fe* Weidevogel boert slecht in de Poel Schommelen tussen hitte en vrieskou Historische atlas Zeeland: wat weg is, komt nooit terug 23 ONDERWEG dinsdag 14 maart 2006 Het ganzenreservaat tussen Goes en Nisse is meer open dan het heggengebied rond Nisse. foto Dirk-Jan Gjeltema De kneu is sterk in aantal teruggelopen. foto Niek Oele Het scheelde maar een haartje of er was niets van over gebleven. Het kleinschalige landschap met veel heggen en hollebol- lige graslanden in de Poel bezuiden Goes. Een ruilver kaveling voorzag in totale kaalslag en egalisatie. Dank zij protesten van bewoners bleven zo'n 35 jaar geleden enkele stukken rond Nisse gespaard. Laatste wijk plaats voor veel vogels. Ze staan nu bekend als het heggengebied en ganzenre servaat. Een schamel aftreksel van de vroegere toestand. Vóór 1970 wemelde het in de Poel van de heggen. In april-mei, de bloei tijd van de meidoorns, pronkte het gebied met een witte weel de. Weinig akkers, veel weilan den die 's winters pias-dras wa ren. Schaatsen op de 'vlakjes'. In het heggengebied en ganzen- reservaat, samen ruim 170 hecta re, is goed te zien hoe mooi het landschap was en hoe de natuur daarvan profiteerde. De Vereniging Natuurmonumen ten beheert beide gebieden. Het is een beetje roeien met de rie men die er zijn. Eén belangrijk onderdeel voor een goede in standhouding heeft Natuurmo numenten namelijk niet in de hand: de waterhuishouding. Die is afgestemd op agrarisch ge bruik en niet op wat de natuur nodig heeft. En in het ganzenre servaat liggen enkele verpachte landbouwpercelen, met bemes ting en gebruik van bestrijdings middelen. Nochtans is André Hannewijk van Natuurmonumenten blij met beide natuurgebieden. Hij noemt ze graag 'pareltjes'. Ze zijn verschillend van karakter en dat blijkt ook uit de aanwe zigheid van de verschillende vo gelsoorten. Het heggengebied rond Nisse is een besloten landschap, waar langs de percelen struiken als meidoorn, koebraam en honds roos staan, bedoeld als afraste ring voor het vee. Er liggen nog al wat drinkpoelen, waar amfi bieën en libellen gedijen. Na tuurmonumenten voert een be heer dat bestaat uit beweiden met koeien en schapen, maaien en hooien en maaien met nabe- weiding. Ganzenreservaat Het ganzenreservaat tussen Goes en Nisse is meer open, in één hoekje staan wat heggen. Ten behoeve van de weidevogels en overwinterende ganzen en smienten moet het gebied open blijven. Begrazing en deels maaien vormen het beheer. Ui teraard wordt daarbij rekening gehouden met de belangen van de weidevogels (pas na het broedseizoen het vee erin en niet te vroeg maaien). Onder meer om na te kunnen gaan of het juiste beheer ge voerd wordt, laat Natuurmonu menten regelmatig onderzoek doen naar de aanwezige broed- vogels. Dat gebeurde vorig jaar voor de derde maal door Mark Hoekstein van bureau Zeeuws Alternatief. De resultaten stem men niet tot vrolijkheid, integen deel. Net als landelijk het geval is, doen de weidevogels het in de twee natuurgebieden niet goed. De aantallen lopen terug. Soor ten als zomertaling en water snip zijn verdwenen, meldt Han newijk. „Het kwam hard aan." Het recente onderzoek komt op 54 soorten broedvogels in 878 leefgebieden. Van de soorten staan er 15 op de Rode Lijst van bedreigde vogels. Uitschieter is de winterkoning (77); onder meer de bosrietzanger en kleine karekiet scoren boven 40. De weidevogels gingen van 169 leef gebieden in 1999 naar 84 nu. Hannewijk vermoedt dat sprake is van een optelsom van oorza ken. De minder gunstige water huishouding, de aanwezigheid van meer kraaien, ongunstige omstandheden in overwinte- ringsgebieden. Vossen zijn nog niet waargenomen. Voor de hand liggende vraag is: voert Natuurmonumenten wel het juiste beheer? Hannewijk: „We hebben natuurlijk kritisch gekeken naar ons beheer. Het waterpeil hebben we niet in de hand. In het heggengebied heb ben we al de gaten die door bac- terievuur zijn gevallen, met nieu we beplanting opgevuld, om zo de heggen te herstellen. Dat heeft wel enige tijd nodig. Voor het ganzengebied hebben we ge zegd: om de openheid in stand te houden moeten we spontaan opkomende opslag, zoals mei- doom, weghalen." Kneu Met enige weemoed wijst Hanne wijk op de grote aantallen (broed)vogels die voordat de ruilverkaveling toesloeg, in het gebied leefden. Begin jaren ze ventig van de vorige eeuw wer den ruim honderd leefgebieden van de kneu vastgesteld en van de braamsluiper ruim twintig. Kom daar nu eens om. Het jong ste onderzoek van Hoekstein komt uit op veertien territoria van de kneu en zes van de braamsluiper. Hannewijk ziet wel lichtpunt jes. Nadat de heggen zijn her steld is er een lichte verbetering te zien van de vogels die op stru weel zijn aangewezen. „Maar de aantallen van vroeger haal je nooit meer. De spotvogel is ver dwenen, met de heggemus gaat het gelukkig iets beter." De medewerker van Natuurmo numenten merkt op dat de aan- of afwezigheid van bepaalde vo gelsoorten ook beïnvloed kan worden door ontwikkelingen buiten heggengebied en ganzen reservaat. „Het kan zijn dat er iets speelt in de overwinterings- gebieden, dat weten we niet. Bij voorbeeld de gele kwikstaart en veldleeuwerik gaan achteruit. Die overwinteren in Afrika. De kwartel heeft soms invasie-ach- tige jaren, dan zijn er ineens meer dan gebruikelijk. De pa trijs is een standvogel, die doet het redelijk." Rinus Antonisse Atlassen leggen geschiedenis vast. Hoe gedetailleerder de kaarten, hoe beter dat tot ui ting komt. De Grote Historische Atlas Zeeland, met reproducties van historische stafkaarten uit de periode 1900-1930, onder streept dat. De afbeeldingen van toen laten een compleet an der Zeeland zien dan de recent ste topografische atlas van de provincie. „Als deze atlas ons iéts leert, is het dat wat weg is nooit meer te rugkomt", schrijft Chiel Jaco- busse in zijn uitvoerige inlei ding in de historische atlas, die hij de titel meegaf Land in een stroomversnelling. Oftewel: de metamorfose van de provincie Zeeland in honderd jaar. Om die ontwikkeling vanaf het begin van de 20ste eeuw te kun nen doorgronden, is het nodig eerst terug te gaan naar de ont staansgeschiedenis van Zee land. Van veenmoeras aan het begin van de jaartelling, via ver dronken en opslibbend land in de eerste tien eeuwen daarna, tot het begin van de bedijkingen rond het jaar 1000. Er ontstonden eilanden om ringd door dijken en de contou ren van het huidige Zeeland wer den gevormd. De polders Schou wen, Brede Watering (Zuid-Be veland) en Walcheren zijn nog altijd herkenbaar (lager gele gen) oudland. Op de kreekrug gen ontwikkelden mensen activi teiten: wonen en akkerbouw. Veeteelt in de pias-drasse kom- gebieden. Volgens Jacobusse is al bij een eerste blik op de kaarten die in de atlas zijn opgenomen, de oude verdeling van hoge kreek ruggen en laaggelegen kommen zichtbaar. Honderd jaar geleden bestonden de kommen nog uit grasland met een buitengewoon grillige, kleinschalige verkave ling. Veel perceelsranden gemar keerd door heggen. Het oudland lag er nog bij als in 1400. Rond de oudlandpolders ver schenen (soms tijdelijk, als stormvloeden'overwonnen) de nieuwe polders. Jacobusse geeft aan dat de inpolderingsgeschie denis doorliep tot aan het begin van de vorige eeuw. Als laatste de vorming van de Sloepolders, het Hellegat (nu op de nomina tie voor ontpoldering) en de Braakmanpolders. De inundatie van Walcheren na jaar 1944 en de watersnood ramp van 1953 waren de aan loop voor het drastisch op de schop nemen van Zeeland. De herverkaveling van Walcheren werd een voorbeeld voor verka velingen overal in den lande, al dus Jacobusse, 'waarbij onvoor stelbaar veel authentiek na- tuur- en landschapsschoon is op geofferd'. Hetzelfde geldt na de ramp voor Schouwen, het oude land van Baarland en grote de len van Tholen. Ook in gebieden waar geen wa tersnood was geweest, werden plannen voor verkavelingen ge smeed, bijvoorbeeld de omge ving van Hulst en Clinge. „Uit mondelinge overleveringen we ten we dat daar grote natuur waarden voorgoed verloren gin gen. In westelijk Zeeuws-Vlaan deren werd bij de ruilverkave ling Canisvliet een krekenge- bied van 300 hectare volgespo ten met baggerspecie en omge vormd tot bouwland", herinnert Jacobusse. Zeer ingrijpend was ook de ruilverkaveling in de Poel-Heinkenszand. De historische verdeling van ak kerbouw op kreekruggen en vee teelt in de kommen, verdween. Kronkelwegen werden rechtge trokken en verhard, grillige ka vels werden samengevoegd tot grote, rechté percelen. Schoon heid ingeruild voor doelmatig heid, constateert Jacobusse met weinig vreugde. Samenspel van mens en natuur vervangen door 'het onverbiddelijk heersen van de mens over de natuur'. De historische atlas maakt het (bijna) allemaal duidelijk. Niet alleen de Veranderingen in het buitengebied. Wat ook opvalt is dat de steden 100 jaar geleden nog vrijwel helemaal binnen hun grachten en omwalling la gen. Ze zijn uit hun voegen ge barsten. De kaarten geven aan dat de meeste wegen, ook in de bebouwde kom, onverhard wa ren. Afgelopen eeuw zijn duizen den kilometers verhard, ver breed en rechtgetrokken. Het op vallendst is de A58, dwars door Zeeland. Het enorme verlies aan natuur- en landschapsschoon moet nu door natuurontwikkeling enigs zins goedgemaakt worden. Nieu we natuur op plekken waar de ze door ontginning en inpolde ring verdwenen is. Jacobusse noemt plan Tureluur langs de zuidkust van Schouwen-Duive- land en Tholen (een brak moe ras in plaats van landbouwpol- ders) als voorbeeld, evenals de plannen voor ontpoldering langs de Westerschelde. Dat iets wat weg is, nooit meer terugkomt, vindt Jacobusse een goede reden om zuinig te zijn op de natuurlijke omgeving, 'spe ciaal op datgene wat eigen is en de provincie onderscheidt'. Dat heeft voorhem niks te maken met valse sentimenten of loze nostalgie. „We moéten wel iets ondernemen, de natuur kan niet voor zichzelf opkomen. Alles van waarde is weerloos." Rinus Antonisse Grote Historische Topografi sche Atlas vaii Zeeland. Met re producties uit de periode 1900-1930, schaal 1 25.000. In leiding Chiel Jacobusse. Uitgeve rij Nieuwland, Tilburg. Prijs 39,90 euro. Het Zeeuws Biologisch Museum in Oostkapelle houdt dinsdag 21 maart een stinzenwandeling in het gebied rondom het museum, de Manteling van Walcheren. De wandeling duurt ongeveer anderhalf uur en begint om 14.00 uur bij het museum. Voor af opgegeven is noodzakelijk. In formatie: 0118-582620 Stichting Het Zeeuwse Land schap houdt woensdag 22 maart een excursie door het Verdron ken land van Saeftinge. De ex cursie, die ongeveer drie uur duurt, begint om 13.30 uur bij het Bezoekerscentrum Saefting- he aan de Emmaweg in Nieuw-Namen. De tocht is niet geschikt voor mensen die slecht ter been zijn Vooraf aanmelden is noodzake lijk: 0114-633110. De kinderboerderij aan de Evertsenlaan in Terneuzen is een drukbezochte plek. Even brood brengen voor de dieren, even 'eruit met de kinderen, even een ommetje ma ken. Verstandelijk ge handicapten van de stichting Tragel ver zorgen de dieren en on derhouden de stallen. In deze rubriek weke lijks bericht over het wel en wee op de Ter- neuzense kinderboer derij. De agressie druipt zowat van het memobriefje. Ei genlijk maakt het niet eens meer uit wat er op staat, want de wijze waarop de letters op het papiertje zijn gekalkt, ver raadt alles. Kantinebeheerster Lia was begin vorige week boos, of beter: ze spetterde van woe de. Om verdere irritaties over de kapotte vaatwasser te voorko men botvierde ze haar frustratie op een klein velletje. 'Kapot! Fi- nito, dood!' En voor wie het nu nog niet heeft begrepen, geen nood: de monteur heeft voor alle zeker heid de stekker van het afwasap- paraat geknipt. Het oude beest je nog langer laten wassen, spoe len en drogen was volgens hem vragen om ongelukken. Dat bete kent dat deze weken alles met de hand moet worden schoonge maakt. „Da's op zich nog niet zo'n ramp, maar de centrale ver warming sloeg ook nog eens op hol. Begin vorige week was het in de gemeenschappelijke ruim te dik 25. graden. Toen ook de vaatwasser het nog eens begaf, werd het Lia echt even te veel", lacht beheerster Andrea. In de kantine was het dus een tijd bloedheet, maar er is sinds kort een prima alternatief voor handen. Het kantoortje en leslo kaal in de oude schuur zijn vori ge maand voorzien van centrale verwarming, omdat de twee gaskachels niet meer door de keuring kwamen. „Man, wat een uitkomst is dat! Normaal ge sproken lopen wij in de winter maanden zó dik aangekleed door de schuur, dat we veel weg hebben van Michelin-poppetjes. Maar nu kunnen we de cliënten in de lesruimte gewoon klusjes laten doen, die eerst vanwege de kou niet mogelijk waren. Brood sorteren, maïskolven bewerken en meer van dat soort dingen." Die karweitjes monden meer dan eens uit in geklieder en ge pruts. In het leslokaal is dat geen probleem, maar in de kanti ne is dat alleen al uit hygiënisch oogpunt een totaal ander ver haal. Daar komen immers ook bezoekers over de vloer en eten cliënten en medewerkers him bo terhammen op. Andrea: „Daar om is het zo lekker dat we nu in het leslokaal centrale verwar ming hebben. Op koude dagen kunnen de cliënten zich nu toch in de schuur nuttig maken." Op een nieuwe vaatwasser wordt nog met smart gewacht, de temperatuur in de kantine is inmiddels wel weer op orde. Trouwens, over kachels gespro ken... op de jaarmarkt in Sint Jansteen konden Angelique en Andrea vorige week best een beetje warmte gebruiken. Een hele dag buiten staan resulteer de immers in ijsklompjes, maar de lol van de bezoekers vergoed de alles. „We stonden pal voor een slagerij, maar gelukkig was die dicht, haha! Ezelvlees? Ja hoor, dat wordt gegeten. Hier niet, maar in de Ardennen heb ik eens een ezelworstje gegeten. Dat is een droge worst met no ten. Ik hoorde pas achteraf dat het ezelvlees was, hoor! Anders was ik er nooit aan begonnen. Maar eigenlijk vond ik het best lekker", zegt Andrea. Kinderen mochten in Sint Jan steen een ritje maken op de ezels Ramechan en Lynn, al werd eerstgenoemde viervoeter zoveel mogelijk gespaard. Andrea: „Collega's van Stich ting De Ezelvriend vonden dat ze nog niet echt dik was. Er liep nog een drachtige ezel rond die deze maand moet bevallen, maar die was al veel dikker. We schatten daarom in dat het veu len van Ramechan zich pas in april aandient." Over de mogelijke zwanger schap van Lynn is nog steeds geen duidelijkheid, al wordt het vermoeden dat zij gewoon een vette buik heeft gekregen steeds sterker. „Ze is wel een paar keer gedekt, maar ze maakt absoluut geen drachtige indruk. Het zou een complete verrassing zijn als zij toch nog een veulen op de we reld brengt", zegt Angelique. Raymond de Frel

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2006 | | pagina 23