PZC Keessie van Dijke schoot fietsen in de knoop W2 i De roodharige verdwijnt W4 Emigranten naar de zon W5 Pakistan beeft en bidt Hoe Holland België sloeg! te S PORTVELDEN Redactie bijlagen: 0113-315680 Sfredactie® pzc.nl 0stbus31,4460 AA Goes uuprtentie-exploitatie. d en Midden-Zeeland: 0113-315520; Ss-Vlaanderen: 0114-372770; Nationaal: 020-4562500. zaterdag 15 oktober 2005 Het Nederlands elftal dat de Derby der Lage Landen in Antwerpen met 1-0 won. Staand, van links naar rechts: grensrech ter Boekman, Charles van Baar van Slangenburgh, Dick Sigmond, Gejus van der Meulen, André le Fèvre, Harry Dénis, Ber- tus Bul, Gerrit Horsten en reserve Gerrit Visser. Gehurkt, van links naar rechts: Albert Snouck Hurgronje, Theo de Haas, Wim Volkers en Kees van Dijke. foto archief Matty Verkamman Hij voetbalde het liefst op blote voeten, was gek op taalspelle tjes, hield van boksen en dammen en beleefde de eerste succesperiode van Feijenoord (toen nog met een lange ij). Maar hiermee haalde Kees van Dijke de geschiedenisboekjes niet. Toch is hij méér dan een voetnoot in de nationale voetbalhistorie. Door een handsbal. Een handsbal die in 1925 een voetbaloorlog ontketende tussen Nederland en België. Het ver haal van een workingclass hero met wortels in Sint-Philipsland. Jarenlang was Kees van Dijke persona non grata in België. Hij was een leuge naar en een bedrieger; Van Dijke had het tijdens de Derby der Lage Landen ge waagd om hands te maken en dat niet eer lijk tegen de scheidsrechter te vertellen. De boef! „Keessie dorst zich niet meer te verto nen in België", herinnert zijn achterneef Jan van Gorssel zich. „Ze hadden hem ver moord." De handsbal tijdens de interland Bel- gië-Nederland, op 15 maart 1925, heeft het voetballeven van Kees van Dijke getekend. Tussen 1922 en 1934 speelde hij ruim 250 wedstrijden voor Feijenoord, hij won lands titels en bekers, vierde later verrassende successen als trainer, maar zijn naam zal voor altijd verbonden zijn met 'het geval Van Dijke', de handsbal die iedereen zag, behalve de scheidsrechter. Het gebeurde allemaal in Antwerpen, in het stadion van voetbalclub Beerschot. Kees van Dijke debuteerde daar als 22-jari- ge in het Nederlands voetbalelftal. Er was bijna een half uur gespeeld, toen de Bel gische linksbuiten Pol Dries met een lob over Oranje-doelman Gejus van der Meu len het eerste doelpunt leek te maken. Vlak voor de doellijn sloeg Van Dijke echter met zijn linkerhand de bal uit het doel. Strafschop, kon niet anders. Toch? Maar één man in het met dertigduizend mensen gevulde stadion had de handsbal gemist. De Engelse scheidsrechter Kingscott. „Het helse gefluit dat over het Stadion schrilde toen de scheidsrechter doodleuk een hoek schop liet nemen, vergeet ik nooit", schreef de illustere journalist Ad van Emmenes. „Wat gingen de Belgen tekeer." In dit inferno deed Van Dijke of zijn neus bloedde. Ook de grensrechters boden geen uitkomst, want geen van beiden sprak de moerstaal van Kingscott. Resultaat: corner voor België, niks meer en niks minder. Het publiek was in alle staten. Helemaal toen Oranje-spits Charles van Baar van Slangen burgh met een schot van zo'n veertig meter de Belgische doelman Caudron verraste. Deze stond nog met de armen over elkaar tegen de doelpaal te leunen. Het zou de eni ge goal van de wedstrijd zijn. Een rel was geboren. Wekenlang werd over de oneerlijke Oranjewinst gesproken. Zelfs maanden later nog tijdens de jaarvergade Hét moment van Kees van Dijke: voor iedereen zichtbaar slaat hij een inzet van de Belg Pol Dries met zijn linkerhand uit het doel. De Engelse scheidsrechter Kingscott zag de handsbal als enige in het stadion niet. foto archief Matty Verkamman ring van de voetbalbond. Van Dijke had volgens het bestuur de sfeer tussen de voet balbonden van België en Nederland ernstig geschaad. Die handsbal was nog tot daar aan toe, maar het werd noodzakelijk ge acht „dat een speler dit dan wel eerlijk aan de scheidsrechter meldt". In België waren de commentaren eveneens vernietigend voor Van Dijke. Een lid van het Belgische selectiecomité schreef over hem: „Het voet balspel is een school van ridderlijkheid en eerlijkheid, iemand die in het spel niet eer lijk is, is het ook niet in de samenleving." Die kon Keessie, de joviale volksjongen wiens ouders uit Sint-Phlipsland kwamen, in zijn zak steken. Trots „Nou, ik zal je vertellen: Kees was hartstik ke graag gezien", vertelt zijn neef Jan van Gorssel nu, „bij iedereen." Kees kan het zelf niet meer vertellen, want in 1983 over leed hij - kinderloos - op tachtigjarige leef tijd. Maar neef Jan, 88 jaar en wonend in Gorinchem, heeft nu nog levende herinne ringen aan zijn idool. „Ik vertel nog steeds met trots, dat mijn neef jarenlang bij Fe ijenoord heeft gespeeld." „Elke thuiswedstrijd van Feijenoord ging ik met mijn vader op de fiets mee naar Rot terdam. Van Scherpenisse, waar wij woon den, naar Rotterdam. Mijn vader legde een kussentje op de bagagedrager, daar zat ik op, en in twee uur reden we naar Rotter dam. In het café van Kees aten we een bo terham en dronken we wat en vervolgens nam Kees ons gratis mee het stadion in voor de wedstrijd." En daar zag Jan zijn grote neef voetballen in het eerste grote Feijenoord-team. Van Dijke was erbij toen de Rotterdammers hun eerste landstitels veroverden in 1924 en 1928 en de eerste beker in 1930. Hij was jarenlang de betrouwbare linksback, die af en toe zijn doelpuntjes meepikte. Met name zijn krachtige afstandschoten waren een gevreesd wapen. Volgens eigen zeggen stap te menig speler die in de baan van zo'n schot durfde te staan, groggy van het veld. Die kracht herinnert neef Jan zich ook nog wel. „Het was op een nieuwjaarsdag. Fe ijenoord speelde een propagandawedstrijd bij OVC in Oud-Vossemeer. Wij gingen na tuurlijk naar Kees kijken. Toen Feijenoord een penalty kreeg, nam Kees die. Er hingen toen nog geen ne'tten in het doel en Kees schoot zó hard, dat met een man of wat de fietsen achter het doel die hij geraakt had, uit de knoop moesten worden getrokken." Kees van Dijke paste wel bij de arbeiders club Feijenoord. Zijn ouders Comelis en Maatje waren geboren en getogen op Sint-Philipsland, maar kort na hun huwe lijk op 7 februari 1902 verkasten ze naar Rotterdam-Zuid. „Vanwege de armoe", weet neef Jan. Ze settelden zich in de nieuwgebouwde Afrikaanderwijk, waar veel buitenlui aanlegden om hun centen in de havens te gaan verdienen. Het gezin Van Dijke begon echter een wa- terstokerijtje, een negotie waar huisvrou wen heet water met zeep konden kopen om de was te doen. Pa Van Dijke schnabbelde nog wat bij met het sjouwen van zakken ko len en met het wekken van vroege opstaan ders. In dat milieu werd vlak voor kerst 1902 Kees van Dijke geboren, naar later zou blijken ook iemand die graag zijn hand jes liet wapperen... „Voetbal was in de jaren twintig nog een duidelijke elite-aangelegenheid", vertelde Kees van Dijke in een interview in 1975. „Ik was met twee andere Feijenoorders de eerste gewone arbeidersjongen die mocht meedoen in Oranje." Tijdens zijn memora bele debuut in Antwerpen speelde hij bij voorbeeld zij aan zij met een civiel inge nieur (Harry Dénis), een dokter (Gejus van der Meulen), een advocaat (Dick Sigmond) en met een jonkheer (Albert Snouck Naam: Cornelis Adriaan (Kees) van Dijke. Geboren: 18 december 1902 in Rotterdam. Overleden; 3 mei 1983 in Gouda. Clubs als speler: Feijenoord (260 duels, 56 goals). Prijzen; landskampioen 1924 en 1928, bekerwinnaar 1930. Interlands: 3 (in 1925 tegen België, Duitsland en Zwitserland). Clubs als trainer: Overmaas, SVV, Feijenoord, Laakkwartier, VFC, Neptunus, Xerxes. Leerdam Sport, SVW, Theo- le, ZAC, Holland Sport, Leo- nidas, Noad, Elinkwijk, Her mes DVS, PSV, Biauw-Wit en Unio. Belangrijkste prijs: landstitel met SVV in 1949. EEN ONVERDIENDE 1-0 OVERWINNING. - HOE ER GESPEKI.D WERD. - WE ONTGAAN EEN VERDIENDEN .STRAFSCHOP". BA ER VAN SLANGENBURCH SCOORT HET EEN*GDOELPUNT. i Hollander nici uw een vocthal- 11 buren uil hel |n4ic tpnn neder- i treuren er wal ruuden volgen, idie mficht eens len we vlaggen (slok tc haneen van Baer van fdron tv machtig r gehouden rou IBccrschnt-terrein was nici ruu heel bijionder. Rij ons bla zen ze beierEn het Wilhelmus werd nici gespeeld, wat ons eerst speet, maar éven later niet meer. Want toen begon nen de 7000 Hollanders die rondom her speelveld hun geweldige heien opzetten inplaats van tc schreeuwen tc zin genEn zc zongen, spontaan en geesc- driltig Wilhelmus van Nassauwe. Zonder hegeleiding van muziek, en zonder d»t iemand bleu z'n mond hield, daverde onze schoone nationale hymne over het veld Van deze Hollandsche rellbewusiheid keken onze Belgische vrienden toch wel even vreemd op. en wij insgelijks, want we hebben wel va ker hoeden zien afgaan hij een fcedeesd- mecRczongen Y'ilhelmusjc. maar dal hel aloude lied spontaan werd ingezet met z.ulk een kracht, met «tilk een furore, dat heeft ons verbaasd cn goed gedaan. Evenwel, we bezitten nóg een paar nationale liederen, wat tijdens den wed strijd weer duidelijk bleek, Ook bij die liederen keken de Belgen beteuterd, en misschien vonden ze ze mooier, in ieder geval begrijpelijker, dim de hymne die De Revue der Sporten besteedde enkele dagen na de interland een speciale editie aan 'Hoe Holland België sloeg!'. Illustratie archief Matty Verkamman ningspak", gaat Weber verder, „ik zie het zo weer voor me. Blauw pak, witte biezen aan de zijkant, het leek wel een Sara- sani-pak, zo uit het circus. Maar Kees had verstand van voetbal, we gingen voor hem door het vuur. Zijn beste tijd beleefde Her mes DVS onder Kees." De trainer Kees van Dijke oogstte alom lof onder spelers. Ton Thie (Hermes DVS): „Een man van het ouwe stempel, maar met een gouden hart." Henk Könemann (SW): „Een kei van een trainer." Coen Dillen (PSV): „Een goeie, harde trainer. Tamelijk modern ook, voor die tijd." Aad Monster (Hermes DVS) heeft een kanttekening: „Hij was een motivator. Tactisch en tech nisch kon hij je niet zoveel bijbrengen. We speelden bij de training altijd partijtjes, maar dan moest het wél een beetje fatsoen lijk weer zijn. Als het regende, riep hij al snel: Kom op jongens, we gaan lekker kla verjassen." Kees van Dijke ging meer dan eens lijn recht in tegen het heersende voetbalethos. In dat licht bezien was zijn 'handigheidje' van 1925 geen dissonant, eerder een sym bool. „Ik ben niet akkoord als wordt ge zegd dat het een onsportieve daad was", vertelde Van Dijke veertig jaar na zijn ver grijp. „Het doel was in hoogste nood en dan doe je wat in laatste instantie kan wor den gedaan. Het was een reflexbeweging." Die ingeving kostte de Hollandse werkjon gen, die echt wel met mes en vork kon eten, zijn plek in het Nederlands elftal, was zijn stellige overtuiging. „Voor de vol gende interland tegen België werd ik met het smoesje 'We zijn bang voor relletjes' op de tribunes gela ten en het was meteen ge daan met mijn interna tionale carrière. De naam van Kees van Dijke zou nooit meer voorko men in de opstelling van het Ne derlands elftal." Rudy Boogert Hurgronje). Van Dijke: „Nou zagen de he ren met de dubbele namen wel in dat het onvermijdelijk was om ook gewone jon gens te laten meespelen, maar ze moesten wel hun plaats weten. En ik was nou een maal een eigenwijze jongen. Ik liet me niet zoals anderen bij het diner apart zetten in een hoekje. En als Harry Dénis duidelijk hoorbaar zei dat die gewone jongens blijk baar niet met mes en vork konden eten, dan werd ik kwaad." Ruzie moest je niet met Kees hebben, want hij was een krachtmens. Hij woog 106 kilo gram, had bij de zomerse atletiekwedstrij den van Feijenoord clubrecords gevestigd bij speerwerpen en kogelstoten en hij was ook bokser geweest. Maar behalve de body had hij ook de brains. Hij was een topdam- mer en -schaker, maar nog meer plezier haalde hij uit taalspelletjes. Tinus Weber, die begin jaren zestig Van Dijke als trainer meemaakte bij het Schie- damse Hermes DVS, herinnert zich: „Hij onderbrak regelmatig de wedstrijdbespre kingen. Dan legde hij letters op tafel die hij uit de krant had geknipt en daar moesten wij, de spelers, woorden van maken. Wie het langste woord maakte, kreeg een prijs je. Ter ontspanning; zoiets had ik nog nooit meegemaakt." Breimachine Toen Van Dijke trainer was bij het Tilburg- se Noad trok hij de aandacht - behalve door het aanschaffen van een breimachine om als bijverdienste eigenhandig sokken te breien - door een scrabblebord te maken, met middenin het startwoord 'Noad'. De naam van zijn café-restaurant City Corner verborg ook een woordgrapje. Met enige fantasie is de naam uit te spreken als 'Zit-ie? Corner!'. Dat was in elf letters sa mengevat wat er in 1925 in Antwerpen ge beurde... Het beeld van een levensgenieter beklijft bij een gang door het leven van Kees van Dijke. Een type Fritz Korbach. Meer men tal coach dan tacticus. Walmende pijp tus sen de lippen. En op blote voeten. Niet zo als Korbach met blote voeten in de schoe nen. Nee, Keessie Dijke, zoals hij werd ge noemd, ging verder. „Als hij keeperstrai ning gaf, droeg hij nooit schoenen", herin nert Weber zich. Dat moet een clownesk gezicht zijn ge weest. „Kees droeg altijd een blauw trai- Kees van Dijke Illustratie archief Matty Verkamman

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2005 | | pagina 33