riHHHHH^ 6 SPORT Theofiel Middelkamp Twaalf Zeeuwen reden ooit de Ronde van Frankrijk. In de aanloop naar de finish van de Touretappe van 5 juli op Neeltje Jans portretteert deze krant ze allemaal. Vandaag deel 10: Theo Middelkamp. te Wie zoekt naar een wielerclub met de naam van grote Zeeuwse wielrenners als Jan Raas, Jo de Roo of Cees Priem, komt bedrogen uit. Ze bestaan niet. Wat wel bestaat, is een Zeeuwse Ren en Tour Club die de naam draagt van de renner die als allereerste Nederlander een etappe won in de Tour de France: Theo Middel kamp. De Zeeuws-Vlaming uit Groning se ouders zorgde in de jaren '30 en '40 van de vorige eeuw voor een revo lutie in wielerland. In 1936 maakte hij deel uit van de eerste Nederland se ploeg in de Ronde van Frankrijk. In dat jaar won Middelkamp, die vol gens eigen zeggen geen hogere berg dan een molshoop had gezien, een bergetappe met daarin de Télègraph en de Galibier. De 'keeskop', zoals de Belgen hem noemden, pakte in t938 nog een etappe. Een vlakke dit keer, van Bayonne naar Pau. Ook buiten de Tour was de eigen zinnige Middelkamp een groot ren ner. Drie keer werd hij nationaal kampioen en evenzoveel keren stond hij op het podium bij de wereldkam pioenschappen. In 1947 pakte hij de wereldtitel in Reims, in t950 werd hij tweede en in 1936 was hij al een keer als derde geïndigd. Dat alles zorgde ervoor dat de op 8 september 1954 in Goes opgerichte wielerclub De Lokomotief een half jaar later de naam omdoopte in Theo Middelkamp. „Ik weet het natuurlijk ook alleen maar uit de overlevering", zegt huidig voorzitter van die club, Fester Aarts. „Maar dat was toen ook een beetje in de mode. Er waren meer clubs die de naam van een wiel renner hadden. Hier in Zeeland was toen natuurlijk Middelkamp dé grote naam. Ze zijn het toen aan hem gaan vragen, en hij had daar geen bezwaar tegen. Verder had hij niks met de club te maken. Pas op latere leeftijd is hij betrokken geraakt bij de vereni ging." Theofiel Middelkamp, op 23 fe- bruarie 1914 geboren in Nieuw-Na- men, werd in 1936 gevraagd mee te doen met de Nederlandse ploeg aan de Ronde van Frankrijk. Op dinsdag 7 juli begon hij als een van de vier eerste Nederlanders aan de Tour. Waar de Belgen en Fransen een ploeg hadden van tien renners, de den de Hollanders het met z'n vie ren. De Volkskrant meldde in die tijd de deelname van de Nederlandse ren ners, maar voorspelde:Winnen zul len ze niet.' Dat bleek een week later buiten Theofiel Middelkamp gerekend. Op 14 juli, de nationale feestdag in Frank rijk, stond de etappe van Aixs-les- Bains naar Grenoble op het program ma. De rit ging over 230 kilometer en de renners moesten daarin ook nog eens over drie zware cols: de Lauta- ret, de Télègraphe en de Galibier. Die laatste zou als scherprechter funge ren, wist iedereen, maar daarna was het nog 90 kilometer naar de finish. De etappe begon in een rustig tem po. Voor de eerste klim gingen twee renners op avontuur. Het waren Max Bulla en Romain Maes, de Belgische winnaar van de Tour van 2935. Op de top van de Télègraphe had Bulla al moeten lossen en kwam Maes als eer ste boven. Op dat moment was er nog geen spoor van Middelkamp te bekennen. Net als de andere Neder landers reed hij op achterstand. Aan de voet van de Galibier viel Middel kamp nog steeds nergens te beken- Het schoonste wat ik in mijn leven gehoord heb. Jodelohitie in de bergen. Jongen, daar schoot mijn gemoed van vol. nen, maar op de r8 kilometer lange klim over slechte wegen begon hij aan een opmerkelijke opmars. „Ik wist al vanaf de Ballon d'Alsace in de vierde etappe: goedverdoemen, ik kan goed bergop rijden", zei Middel kamp daar later over. Bij bovenkomst reed hij al op de dertiende plek, op 9.40 minuten van de koploper. Dat was op dat moment de Spanjaard Ezquerra, want de Belg Maes, die in '35 van begin tot eind in het geel reed, vond op de Galibier zijn Waterloo. In de zeven kilometer lange, zeer gevaarlijke afdaling van de Galibier ging Middelkamp als een steen naar beneden. „Ik kon vreselijk goed sturen. Ongelofelijk gewoon." Hij won veel terrein terug en wist in het laatste vlakke stuk aan te slui ten bij de koplopers. Dat waren er twaalf, met daarbij de geletruidrager, de Fransman Archambaud. Bij het binnendraaien van het splinternieu we Stade Municipal in Grenoble, dat tot de nok toe gevuld was met toe schouwers, viel het groepje uit el kaar. Veel renners hadden moeite om op de been te blijven, maar Middel kamp en Archambaud kwamen de draai goed door. Met zijn tweeën sprintten ze voor de dagzege, die met een volle lengte naar de eigenzinnige Zeeuws-Vlaming ging. In de Volkskrant verscheen in die dagen een artikel over de onverwach te zege van de Nederlander. 'Een ker- miscoureur uit een land zonder weg renners heeft wellicht de opmerke lijkste prestatie van deze Tour de France verricht. Hulde daarom aan dagen nog TOURPORTRET Wie had nou gedacht dat een Hollander een etappe ging winnen? We stelden toch niks voor? Middelkamp, den stoeren Zeeuw.' De renner zelf reageerde met enig sar casme: „Wie had nou gedacht dat een Hollander een etappe ging win nen? We stelden toch niks voor?" In het algemeen klassement ein digde 'Fieleke' dat jaar als 23e, op 2.26.32 uur van de winnaar. Een jaar later dwong een valpartij hem tot op geven, maar in 1938 reed Middel kamp weer rond in de Tour. Dit keert eindigde hij als 43e en pakte hij een etappezege in Pau. Het zou zijn laat ste Tour zijn. Het was Middelkamp inmiddels duidelijk dat er met de Tour niet veel te verdienen viel. „Ze kunnen m'n kloten kussen. Ik doe 't nie meer", be sloot hij op zijn 24e. Hij ging voor het geld en de kermiskoersen. „Ger- rit Schulte gaf in '38 op en ging in Pa rijs het criterium van de Tuilerieën rijden. Daar ving hij ro.ooo Belgische Frang. Voor de hele Tour uitrijden kreeg ik nog geen 9000 Frang." Om een goede boterham te verdie nen verkocht Middelkamp vele wed strijden. Geld wil hij hebben, geen roem. „Met roem ga je niet naar de winkel", was zijn mening. Pas in de laatste jaren van zijn le ven raakte Middelkamp betrokken bij de club die zo trots zijn naam draagt. „Een jaar of zes voor zijn over lijden kregen we het voor elkaar dat hij op een ploegpresentatie kwam waar ook andere oud-renners bij aan wezig waren", vertelt Fester Aarts. „Dat heeft ie toen wel leuk gevon den. Daarna is hij nog een paar jaar bij onze ploegenvoorstelling blijven komen. Dat gaf toch wat extra cachet aan zo'n presentatie." Tot aan zijn dood in 2005 bleef de Zeeuws-Vlaming de vereniging be zoeken, wat voor de club de band met zijn naamgever versterkte. „Er moet heel wat gebeuren, willen we die naam loslaten", zegt voorzitter Aarts resoluut. „Wij zullen er alles aan doen om zijn naam in lengte der dagen te blijven dragen." Hulde aan Middelkamp, den stoeren Zeeuw door Willem Adriaansens en Rudy Boogert Theo Middelkamp Theo Middelkamp Bron: Tour in Holland, Pioniers in de wielersport, wielerhelden van Oranje.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2015 | | pagina 59