28
ZEELAND
In de geschiedenis van HSV Hoek
neemt Osmond Ogali een bijzondere
plaats in. De Nigeriaanse aanvaller
voetbalde twintig jaar geleden slechts
één seizoen voor de club, maar
groeide uit tot een cultheld. Tijd voor
een reconstructie en een ontmoeting
met de voormalige spits. „Ik heb veel
vragen voor de mensen in Hoek."
Osmond Ogali,
cultheld
door Barry van der Hooft
Vanaf de trein in Folkestone is het
een rit van ruim anderhalf uur naar
Hemel Hempstead, een stad met
ruim 80.000 inwoners ten noord
westen van Londen. Osmond Ogali
wil niet bij hem thuis afspreken, maar bij restau
rant Harvester. De afgelopen tijd is flink heen
en weer gemaild. Tot een afspraak lijkt het niet
te komen, want de Nigeriaan wil ineens geld
zien voor een interview. Als hem duidelijk
wordt gemaakt dat dit een kansloze poging is,
bindt hij in. Ja, hij wil wel afspreken om over
het verleden te praten. Hij zegt vrij te nemen
van zijn werk en stapt een kwartier later dan ge
pland het restaurant binnen. Het wordt een an
der gesprek dan verwacht.
De ontmoeting met Ogali in Engeland is de laat
ste in een reeks afspraken. De afgelopen weken
is duidelijk geworden hoe hij begin 1993 in
Hoek is beland, hoe hij daar heeft geleefd, waar
om Ogali na een jaar moest vertrekken en wat
voor indruk hij heeft achtergelaten. „Ik vond het
een prachtige vent. We hebben alles voor hem
gedaan", zegt Ron Vereggen, de kapper bij wie
Ogali nog heeft gewoond. Oud-voorzitter Ben
ny Langeraert, die destijds sponsor was: „We
wilden hem na zijn vertrek koste wat kost terug
halen naar Hoek, maar we konden niets force
ren. We hebben echt alles geprobeerd. Ik denk
dat Osmond dat zelf niet altijd heeft begrepen."
Ogali ziet het inderdaad anders. „Het was een
slechte tijd", zegt hij. De veertiger klinkt verbit
terd. „De manier waarop ze mij behandeld heb
ben. Nee, daar denk ik niet graag aan terug.
Sommige herinneringen heb ik uit mijn geheu
gen gewist."
Ogali strijkt in 1992 in Nederland neer, in Am
sterdam om precies te zijn. Zijn contract bij het
Griekse FC Apollon is verscheurd, krijgt Gijs
van Oosten te horen. Hij is in oktober 1992 als
verslaggever van het Leidsch Dagblad in Amster
dam aanwezig bij het duel tussen Blauw-Wit en
UVS. „Ik zag hem spelen en was benieuwd naar
zijn verhaal", vertelt Van Oosten in café De Brui
ne" Boon in Leiden. „Ik zocht hem na de wed
strijd op, maar hij wilde in eerste instantie niet
met me praten. Osmond was heel wantrou
wend en achterdochtig. Ik kon wel van de poli
tie of immigratiedienst zijn. Uiteindelijk vertel
de hij toch wel het een en ander. Ik gaf Osmond
mijn telefoonnummer en zei dat hij me altijd
kon bellen." Twee dagen later gaat de telefoon in
Oegstgeest. Osmond Ogali belt de man die ge
zegd heeft hem te willen helpen. Van Oosten:
„Osmond woonde bij Nigerianen in de Bijlmer.
Daar ben ik een keer op zijn kamer geweest.
Een matras op de grond en een tas met kleding.
Meer had hij niet. Bij Blauw-Wit voetbalde hij
voor een paar honderd gulden per maand. Hij
moest na een training soms om een paar gulden
voor de tram bedelen. Hij kon nauwelijks in zijn
eigen onderhoud voorzien."
Als Ogali vervolgens zijn kamer uit moet, trekt
hij bij Van Oosten in. De twee hebben een ster
ke band opgebouwd. „Osmond was altijd heel
erg dankbaar. Later vertelde hij me dat hij op
zijn kamer in Amsterdam altijd gebeden had dat
er iemand langs zou komen die hem zou hel
pen. Ik was door God gezonden. Zo zag hij het.
Hij had geen inkomen, geen verblijfsvergun
ning en het was heel moeilijk om echt tot hem
door te dringen. Niemand heeft Osmond denk
ik echt begrepen. Zijn vrouw woonde in Lon
den en Osmond wilde als profvoetballer een be
staan opbouwen. Maar een loopbaan als prof zat
er niet in. In België, al was het in de derde of
vierde klasse, zou hij veel meer opvallen, dacht
ik."
Gijs van Oosten heeft Hoek dat seizoen zien spe
len tegen Noordwijk en het nummer van trai
ner Rinus Zegers genoteerd. „Ik belde Rinus en
legde hem de situatie van Osmond uit. Gerrit
Emans, de scout van Hoek, zou me wel verder
kunnen helpen. Vijf minuten later werd ik te
ruggebeld. Hoek wilde Osmond zelf aan het
werk zien. Op maandag ben ik in een oude Ford
Fiësta naar Zeeuws-Vlaanderen gereden. Os
mond trainde mee en voor de dinsdagavond
werd snel een oefenwedstrijd tegen Philippine
geregeld." Het wordt 3-1, Ogali speelt één helft
en maakt de openingstreffer. Bij Hoek hebben
ze genoeg gezien: ze willen de Nigeriaanse spits
hebben. Niet veel later verhuist Ogali naar
Hoek, waar hij een kamer krijgt in café-restau
rant en hotel De Instuif. Hij krijgt van de club
wat geld om van te leven en brengt veel tijd
door in de kerk. „Hij was vaak bij dominee Jan
sen", weet Ron Vereggen. „Osmond is een gelo
vig mens."
Problemen rond zijn tussentijdse overschrijving
worden handig omzeild waardoor Ogali op 23 fe
bruari 1993 kan debuteren, thuis tegen titelkan
didaat Dovo. Interim-trainer Jaap Goossen, net
aangesteld na het vertrek van Rinus Zegers, is
getuige van een historische wedstrijd, waar ja
ren later nog over wordt gesproken. Ogali scoort
drie keer en bezorgt Hoek zo een 3-2-zege. Lan
geraert: „Het was een fantastische middag. Oga
li ging na afloop op de schouders door de kanti
ne. Van de eerste centen die hij bij Hoek verdien
de kocht hij meteen eén grote stereo-installatie.
De rest van het geld stuurde hij iedere maand
naar familie."
De kop in deze krant op maandag 25 februari
1993: 'Ogali heeft magische krachten.' Iets lager
op de pagina staat het bericht dat Dick Buitelaar
de nieuwe trainer wordt. Hij mag proberen
Hoek, samen met Ogali, in de eerste klasse te
houden. Dat lukt, mede dankzij een aantal tref
fers van de Nigeriaan.
Ondertussen lopen de kosten van het verblijf
van Ogali in De Instuif flink op. Ron Vereggen
neemt Ogali in huis. „Hij maakte vaak spaghet
ti", zegt Vereggen. „Een pan vol en die at hij he
lemaal leeg. Zonder saus of iets andere erbij. Al
leen witte spaghetti. En bananen, daar was hij
ook gek op."
Tijdens de zomerstop trekt Ogali in een huisje
dat van penningmeester Leo Breepoel is. Vereg
gen: „Dat zou later gesloopt worden. Osmond
lag daar in een ouderwetse bedstee. 'I sleep in
the closet?', vroeg hij dan. De kachel stond altijd
op veertig graden. Hij had het nogal koud."
Hoek begint onder leiding van Buitelaar goed
aan het seizoen 1993/1994. De club draait boven
in mee en halverwege staan er al acht goals ach
ter Ogali's naam. Dat hij geen verblijfsvergun
ning heeft, begint echter aan hem te knagen. Tij
dens een trainingskamp in Limburg rijdt de bus
op zaterdagavond naar een discotheek, net over
de grens in Duitsland. Langeraert: „Osmond
moest in de bus blijven. Hij had geen papieren.
Stel dat er iets zou gebeuren in die disco en de
Duitse politie zou hem oppakken, dan hadden
we een groot probleem. Het mooie was dat hij
tijdens dat trainingskamp ook altijd zat te bid
den voor zijn ploeggenoten. Dat ze maar succes
mochten hebben in de disco, ha ha!"
Kort na het trainingskamp beginnen de
problemen rond Ogali echt. Het is janua
ri 1994 als de spits door drie politieagen
ten naar een cel in Terneuzen wordt gebracht.
„Door alle aandacht rond hem waren ze ook bij
justitie wakker geworden", zegt Langeraert. „Os
mond was illegaal in Nederland, hij moest weg.
Op een gegeven moment hadden we een vrouw
in Hoek gevonden die wel met hem wilde trou
wen, zodat hij kon blijven. Maar Osmond bleek
al getrouwd te zijn. Ik wist het niet." Vereggen:
„We hebben ook nog gekeken of we hem op een
universiteit konden inschrijven als student. Dan
zou hij een jaar mogen blijven. Maar Osmond
had geen vooropleiding, dus dat plan liep ook
op niets uit."
Op een avond wordt Langeraert gebeld door
Ogali. Het lijkt nu echt zo ver. De spits vertelt
dat de politie hem komt halen en dat hij Neder
land moet verlaten. „Gerrit Emans en ik zijn
naar het politiebureau in Terneuzen gereden",
legt Langeraert uit. „We probeerden een agent
om te praten, maar die bleek onvermurwbaar.
De volgende ochtend zou Osmond weg zijn.
Het was best emotioneel om afscheid van hem
te nemen. Gerrit en ik hebben het daarna bij
mij thuis op een drinken gezet. De tweede fles -
was net leeg, toen de telefoon ging. Ogali liep
weer op Hoek. Wij snapten er niets van. Ron
Barbé, de burgemeester, had naar het politiebu
reau gebeld dat ze hem gewoon in Hoek moes
ten laten slapen..."
Zijn vertrek wordt een paar keer uitgesteld,
maar blijkt toch onvermijdelijk. Op 12 februari
1994 verliest Hoek in Veenendaal met 2-0 van
Dovo. Het is het laatste duel voor Ogali in het
Osmond Ogali, bijna twintig jaar na zijn tijd in
Hoek, in zijn woonplaats Hemel Hempstead.