Als je haar maar goed zit, Ai Haarwerker is geen beschermd beroep. „Als u morgen besluit pruiken te gaan verkopen, dan mag dat. En dan kunt u ook een contract aanvragen bij een zorgverzekeraar," zegt Jeroen Peels. Hij is bestuurslid van het Top Haarwerkers Gilde, dat ijvert voor een keurmerk. 34 Zaterdag 18 oktober 2008 PZC door Ondine van der Vleuten Annemiek Dophemont (I) en Annemiek Tieleman verloren allebei haar door chemokuren. In 2007 werden in Nederland 19.600 haarwerken gedecla reerd bij ziektekostenverzeke raars. Het aantal aanvragen stijgt. Onduidelijk is of dat komt doordat haarverlies meer voor komt of doordat mensen eerder be sluiten dat ze een haarstuk willen. Vanuit de basisverzekering wordt een deel - 264,50 euro - vergoed. Voorwaarde is meestal wel, dat het haarwerk van een leverancier komt waarmee de zorgverzekeraar een contract heeft. Zo'n contract wil nog niet zeggen dat kwaliteit gegarandeerd is, waar schuwen patiëntenverenigingen en brancheorganisatie het Top Haarwerkers Gilde (THG). „Zorg verzekeraars stellen weliswaar kwa liteitseisen, maar in het verleden is nooit gecontroleerd of daaraan vol daan werd", stelt THG-bestuurslid Jeroen Peels. Er valt veel te verdienen in de branche; een haarstuk is niet goed koop. De klanten bevinden zich in een kwetsbare positie en wie ga randeert dat het duur betaalde haarwerk goed is? Peels: „Wij hebben zeven jaar gele den een certificeringsysteem opge zet. De onafhankelijke Stichting Er kenning Medische Hulpmiddelen kent de certificaten toe en toetst of aan de voorwaarden voldaan wordt In Nederland zijn nu zo'n honderd van de 250 bedrijven in deze markt gecertificeerd. Volgens critici is dit echter nog geen af doende waarborg voor kwaliteit. Op dit moment werken wij in een breed verband aan een kwaliteits keurmerk. Het ministerie heeft het Kennis Opleidings Centrum opgedragen opleidingen te gaan verzorgen, want ook die waren er niet." Eind dit jaar worden de eer ste examens voor het diplo ma Haarwerkspecialist afge nomen. Een belangrijke stap. „Want kwalitatief gezien kan er in de branche veel verbeterd wor den." Willeke Pietersma beaamt dat. Ze werkte als kapster en had drie eigen salons toen een vrien din van haar borstkanker kreeg. „Toen haar haar uitviel, gingen we zoeken naar goed haarwerk. Zie kenhuizen nen ze zien hoe je het draagt en hoe je eigen haar is." Ook andere artsen, dermatologen bijvoorbeeld, sturen hun patiën ten naar haar toe, omdat De Buck 'goede adressen' kent. Sinds juni houdt De Haarzaak eens per week spreekuur in het zie kenhuis. Wille- Eind dit jaar worden de eerste examens afgenomen voor Haarwerkspecialist. mogen geen reclame ma ken. Dus we pakten het telefoonboek en gingen op goed geluk naar een zaak toe. Iedereen liep in en uit terwijl zij daar zat met haar kale hoofd. Ze had van zichzelf kuikentjeshaar, zoals ik het noem, maar die pruik was een kolossaal geval. We hebben gehuild en gela chen van ellende en frustratie. Het heeft zo'n indruk op me gemaakt, dat ik me zelf in haarwerk ben gaan specialiseren. Ik ben intern opgeleid bij zaken van naam en daarna zelf verder gaan zoeken en kijken." In 2000 verkocht Willeke haar sa lons en begon ze samen met haar man André op Schouwen-Duive- land De Haarzaak, gespecialiseerd in haarwerken. Dat was vanaf de eerste dag een succes. Twee jaar geleden vestigde De Haarzaak zich in een honderd jaar oude vlasschuur in Koewacht, op een flinke lap grond die garant staat voor de privacy van de cliën ten. In januari wordt de zaak uitge breid met een ruimte voor voor lichting en workshops uiterlijke verzorging bij haarverlies. Naast haarziekten zijn chemoku ren een veel voorkomende oor zaak van haarverlies. Oncologisch verpleegkundige Monique de Buck begeleidt in ziekenhuis Zorg- saam in Terneuzen kankerpatiën ten die chemo krijgen. „Belangrijk is dat je naar een haarwerker gaat als je je haar nog hebt. Dan kun ke Pietersma ontmoet daar klanten die lie ver eerst in een neutrale omge ving kennisma ken voor ze de stap naar De Haarzaak maken, en patiënten die het ziekenhuis niet uit kunnen. „Goede zorg houdt niet op bij de ziekenhuismuren", zegt Joep Pauli- des, bestuurslid van het zieken huis daarover. „Wij proberen de aanvullende zorg optimaal aan te laten sluiten." „Elke ochtend ga je zoeken: ben ik weer haar kwijt? Als je haar maar goed zit, zegt iedereen. Nou, dat is zo. Je gaat mensen ontwij ken, ik ging niet meer uit, ik wil de niet meer naar school. Mijn moeder heeft toen mijn mentor gebeld en die heeft het aan mijn klas uitgelegd. Toen ik terugkwam, deed ieder een normaal. Ook van mijn fami lie en vrienden kreeg ik veel nnique (21) uit Axel zag twee jaar geleden opeens een behoorlijk grote kale plek. „Mijn moeder had me twee da gen ervoor nog geföhnd en niets ge zien. Waar dat haar gebleven is: géén idee." Haar eerste reactie was hevige pa niek. „Ik heb gegild, ik was in shock. Ik ben ziek, dacht ik, ik ben heel erg ziek." Die avond nog zat ze bij de spoedeisende hulp in Gent, waar haar bloed werd afgenomen. De volgende dag kon ze terecht bij een dermatoloog. De diagnose: Alo pecia areata, een auto-immuunziek- te waarbij cirkelvormige kale plek ken ontstaan. „Zes maanden ervoor was ik geopereerd aan een hernia. Achteraf denken ze dat de ziekte tot uiting kwam door de narcose> de pijnbestrijding en de stress in die periode. Je gaat er niet dood aan, zei de dermatologe, maar het kan er ger worden. Toen stond de wereld even stil." Een halfjaar lang kwa men er steeds nieuwe plekken bij. Annique (21) heeft nu, na eerdere slechte ervaringen, een goed haarwerk en daarmee haar zelfvertrouwen terug. foto's Mechteld Jansen

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 36