Russische schrijvers in de bagage IC De mens bedacht vies en voos 2J« Veronica Toumanova Parende otters woensdag 14 april 2004 a Yasmine Alias, Rashid Novaire en Vamba Sherif is de in Rusland geboren Veronica Toumanova (1973) de vierde auteur die van COS Zeeland een schrijfopdracht heeft ge kregen in verband met het Festival Cultureel Gekleurd. Twaalf jaar geleden vestigde ze zich in Nederland. Ze be schouwt zich als 'een Neder landse schrijfster met wat af wijkend materiaal in haar ba gage'. „De verschillen tussen Rusland en Nederland zijn kleiner dan die tussen Neder land en Afrikaanse of Zuid-Amerikaanse landen." Op Russische scholen speelt literatuur een belangrijke rol. „De liefde voor literatuur wordt erin gehamerd", zegt Tou manova. „Vooral de grote na men uit de Russische literatuur worden in ere gehouden." Dat heeft invloed op haar gehad. Voor zo ver dat nodig was, want van jongsaf aan was ze verslin gerd aan literatuur. „Ik heb al tijd veel gelezen. Dat heeft de wil om zelf te schrijven behoor lijk aangewakkerd. Als klein kind schreef ik al verhalen voor mezelf. Ik ben dat altijd blijven doen. Om me te oefenen heb ik het werk van grote schrijvers geïmiteerd." Toumanova noemt Nabokov, Tolstoj en Boelgakov als haar grote voorbeelden. Sinds ze in Nederland woont, leest ze voor al Engelstalige literatuur. Toch rekent ze zichzelf, na haar de buutroman Ster, sterveling, tot de Nederlandse literatuur. „De taal bepaalt waar je boeken thuishoren. Ik schrijf in het Ne derlands. Andrei Makine, een schrijver waar ik overigens niet zo'n fan van ben, heeft nooit in Rusland gewoond. Hij schrijft in het Frans over zijn Russische wortels. Ik beschouw hem als een Franse schrijver." Toumanova's wortels spelen in Ster, sterveling geen rol. Het is zo'n boek waarvan de lezer op de eerste bladzijde weet dat hij iets goeds in handen heeft: 'Het nieuws over Annabelle Torn staat vandaag in alle kranten. De diva heeft haar tournee afge broken en verblijft op een onbe kend adres. Om haar heen hangt een stofwolk van vermoedens. In de krant die voor me ligt ter wijl ik zit te schrijven, staat een oude foto van haar, daarop is ze op het hoogtepunt van haar roem. Lelieblank, mager, wouw en tiener tegelijk, wild en sier lijk, ruig en broos. Annabelle Tom, de ster. De wouw die over al ter wereld herkend wordt. Als ik mijn ogen sluit, zie ik An nabelle Torn zoals ze was toen ze hier gisteren wegging. Grauw en afgemat, met wallen onder haar ogen, rillend in haar dunne zomerjas. De vrouw die ik mijn hele leven heb gekend als Belle. Mijn Belle.' Hoewel het verhaal draait om Belle, is zij niet de hoofdper soon van het boek. Dat is haar jeugdwiendin Emma. Van nabij maakt ze mee hoe Belle zich ont wikkelt tot een succesvol zange res, gedurende een paar jaar is ze zelfs Belle's impresario. Tot Belle's carrière een vlucht neemt. Emma blijft achter in Nieuweburg, het provinciestad je waar ze zijn opgegroeid. Ze heeft haar lot zo aan Belle ver bonden dat ze vergeten is een le ven voor zichzelf op te bouwen. „Het idee voor het boek is in een flits ontstaan", vertelt Toumano va. „Tijdens een popconcert dat ik bezocht vertelde de zangeres op het podium dat haar familie in de zaal zat. Ineens zag ik haar door de ogen van die fami lie, of van een jeugdvriendin. Het dilemma tekende zich met een af. Voor ons is zo'n ster niet meer dan een billboard. Voor een aantal mensen is ze van vlees en bloed. Dat leek me een fantastische invalshoek, de roem te bekijken door de ogen van iemand anders. Bewust heb ik dé carrière van Belle zo cliché matig mogelijk beschreven. Het meisje met de geweldige stem dat wordt ontdekt en uitgroeit tot Madonna-achtige propor ties. Dat waar alle Idols-kandi- daten van dromen. Zo heb ik een contrast gecreëerd met het leven van haar vriendinnetje Emma, de vertelster van het ver haal." Ster, sterveling speelt niet in Ne derland, maar evenmin in Rus land. De steden Nieuweburg en Emiliastad zijn verzonnen. Ze liggen in een land tussen het Oosten en het Westen. „Had ik het in Nederland laten spelen, dan had elk detail moeten klop pen", verklaart Toumanova. „Daarom dacht ik: 'Ik maak er gewoon een fictief land van.' Dan kan ik ervan maken wat ik wil. Het zou wel Nederland kun- Veronica Toumanova: „De taal bepaalt waar je boeken thuishoren." nen zijn. In 'De verbinding', het titelver haal van de kleine bundel die Toumanova heeft geschreven in opdracht van COS Zeeland, grijpt ze wel terug op haar jeugd in Rusland. Het gaat over een klein meisje dat bij haar oma logeert en uren moet wach ten in het postkantoor als ze haar ouders in Moskou wil bel len. „Dat is gebaseerd op een jeugdervaring", bevestigt Tou manova. „Ik heb daar een literai re draai aan gegeven." Het knap pe van het verhaal is dat Tou manova allerlei onheil sugge reert, zonder dat expliciet te ma ken. „Als dat goed lukt, vind ik dat immens mooi. Ik hou er niet van als een schrijver alles uit kauwt. Ik probeer een sfeer en een situatie zo te schetsen dat een lezer het zelf kan invullen, terwijl hij onbewust toch door mij wordt geleid." Het tweede verhaal in de bun del, 'Monoloog in een taxi', gaat over een chauffeur die zijn broer, wiens lijfwacht hij was, heeft verloren. In het kleine oeuvre van Toumanova lijken verlies en afscheid de belangrijk ste thema's. „Dat zou goed kun nen", reageert ze voorzichtig. „Het is een sterk emotioneel ge geven. Weggaan, elkaar verla ten, elkaar terugvinden, elkaar niet kunnen bereiken, dat zijn mooie uitgangspunten voor een goed verhaal." Onderschat 'De verbinding' is in een beperk te oplage verschenen, die alleen in Zeeland wordt verspreid. De echte opvolger van de voor de Vrouw Kuituur Debuutprijs genomineerde roman Ster, ster veling laat nog even op zich wachten. Toumanova: „Ik ben foto Liesbeth Kuipers nog niet aan een grote roman be zig. Ik probeer wat ideeën uit. Ik heb ontdekt dat je na het schrijven van één boek nog geen schrijver bent. Ik heb het gevoel dat ik weer terug bij af ben. Ie dereen zegt altijd dat het twee de boek het moeilijkst is. Ik heb dat onderschat, maar het is echt waar. Ik heb nu een bepaalde maatstaf waaraan een boek moet voldoen. Het moet beter worden dan Ster, sterveling. Ik ben de onbevangenheid die ik had bij het schrijven van mijn eerste boek verloren." Ernst Jan Rozendaal Veronica Toumanova: Ster, sterve ling - Uitgeverij De Geus, 18,90; De verbinding - Uitgave Cos Zeeland/De Geus, 3,- Toumanova is van maandag 19 tot en met donderdag 22 april te gast op scholen in Goes, Zierikzee, Vlissin- gen, Middelburg en Terneuzen. Morgen begint de Maand van de Vrij heid, waarvan het Festival Cultureel Gekleurd deel uitmaakt. Info: www.maandvandevrijheid.nl. Rudy Kousbroek De otterjonkies voelen zich al groot en willen hun moeder gaan bevruchten. Ze rollen, tollen, kronkelen en zuchten van terugverlangen naar de moederschoot. Een grote broer danst in dolf ij nen vlucht en aalsnel zijn zus na, meer dan nestgenoot. Zij borrelt en voorziet verdrinkingsdood diep onder hem, maar mag dan even luch ten. Het paren van de otters wordt weer spelen, 't Zijn eendere, geen andere rituelen. De mens bedacht de woorden vies en voos, de greppeldel, de pretslet, bandeloos en van die boterhammen, afgelikt, terwijl Calvijn goedkeurend naar ons knikt. Patty Scholten Als kleine jongen deed ik graag de boodschappen. Be halve één keer in de maand, als mijn moeder aan Mimosept toe was. Wat schaamde ik me wan neer ik in de winkel moest zeg gen wat er nodig was. Wat schaamde ik me wanneer ik met de aankoop over straat liep. Ge lukkig was het maandverband destijds nog zo groot dat ik me vrijwel volledig achter het pak kon verschuilen. Later kwam de tijd dat ik Penthouse of een an der dubieus magazine wilde aan schaffen. Soms, heel soms had ik net genoeg moed om de gênan te transactie door te zetten. Van vergelijkbare gevoelens heb ik last vanwege een door Tsead Bruinja en Daniël Dee samenge stelde bloemlezing met poëzie over de vrouwelijke genitaliën. Hoe vertel ik hoe dit boekje heet? De bundel is niet alleen vanwege de titel opmerkelijk. De samenstellers hebben zich se rieus van hun taak gekweten. Ze kondigen voor volgend jaar zelfs een mannelijke tegenhan ger aan. Nu valt er veel verhe vens over mannelijk schoon en vrouwelijk begeerlijks te zeg gen, maar aan de organen van de lust is juist weinig aantrekke lijks te ontdekken. Er bestaat in de schilderkunst misschien één grote uitzondering: 'De oor sprong van de wereld' van Gust- ave Courbet. Maar doorgaans wekken de vrouwelijke spleetjes op schilderijen vooral de spot lust op, en wat hangen die man nelijke instrumentjes er lullig bij! De dichters brengen het er niet beter af. Hun vocabulaire voor de vagina is voorspelbaar. H.C. ten Berge heeft het obligaat over 'haar schelp van de liefde'. De gynaecologische inzichten van onze poëten gaan dikwijls deze kant op. Lut de Block ge waagt van een oester. Joost Zrr german ontwaart 'iets zilts en rauws'. Herman Bro:. zegt te hunkeren 'naar de lucht van jouw doos'. En Fr* Criens wordt gelokt door b 'primuladorusje met haar bt dwelmende zeeïge geur'. Je ga vermoeden dat er iets mis is de intieme hygiëne in Net land en Vlaanderen. Natuurlijk wordt bij dit thea het spel grof, grover, grofst speeld. Door Jan Arends' zegt: 'Ze heeft/ een pisseb tussen de benen'. Nog eens do: Joost Zwagerman die de daad dus beschrijft: 'Ik ben k kwast/ en kleur haar schei- En door Jules Deelder die afc op dit gebied overbodig maai 'O peer/ O vijg/ O dop/ 0 dei O lek.' En zo nog bijna vierblao zijden. Het mysterie van de vagina in staat niet meer, als er zulke dichten worden geschreven. Es mysterie dat menigeen tot waar zin heeft gedreven, dat vele ik nen heeft verscheurd tussen grootste verlangen en de ste frustratie. Van de anj angst voor castratie, is nog iets terug te vinden in eet gedicht van Gerrit Komnj ore een heksachtige vrouw die he: een van binnen ingebouwde p: tenslijper aanbiedt. In 'Parent otters' van Patty Scholten \t het stopwoord van deze bloem zing niet. Maar het is het mooi ste gedicht uit de bundel. Een ge dicht waarin via de dieren mens wordt ontmaskerd. mens met z'n valse schaad over Penthouse, Mimosept e een bundel met de titel Kutfr dichten. Mario Molec'g Tsead Bruinja Daniël Dee fredj Kutgedichten. Poëzie over de won- welijke genitaliën in 69 en enige 0 dichten - Uitgeverij Passage Grn 11 gen, 96 pag./ €14,50. Liefde overwint alles en van de aangrijpendste uitspra ken die ik ken is afkomstig van de jongedame op deze foto. Haar naam was Mireille Havet en zij was een literair wonderkind, ontdekt door Apollinaire. Zij leefde van 1898 tot 1932. Deze foto is van 1912, daar is zij dus pas veertien en het ontbrak haar zo te zien toen al niet aan zelfbewustheid: ik kan mijn ogen niet van haar afhouden. Dat komt niet alleen door haar uiterlijk, het komt ook door de geest die zich er achter laat vermoeden, en dat is weer grotendeels gebaseerd op het stukje tekst waar ik het over had. Hier is het: 'Treurnis! treurnis, ik verdraag niets, ik heb de mannenhaat in mij, een met niets te verge lijken instinct voor verweer, voor vluchten en beledigen. Alles aan mannen zie ik als grof en belachelijk, ik heb een afkeer van hun lichaam, van hun geslacht, van hun begeerte. Voor mij zijn het verfoeilijke kindermakers en schenders van dromen, vijanden en beulen van onze tederheid en onze vrouwelijkheid...' Geen wonder dat zij de aandacht op zich ves tigde. Toen zij dat schreef was zij overigens al wat ouder, maar het is duidelijk dat zij ook op haar veertiende al indrukwekkend was, zij moet zo iemand zijn geweest die al op die leef tijd denkt en spreekt als een volwassene. Apol linaire moedigde haar aan en dankzij hem werd zij al gepubliceerd op haar 16de. Haar présence moet een mengsel zijn geweest van vroegrijpheid, provocatie, aantrekkingskracht en een briljante geest. Zij was een gevierde verschijning in de literaire salons, waarover zij schreef: 'Ik luister naar alles, ik zie alles, en deson danks is mijn hart afwezig en mijn hoofd ver vuld van een wonderlijke, gonzende vloed. Ik glimlach maar wat, onbeschaamd, bloots hoofds, naar de menigte die zich vergaapt aan mijn scandaleuse jeunesse, mijn schandelijke jeugd.' Zo was Mireille Havet bezig bekend te worden toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak. Apolli naire werd militair, raakte gewond, en de oor log was nog niet voorbij of hij stierf aan de Spaanse griep. Het is mogelijk dat dat, plus het voorbijgaan van haar scandaleuse jeunes se, heeft bijgedragen aan haar latere verbitte ring. Ze moet er toen ook anders hebben uitge zien dan op deze foto: naar het schijnt als een vamp met een kwaadaardig uitziend rottinkje, kortgeknipt haar en een lange cigarettepijp. Maar al lang daarvoor etaleerde zij een uitda gende voorkeur, zeker voor die tijd, voor haar eigen geslacht, en schijnt zij er een sport van te hebben gemaakt om keurige dames uit haar kunstminnende"publiek te verleiden. Uit die tijd dateert ook de daarstraks geciteerde pas sage. Ik ervaar die nog steeds als onthutsend en ik heb vaak geprobeerd te achterhalen waarom. De sleutel is geloof ik dat ik mij betrapt voel; die hele omschrijving slaat op mij. Ze doorziet mij, schandelijke egoïst, grof en belachelijk, vol lage belustheid en blinde begeerte - dat ben ik, in het diepst van mijn gedachten. Die tederheid en die vrouwelijkheid, dat is nu juist precies wat ik voor mijzelf wil hebben, ik wil juist alles doen wat van haar niet mag: vrouwen aanhalen, aan ze zitten, aan hun lichaam, hun geslacht, hun begeerte is wat ik wil. Veel is bij mij hetzelfde maar omgekeerd: het schenden van dromen is bij mij het koesteren van dromen, de vijand is juist een bondgenoot, de beul - ja wat is het omgekeerde van een beul? Trooster? Kusser? Liefkozer? Streler? Ook die veertienjarige met haar boek is bij mij vrees ik niet veilig: ik denk aan wat er onder haar blouse zit, onder haar jurk, mijn voorstel lingsvermogen houdt daar niet op ook al moet dat eigenlijk. En ook ik heb dat typisch man nelijke fantasme dat ik haar misschien wel zou kunnen bekeren. Liefde overwint immers alles. Zij zegt: ik heb de mannenhaat in mij; ja, zeg ik dan, dat heb ik ook! dat begrijp ik zo goed: mannen zijn afschuwelijk. Maar ik niet, ik ben een uitzondering. Andere mannen zijn nergens voor nodig, die kunnen gemist wor den, maar ik, verfoeilijke kindermaker, al die adorabele kindermaaksters wil ik voor mij zelf. De hele dag, de hele nacht, om naar te luisteren en kinderen mee te maken. Mireille Havet publiceerde nog de roman Car naval (Albin Michel 1923), raakte aan de drugs en stierf aan tuberculose in 1934. Fotograaf onbekend, 1912

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2004 | | pagina 22