Buitengebied We zijn in de samenleving Naam zegt veel over het voorgeslacht a i «k 12 I Dinsdag 10 april 2007 PZC Vorig jaar rondde ze de omvorming van het Zeeuws Biologisch Mu seum tot Terra Maris, museum voor natuur en landschap bij Dom burg. Nu is Jolein Me- ijers hoofd communica tie van stichting Het Zeeuwse Landschap. Een inspirerende taak. Jolein Meijers van stichting Het Zeeuwse Landschap, foto Dirk-Jan Cjeltema door Rinus Antonisse Het Zeeuwse Landschap is onder de bevolking min der bekend dan landelijke organisaties als het We reld Natuurfonds, Greenpeace en Natuurmonumenten. Nog een provincie te winnen dus. Jolein Meijers glimlacht vriendelijk. „We zijn een kleine, aan Zeeland ver bonden organisatie. Dat is anders dan bij landelijke clubs." Ze stelt vast dat Het Zeeuwse Landschap (HZL) erg geworteld is in de Zeeuwse samenleving, na het Fryske Gea het provinciale landschap met de meeste dona teurs. „De mensen kijken niet zo precies op een bordje, ze kennen de verschillen ook niet zo. Wij zijn heel sterk op de provincie ge oriënteerd, dat vind ik een pre. We zijn klein, overzichtelijk en slagvaardig. De zaken kunnen hier erg snel gaan." Als voorbeeld noemt Meijers het laten horen van een Zeeuws ge luid over actuele zaken, óók over onderwerpen die niet even makke lijk liggen. „Dat kan hier, zonder dat je eerst landelijk moet overleg gen." Ze onderstreept dat de zorg voor de natuur en het milieu bij al le organisaties in goede handen is. In het onderzoek naar het draag vlak voor de natuur in Zeeland kreeg HZL wel een hoog rapport cijfer van de mensen. Daar is het hoofd communicatie blij mee. „We zien geen negatief effect van stellingnamen die soms wat min der fijn vallen." Ze erkent dat bij de score voor de waardering die de mensen aan de natuur toeken nen, wel een vraagteken geplaatst kan worden. Meijers: „Wat is natuur? Agrarisch landschap wordt ook als natuur ge zien. Het is groen, het groeit, bloeit en leeft. Maar het wil niet zeggen dat het ook hoge natuur waarden heeft. En bos scoort heel hoog, terwijl van nat schraalland met een hoge verscheidenheid aan planten en dieren al gauw wordt gezegd: wat heb ik eraan." Voor HZL gaat het om natuur én landschap. „Wat we aan het land schap doen is ingegeven door na tuur én cultuurhistorie. Zo wer ken we aan herstel van kleinschali ge landschappen. Zoals bij de her inrichting van een historische boerderij en omgeving bij 's Heer Abtskerke en herstel van het heg- genlandschap op Walcheren", al dus Meijers. „Direct beleefbare din gen voor de mensen. In het kader van ons jubileum hebben we een wandelboek uitgegeven, waarin we verder kijken dan onze eigen terreinen. We lopen zelfs door stad en dorp." Ze wijst erop dat in het werk een evenwicht zit tussen het natuurbe- lang en de publiekskant. „Uitleg gen hoe het zit is niet het enige. Het is ook: mensen laten genieten van wat er is. We kijken constant naar de mogelijkheden voor recrea tieve openstelling. Het idee dat al les op slot zit, is onjuist. Waar het kan gaat een gebied open. Dat kost wel geld. Voor voorzieningen moet er extra geld bij. Daarom zijn we altijd op zoek naar aanvul lende subsidies. En gelukkig krij gen we jaarlijks een aanzienlijk be drag van de Nationale Postcodelo terij voor dit soort zaken." Jolein Meijers Geboren in 1958 te Vlissingen Opleiding bioloog Universiteit Wa- geningen. Gehuwd, een dochter, een zoon Woonachtig in Aagteker- <e. Werkte onder meer bij Universi teit Wageningen, Volkshogeschool Aardenburg en Staatsbosbeheer NAMEN Melo Helemaal in het noordoosten van Zeeuws Vlaanderen, ten noorden van Graauw, ligt de Melopolder met daar midden in de Melo-hoeve. Een streek die (te) onbekend is bij veel Zeeuwen. In 1645 werd de polder bedijkt. Opnieuw be dijkt eigenlijk. Want 60 jaar eerder was de polder geïnun deerd om strategische rede nen (het beleg van Antwer pen). En Melo? Dat was een beroemde Spaanse edelman. Don Francisco de Melo, graaf van Assumar. In de jaren veertig van de 17e eeuw was hij landvoogd van de Zuidelijke Nederlanden. Als zodanig was hij tegenstan der van Prins Frederik Hen drik van Oranje, die in 1645 na hevige gevechten Hulst veroverde. De bedoeling was natuurlijk, om daarna naar Antwerpen op te trekken. Zo ver kwam het niet. De Hol landse regenten wilden de ha venstad Antwerpen niet als concurrent van Amsterdam. Dit in tegenstelling tot de prins van Oranje en de Zeeuwen. In 1648 werd de vrede gesloten; afgedwongen door de Hollanders. De Zeeuwen tekenden niet. Terug naar de polder. Die werd opnieuw ingedijkt en Melo genoemd. Blijkbaar had men goede herinneringen aan de Spanjaard. In 1935 werd op de Melo-hoeve een veulen geboren. Dat zou de beroemdste hengst van Ne derland worden, op trekpaar- dengebied. Nico van Melo, een prachtige blauwgrijze hengst, werd op jonge leeftijd al Nederlands kampioen en groeide in de loop der jaren uit tot 'kampioen der kam pioenen' en stamvader van ve le andere kampioenspaarden. Zo leeft de naam Melo voort. Ongetwijfeld tot genoegen van de oude Spaanse graaf Gerard Smallegange door Rinus Antonisse Zeg me uw naam en ik vertel u waar u vandaan komt. Zo makke lijk is het niet, maar achterna men zeggen dikwijls toch veel over de wortels van een familie. Waar ze vandaan komen, welk beroep werd uitge oefend, kenmerkende (uiterlijke) eigen schappen. Platschorre, Hollestelle, Duvekot zijn puur Zeeuws. Bij Geuze denk je al gauw aan Tholen, bij Geertse aan Walcheren, bij Van Damme en Kolijn aan Zeeuws-Vlaand eren, bij Wisse aan Zuid-Beveland. Gok je wat breder op Zee land, dan zit je bijna altijd goed. Leuk aanknopingspunt om een gesprekje te be ginnen. In de provincie zijn ook namen aanwezig die weliswaar volledig zijn ingeburgerd, maar duiden op een buitelandse afkomst. Jumelet, De Hullu, Becu gaan terug naar de Franse Hugenoten, die in 1685 hun land om geloofsredenen moesten on- vluchten en in Zeeland een nieuwe thuis basis vonden. Hetzelfde geldt, zij het wat later, voor de Salzburgers (namen als Keij- mel, De Kruijter). Met de invoering van de burgerlijke stand in Zeeland werden familienamen officieel vastgelegd. Zeeuws-Vlaanderen had in 1796 een streepje voor, de rest van het gewest volgde in 1808 (Vlissingen) en 1811. Voor die tijd werden namen vooral geregistreerd in de doop- en trouwboe ken van de kerk. Die registratie werd in de tweede helft van de 16e eeuw ver plicht gesteld. Twee jaar en vier maanden schreef taal kundige Lo van Driel voor de bijlage Bui tengebied in de PZC over Zeeuwse fami lienamen. Korte, luchtige stukjes over een naam en de betekenis ervan. De na men werden willekeurig gekozen. Onder de titel Van Aarnoudse tot Zachariasse zijn de stukjes gebundeld in een boekje. Het werd paaszaterdag gepresenteerd. Van Aarnoudse tot Zachariasse - Zeeuwse familienamen. Door Lo van Driel. Uitgave ADZ, Vlissingen. Prijs 12,95 euro. Lo van Driel archieffoto Mechteld Jansen

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 12