PORTRET 13 Luc Korstanje verhuisde met zijn vrouw naar Jumprava. Het leven is goed, maar hij mist de zee. Luc Korstanje is al bijna vijftien jaar weg uit Zuid-Beveland. De ak kerbouwer trouwde met de Oekraïense Renate waarmee hij vlak over de grens in Zandvliet ging wonen. In 2001 trokken ze sa men naar Letland. Daar is het op z'n Zeeuws gezellig. Tot het be zoek uit Nederland weer weg is. Het kan er erg eenzaam worden, als je de taal niet spreekt. Uitgestrekte graanvelden. Een tractor, een boer op klompen die je aanspreekt in plat Zeeuws. Daar hoefje geen 2000 kilometer voor te reizen. Maar het kan. Hier, in Jumprava, 80 kilometer ten oosten van de Riga, de hoofdstad van Let land, wonen Luc en zijn vrouw Renate. Al bijna 15 jaar. Toch spreekt Luc nog geen woord Lets. Hij spreekt überhaupt geen talen. „Ja, een klein beetje En gels van de landbouwschool", zegt hij met enige gêne. Hij had het graag geleerd. Maar het lukt hem gewoon niet. Dit in tegenstelling tot zijn vrouw. In enkele maanden tijd heeft ze de taal eigen gemaakt. Luc spreekt vol bewondering over het lerend vermogen van zijn vrouw: „Binnen drie maanden praatte ze Nederlands. En sinds ze in Letland 'Binnen drie maanden praatte Renate Nederlands. En sinds ze in Letland woont, praat ze Lets' woont praat ze Lets." Renate is geboren in Oekraïne, destijds een Sovjetrepubliek. Zij is afgestudeerd arts en pas na de om wenteling, toen haar land was ver vallen tot wat ze zelf noemt een maffiastaat, leerde ze de vrijheid kennen. Het was 1998 toen ze met Luc trouwde en in het Belgische Zandvliet ging wonen. Ze is een struise vrouw met kwaliteiten die ze niet zomaar prijsgeeft. Traditioneel voegt ze zich in een bescheiden positie ten opzichte van haar man. Een positie die ze soms verrassend laat varen als ze het ergens niet mee eens is. Daarvoor heeft ze te veel geleerd. En ze heeft te veel van de wereld gezien. Dan spreekt ze met een tongval, minstens zo zwaar als die van Luc, maar dan Oost-Europees. Ze spreekt Russisch, Oekraïens, Nederlands en Lets. „We hadden erop gerekend dat Luc vanzelf wel Lets zou leren als er kinderen kwa men." En er valt even een pijnlijke stilte.Er kwamen geen kinderen. De stilte blijft niet lang hangen. Er is bezoek uit Nederland, dus het is een beetje feest, compleet met gebak en een uitgebreide maal tijd. Ze zijn zichtbaar blij weer eens Nederlands te kunnen spre ken en vertellen vol trots en en thousiasme over hun oude boerde rij. Hoe oud, weet niemand. Maar die is uit stenen opgetrokken, dus het was oorspronkelijk al eigen dom van één van de grotere onder nemers. „Van één van de meer vooruitstrevende boeren", meent Luc. En hij opent een luikje in de eetkamer om een gemetselde put te tonen. „Uniek", weet hij. „Ook de Letten die hier komen hebben zoiets nog nooit eerder gezien." Toch ziet hij het nut er wel van in. Want het mag dan een zomerse dag zijn in Letland, 's winters kan het er smerig koud worden. De he vige vorst kan maanden aanhou den. „En dan is het wel handig als je bijvoorbeeld melkemmers moet wassen." 's Zomers kan het kwik wel eens boven de 25 graden stijgen, maar lang houdt dat nooit aan. De winters daarentegen zijn streng en duren lang. 25 graden vorst is dan ook geen uitzondering. Vandaar dat Luc zelfs de diesel binnen heeft opgeslagen. Sovjetbezetting De boer geeft een rondleiding over het erf en weet de historie van zijn boerderij op waarde te schatten. Heel Letland bestond traditioneel uit kleine boerderijtjes, weet hij, tot in de jaren veertig van de vori ge eeuw de Russen kwamen. Van af het begin van de Sovjetbezet ting werden tienduizenden boe ren naar Russische staatsboerderij en in de meest verre uithoeken van het Stalinistische rijk gedepor teerd. Om het verzet te breken en Russische staatsbedrijven van per soneel te voorzien. Verdeel en heers. Luc wijst over het glooiende landschap, waarop veel granen en koolzaad worden verbouwd, in de richting van een groepje bomen. „Daar heeft vroeger een boerderij tje gestaan." Veel meer dan een ste nen fundering is er niet meer van terug te vinden. Het waren meest al uit hout opgetrokken boerderij tjes die door de Russen zijn ver brand. Pas vijftig jaar later, na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1991, was familiebezit weer mo gelijk. Veel boeren keerden echter niet terug; achtergeble ven familie wil de vaak niet boeren. Van zulke fami lies had Luc Korstanje destijds zijn grond betrokken. Bij 27 ver schillende fa milies. „Het be drag moest ik des tijds bij de bank gaan halen en contant afreke nen in Letse Lats." Het was 2001. Letland was pre cies tien jaar van de Sovjets ver lost. Het land stond op de lijst van toetredende landen van de Europe se Unie. In 2004 was het zo ver, de euro kwam nog eens tien jaar la ter. Het was de lage grondprijs die trok. Als boerenzoon woonde hij in die tijd in een voormalig café in Zandvliet, vlakbij zijn bedrijf in Rilland op Zuid-Beveland. Her en der had hij nog wat stukjes grond. Het ouderlijk huis was al in 1993 verkocht. Maar op het verkeer de moment. „Had ik het een jaar la ter verkocht, dan had ik er twee keer zo veel voor kunnen krijgen." Een advertentie van een Duitse makelaar bracht hen op de hoogte van de lage grondprijzen in Let land. Tegenwoordig doet de grond 1000 tot 10.000 euro, afhankelijk van de kwaliteit en de infrastruc tuur. Stadsmeid Het leven is goed in Letland, 'al ruik ik de zee hier niet', spreekt de Zeeuw. Liever nog had hij meer in het westen gewoond, dichter bij de Baltische Zee of de Golf van Ri ga, in plaats van tachtig kilometer ten oosten van de hoofdstad. Ook daar lag goede grond, zagen ze in 2001 toen ze het land gingen ver kennen en met de makelaar gin gen rondrijden. Renate keek echter niet alleen naar de kwaliteit van de grond. „Ze is een stadsmeid", plaagt Luc. „Zij vond het snel te ver van Riga." Renate wil echter best op het plat teland wonen, zegt ze. „Maar ik vond het daar gewoon niet mooi. Ik had er geen goed gevoel bij." Dat kreeg ze pas toen ze Jumprava zag. „Ik zag het dorp en zei met een: 'ja, hier wil ik wel wonen'." Jumprava is een typisch klein Lets boerendorp met iets meer dan tweeduizend inwoners. Het land be staat voor de helft uit bos sen en de helft uit land bouw grond. De twee miljoen inwoners van het Baltische land wonen op een op pervlakte die anderhalf keer de op pervlakte is van Nederland. 700.000 wonen er in de hoofdstad Riga, de rest leeft redelijk ver spreid over het glooiende land. Last van de buren heb je er niet zo snel. Voor wie van het platte land houdt en goed tegen lange strenge en donkere wintermaan den kan, is het er goed wonen. Het grootste probleem vindt Luc de 'Het leven is goed in Letland, al ruik ik de zee hier niet. Liever had ik dichter bij de Baltische Zee gewoond' Letse taal. Hij krijgt het maar niet onder de knie. En dan wordt het soms wel eenzaam. Rond kerst gaan ze elk jaar naar Kiev, naar de familie van Renate. En in februari, als de dagen op het Letse platteland kort en bitter koud zijn en als Lues moeder jarig is, gaan ze naar Zeeland. Voor een Zeeuwse bolus. Voor een goed stuk Hollandse kaas en voor een goed gesprek in zijn eigen taal. Want als hij weer naar huis gaat, in Letland, praat hij slechts met Renate en af en toe met een Neder landse boer die ook in Letland woont. En heel soms met bezoek uit Nederland. ZATERDAG 1 AUGUSTUS 2015 voort in Lets dorp door Marc van der Sterren Luc Korstanje over zijn Oekraïense vrouw Luc Korstanje

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2015 | | pagina 13