'Het is goedkoper voor een veehouder om antibiotica te gebruiken
dan de stal te verbouwen'
dinsdag 8 december 2009
Gerard van Eijden van de beroepsvereniging voor dierenartsen
Een overvolle varkensstal. Veel dieren in de intensieve veehouderij krijgen preventief antibiotica toegediend.
foto Bas Rutten/ANP
MRSA (meticilline-resistente
Staphylococcus aureus)
is een bacterie die veel
voorkomt in de Nederlandse
veehouderij.
Gezonde mensen merken er vol
gens het Rijksinstituut voor Volks
gezondheid en Milieu (RIVM) niets
van als zij besmet zijn met de bac
terie. Voor ernstig zieke patiënten
met een lage weerstand en men
sen die geopereerd moeten wor
den kan besmetting wél gevaar
lijk zijn. Zij kunnen ontstekingen
krijgen. Via het bloed kunnen ook
de organen worden aangetast. De
infecties kunnen in het uiterste ge
val zelfs dodelijk zijn.
De bacterie verspreidt zich gemak
kelijk onder dieren. Die worden er
niet ziek van. De bacterie kan van
dier op mens overgaan. Mensen
die werken met varkens of vleeskal
veren, hebben dus een verhoogd ri
sico op besmetting.
De bacterie zou kunnen verande
ren in een kwaadaardiger variant
die meer aangepast is aan de
mens. Hier zijn op dit moment vol
gens het RIVM geen aanwijzingen
voor.
Ook zijn er geen aanwijzingen dat
mensen besmet kunnen raken met
MRSA door het eten van varkens-
of kalfsvlees.
Het aantal besmettingen met
MRSA loopt op: in 2007 waren er
793 besmettingen, in 2008 1123.
Vooral varkenshouderijen maar
ook vleeskalverhouderijen en
pluimveeslachterijen hebben er
mee te maken. Uit het RIVM-rap-
port 'Veegerelateerde MRSA' blijkt
dat grote bedrijven vaker MRSA-
positief zijn dan kleine bedrijven.