BiutmSi
Buwtm
De cockpit
Veiligheid
Wat A TLWttjvlUqwi?
UitkoM^bvrd
AJ hoogtemeter
Bj snelheidsmeter*
Cj variometer**
DJ CPS
EJ radio
*Geeft de luchtsnelheid aan
en niet de grondsnelheid.
Dus de snelheid van het
vliegtuig ten opzichte van
de omringende lucht.
**Geeft aan hoeveel je
stijgt of daalt (in m/s)
Boris Broere
Zweefvliegers nemen uitgebreide veiligheidspro
cedures in acht. Voordat er kan worden gestart
worden het vliegtuig en zijn omgeving uitgebreid
gecontroleerd. Dit gebeurt volgens controles op
basis van de letters in het woord SKISTOK.
S startbaan
K kap gesloten en vergrendeld
I instrumenten
S stuurorganen
T trim (handel om snelheid in te stellen)
O ontkoppelhaak
K kleppen (voor besturing)
locatie
Smitsschorrepolder, Justaasweg 5 Axel
vliegveld Midden-Zeeland, Calandweg 40, Arnemuiden
Kloosterweg 1Burgh-Haamstede
website
www.ezac.nl
www.vliegclubmz.nl
www.vch.nl
Zweefvliegen is vliegen zonder motor. Meteen lier wordt het vliegtuig, als een vlieger tegen
de wind in, omhoog getrokken. Vervolgens zweeft het vliegtuig op de natuurkrachten verder.
Zweefvliegen belast het milieu niet en is relatief veilig, onder meer door te leren niet te
vertrouwen op onderdelen zoals een motor. Een zweefvliegtuig vliegt op dezelfde manier als een
vliegtuig, maar gebruikt doorgaans geen motor. Daardoor verloopt de vlucht normaliter in een
dalende lijn waarbij het toestel een halve tot één meter per seconde aan hoogte verliest. Door
hoogte te winnen in stijgwind kan het toestel langer en verder vliegen. Hoogte kan na de start
gewonnen worden door gebruik te maken van thermiek (zie illustratie), hellingstijgwind (aan de
loefzijde van duinen,, heuvels en bergen) of golf (ontstaat bij harde wind in een berglandschap
waardoor de lucht in een golfbeweging komt, in de stijgende gebieden van deze golfbeweging
kan een zweefvliegtuig tot grote hoogte komen,soms wel zes kilometer).
Willem Adriaansens
Het piefje verdient nauwelijks de naam instrument: het is een draadje, doorgaans van wol, dat
voorop de cockpit is geplakt om een indruk te geven van de luchtstroming over de cockpitkap.
Als het vliegtuig gecoördineerd vliegt, dan komt de stroming recht van voren en staat het
piefje recht naar achter. Staat het piefje scheef, dan slipt of schuift het vliegtuig en corrigeert de
piloot dit door middel van het richtingsroer. Een wat verouderd piefje bestaat uit een gekleurde
papieren kegel die in een beschermende lak is gedoopt en met een draadje aan de buis
gebonden is die zich voorop de neus bevindt.
dinsdag 20 september 2011
Boris Broere is het uithangbord van de Eerste Zeeuws-Vlaamse Aero Club
(EZAC). De 29-jarige oud-Terneuzenaar schreef in juni de prestigieuze
zomerwedstrijd in het Gelderse Malden op zijn naam. Daardoor plaatste hij zich
meteen voor het NK. „Een geweldige prestatie, al zeg ik het zelf."
Broere ontwikkelde zich in een kleine vijftien jaar tot een Nederlandse
topvlieger. Met de Duo Discus, de tweezitter met hulpmotor van de EZAC,
behaalde hij dit jaar op het NK in Teriet de zevende plaats in de klasse 15 meter,
de categorie voor toestellen met een spanwijdte van vijftien meter of meer. „Met
dit resultaat zat ik dik in de middenmoot. In 2010 deed ik mee in een clubklasse
voor oudere toestellen. Toen eindigde ik ook op de zevende plaats. De 15 meter is
weer een flinke stap hoger."
De omstandigheden in Malden waren zeer lastig met nauwelijks thermiek
en veel regen. Op basis van de weersvoorspellingen moesten de deelnemers
gedurende zes dagen middels gps uitgezette routes vliegen. Slechts drie keer kon
er worden gevlogen. Broere was twee keer dagwinnaar en één keer tweede. Stijn
van de Broeck, een ander EZAC-lid, eindigde als zesde.
„Doorgaans zijn die routes zo'n driehonderd kilometer lang. Nu kwamen we
tot hooguit 150 kilometer. Dit maakte het er trouwens niet eenvoudiger op. Het
was echt vechten voor thermiek en letterlijk om de regen heenvliegen. Zeer
interessant en uiteraard een grote uitdaging. De laatste dag had ik als enige de
volledige opdracht gevlogen. Dat gaf natuurlijk een extra kick", vertelt Broere
over zijn avontuur in Malden. Hij beschouwt zijn favoriete hobby deels als
een echte sport. „Op fysiek vlak wordt er niet al te veel van je gevergd. Maar
daartegenover staat dat je zeer geconcentreerd bezig bent. In dat opzicht is het
zeker wel sport."
Hoe ver zijn horizon reikt, kan Broere niet precies aangeven. Zijn streven is om
definitief tot de Nederlandse top toe te treden. Broere, na zijn hts-opleiding
werktuigbouwkunde in Breda blijven hangen, heeft er geen moeite mee dat
hij als visitekaartje van EZAC wordt beschouwd. „Ik ervaar geen extra druk of
zo. Ik ben er best trots op. Ik hoop ook dat mijn prestaties een stimulans zijn
voor jongeren om eens een kijkje te komen nemen. Want zweefvliegen is echt
geschikt voor alle leeftijden."
lucht. Het vliegen van thermiekbel naar ther-
miekbel om zo afstanden af te leggen ervaart
hij als de ultieme sensatie. De leden van EZAC
vliegen 'overland' regelmatig vanuit Axel
naar Venlo en terug. Ook Noord-Frankrijk of
een vlucht richting Arnhem staan op gezette
tijden op de rol. Dit jaar vloog een lid, Geert
van Duyse, vanuit Axel naar Hoogeveen en
terug. „Een tocht van zeshonderd kilometer.
foto Peter Nicolai*
Een puike prestatie", vindt Lindenbergh. „Van
Duyse is één van de vier verkeersvliegers die
de vereniging telt. Daarnaast is het de charme
van de vereniging dat we veel mensen hebben
van allerlei pluimage die allemaal voor één
ding naar Axel komen: het zweefvliegen."
René van Stee -'^1<