P
I
I
10 VERDIEPING
ZELFDODING
De onlangs opgerichte coöperatie Laatste Wil vindt dat volwassenen,
wanneer zij hun leven willen beëindigen, makkelijk aan een veilig, legaal
en dodelijk middel moeten kunnen komen. Sommige mensen weten zelf
al zo'n middel te bemachtigen, blijkt uit het verhaal van Linde de Jong.
Haar grote liefde bleek manisch-depressief Na een jarenlange worsteling
tegen sombere buien bestelde hij een dodelijk poeder uit China.
Telkens hoopten
we op genezing,
maar er volgde een
teleurstelling. De
doodswens bleef
'Geen angst meer
voor dat fatale moment'
door Floor Ligtvoet
Illustratie Jos Diender
ensen kenden Pieter
als een vrolijke en
creatieve kerel", zegt
Linde de Jong. „Zijn
vriendenkring was
enorm. Hij was de
gangmaker op feest
jes en altijd in voor spontane acties. Ston
den we met onze kleine kinderen op het
punt op vakantie te gaan naar de Verenigde
Staten, ging Pieter eerst nog even parachu
tespringen. Hij was letterlijk verslaafd aan
plezier."
Maar vrijwel niemand zag de keerzijde. De
Pieter die vaak dagen niet uit zijn bed kon
komen en onbedaarlijk kon snikken aan de
keukentafel. „En dan heb ik het nog niet
eens over de ongelooflijke onrust in hem.
Hoe vaak zijn we niet verhuisd omdat Pie
ter het huis ineens een 'kuthuis' vond? Ik
praat dan ook over een prachtig vrijstaand
pand met een zwembad in de tuin. Pieter
had het geluk voor zijn voeten liggen maar
kon het niet zien. Ik vond dat vreselijk ver
drietig om te constateren."
Diep sombere en uitzichtloze buien wer
den bij Pieter afgewisseld door impulsieve
momenten vol energie en onrust, vertelt
Linde. „Zijn buien werden steeds erger."
Vooral de donkerste episodes begon ze te
vrezen. Want haar man had al vaker aange
geven het leven niet meer aan te kunnen.
„Als ik thuiskwam met de kinderen, liep ik
standaard een eindje vooruit. Ik wilde er
eerst zeker van zijn dat hij niet stiekem de
hand aan zichzelf had geslagen. Pas als al
les in orde bleek, liet ik hen binnen. Zo is
het jaren gegaan."
In die tijd is ze ook de telefoon gaan haten,
beseft ze. nu. Uit angst voor dat ene tele
foontje van een onbekende hulpverlener
om haar te vertellen dat haar man voor de
trein was gesprongen. „Ik heb hem op een
gegeven moment gezegd: als je dat doet, je
ophangt of van een hoog gebouw werpt,
dan vergeef ik je dat nooit. Want wat doe
je hulpverleners aan? Maar vooral ook: hoe
moet ik na zoiets gruwelijks nog verder
met de kinderen, met mijn leven?" Haar
man heeft geprobeerd zijn somberheid te
bevechten, zegt ze. „Lange reizen naar de
zon, onder behandeling bij psychiaters, di
verse medicatie, verschillende opnames,
zelfs in een buitenlandse privékliniek,
noem het maar op. Hij liep het reguliere èn
het alternatieve circuit af. Alles greep hij
aan om beter te worden. Hij kroop bij ieder
een op schoot en riep dan om hulp. Maar
niets bleek voor langere tijd te helpen. Tel
kens hoopten we op genezing, maar er volg
de een teleurstelling. Zijn doodswens bleef
overeind."
Op een gegeven moment werd die wens zo
serieus dat de kinderen moesten worden
ingelicht, vertelt ze. „Zij hadden Pieter al
die jaren zien ploeteren, maar nooit gereali
seerd dat een ziekte hem zo maakte. We
hebben hen heel duidelijk gemaakt dat Pie-
ters diepe somberheid niemands schuld is.
Vervolgens namen we afscheid."
Pieter bleef die tijd erna nog vaak afscheid
nemen. Eén keer kwamen we terug van
een uitje en toen stond hij ons op te wach
ten. 'Ik ga het toch niet doen', riep hij, 'ik
hou te veel van jullie.' Ik dacht, dat zeg je
nu wel. Maar in een volgende depressie
denk je er helaas anders over. Daar waar
schuwde ik de kinderen ook voor."
Het gevreesde telefoontje is altijd uitgeble
ven, maar haar man is inmiddels overle
den. „Hij heeft een dodelijk chemisch goed-