan
beleid over wat we doen en waarom
we dat zo doen", verklaart Kuus.
En dus heeft deze bso behoorlijk
wat protocollen liggen, waaronder
een zakmesprotocol. Hoe dat werkt?
De kinderen volgen eerst lessen,
waarin ze leren dat ze van zich af
moeten snijden. Als kinderen te
dichtbij komen staan, moeten ze hen
uitleggen waarom ze een stapje ach
teruit moeten doen. En als ze ver
moeide handen hebben, klappen ze
het zakmes in en geven het terug aan
de leiding. „Ik houd heel veel van
zakmessen. Thuis heb ik er wel drie.
En ik heb nog geen een keer in mijn
vinger gesneden. Ja, één keer met een
aardappelschilmesje", zegt Victor,
die zijn diploma heeft. Omdat de
kinderen vanaf 7 jaar met een zakmes
mogen spelen, krijgen de kleintjes
een dunschiller om vast te oefenen.
Af en toe gebeuren hier ongeluk
ken. Er heeft er weieens eentje een
snee. Bekijk de armen en benen en je
'fj
vindt butsen, schaven en blauwe
plekken. En Morris was vorige week
echt hard gevallen. „Ik liep op een
ton, deed een beetje raar en toen viel
ik op mijn achterhoofd. Ja, ik schrok
wel, maar ik zou er zo weer op gaan
hoor." Zo nu en dan een ongelukje,
dat hoort er hier bij. Als het echt no
dig is, krijgen de kinderen een pleis
ter met de tekst 'Goe gespeeld'.
Natuurwater
Ook ouders accepteren dat de kinde
ren nogal eens vies en met wat
wondjes thuiskomen. Kuus: „Maar
ouders weten dat er weieens iets kan
gebeuren. We leggen ook steeds uit
wat we doen en hoe we het doen."
De ouders van deze kinderen laten
hun kroost met de opvang naar na
tuurwater gaan om te zwemmen (als
er niet een lading kleuters zonder di
ploma bij is). Ze mogen onder bege
leiding een hoge klimtoren in. En
sommige kinderen mogen zelfs een
zeecontainer beklimmen. Al veroor-
vrijdag 10 augustus 2018
GO
Ellen van Gaaien
Utrecht
Vuur en
zakmessen
op de
opvang
Kinderen op bso
Wijs worden aange
moedigd om van alles
te proberen, van klau
terend en springend
het water over tot het
onder begeleiding
leren een zakmes te
gebruiken, fotos marlies