Verdachten zullen vaker hun mond houden
Politie zal
anders moeten
gaan werken als
advocaat de
verdachte mag
bijstaan, zeggen
deskundigen.
4 NIEUWS
AMSTERDAM. Een fijne ervaring
was het niet, het verhoor dat de
Amsterdamse oud-rechercheur
Michiel Princen hield met de in
middels veroordeelde vastgoed
handelaar Jan-Dirk Paarlberg. Bij
wijze van uitzondering mocht
zijn advocaat er toen al bij zijn.
„Die mengde zich met allerlei
gnuivende en afkeurende gelui
den en gebaren in het verhoor. Ter
wijl je als rechercheur natuurlijk
wilt dat een verdachte zo authen
tiek mogelijk reageert op je vra
gen." Paarlberg besloot drie ver
hoordagen lang zijn mond dicht
te houden.
Princen noemt het terecht dat
de politie zich zorgen maakt over
de nieuwe wet, die advocaten een
stevige plek in de verhoorkamer
geeft. „Ondanks alle bevoegdhe
den en technische, forensische
snufjes moet je het in een groot
aantal onderzoeken qua bewijs
toch vooral hebben van verklarin
gen van getuigen en verdachten",
stelt de schrijver van het kritische
boek De gekooide recherche over
problemen bij de politie.
Dat zal steeds lastiger worden
als een advocaat tijdens het ver
hoor opmerkingen kan maken,
vragen mag stellen en een pauze
kan inlassen, voorziet korpschef
Gerard Bouman van de nationale
politie in een brief aan het minis
terie van Veiligheid en Justitie.
Hij vreest dat de politie minder
vaak bewijzen zal vinden tegen
een verdachte en dat meer daders
vrijuit gaan.
Nu al merken politieagenten
dat advocaten hun cliënten advise
ren zich te beroepen op hun zwijg
recht. De kans is groot dat verdach
ten vaker hun mond dichthouden
als de advocaat een nog grotere rol
krijgt in de verhoorkamer, zegt
Princen. „Soms vergeet een ver
dachte even dat hij zich had voor
genomen te zwijgen en gaat dan,
bijvoorbeeld overvallen door emo
ties, toch praten. Dan kan een ad
vocaat straks een time-out aanvra
gen en tegen zijn verdachte zeg
gen: realiseer je dat je nu jezelf
aan het belasten bent. Daarna zal
de verdachte zich weer op zijn
zwijgrecht beroepen, dat laat zich
makkelijk voorspellen. En dan is
het moment weg."
Dat blijkt wel uit onderzoek
van het WODC, het wetenschap
pelijk onderzoekscentrum van Vei-
'Grootste
misvatting bij
de politie is dat
het helpt een
verdachte onder
druk te zetten
door een
beschuldigende
toon aan te slaan'
ligheid en Justitie, naar een tweeja
rig experiment met advocaten in de
verhoorkamer in Amsterdam en
Rotterdam. Advocaten grepen in op
momenten dat een zwijgzame of
moeizaam verklarende verdachte
het moeilijk had en de politie de
druk opvoerde.
Bovendien ontstonden er tijdens
het experiment irritaties tussen de
verhoorders en de advocaat. 'Veel po
litiemensen lijken de advocaat toch
vooral als een indringer te beschou
wen, die hen het werken moei
lijk maakt', schrijft het
WODC. „Het is een soort na
tuurlijke tegenstander", zegt
Princen. „De advocaat zit
daar om belangen van de ver
dachte te behartigen, niet om
de waarheid boven tafel te krijgen."
Politiemensen vrezen verder dat
raadslieden zich veel meer gaan
mengen in het verhoor dan de nieu
we wet toestaat. Zo mogen advoca
ten geen vragen voor hun verdachte
beantwoorden of het verhoor ex
pres storen door pauzes aan te vra
gen. In het ergste geval kan de ver
hoorder de advocaat wegsturen.
Daarvoor moet wel toestemming
worden gevraagd aan de hulpoffi
cier van justitie.
Het kan niet anders dan dat de
nieuwe wet, die de Tweede Kamer
nog behandelt, negatieve gevolgen
heeft voor het oplossen van mis
daad, stelt korpschef Bouman.
Strafrechtadvocaat Bert Fibbe
van de Nederlandse Orde van Advo
caten verbaast zich over de zorgen
van de politie. „Bij fraudeopspo
ringsdienst FIOD mogen advocaten
al sinds jaar en dag bij verhoren zijn
en dat gaat prima. Ik denk dat het
de kwaliteit van het strafproces
juist ten goede komt, omdat advoca
ten en agenten er samen voor kun
nen zorgen dat er geen fouten in
het proces-verbaal komen. Dat
leidt tot minder misverstan
den en oponthoud in de
rechtszaal."
„Het is koudwatervrees",
vindt ook Robert Horselen
berg, rechtspsycholoog van de
Universiteit Maastricht die zich
heeft gespecialiseerd in politieverho
ren. „De politie moet de advocaat
veel meer bekijken als een rationeel
denkende partij. Ervaringen in ons
omringende landen laten zien dat
verdachten zich in eerste instantie
op hun zwijgrecht beroepen, maar
dat ze later op advies van hun advo
caat toch gaan praten."
De politie zal wel haar werkwij
ze moeten aanpassen. Horselen
berg: „De grootste misvatting bij de
Nederlandse politie is dat het helpt
een verdachte onder druk te zetten
door een beschuldigende toon aan
te slaan. Je moet veel opener vragen
stellen en bewijzen op strategische
momenten inbrengen. Dan kan het
zomaar zijn dat advocaten een ti
me-out aanvragen om hun cliënt te
adviseren wel te gaan praten, omdat
het bewijs overduidelijk is."
Dat vergt wel iets van de werk
vloer. Agenten moeten verhoren be
ter voorbereiden en het vraagt om
slimme, flexibele politiemensen,
stelt Horselenberg. Bovendien zul
len agenten andere bewijzen moe
ten verzamelen, zoals getapte tele
foongesprekken, bankafschriften, ca
merabeelden en vluchtgegevens.
Hiervoor is weinig tijd en man
kracht bij de politie. Oud-recher
cheur Princen: „In grote zaken
wordt er wel in geïnvesteerd. Maar
de basisteams die zich met veelvoor
komende criminaliteit bezighou
den, hebben daar niet altijd tijd en
gelegenheid voor." Volgens korps
chef Bouman gaan politieonderzoe
ken hierdoor langer duren.
Toch zal de politie eraan moeten
geloven. Volgens een Europese richt
lijn moeten agenten de advocaat ui
terlijk in november 2016 in de ver
hoorkamer dulden. „Daarom kun
nen we er beter zo snel mogelijk
mee oefenen", zegt strafrechtadvo
caat Fibbe. „Ik dring er bij de politie
op aan dat ze nu al advocaten bij ver
hoor toeaten."
illustratie Flos Vingerhoets
Robert Horselenberg
rechtspsycholoog
Advocaat als lastpost'
in de verhoorkamer
door Deborah Jongejan