io vliegramp tripoli
'Wij krijgen taal noch teken.
Dit kan zo niet langer'
Het onderzoek naar de vliegramp bij Tri
poli is in nevelen gehuld. Door de burger
oorlog in Libië kan het nog lang duren
voordat nabestaanden duidelijkheid krij
gen over de oorzaak van het ongeluk.
Sommigen noemen het al 'de vergeten
ramp'.
I komt te we-
I ten wat de
■JL JL. oorzaak is
van de vliegramp bij Tripoli."
Het is een harde boodschap die ad
vocaat Veeru Mewa enkele van
zijn cliënten heeft gebracht. Hard,
maar niet onrealistisch gezien de
stilte over het onderzoek tot nu
toe en de burgeroorlog in Libië.
„Alles is één groot vraagteken",
zegt Mewa die leiding geeft aan
een advocatenteam dat nabestaan
den van 33 slachtoffers bijstaat.
Morgen is het een jaar geleden dat
vlucht 771 van de Libische lucht
vaartmaatschappij Afriqiyah Air
ways vlakbij de Libische hoofdstad
neerstortte. In totaal kwamen 103
mensen om het leven, onder wie
zeventig Nederlanders. Alleen de
toen negenjarige Ruben uit Til
burg overleefde de ramp.
woensdag 11 mei 2011
Ondraaglijke
door Arjen de Boer
Termijn rapport
Volgens internationale luchtvaart
verdragen moet er zo spoedig mo
gelijk, binnen twaalf maanden, een
rapport over een vliegramp liggen.
Maar dit is slechts een aanbeveling
die landen naast zich neer kunnen
leggen.
'Als het rapport niet kan worden
vrijgegeven binnen twaalf maan
den, dan moet het land dat het on
derzoek uitvoert een tussenrap
port vrijgeven op iedere verjaardag
van de gebeurtenis, waarin de
voortgang van het onderzoek en
eventuele veiligheidszaken uiteen
worden gezet' staat te lezen in de
conventie over onderzoek naar
luchtvaartongelukken en -inciden
ten.
Op overschrijding van deze verdra
gen staat echter geen straf. De Ne
derlandse overheid kan wel een
verzoek bij International Civil Avia
tion Organization (ICAO) indienen
om het onderzoek over te nemen,
waarna onderzoekers van de Vere
nigde Naties (VN) aan de slag
gaan.
Dit is slechts twee keer voorgeko
men. De eerste keer was toen in
1973 Israëlische straaljagers een
passagiersvliegtuig van Libyan Arab
Airlines neerschoten.
De tweede keer nadat in 1983 een
Russisch gevechtsvliegtuig een ver-
keerstoestel van Korean Airlines uit
de lucht schoot.
f W W oud er reke-
W H I ning mee dat
LhJ je nooit
„Mijn cliënten horen niets van de
Libische autoriteiten, niets van de
Onderzoeksraad voor Veiligheid,
niets van Buitenlandse Zaken.
Sommigen noemen het een 'verge
ten ramp' en gaan gebukt onder
psychische klachten", zegt Mewa.
Toen de burgeroorlog uitbrak,
klopte hij weer bij instanties op de
deur. Maar alle zeggenschap over
het vrijgeven van onderzoeksresul
taten ligt volgens internationale re
gels bij de Libische luchtvaartauto
riteiten. Bellen naar Libië heeft
geen zin, ook niet voor de Onder
zoeksraad. De lijnen zijn dood.
Meteen na de crash kwam het on
derzoek op gang onder verant
woordelijkheid van de Libische
luchtvaartautoriteit LYCAA. On
derzoekers van Afriqiyah, Airbus
en motorbouwer Rolls Royce be
gonnen aan het monnikenwerk de
oorzaak te achterhalen.
Twee leden van de Nederlandse
Onderzoeksraad voor Veiligheid
mochten er als waarnemer bij zijn.
De Libiërs stelden al vrij snel dat
er geen sprake was van een aan
slag of technisch mankement. An
dere oorzaken zouden mist bij het
vliegveld kunnen zijn. Ook be
schikte de landingsbaan waar
vlucht 771 naartoe werd gediri
geerd niet over geavanceerde lan
dingshulp.
Vorige maand vertelde onderzoe
ker Massoud Ibrahim, die even in
de onderzoekscommissie zat, aan
de NOS dat de Libische autoritei
ten het onderzoek zouden sabote
ren en op voorhand al hadden be
sloten wat de oorzaak was: een
hartstilstand van de piloot. Maar
zijn verhaal is nooit bevestigd.
De zwarte doos met vluchtgege-
vens en de voicerecorder werden
door het Franse Bureau
d'Enquêtes et d'Analyses (BEA)
uitgelezen. Daarbij was een des
kundige van de Onderzoeksraad
aanwezig, aldus een woordvoer
ster. „Hij heeft gekeken of alles vol
gens de regels is verlopen of alles
deugdelijk werd vastgelegd." Daar
was niets mis mee, maar de zegs
vrouw mag geen mededelingen
doen over inhoud van gesprekken.
De onderzoeksgegevens moeten
in Europa bekend zijn, denken
luchtvaartdeskundige Hans Heer-
kens 'en Benno Baksteen, voorzit
ter van het Platform Duurzame
Luchtvaart. „Maar formeel zijn de
Libiërs de baas", aldus Heerkens.
En blijft het stil.
Dat was ook al zo voordat - tot on
genoegen van nabestaanden - de
opstand uitbrak. „Dat ongenoegen
is heel begrijpelijk", zegt Heer
kens. „Het is niet zeldzaam dat
zo'n onderzoek zomaar anderhalf
of twee jaar duurt. In de lucht
vaartsector is zorgvuldig onder
zoek beter dan een snel en in el
kaar geflanst onderzoek."
Het is mogelijk dat de internationa
le luchtvaartautoriteit ICAO het
onderzoek overneemt. Libië zal
hier niet snel mee instemmen, ver
wacht Baksteen. „Afriqiyah is van
Kaddafi, hij is de staat. Het eigen
belang is te groot."
Bob van der Groen ergert zich ma
teloos. „Dat er een oorlog aan de
gang is daar hebben nabestaanden
geen boodschap aan", zegt de ad
vocaat van tien nabestaanden die
een klacht gaat indienen bij ICAO.
„De staat functioneert nog steeds,
maar wij krijgen taal noch teken.
Dit kan zo niet langer."
De locatie waar morgen een jaar geleden de Afriqiyah Airways vlucht 8U771
Bob van der Groen, advocaat nabestaanden