Een huisnaam
schrijf je niet
in blokletters
PZC
24
dinsdag 14 maart 2006
Meesterschilder John Schijf in zijn Vlissingse atelier.
foto's Lex de Meester
®ithc J^mbadften
In personeelsadvertenties
wordt tegemooordig ge
vraagd om managerspro
jectleiders en commercieel
medewerkers. Vacatures
voor bijvoorbeeld klompen
makers, garnalenpelsters,
wagenmakers, messensnij-
ders, wiegenmakers en
boekbinders kom je niet
meer tegen. Oude ambach
ten worden door een kleine
groep toch nog in ere ge
houden. De PZC gaat op
zoek naar de beoefenaars.
In deze aflevering: meester
schilder John Schijf.
deren. Die mocht echter het wa
ter niet uit. Lag ik daar op mijn
buik op de steiger. En die boot
maar op en neer deinen. Het
voelde alsof ik een krat bier op
had gedronken voordat ik be
gon."
Of het bedrijf dat verweerde let
ters op de gevel wilde, om zo het
uiterlijk van een oude fabrieks
hal te krijgen. „Daar heb ik
eerst de letters op de muur ge
schilderd, om ze er daarna met
staalborstels en schuurpapier
weer half af te halen. Dat was
wel een beetje de omgedraaide
wereld.
Nog ééntje dan: de twee familie
wapens die hij eens maakte voor
het schip van een rijke meneer.
„Dat was een enorm werk. Erg
duur ook. Toen ik die dingen ein
delijk af had, bleken ze te zwaar
voor de schoorsteen van de
boot. Die zou afbreken als ze de
schilden eraan hingen, Nu
hangt er één bij die man aan de
muur en de andere gebruikt hij
als salontafel."
Een goede decoratieschilder
word je pas na jarenlange erva
ring in de schilderswereld, weet
Schijf. „Je rolt er langzaam in.
Bijna elke schilder kan wel iets
op dit gebied; de één meer en be
ter dan de ander." Persoonlijke
interesse bepaalt of iemand zich
in oude technieken verdiept.
„Veel schilders verdienen een
centje bij door 's avonds te gaan
behangen of zo. Toen ik van de
LTS kwam en bij een baas ging
werken, ging ik in mijn vrije tijd
Het beletteren van een gevel
vergt een andere aanpak dan
het schilderen ervan.
John Schijf voorzag een verhuiswagen van een houten uiterlijk.
Wie de werkplaats van
schilder John Schijf
binnenstapt, ziet dingen die
je daar niet zou verwach
ten. Wat moeten blokken
marmer en houten schotten
nu in zijn atelier? „Allemaal
nep", grinnikt Schijf. Het
blijkt schilderwerk te zijn.
Niet van echt te onderschei
den.
John Schijf, meesterschilder.
Dat staat boven de voordeur
van het atelier-aan-huis van de
46-jarige Vlissinger. De titel
draagt hij met trots. „Het bete
kent dat ik alle diploma's heb
gehaald die er zijn: voor gewoon
huisschilder, voor wandafwer
king, inclusief behangen, en
voor oude technieken."
Dat laatste, dat is het leukste.
En enorm gevarieerd, blijkt wan
neer Schijf er een fotoboek bij
pakt. „Dit is het eenvoudiger
werk", legt hij uit, wijzend op
afbeeldingen van 'marmeren' ta
fels, kastjes en zuilen en 'eiken
houten' balken en deuren. „Er
zit een groot voordeel aan het
beschilderen van je spullen. Je
kan de verfkleur namelijk aan
passen aan het interieur. Als je
iets van echt marmer koopt,
moet je de rest daarop aanpas
sen. En dan is het nog hartstik
ke duur ook."
Overschilderen
Het overschilderen van meestal
goedkope houten objecten ge
beurt al sinds het begin van de
ze eeuw. „Rijke mensen hadden
spullen van echt marmer of
duur hout. Anderen wilden dat
ook, maar konden dat niet beta
len. Dat losten ze zo op."
Sommige bewandelden de omge
keerde weg, vertelt Schijf. „In
Het marmeren van objecten gebeurt al decennia lang.
die tijd moest je belasting beta
len over luxe-artikelen. Marme
ren en eikenhouten spullen vie
len daaronder. Daar hadden ze
toen wel een oplossing voor: ze
schilderden hun dure spullen op
precies dezelfde manier over. Zo
kreeg je bijvoorbeeld een schil
dering van eikenhout op een ei
kenhouten balk. Die belasting
hoefden ze dan niet te betalen."
Naast de 'simpele' voorwerpen
beschildert de Vlissinger ook uit
gebreidere dingen. Zo voorzag
hij café Le Rendez-Vous in Mid
delburg van marmeren en hou
ten wanden. „Daar ben ik we
ken mee bezig geweest. Het was
heel arbeidsintensief werk."
Dat is niet verbazend, want van
dichtbij zie je de nerven in het
hout zitten en kun je de jaarrin
gen tellen. Allemaal met een
kwastje op 'de muur gezet.
„Kom maar even mee", vervolgt
Schijf. Hij loopt naar de over
kant van de straat. Daar is de
doorgang naar een apotheek af
gesloten met een prachtig ge
smeed hek. „Ik heb dat beschil
derd. Het moest een beetje An
ton Pieck-achtig zijn. Vandaar
de rustige kleuren."
Daarmee is het repertoire van
de schilder nog niet uitgeput.
„Voor een verhuisbedrijf heb ik
een verhuisauto voorzien van
een houten uiterlijk. Compleet
met opschrift. Dat was ook een
enorm karwei. Maar ik moet zeg-
gën: het is één van mijn topwerk
stukken geworden."
Schijf gebruikt ook bladgoud
om objecten op te knappen. Zo
zijn de torenhanen van Kruinin-
gen en 's-Heerenhoek door hem
van een nieuw laagje edelmetaal
voorzien. „Eerst plak ik kleine
velletjes goud op het voorwerp,
waarna ik er een glad geheel
van maak met een kwast van
eekhoornhaar. Dat is namelijk
erg zacht."
Verhaal
De schilder vertelt vol enthousi
asme over zijn werk. Elke foto
heeft zijn eigen verhaal. Zoals
die over dat jacht. „Daar moest
ik de naam van de boot op schil-
aan de slag met het maken van
reclameborden. Verder bleef ik
doorleren. Twaalf jaar geleden
was ik klaar met studeren. Toen
ben ik in dit pand voor mezelf
begonnen."
Alleen de vakidioten drijven het
decoratiewerk zo ver door, be
toogt de Vlissinger. In Zeeland
zijn goede decoratieschilders op
de vingers van één hand te tel
len. „Je neemt ook nogal wat ri
sico. Een deur kun je opnieuw
overschilderen als het misgaat.
Dat gaat met een versierd trap
gat een beetje moeilijk. Geluk
kig is het nog nooit gigantisch
misgegaan."
De geboren Kruininger steekt
ongeveer de helft van zijn werk
tijd in het decoratieschilderen.
De rest gaat vooral op aan het
verven van monumentenpan
den, met name in Middelburg.
„Die zijn vaak van particulieren
met veel geld. Soms zijn het
zelfs rijksmonumenten. Dik
wijls mag het wat kosten."
Voordeur
Schijf toont weer een foto.
„Kijk, zo'n voordeur als deze
moet van geweldige kwaliteit
zijn. Die zit helemaal in de hoog
glans. Alleen met zo'n deur ben
ik soms twee dagen bezig.
Het schilderen van zulke pan
den combineert Schijf vaak met
het decoratiewerk. Want dik
wijls moet ook de naam van zo'n
huis in sierlijke letters op de ge
vel. Wat dat betreft maakt de
schilder dankbaar gebruik van
de trend in Middelburg en om
streken om de archieven in te
duiken en uit te zoeken hoe een
pand eeuwen geleden genoemd
werd. Vaak schakelen bewoners
daama Schijf in. „Want de men
sen willen zo'n naam natuurlijk
niet in blokletters op hun huis."
Martijn de Koning
De naam is veelzeggend. Ver
dronken Zwarte Polder. Ont
staan in 1802 na een dijkdoor
braak aan de woelige kust van
westelijk Zeeuws-Vlaanderen.
De toen bijna twee eeuwen oude
polder (in 1623 bedijkt) is nooit
meer helemaal terug veroverd
op het water.
Gelukkig voor de natuur, want
in de loop van twee eeuwen is
een bijzonder gebied ontstaan,
met opgestoven duinen en een
gevarieerde flora en fauna. Op
de plaats waar de dijk doorbrak
is nog altijd een opening, waar
door de zee regelmatig kan bin
nendringen. Vandaar ook de be
naming: sluftergebied.
Doordat steeds zand is aange
voerd, is de verdronken polder
te hoog opgeslibd en de slufter
geul flink verzand. De geul
krijgt nu een 'dotterbehandelig',
zodat de natuurwaarden weer
omhoog gaan,
foto Ludo Goossens