f f M 2 n hï* 'T/ rtra 8 9 7 i BUL MÈBËm V Grootschalig dna-onderzoek EERST WERD IK BANG IN HET DONKER. ALS IK GING SLAPEN, MOEST DE LAMP AAN, DEUR OPEN LANG HEB IK ME AFGEVRAAGD: WAAROM NICKY, WAAROM NIET IK? IK LAG NAAST HEM it 1 Als ik ging slapen, wilde ik de lamp aan. De deur moest open. Daarna werd ik steeds angstiger, durfde niet meer naar de garage te lopen. Later heb ik daar therapie voor gehad, maar die twee jaar nadat Nicky verdween, was er niets. Bij de verhoren door de recherche mochten mijn ouders niet aanwezig zijn. Achterafheb ik ge hoord dat ze bij de politie zelf ook vinden dat ze onzorgvuldig met ons zijn omgegaan. Het begint met een lampje. Maar licht aan, deur open, dat werkt niet. Op een gegeven moment slaap je met een knuppel onder je bed. Ik was niet meer die jongen op de foto in de grote tent. Mijn broertje heeft het er later nog weieens over gehad, dat het moment waarop ik dichtklapte zo ontzettend raar was. Eigenlijk is het altijd zo gebleven. Ik ben het vertrou wen in mensen volledig kwijtge raakt. Sinds mijn twaalfde praat ik niet veel uit mezelf, durf ik geen emoties te tonen. Uit angst begon ik me agressief te gedragen, vooral naar mensen die dichtbij stonden. Het ging steeds slechter. gebeurt met het dorp, hoe onze ouders ook met elkaar omgaan, wij blijven hecht. Dat is eigenlijk het enige dat normaal is gebleven. In Heibloem ontstonden twee kampen. Iedereen heeft een an dere mening. In welke hoek het ge zocht moet worden. Wat er op het kamp gebeurd is. Wat je wel en niet hebt gezien. Dat je niet weet wie de dader is, maakt het moeilijk. Komt hij uit Heibloem, of toch niet? Nu zijn we volwassen, ik en mijn vrienden. Toch delen we onze gevoe lens niet. Soms, als er iets in het nieuws is, zeggen we: 'Heb je het al gehoord?' Niet: 'Hoe is dat voor jou?' Ik denk dat we bang zijn. Dat we het nooit ge daan hebben, uit angst dat de meningsverschillen te groot zouden zijn. Een aantal ouders wist dat er pedofielen onder de kampleiding waren. Die van mij ook, denk ik. Ik ben heel lang boos geweest op mijn vader en moeder, maar ook op de andere ou ders. Dat ze hun kinderen zo in on veiligheid brachten. Wie ervan wist, moet zich schamen. Driejaar geleden ging ik voor het eerst terug, als deel van mijn thera pie. Het ging heel slecht met me. Ik zat geïsoleerd in mijn huis, ging al leen nog naar mijn werk bij de slager. Als je zo jong iets meemaakt, kun je dat niet alleen oplossen. Pas als vol wassene kreeg ik in de gaten waarom ik iedereen wegduwde - je gaat jezelf steeds verder beschermen. Ik wilde voorkomen dat iemand me pijn kon doen. Vaak heb ik niet meer willen leven. Lang heb ik me afgevraagd: Waarom Nicky, waarom niet ik? Ik lag naast hem. Eerst gingen we naar de plek waar de tenten stonden. Er was weinig veranderd. Het zien van het monu ment voor Nicky was heel heftig, te gelijkertijd voelde ik me nog steeds heel gesloten. Krampachtig, zoals al die jaren. Ik had gehoopt meer te voe len, zoals ik zou kunnen als dit niet was gebeurd. Die dag was het alsof ik er wel was, maar er eigenlijk niet ben geweest. Misschien verwachtte ik antwoorden te vinden. Ze zijn er niet. In eerste instantie had ik geen ver trouwen in het dna-verwantschaps- onderzoek. Er is zo veel gedaan om daders te vinden. Maar toen ik meer hoorde over het onderzoek, de grootte en dat ook dna van familie naar de dader kan leiden, kreeg ik voor het eerst hoop. Inmiddels heb ik zelfs de overtuiging dat ze hem gaan vinden. Dankzij de therapie heb ik me de laatste jaren al meermalen gelukkig gevoeld. Ik geniet van de blaadjes aan de bomen, een rondje lopen met de hond van een vriend. Ik wil een vriendin, baby's krijgen, huisje bou wen. Plezier hebben, de wereld zien. Ik zie het eindelijk wat rooskleuriger in. Als ze de dader vinden, kan ik dit misschien eindelijk afsluiten. Ik denk dat dan alles eruit komt wat ik jaren lang heb opgekropt. Woede, verdriet. Het is zo veel, ik weet niet of dat alle maal in één keer losgelaten kan wor den. Ik hoop erop voor Nicky, mezelf, zijn ouders. Vroeger kwam ik altijd bij ze thuis, dat is zo gebleven. Ook nadat ze uit Heibloem weggingen. Dat het leven hun in het dorp zo moeilijk is gemaakt, omdat ze met Nicky bezig bleven, vind ik vreselijk. Wat als het jouw kind was geweest? Als ik er ben, vragen ze uiteindelijk altijd: heb je echt niks gezien? Ik wou dat ik ze iets kon vertellen, ik wou dat ik wat kon zeggen. zaterdag 5 augustus 2017 GO \i f >r;i - ■jr-.fyjf M m mJ> m 111 Nicky Verstappen werd in 1998 dood gevonden. In zijn thuis- dorp Heibloem ging een beer put open. Zo bleek het kamp opgezet en geleid door een ver oordeelde zedendelinquent. Die kwam net als anderen in beeld als verdachte, nooit was er een dna-match. In een nieuwe poging om de dader te vinden, worden meer dan 15.000 mannen opgeroepen dna af te staan. Dat gebeurt volgend jaar, maakte het OM deze week bekend, een paar maanden later dan gepland. Eerst werd ik bang in het donker. Mijn vrienden en ik maak ten een afspraak. Wat er ook Het leven van Mark Hermanns werd na het drama in 1998 nooit meer hetzelfde. FOTO SHODY CAREMAN T Het monument op de Brunssummer- heide, vlakbij de vind plaats van Nicky's lichaam. FOTO ANP/MARCEL VAN HOORN

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2017 | | pagina 9