N avo-commandant keert terug als opa spectrum n Op i november wordt generaal-majoor Mart de Kruif (50) een van de machtigste militairen van de wereld. Hij krijgt een jaar lang de leiding over de Navo-troepen in heel Zuid-Afghanistan. En in die periode wordt hij nota bene ook opa. Mart de Kruif PZC Zaterdag 18 oktober 2008 door Marloes de Koning foto's David van Dam/GPD Toen Man de Kruif in 2001 voor een halfjaar naar Bosnië werd uitgezonden, was zijn jongste zoon zo boos dat papa vertrok, dat hij zes weken niet tegen hem sprak. Pas nadat hij zijn vader in uniform in het Jeugdjournaal zag, trok hij bij. Nu De Kruif voor een jaar naar Afghanistan gaat, houdt Rutger - inmiddels 12 - zich in zijn nabijheid groot. Op school heeft hij wél ge huild, hoorde zijn moeder. En hij doet zijn vader na als die er niet is, vertelt ze. „Zelf de zwartleren jas. Zelfde zinnetjes." De Kruif hoort het stil aan, op de bank van het nieuwe appartement van de familie in Doesburg. Hij heeft zijn vier kinderen ge waarschuwd dat hij vanaf 1 november va ker in de media zal zijn. En niet altijd posi tief „Ik kan mijn kinderen niet in de ziel kijken, maar ze zijn redelijk gewapend." De Nederlandse generaal-majoor staat een jaar lang aan het hoofd van de ruim 25.000 Navo-militairen uit 22 verschillende lan den in Zuid-Afghanistan. 2009 wordt een zwaar en cruciaal jaar voor Afghanistan. De Afghanen kiezen een nieuwe presi dent, de opstandelingen zullen dat probe ren te verhinderen. Er zullen onder zijn lei ding soldaten sneuvelen. En burgers. Echtgenoot Esther en de kinderen maak ten de afgelopen twee jaar zes keer mee hoe hij van de kaart was als een van zijn jongens sneuvelde. „Als ik hoor van een jongen die is overleden, slaap ik de eerste nacht niet." Dat zal nog vaak voorkomen. „Je weet dat je er het komend jaar mee ge confronteerd gaat worden. Dat went niet. Maar als je er niet mee om kunt gaan, moet je dit werk niet doen." De zware verantwoordelijkheid voor le vens is geen reden zelf niet naar Afghanis tan te gaan. „luist het feit dat je jongens hebt weggestuurd van wie er zes niet zijn teruggekomen, is een diepe reden om te gaan. Je stuurt hen wel en dan zou je zelf niet gaan? Onbestaanbaar." De laatste weken voor vertrek zijn vol. Nog even naar Engeland voor overleg met de Britten, die de 'Task Force' in de provin cie Helmand leiden. Een gesprek met mi nister Verhagen van Buitenlandse Zaken. Een lampje indraaien, de auto laten uitdeu ken en een week met het gezin op vakan tie. Nog een keer lang praten met comman dant der strijdkrachten Peter van Uhm, be halve collega ook een goede vriend. Diens zoon Dennis is een van de zes gesneuvel den. De enige die De Kruif zelf goed ken de. „Het zit daardoor dichterbij, maar ik hoop dat het qua zorg niet uitmaakt." De dag van het afscheid, 21 oktober, nadert rap. Zijn oudste dochter, Lotte, is op 25 ok tober uitgerekend. Haar man wordt later dit jaar ook uitgezonden naar Afghanistan. De Kruif verhuist tijdelijk naar de enorme woestijnstad in Kandahar, een militaire ba sis (KAF) waar 14.000 militairen zijn gele gerd. Waar Hummers stapvoets langs schuiven en de bomen wit zijn van het stof. Waar zo eens per week het lucht alarm giert voor inkomend vuur. We spre ken een week nadat twee raketten op ge ringe afstand van het Nederlands tenten kamp bij Kandahar zijn ingeslagen. De man die hier in spijkerbroek over zijn clubs Feyenoord en Vitesse praat, is straks een gewild doelwit voor de taliban. Zo ziet hij dat zelf niet. „Ik denk niet dat de taliban weten wie ik ben of wat ik doe. Ik heb mensen om me heen die voortdu rend voor mijn veiligheid zorgen. Als ik mijn positie vergelijk met een genist die voor een pantservoertuig een search doet (naar bermbommen zoekt, red.) zie ik me zelf niet méér risico lopen." Even stil. ,Je houdt er wel rekening mee, maar dat is ook militair vakmanschap." Voor het thuisfront is een uitzending veel zwaarder dan voor de militairen, zegt De Kruif. „Ik weet straks waar ik ben, ik ben druk. Esther en de kinderen weten dat niet. Die hebben steeds een veel hoger ni veau van angst." Esther maakt zich totaal geen zorgen, zegt ze. „Ik vraag me soms af of ik het onderschat." Ze vindt het vooral heel jammer dat Mart waarschijnlijk het moment mist waarop hun dochter bevalt. „Een vader die elke avond thuis is, ken ik sowieso niet. Mart heeft altijd gezegd dat hij graag opa zou worden. Het is raar dat hij daar niet bij is." De Kruif is straks een schakel tussen de ver schillende troepen en de Afghaanse rege ring. De functie is daardoor deels politiek. „Dat deel wordt steeds groter. Een militai re operatie heeft geen zin als er geen goed bestuur en ontwikkelingshulp komen. Dat kost tijd, maar we zijn pas drie jaar bezig. In Bosnië begint het nu na zestien jaar er gens op te lijken." 'Politiek' is ook het bewaren van de balans tussen de landen die de troepen leveren. Onder Regional Command South vallen zes provincies. Waaronder Uruzgan, dat wordt gezien als 'veilige haven voor de tali ban', en Helmand en Kandahar, waar het meest gevochten wordt, vertelt De Kruif In 2009 neemt het aantal Amerikaanse mi litairen in Afghanistan fors toe. En de Ame rikaanse terroristenjacht Operation Endu ring Freedom komt onder dezelfde com mandant als de Amerikaanse ISAF-militai- ren. Kan een vertegenwoordiger van een land dat de militaire aanwezigheid in Af ghanistan afbouwt, tegenwicht bieden aan de getalsmatige overmacht van de VS? De Kruif, kalm: „Het zou kunnen dat het mijn positie ondermijnt, maar ik maak me daar geen zorgen over. Als ik in de VS ben, merk ik dat iedereen me volledig steunt." Na Bosnië deed hij in 2002 een jaar War College in Amerika. Een van zijn keuzevak ken was onderhandelen. Amerikanen doen dat anders dan Nederlanders. „Ze zijn harder. Wij zijn meer gericht op over eenstemming. Zij willen winnen. Bij de Angelsaksische cultuur hoort ook: zeggen wat je wilt. Ik heb er geen moeite mee af en toe duidelijk te zijn." Na de middelbare school zag De Kruif drie opties: gymnastiekleraar worden, geschie denis studeren of naar de Koninklijke Mili taire Academie (KMA). Het werd het laat ste, maar de gymnastiekleraar in hem is niet weg. Toen zijn zoon bij de F-jes ging spelen, ging hij zelf ook weer voetballen. „Da's lachen, mooi om te doen in mijn trai ningspak. Ik vind het belangrijk ook eens per week geen generaal te zijn, maar ge woon de linksback." Zijn team („derde- helftniveau") maakt wilde plannen om naar Kandahar te komen. „Ik denk niet dat het scherfvest om de bierbuik past." Hij komt niet uit een militair nest, maar na een jaar wennen aan de discipline op de KMA, greep het militaire leven hem. „Het mooie is dat je met de krijgsmacht het uiterste uit mensen haalt. Het team is altijd sterker dan het individu. Dat staat bijna haaks op de huidige maatschappij, maar tijdens uitzendingen is dat gevoel heel sterk." Aanvankelijk pleitte De Kruif vurig tegen afschaffing van de opkomstplicht, maar dat was een misvatting, zegt hij nu. Zijn baas, minister Eimert van Middelkoop van Defensie, is nooit in dienst geweest en vreesde in dienst doodongelukkig te wor den. „Ik zou het niet hebben gezegd, maar met zijn geloof en karakter snap ik het. Het beeld van leidinggeven dat hij heeft, klopt niet. Maar ik begrijp hoe hij eraan komt. [e kunt niet weten hoe het echt is, als je het niet zelf hebt doorgemaakt." Hij neemt straks de beslissingen. Draagt de verantwoordelijkheid voor waar extra troe pen heengaan, waar wordt gebombar deerd. Het is de loneliness of command. „Uit eindelijk ben ik degene die zegt go of no go. Dat zal wel tot minder prettige momen ten leiden." Tegelijk is het „de essentie van waar ik dertig jaar voor ben opgeleid." In Afghanistan zwelt kritiek aan op inter nationale troepen die burgerslachtoffers maken. Om dat te vermijden, worden ook risico's genomen, benadrukt De Kruif „Soms ga je net óp of net over de grens van je eigen veiligheid om burgerdoden te vermijden. Daar gaan we heel ver in. Zo ver dat je je zelfs afvraagt: kan ik dit nog naar het thuisfront verantwoorden? Van uit de huizen wordt ook op die jongens ge schoten. De impact is enorm als er burger slachtoffers vallen, de balans is moeilijk te vinden. Het blijft altijd mensenwerk." Esther vroeg het hem al: 'Hoe krijg ik je te rug?' Ze is niet bang. „We zijn al zo lang samen. Hij zal naar mij niet anders zijn. Je komt sowieso anders terug. Als opa." Hij grinnikt. „Dan ga ik met oma wandelen." Geboren op 1 september 1958 in Apeldoorn. Werd in de periode 1977-1981 opgeleid tot infanterieofficier op de Koninklijke Militaire Academie (KMA) in Breda. Had functies bij 11e Infanteriebataljon Garderegiment Grenadiers en Jagers, bij 41e Gepantserde Brigade in Seedorf (Duitsland) en 42e Gemechaniseerde Infanteriebataljon Limburgse Jagers. Maakte vanaf 1996 deel uit van de legerleiding in Den Haag. Werd in 2001 naar Bosnië uitgezonden en deed daarna het US Army War College in Pennsylvania. Werd in 2006 adjunct-directeur operaties bij het commando landstrijdkrachten in Apeldoorn en was van begin 2007 tot april 2008 commandant van de 43e Gemechaniseerde Brigade in Havelte. Getrouwd met Esther. Twee zonen (12 en 20) en twee dochters (24 en 18).

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 108