pzc Nood Atjeh nog lang niet gelenigd Dikke laag modder bedekt Kherkhoff zaterdag 10 december 2005 2 Gevolgen vloed De tsunami kostte in Atjeh 130.000 levens, terwijl er nog 31.000 mensen worden ver mist, van wie eenderde kinderen. Andere gevolgen van de vloed: 570.000 ontheemden; 40.000 men sen huizen nog in barakken en 40.000 in tenten; 15.000 wonin gen zijn door hulporganisaties ge restaureerd; aan 20.000 huizen wordt nog gewerkt; 800 km weg is vernield en 2260 bruggen; 1755 scholen zijn beschadigd of ver nield, evenals 247 ziekenhuizen en gezondheidscentra. duidelijk hoe groot de schade was", vertelt Richard Rhemrev uit Doesburg. Hij is secre taris van de stichting Peutjut-Fonds, dat de begraafplaats beheert. Een groot deel van de 2200 graven was ver zakt, vernield of helemaal niet meer terug te vinden omdat kruisen en grafstenen waren verdwenen. „Ongelooflijk veel van wat nog best een poos mee had gekund, bleek verval len toen de modder weg was", aldus Rhem rev. Hij bezocht de begraafplaats kort na de tsunami en in oktober nog eens om de scha de op te nemen. Van de monumentale toe gangspoort is de witte pleisterlaag gedeelte lijk afgebrokkeld. „Het is net als met een houten huis met veel behang op de muren. Zodra dat eraf gaat, zie je pas echt wat eraan schort." Het stichtingsbestuur praat nog over de bes te oplossing, maar Rhemrev denkt persoon lijk dat het verstandig is de begraafplaats niet alleen te restaureren maar helemaal op nieuw in te richten. De meeste militairen die er liggen sneuvelden in de Atjeh-oorlog die in 1873 begon en dertig jaar duurde. Er liggen echter ook vrouwen en kinderen be graven. Ruimen „Zwaar beschadigde graven zouden ge ruimd kunnen worden. Het gemeentebe stuur schijnt behoefte te hebben aan ruimte om te begraven, dat zou dan op de vrijko mende gedeelten kunnen gebeuren." Rhemrev benadrukt dat er mensen begra ven zijn van wie de (klein)kinderen nog in leven zijn. „Dat legt een belangrijke morele claim om met respect te handelen.' De stichting is ook praktisch en ziet toeris tische mogelijkheden: „Gecombineerd ge bruik kan helpen dit erfgoed in stand te hou den, want we zijn een particuliere stichting en afhankelijk van donaties." Een jaar geleden trof de tsunami grote delen van zuidoost-Azié. De Indonesische provincie Atjeh werd het zwaarst getroffen: honderdzestig duizend doden en vermisten, de schade was immens. Nederland bracht 200 miljoen euro bijeen voor de slachtoffers. Nog maar een deel van het geld is besteed, want de hulpverleners lopen el kaar voor de voeten. Daardoor is de nood nog lang niet gelenigd. Vroeger bewoonde Yusniati een huis met zes kamers. Samen met haar man bezat ze nog vijf huizen, die ze verhuurde. Nu woont de Atjehse met haar zes kinderen tussen de acht en twintig jaar in één ruimte van vijf bij vijf meter; in een barak met nog elf andere huishoudens. Yusniati's echtgenoot kwam om bij de tsunami. Om in haar levensonderhoud te voorzien bakt ze nu koek voor lotge noten. In twintig minuten vernietigde de vloedgolf op Tweede Kerstdag vo rig jaar haar goede leven. „We zijn het dak opgevlucht. Op het laatst zaten we er met wel honderd an deren, We hebben van 's ochtends tot 's avonds gewacht voor we konden vluchten. Overal lagen lijken." De barak is opgetrokken uit ruwe planken met flinterdunne scheidings wandjes. Potten, pannen en kleren hangen aan grote spijkers. Op de grond drie petroleumstellen naast de mat waarop het gezin slaapt. Meubi lair ontbreekt. Overal rond Banda Atjeh, de hoofdstad van de provincie Nanggroe Atjeh Darussalam, staan zulke barakken. Er zijn ook veel tentenkampen. Er zijn vierkante tenten, waarin je kunt staan, maar ook kleinere, die alleen kruipen toestaan. In een ervan woont Fauzia met vijf kinderen, onder wie een baby, temidden van wel duizend vliegen. Werk of inkomen heeft ze niet, want ook haar man overleefde de tsunami niet. Ze leeft van rijst, bak olie en vis die ze krijgt van Save the Children. Zicht op verbetering ont breekt en dus wacht ze gelaten af. Fau zia's tent staat aan de rand van de ki- lometersbrede strook die werd verpul verd door de vloedgolf. Ze kijkt uit op ruines van huizen, vaak niet meer dan een vloer en wat losliggende stenen. Het meeste puin is verwijderd en ge bruikt als fundering voor het herstel van wegen of het opvullen van gaten in de bodem die soms wel anderhalve meter is verzakt. De vele modderpoe len zijn broedplaatsen voor muggen die malaria en knokkelkoorts versprei den. Veel restanten van huizen wor den aan het oog onttrokken door het groen dat het met tropische snelheid overwoekert. Overal klinkt het geklop van hamers. Bouwvakkers werken zich in het zweet, terwijl ze met een schep beton mengen. Door verschil van mening over eigendomsrechten duurde het bijna een half jaar voor de bouw op gang kwam. Veel mensen die hun huis verloren, nemen geen risico en eisen met eenvoudige bordjes hun recht op: „Eigendom van Iskandar en Faridwa- ti, 20 x 15 meter." Op veel ruïnes staan telefoonnummers en het ver zoek de woning niet te slopen: „De ei genaar van dit huis leeft nog." Er is veel kritiek, want tot nog toe bouwden hulporganisaties ondanks genereuze inzamelingsacties slechts vijftienduizend (nood)woningen. Uni- cef-topman Gianfranco Rotigliaro in De tsunami heeft grote schade aangericht aan de Nederlandse militaire begraafplaats Peutjut in Banda Atjeh. foto's Phil Nijhuis/GPD Theo Haerkens De tsunami heeft een enorme schade aangericht aan Kherkhoff, zoals de Nederlandse militaire begraafplaats Peut- jut in Banda Atjeh in de volksmond heet. De schade aan een deel van de 2200 graven is zo groot dat de beheerder denkt over her structurering en nieuw gebruik. Het zeewater bedekte het Nederlandse mili taire kerkhof Peutjut in het centrum van Banda Atjeh met een laag modder van bijna een meter. Een flink stuk muur om het ere- veld werd omver geduwd, evenals een groot aantal kruisen en grafmonumenten. „Toen de modderlaag was weggegraven werd pas Veel keus is er niet, de mensen kun nen nergens anders heen. Een oude man met het karakteristieke Soekar- no-hoedje erkent bang te zijn, maar troost zich met de gedachte dat tsuna mi's zeldzaam zijn „Hoe lang is het niet geleden dat Lissabon werd getrof fen? Al heel lang toch?" klinkt het hoopvol. Boven de balie van hotel Medan hangt een grote foto met een boot van wel twintig meter die door de vloedgolf op de parkeerplaats werd gekwakt. „Het schip vaart weer", meldt de receptio niste. Het hotel maakt gouden tijden door. Ook elders in de stad zijn geen kamers meer te krijgen en de restau rants zitten iedere avond vol hulpver leners en consultants. Vrouwen werken in de bediening en veel mannen besturen de zware ter reinauto's waarmee de hulpverleners zich door de straten spoeden. Zo krijgt de plaatselijke economie kleine duwtjes in de goede richting Ikhwanuddin (25) poetst bij Ulee Lheu aan zijn felgekleurde vissers boot. „Een nieuwe Gratis", glundert hij. Hij heeft het schip van een meter of zes, zeven, samen met timmerman Sayfuddin gebouwd met geld van een Duitse hulporganisatie. De timmer man heeft meer dan genoeg werk, want Ikhwanuddin was met de enige die zijn belangrijkste werktuig ver loor. „We hebben er al tien gebouwd van deze maat en twee grote." vertelt de baas van het werfje dat hoofdzake lijk bestaat uit een zeiltje tegen de brandende zon. Drie medewerkers be vestigen een plank op de balk die de kiel vormt van weer een nieuwe boot. Met veel beleid en kracht wordt de plank in de juiste positie gedwongen. Ook Buyong, die een gloednieuwe mo tor met zijspan exploiteert als taxi, is dik tevreden over de hulp die hij kreeg. De schittering van het chroom doet pijn aan de ogen en het bakje voor de passagiers zit fris in de lak. Buyong betaalt zijn lening af met tien duizend roepiah per dag, ongeveer één euro. Hij glimlacht tevreden: „Over drie jaar is de motor van mij." Deze man woont nog steeds in een tentje dat hij in januari kreeg als noodhulp. Jakarta had gedacht dat het er wel drie keer zoveel zouden zijn. UN-coÖr- dinator Jan Egeland zei na een bezoek aan het gebied: „We hebben veel be reikt, maar er is meer nodig en het moet sneller." De hulporganisaties moeten volgens Egeland onderling en met de overheid beter afspreken wat ieder doet „Er is meer leiderschap no dig", mopperde hij. Die leiding moet komen van de BRR, de commissie van ex-minister Kuntoro Mangkusubroto. Dat verloopt zo traag dat een aantal hulporganisaties doet wat hen goed dunkt. Geld uitdelen Bij Blang Oi schitteren de golfplaten daken van noodwoningen in de felle zon. Een hulporganisatie heeft ze uit de grond gestampt. Bij Kampung Ja- wa, in het centrum, bouwt een andere organisatie klassieke houten huizen op hoge poten. Twee jongens balance ren blootsvoets op dwarsbalken om boomstammen van schors te ontdoen. Elders worden huisjes opgetrokken uit betonblokken of grove planken. Een Nederlandse hulpverlener over weegt met een zak geld terug te ko men en dat zelf uit te delen om vertra ging en corruptie te vermijden. Indo nesië is één van de corruptste landen en Atjeh is extra berucht. Van de weer omstuit hanteren hulporganisaties zul ke strenge procedures dat ze hun ei gen bureaucratie creëren. „Je moet wel drie keer hetzelfde verhaal op schrijven, alsof je niets anders te doen hebt", klaagt de Arnhemse chirurg dr. Ger Olijhoek. Toen de wereld besefte hoe desastreus de vloedgolf in Atjeh was geweest, haastten honderden hulporganisaties zich er heen. Voor het eerst overtrof de particuliere hulp die van organisa ties als Unicef, het kinderfonds van de Verenigde Naties. Die toestroom leid de tot problemen, zegt Edouard Beig- beder, hoofd Unicef in Atjeh. „Nor maal kun je met financiering de activi teiten van de organisaties op elkaar afstemmen, nu brachten ze hun eigen geld mee en werd het meer een zaak van overtuigen. Er waren alleen al zes tig organisaties die zich bezighielden met onderwijs." Daar kwam bij dat de overheid niet meer functioneerde door dat veel ambtenaren waren omgeko men. Effectief was de respons zeker niet altijd: „Er liggen overal polyester bootjes waar vissers niets mee kun nen, omdat ze te licht zijn", moppert Hans van Zon, een gepensioneerd ma nager uit Arnhem die zich richt op her stel van de visserij. „Er moeten niet meer vissers komen, er is al veel over- bevissing." Hij wil dat de vangsten meer opbrengen. „Met een koelinstal latie op de boot blijft de vis langer goed en is ze lucratiever." Doordat hulporganisaties him donors graag plezieren ontstond een run op gemakkelijke projecten. Even dreig den er zelfs te veel scholen te worden gebouwd en ontstonden er discussies met als inzet: Dit is onze school. Met het oog op de fondsenwerving moet een organisatie zichtbaar zijn, legt Beigbeder van Unicef uit. „Orga nisaties vergeten nogal eens dat je mensen niet in tenten kunt laten zit ten terwijl je een mooi huis voor ze bouwt. Ze slaan in hun planning de stap over tussen crisishulp en weder opbouw." Unicef wil scholen die er vijftig jaar tegen kunnen, andere orga nisaties willen vooral veel scholen. Beigbeder: „Wij zijn niet tegen mooie re scholen, maar we willen niet dat ze maar een paar jaar meegaan. Daar heb je weinig aan." Er waren ook strubbelingen omdat medewerkers na enkele maanden te veel rouleerden. „In het begin kan dat niet anders. Niet iedereen is direct voor langere tijd beschikbaar. Na een paar maan den heb je continuïteit nodig, mensen dus die zich voor langere tijd verbin den", zegt Unicef-topman Beigbeder. Gevarentoeslag De gevarentoeslag van VN-personeel gaf ook scheve ogen. Vanwege de strijd van de Beweging Vrij Atjeh (GAM) tegen de regering krijgen veel VN'ers in Banda Atjeh een bonus van dertig dollar per dag en buiten de stad het dubbele. Collega's was dat een doorn in het oog, omdat de rebellen na de ramp de wapens neerlegden. Beigbeder: „Het is hier geen oorlog meer en dus moet die bonus vervallen, maar we kunnen een wereldwijde re gel niet ineens opzij schuiven." Nog wekelijks beeft de aarde in Atjeh. Dan vluchten de mensen de straat op en wordt er gespeculeerd over een nieuwe tsunami. Het bouwen gaat toch door. 1000 km Van veel huizen bleef weinig meer over dan de fundamenten. jfi Banda INDISCHE OCEAAN

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2005 | | pagina 27