Toen de suiker nog zoet smaakte Logisch dat we tegen het fascisme wilden strijden Industrieel erfgoed in Stampersgat Veteraan van de Spaanse Burgeroorlog zaterdag 24 juni 2006 Het industrieel erfgoed van de Suiker Unie vei ligstellen nu de suikerpro ductie in eigen land steeds verder terugloopt. Daarmee is een groep van 24 vrijwilli gers sinds september vorig jaar druk bezig. In de sui kerfabriek in het Westbra bantse Stampersgat hebben zij al 2700 manuren ge werkt aan de restauratie van vier stoommachines uit het begin van de vorige eeuw. Afgelopen woensdag lieten ze die voor de eerste keer proefdraaien. Coördinator van de groep oud-werknemers van Sui ker Unie is de 61-jarige Jan van Meer uit Oud-Gastel. Zijn moti vatie? „Ik ben er allergisch voor als ik merk dat mooie oude spul len die voor de industrie van be lang zijn geweest, zo maar wor den weggegooid. Daar wil ik dan wat aan doen." Van Meer is jarenlang voorzitter en secreta ris geweest van de onderne mingsraad van Cosun in Neder land, het moederbedrijf van Sui ker Unie. Twee jaar terug is hij op ver zoek van de directie begonnen de historie van het bedrijf vast te leggen. „Alleen al het bij el kaar zoeken van documenten, informatie, beeldmateriaal en wat al niet meer van de fabriek in Puttershoek na de campagne in 2004, heeft meer dan een jaar gevergd. Ik heb nu 45 uur film materiaal, duizenden foto's, een stapel boeken van drie meter en bouwtekeningen En wat te denken van twee gi gantisch mooie stoomgedreven pompen uit 1913. „Die zijn ge maakt door de Duitse firma Röhrig und König. We hebben ook een pomp die is samenge steld uit onderdelen van meerde re fabrikanten en we hebben D'n Ezel. Dat was de bijnaam die het personeel in de fabriek in Roosendaal had gegeven aan een melassepomp die nogal nuk kig was", zegt Van Meer. Nadat keizer Napoleon in de pe riode 1806-1814 het continen taal stelsel had ingevoerd om Britse producten uit Europa te weren, moest het continent in de eigen suikerbehoefte voor zien. Napoleon hoopte met dat handelsembargo te voorkomen dat Engeland haar vloot kon fi nancieren. In Nederland duurde het enkele tientallen jaren voor de suikerin dustrie op kwam. De gebroeders De Bruyn uit Amsterdam, raffi- nadeurs van ruwe rietsuiker, openden in 1865 de eerste beet wortelsuikerfabriek in Zeven bergen. Daarmee begon een pe riode van meer dan een eeuw waarin vele tienduizenden werk nemers in Zuidwest-Nederland een beter bestaan kregen. Dit ge bied kreeg later de bijnaam De Suikerhoek. Suikerbaronnen „In de drie maanden durende suikercampagne konden man nen, vrouwen en kinderen met werkdagen van 12 tot 14 uur een inkomen tot zo'n 15 gulden per week vergaren. Eind 19e eeuw telde het gebied liefst 26 suikerproductiebedrijven waar van 23 in West-Brabant." De fa brieken werden opgericht door rijkelui die er een winstgevende toekomst in zagen. Dat zij het bij het goede einde hadden, blijkt uit hun latere groepsaan duiding als 'suikerbaronnen'. Maar er waren er ook die het meer als een avontuur zagen. Die verwerkten het ene jaar bie ten en dan weer andere gewas sen. Om de opbrengsten voor de boe ren veilig te stellen, zag op 19 oktober 1899 de eerste coöpera tie het licht. Ruim 170 akkerbou wers in Zeeuws-Vlaanderen richtten in Sas van Gent de Eer ste Nederlandsche Coöperatie Beetwortelsuikerfabriek op. In 1900 werd de eerste campagne gedraaid en de coöperatie be taalde de leden een betere prijs uit dan de particuliere fabrikan ten. Goed voorbeeld deed goed volgen. In 1916 verwerkten nog zes coöperatieve suikerfabrie ken de bieten van hun leden. Een bijzondere man in de ont wikkeling van De Suikerhoek is Jan Frederik Vlekke (1849- 1903) uit Oud- en Nieuw Gastel geweest. Hij had met zijn pro- Vierhonderd jaar oude stoommachines van de Suikerunie in Stampersgat zijn dankzij de inzet van tientallen vrijwilligers weer volledig operationeel. foto's Evert-Jan Daniëls/GPD gressieve ideeën over de sociale wetgeving en maximale arbeids tijd vanuit zijn katholieke'ach tergrond al duidelijk de toon ge zet. Jan van Meer: „Hij was hulponderwijzer, maar wist zich snel op te werken tot direc teur van de suikerfabriek in Oud-Gastel. Hij was de eerste werkgever in Nederland met een ziekenkas en de eerste met een soort pensioenregeling." Veel over De Suikerhoek is te rug te vinden in het Nationaal Vlasserij- en Suikermuseum in Klundert. Dat wordt gerund door vijftig vrijwilligers. Neder land telt nu nog drie fabrieken waar suiker wordt geprodu ceerd. Suiker Unie heeft er twee: in Stampersgat en in Gro ningen. De enige fabriek van CSM staat ook in Groningen. Met de drastische maatregelen van de Europese Unie om de grenzen voor rietsuiker niet lan ger gesloten te houden, komt de Europese suikerproductie sterk onder druk te staan. De land bouwministers van de EU heb ben besloten tot een prijsdaling van 36 procent. Dat heeft ingrij pende gevolgen voor de bietente lers en de suikerindustrie. Euro pa produceerde tot voor kort 20 miljoen ton suiker per jaar, waarvan een kwart werd geëx porteerd. Om de prijs voor de bietentelers op peil te houden, gaf de EU daarvoor jaarlijks een tot ander half miljard euro uit. Wippel Houben Een echte ijzeren man, noemde een ver baasde arts hem ooit na het bestuderen van zijn röntgenfoto's. Assenaar Theunis (Tony) Mulder (95) raakte tijdens de Spaan se Burgeroorlog zwaar gewond door een mortier. Nog altijd zitten talloze scherven in zijn lijf. „Ik leef nog steeds en graag. Ik wil best een tijdje door", zegt Mulder opge wekt. Hij is één van de slechts drie nog le vende oud-Spanjestrijders en sinds tien jaar Spaans staatsburger. Zeventig jaar geleden is het dat de in Smil- de geboren Mulder, destijds badmeester, een advertentie las in de toenmalige Drent- sche en Asser Courant. Er werden vrijwilli gers gevraagd voor de strijd tegen het fascis me in Spanje. Het avontuur lonkte. Daarnaast was de sportieve Mulder, die vijftien maanden bij de cavalerie in Deventer had gediend, een goed schutter. Maar toch, helemaal naar Spanje voor een onzeker avontuur? Weet hij nog waarom? De Drent, die nog altijd zelf standig woont samen met zijn vrouw Sjouk (84) met wie hij in 1947 trouwde, zucht. Ei genlijk wil hij niet al te lang stil staan bij zijn herinneringen. Sommige dingen weet hij ook niet meer, maar hij schaamt zich ze ker niet voor zijn verleden. „Het is toch logisch dat ik ging? Het stond destijds voor mij als een paal boven water dat er oorlog zou komen. Ik kwam regelma tig in Hengelo bij vrienden. We gingen dan ook vaak de grens over. In Duitsland broei de het, het was er erg onrustig. Ik wist toen wel dat er iets op handen was. Het was toch logisch dat we in Spanje gingen vechten om daar het fascisme tegen te houden. Anders zou die oorlog hier ook komen." Hij vertrok naar Parijs, naar het adres dat in de oproep Stond vermeld. Hij kwam terecht in een ge mengd gezelschap van idealisten, op weg naar Spanje. De Duitsers in de groep kon den zijn naam niet goed uitspreken en ver basterden die tot Tony. In totaal vertrokken er 600 tot 800 Nederlanders naar Spanje om zich daar aan te sluiten bij de republikeinen van de Internationale Brigade. Mulder scharrelt wat in een kast en komt te rug met een vergeelde oorkonde. De Spaan se tekst bevestigt dat Sargento Sr. D. Tony Mulder, ingedeeld bij de 2de Hollandse com pagnie van de Thalmann Brigade gewond is geraakt tijdens zijn dienst in de Brigades In- ternacionales. „Ik heb ook nog een doos met medailles, maar die kan ik niet vinden, ik denk dat mijn vrouw ze heeft opgeborgen", zegt hij verontschuldigend. Schietles In Spanje werd Mulder sergeant. Hij gaf on der meer schietles. Na een tijd vroeg hij om overplaatsing naar het front. Hij wilde mee vechten tegen de nationalistische troepen van Franco en diens Duitse en Italiaanse bondgenoten. In april 1937 raakte de Assenaar voor het eerst gewond. Dat gebeurde aan het Jarama- front, waar de Internationale Brigades on der de rook van Madrid een belangrijke brug verdedigden over de rivier de Jarama. Hij bleek ook te lijden aan vlektyfus. Mul der werd weer op transport gesteld. De trein waarin hij werd vervoerd, botste op een munitievrachtwagen. Gevolg: een enorme explosie waarbij tiental len doden vielen. De Drent ging in 1939 naar een ander front, in het noorden van Spanje. Daar raakte hij opnieuw gewond. „Het was aan de rivier de Ebro. Een dag voordat de Internationale Bri gades werden teruggetrokken, kreeg ik een mortier op mijn pet. Ik zat helemaal vol met Theunis (Tony) Mulder metaalsplinters. Ik zag niets door al het bloed in mijn ogen. Eerst dacht ik dat ik blind was." Mulder werd opgenomen in een Spaans hos pitaal. „Eigenlijk wilde ik in Spanje blij ven, maar ik had goede verzorging nodig en ze praatten op me in. De Nederlandse rege ring is de slechtste niet, zeiden ze. Toen heb ik me er bij neergelegd." Op weg naar Ne derland werd hij eerst naar Parijs gebracht, waar hij in een ziekenhuis werd geopereerd. Daar maakte hij kennis met de Nederlandse autoriteiten. „Er kwam een man van de am bassade aan mijn bed die me mijn paspoort afpakte. U bent stateloos, dat was het eerste wat hij zei. Het was een schril contrast met de behandeling die we in Frankrijk hadden gekregen." Oud vuil De manier waarop hij in Nederland werd be handeld na zijn terugkeer, steekt hem na al die jaren nog steeds. „We werden behan deld als oud vuil. Als honden. Op het politie bureau in Amsterdam werden foto's van je gemaakt, ze namen vingerafdrukken. Ze dachten natuurlijk: als we die Brigadisten hard aanpakken, laat Hitier ons misschien met rust." Hij lag langdurig in twee ziekenhuizen in Amsterdam, waar hij opnieuw werd geope reerd. Er werden weer metaalsplinters uit zijn lijf gepeuterd. „Er zitten er nog genoeg in", weet Mulder. Hij buigt voorover. „Voel maar eens aan mijn hoofd hier, voel je die bobbel? Dat is een stukje mortiergranaat." Hij stroopt zijn hemdsmouw op en wijst naar een litteken en een knobbel. „Ik zit er nog vol mee. Een paar jaar geleden maakte een arts een röntgenfoto van me. Hij was stomverbaasd toen hij me bekeek. U bent de echte Iron man,;zei hij. Als ik voor elke scherf een tientje kreeg, zou ik nog heel wat waard zijn." Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, ging Nederland mobiliseren. Vervolgens moch ten de ex-Brigadisten weer opdraven. Mul der, weliswaar half invalide, werd ook ge keurd, maar aanvankelijk afgewezen door de eerste arts die hem bekeek. Een ander vond hem wel goed genoeg om de wapens op te nemen. Uiteindelijk werd hij toch afge wezen, ondanks zijn verzoek om hem een paard of een fiets ter beschikking te stellen, teneinde het op te kunnen nemen tegen de Duitsers. Illusies Hoewel veel gewezen Spanjestrijders in de oorlog problemen kregen met de bezetters, lieten de Duitsers Mulder met rust. Hij hield zich, noodgedwongen, rustig. „Ik zat niet in het verzet. Vergeet niet dat ik half in valide was. Ik hoefde me echt geen illusies te maken. Ik kon nauwelijks lopen. Nu loop ik nog beter dan destijds." In 1947 maakte de Nederlandse regering bekend dat alle oud-Brigadisten hun Nederlandse staatsbur gerschap terugkregen. Het was het moment waarop Theunis had gewacht. „Ik ben met een getrouwd met mijn voormalige buur meisje, mijn huidige vrouw. Ik was al een paar jaar verloofd met haar, maar wilde niet stateloos met haar trouwen." Hoewel hij dus zijn paspoort terug had, kreeg Mul der geen erkenning. Dat zit hem nog altijd dwars. „Hoe anders worden we in Spanje behan deld. Ze zijn ons daar nog lang niet verge ten! Daar krijgen we dezelfde behandeling die de Poolse en Canadese veteranen hier krijgen. We zijn er oorlogshelden." Hij ging enkele malen met zijn wouw terug naar Spanje, samen met andere veteranen. Trots laat hij artikelen uit Spaanse krante waarin de ontvangst van de oude Br ten uitbundig is vastgelegd. „We zijn er altijd welkom. Je weet g niet wat je ziet. Al waren die bezoek erg vermoeiend. Je werd van het ene ment naar het andere gesleept. Ze ze rustig om twaalf uur 's nachts nog et voor. Ik zou zelf nog wel een keer tei len, maar mijn wouw wil niet meer. vindt het te vermoeiend." Belofte In 1996 maakte de Spaanse regeringj dat alle oud-Brigadisten Spaans stai ger mochten worden. Daarmee maak Spanje een belofte waar die eind jare tig werd gedaan door de toenmalige] mier van de republikeinse regering,- Negrin. Mulder maakte graag gebruik van hf bod en is inmiddels Spaans staatsbu Aan de muur hangt als bewijs een fel ke oorkonde. Van zijn Nederlandse p poort heeft hij een paar jaar geleden afstand gedaan. Terugkijkend op zijn Spaanse avonti zelt hij niet bij de vraag of hij weer i gaan, als hij zijn leven over mocht dc ben nu natuurlijk getrouwd, dan ligt ders. Als ik wijgezel was, was ik zeb gaan. We moesten het fascisme daar houden." „Dat het is mislukt, komt ómdat iedi Europa onverschillig was en omdat I land en Frankrijk geen wapens voort blikeinen doorlieten, terwijl Duitsla Italië hun gang konden gaan. We mo wel verliezen. Die landen hebben da; de wrange wuchten van geplukt." Gerdtvan

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2006 | | pagina 26