spectrum g De TelSell Show PZC Zaterdag 18 oktober 2008 STANDPLAATS door Frank Hendrickx Qua kredietwaardigheid was ik mijn tijd ver vooruit in Amerika. Als immigrant kon ik ruim twee jaar geleden al geen creditcard krijgen, geen lening voor mijn auto, ik mocht niet rood staan op mijn bankrekening en zelfs voor mijn mobiele telefoon moest ik een behoorlijke borg betalen. Nu is de rest van de VS eindelijk ook zo ver. „De kredietcrisis zal een totale transformatie van de Amerikaanse levensstijl betekenen", zei een Ameri kaanse kennis van me, een voormalig televisiejour nalist die nu helpt bij het opstarten van nieuwe be drijven. Hij leek er naar uit te kijken: een leven zon der krediet. Voor veel Amerikanen zal het voelen als een ver banning naar het Land van Ooit: Ik kan me nog de ontzetting op het gezicht van mijn over buurman herinneren toen ik vertelde dat ik onze tweedehands Chevrolet Mali- bu van mijn spaargeld had gekocht. „Wat? Zonder financiering?" Later kocht hij een Toyota Seqouia SUV op krediet. De rente was zo laag dat het 'gratis geld' was, aldus buurman. Het is verleidelijk om af te geven op de consumptiedrift van Amerikanen, maar er zijn verzachtende omstandigheden. Leven in Amerika is alsof je opgesloten zit in een schreeuwerig verkoopkanaal op televisie: de TelSell Show in plaats van de Truman Show. Er zijn altijd verleidelijke 'super duper stunts', leder product is GEWELDIG. En wie nu niet toeslaat zal voor altijd spijt hebben. De aanbiedingen zijn bijna altijd mislei dend. 'Gotcha capita lism', noemen ze dat hier, ik-heb-je-kapitalis- V me. De consument wordt gemanipuleerd door alles nodeloos in gewikkeld te maken. Ie dere maand schrik ik me rot als ik het afschrift zie van het ooit zo voordelig ogende mobiele telefoon abonnement. Na twee jaar snap ik nog steeds niets van de rekeningen, die gemiddeld zo'n zeven pagi na's lang zijn. Mijn bank Wachovia is ook zo'n geval. Ik stond een tijd geleden toch rood op mijn bankrekening. Zon der waarschuwing bracht Wachovia mij voor iede re transactie in het rood, een boete van 35 dollar in rekening. Een pakje kauwgum gekocht met mijn bankpasje: 35 dollar boete. Een metrokaartje aange schaft: 35 dollar boete. Uiteindelijk werd me door de bank ruim 300 dollar afhandig gemaakt, terwijl ik zo'n 200 dollar rood stond. Met kloppende ade ren ging ik naar de lokale bank. De manager kende geen genade. „Had u het contract maar moeten le zen." Winkelketens als Toys 'R' Us en Bloomingdale's waren me ook te slim af Ze bieden kaarten aan waarmee je kortingen krijgt, maar vertellen er niet bij dat het verkapte creditcards zijn met enorme rentetarieven. De afschriften worden gestuurd in enveloppen die identiek zijn aan de talloze aanbie dingen van banken die dagelijks binnenkomen. De namen van de winkelketens staan er niet op. Ik gooide de enveloppen weg, totdat een deurwaarder opeens opbelde. We hadden een schuld van hon derden dollars opgebouwd, hoewel we maar een paar kleine aankopen hadden gedaan. Als consument in Amerika zwem je iedere dag in een bad vol haaien. Bescherming door de overheid is er niet. Een contract voor een creditcard was in de begin jaren tachtig minder dan één pagina lang. Nu is dat minimaal dertig verwarrende pagina's. Hy potheken en ziektekostenpolissen zijn ondoorgron delijk, zeker voor mensen die weinig tijd hebben of te laag zijn opgeleid om alle kleine lettertjes door te kunnen ploegen. Een vriend vertelde dat hij zich nu houdt aan het adagium van Ross Perot. De multimiljardair en ex-presidentskandidaat verbiedt zijn werknemers om contracten te tekenen die langer zijn dan vijf pa gina's, „Er klopt iets niet als ze meer ruimte nodig hebben." De huizen zijn grijs en grauw. Het enige kleurrij ke in de straten zijn de drooglijnen vol met was goed. Overal lopen kinde ren. Een jongetje vraagt om geld, verderop staat zijn zus, met een baby op haar arm. Een oude vrouw loopt voorbij, ze moet uitkijken waar ze loopt, want in het wegdek zitten veel gaten. De armoede schreeuwt je tegemoet in deze oude wijk in het centrum. Dit is Diyarbakir, een stad met 1,2 miljoen inwoners. Eén op de zes inwoners is werk loos. Door de aanhoudende terreur blijven investeerders weg. Diyarbakir ligt in het hart van het Koerdi sche zuidoosten in Turkije. Stad met de slechtste reputatie van het land, stad van terroristen, dieven en maffia. Die slechte naam werd vorige week weer bevestigd toen bij een aanslag op een politiebusje vijf jonge agenten om het leven kwamen. Het was het werk van de PKK, de Koerdi sche Arbeiders Partij. Honderden kilometers verderop, over de grens met Noord-Irak, bombardeert het Turkse leger PKK-strijders. Een reactie op de PKK-aanval op een militaire legerpost waarbij zeventien Turkse soldaten werden omgebracht. De bijna dertig jaar lang sle pende strijd tegen de PKK, die al aan 40.000 mensen het leven heeft gekost, voert sindsdien weer de boventoon in het Turkse nieuws. In Diyarbakir kijken de Koerden gelaten naar de vele analyses op televisie, naar de livebeelden van de begrafenissen van de jonge soldaten, naar de demonstraties van woedende Turken die om wraak schreeu wen. De jonge bakker Mustafa haalt zijn schouders op. „Er verandert hier niets", zegt hij, terwijl hij in de kleine bakkerij, waar hij zeven dagen per week voor nog geen 200 euro per maand werkt, het deeg kneedt. „Ik hoop op een betere toekomst, maar een oplossing lijkt nu verder weg dan ooit." De laatste jaren gloorde er hoop in Diyar bakir. Onder het bewind van de AKP van premier Erdogan kregen de Koerden meer rechten. Zo zijn nu bijvoorbeeld Koerdi sche radio- en televisiestations toegestaan. De regeringspartij leek daadwerkelijk be reid aan een oplossing van het Koerdische probleem te willen werken. De partij investeerde in het zuidoosten, steunde arme gezinnen, deelde schoolboe ken en brandstof uit. Niet voor niets haal de Erdogan bij de laatste verkiezingen 41 procent van de stemmen in Diyarbakir, waar de Koerdische DTP, die nauwe ban den met de PKK onderhoudt, al jaren de scepter zwaait. Na de verkiezingen veranderde de toon van de AKP. De verkiezingsbeloftes wer den niet waargemaakt. De oplaaiende strijd tegen de terreur drukt de rechten voor de Koerden naar de achtergrond. De toestemming die het Turkse parlement vo rig jaar aan het leger gaf om ook over de grens met Noord-Irak op de PKK te jagen, heeft de situatie er niet beter op gemaakt. Pessimisme heeft de plaats ingenomen van hoop, ook bij de mensenrechtenadvocaat Tahir Elci. „Het politiegeweld neemt toe, er worden meer mensen dan voorheen ge marteld." Zolang de macht van het leger groot is, blijft de situatie zo, vreest hij. Een bewijs van de onveranderde mentaliteit is het pleidooi van het leger voor meer bevoegd heden. De legertop zou graag in delen van het zuidoosten weer de 'uitzonderingsposi tie' uitroepen. Zo'n noodtoestand geeft de politie en het leger meer macht. Hoewel de regering geen gehoor geeft aan de wens van het leger, bezorgt de suggestie alleen al de Koerden rillingen. De herinneringen aan de vorige noodtoestand (tussen 1987 en 2002) zijn nog vers. Neem Yilmaz Yoksud. Hij is 31 jaar, maar ziet er twintig jaar ouder uit. Mager, ner veus, zijn handen trillen wanneer hij praat. Al 16 jaar lang bezorgt hij Koerdi sche kranten in Diyarbakir en maar liefst 150 keer werd hij gearresteerd en daarna gemarteld. Hij wijst op zijn gebit. Zijn

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2008 | | pagina 104