9 spectrum
Het regent weer Turkse bommen in Noord-Irak. De strijd tegen de PKK
is in alle hevigheid opgelaaid. Met elke bom wordt in Diyarbakir, het hart
van het Koerdische zuidoosten in Turkije, de hoop op een betere toekomst
de grond in geboord.
PZC
Zaterdag 18 oktober 2008
Grote foto: Straatbeeld in Diyarbakir.
Foto links: Radeloze moeders in Diyarbakir:
Links Halise Kaya, rechts Dilsa Ozgen.
„Hoeveel doden moeten er nog vallen?"
Foto onder: De 31-jarige krantenbezorger
Yilmaz Yoksud werd 150 keer opgepakt
en gemarteld. „Ik kan niet zeggen wat ze
allemaal met me hebben gedaan."
door Jessica Maas foto's GPD
voortanden werden er in de cel uitgetrok
ken. Hij pakt een strip pillen uit zijn zak.
„Ik krijg nu psychologische hulp, mijn
hoofd is niet goed."
De laatste keer dat hij werd gearresteerd,
was op 28 maart 2006. Er waren rellen in
de stad, overal was er politie. Yoksud
bracht zijn krant rond, met daarin een
groot verhaal over een Koerdische jongetje
dat bij het politiegeweld om het leven was
gekomen. „Toen de politie mij zag, raakte
ze buiten zinnen, terwijl ik officieel niets
illegaals deed. De krant mag worden ver
spreid."
Drie dagen lang werd hij vastgehouden en
in elkaar geslagen. „Ik kan niet.vertellen
wat ze allemaal met me gedaan hebben."
Desondanks gaat hij nog steeds door met
het verspreiden van kranten. „Mensen
moeten worden geïnformeerd. Mijn broer
kon er niet meer tegen en ging de bergen
in, naar de PKK. Ook hij is dood. Zo is het
leven hier."
Met dit soort verhalen groeien jongeren in
Diyarbakir op. Veel hoger opgeleide jonge
ren verlaten de stad en vertrekken naar
het rijkere westen van Turkije. „Je reali
seert je als kind snel dat wij tweederangs
burgers zijn", zegt studente Rodja (21).
Discriminatie, verhalen van de familie en
de nationalistische toon van het leger drij
ven de jongeren in Diyarbakir in de armen
van de PKK. Ze staan nog steeds voor de
keuze: gaan ze de bergen in - een metafoor
voor vechten bij de PKK - of gaan ze naar
school? Met elke bom, met elke aanslag
wordt de hoop op een betere toekomst in
Diyarbakir de grond ingeboord. Met elke
dode Turkse soldaat groeit de woede van
het Turkse publiek, met elke schending
van de mensenrechten staat weer een
nieuw PKK-lid op. Dat is precies de bedoe
ling van de PKK, zegt de Koerdische Naci
Sapan, hoofdredacteur van het lokale dag
blad Olay in Diyarbakir.
„Zij willen dat de Koerden en Turken te
genover elkaar blijven staan. Er zijn ge
noeg Koerden die de gewelddadige strijd
niet steunen, maar ook zij lopen gevaar."
Dat is volgens hem ook het zwakke punt
van de Koerdische DTP. „Ook binnen de
partij wordt kritiek op de PKK niet ge
duld." De Koerden moeten realistisch en
duidelijk zijn in wat ze willen, zeg Sapan.
„Want waar vechten ze nu precies voor?
Dat is onduidelijk."
Hoe kan deze uitzichtloze spiraal van ge
weld worden doorbroken? Sapan zucht.
„Er zijn veel mensen in dit land die niet
willen dat er een eind komt aan deze
strijd. Er gaat groot geld in om." Toch wei
gert de Koerdische journalist de hoop te
laten varen. „Langzaam, onder druk van
de Europese Unie, veranderen er zaken.
Deze strijd kan niet eeuwig doorgaan. We
zullen geduld moeten hebben."
De 70-jarige Dilsa Ozgen kijkt met tranen
in de ogen naar de televisie. „Hoeveel do
den moeten er nog vallen?", vraagt ze zich
af. Twee zonen sloten zich op jonge leef
tijd bij de PKK aan en beiden zijn in de
strijd met het Turkse leger om het leven
gekomen. Haar man verdween elf jaar gele
den spoorloos. Ze is ervan overtuigd dat
hij is omgebracht door de staat. „Ze heb
ben ons uit ons dorp verjaagd, ons huis in
brand gestoken, maar dat was blijkbaar
niet genoeg."
Ze heft haar handen ten hemel. Haar vrien
din Halise Kaya (73) vult aan: „We willen
vrede, de Turkse soldaten en de Koerdi
sche guerrilla's zijn broeders. De moeders
in Turkije hebben al genoeg geleden."
Istanbul
TURKIJE
I Ankara
Erzurum
Diyarbakir
SYRIË
Koerdisch gebied
IRAK
De gewapende strijd van de PKK
De Koerden vormen de grootste minderheid in Turkije. Al jaren strijden ze voor erkenning van hun identiteit.
De Koerdische Arbeiders Partij (PKK) begon in 1984 een gewapende strijd tegen de 'Turkse bezetter'.
Leider Abdullah Öcalan werd in 1999 opgepakt en ter dood veroordeeld. Later werd de straf, na de afschaffing van
de doodstraf, omgezet in levenslang. Tijdens het staakt-het-vuren, tussen 1999 en 2004, leek er echt wat te
veranderen. Maar in 2004 laaide de strijd weer op.
In Noord-Irak houden zich ongeveer drieduizend PKK-strijders op. Ze vallen vandaar uit Turkije binnen. In februari
2008 stak het Turkse leger in reactie op nieuwe PKK-aanvallen met grondtroepen de grens met Noord-Irak over, op
jacht naar de rebellen.
Deze week sprak Turkije voor het eerst met Massoud Barzani, de leider van het Koerdische autonome deel in
Noord-Irak over de strijd tegen de PKK. De strijd heeft sinds de jaren tachtig al aan 40.000 mensen het leven gekost.
infographic.JD, CN
T