Er bestaat
volgens Ellie
Lust nog altijd
één groot
misverstand
over uit de
kast komen,
en dat is dat het één heftig moment zou
zijn, tadaaa, en klaar. Meestal gaat het
niet zo, zegt Lust (50). Meestal gaat het
geleidelijk. Zo ging het in ieder geval bij
haar. Begin jaren 80. Toen ze als tiener in
het Noord-Hollandse Oostzaan woonde.
In een rijtjeshuis, samen met pa (melk
boer, later bankmedewerker), ma (huis
vrouw), oudere broer Dirk-Jan en twee
lingzus Marja, die in die periode ook
ontdekte dat zij lesbisch was.
„Ik was een laatbloeier. Ik werd pas
op mijn 19de voor het eerst echt verliefd.
Op een meisje uit mijn volleybalteam.
Zij was het eerste meisje dat ik zoende.
Ik sprak daar met Marja wel over. Die
had dezelfde gevoelens, voor hetzelfde
meisje, maar we waren er beiden nog
niet aan toe om te zeggen: we zijn les
bisch. En we waren er zéker nog niet aan
toe om het tegenover onze ouders uit te
spreken. Voor mij kwam dat pas toen ik
24 jaar was en ontzettend veel liefdes
verdriet had om mijn Amerikaanse
vriendinnetje Diane. Mijn moeder vroeg
me toen zelf: ben je om Diane zo verdrie
tig? Op dat moment was het out in the
open, maar het kostte mijn ouders na
tuurlijk nog tijd om het te accepteren."
„Ik kom uit een heel warm maar ook heel
traditioneel gezin. En lesbisch zijn was
natuurlijk niet traditioneel. Het werd
nooit zo hard uitgesproken, maar ik wist
dat vooral mijn moeder hoopte op een
'normaal' leven voor Marja en mij. Man,
gezin. Ik voelde dat ik haar teleurstelde."
„Echt, denk ik. Ze heeft zelfs een keer
gezegd dat ze het gevoel had dat ze 'twee
ongelukkige kinderen' had. Ongelukkig
in de zin van: daar is iets mis mee. Ze
schatte in dat haar twee dochters met
oordelen en vooroordelen te maken
zouden krijgen, en ik snap nu dat ze daar
bezorgd om was."
Ellie Lust zit in een grijze kuipstoel in
een vergaderkamer van het hoofdbureau
van de Amsterdamse politie. Zo'n stoel
die uitnodigt tot hangen, maar zij hangt
niet, zij zit rechtop, alsof elk moment een
sirene afkan gaan. Ze is al een tijd politie
woordvoerder maar is na twintig jaar
werk op straat volgens Jean Fransman,
hoofd communicatie, nog altijd op en top
agent; ze draagt ook een wapen.
Over dit interview heeft ze nogal ge
sputterd. Ze noemde zichzelf'een beetje
Ellie-Lust-moe', waarmee ze dan 'eigen
lijk' bedoelde dat anderen misschien 'een
beetje Ellie-Lust-moe' zouden kunnen
zijn. Ze is - sinds de etherdiscipline-hype
in Wie is de Mol- zó vaak voor van alles
en nog wat gevraagd.
En het gaat volgens haar maar door en
door. Zo is ze zelfs verschillende keren
gepolst voor een eigen programma en
heeft ze er inmiddels een proefaflevering
op zitten, waar ze niks over kan en mag
zeggen. Behalve dat deze zomer wordt
besloten of het op tv komt.
Ze heeft toch met het gesprek inge
stemd omdat het roze weekend is en ze
het 'geweldig' vindt om een boegbeeld
te zijn voor lhbt'ers (lesbiennes, homo's,
biseksuelen en transgenders). „Ik ben
hartstikke trots dat anderen me als rol
model zien, want voor veel jongeren is
het nog steeds heftig om uit de kast te
komen. Ook in 2017."
Als medeoprichter van 'Roze in Blauw',
het lhbt-netwerk binnen de politie,
zwaait ze het Canal Parade-publiek van
daag vanaf de politieboot toe. „Toen we
in 2008 met die boot begonnen, was het
nog een hele discussie. Paste zoiets wel
bij het neutrale imago? Nu doen we al
tien jaar mee. Sterker: we zijn het enige
korps ter wereld waar het vanzelfspre
kend is."
Het politieoptreden is superstrak gere
gisseerd. „We varen niet tussen de boten
Hoezo 'natuurlijk'?
Was dat gevoel echt of ingebeeld?
101 zaterdag 5 augustus 2017