PZC
Kort en Bondig wil
de arbeider terug
naar de solidariteit
Het dier centraal in De Osseberg
Effe heftig rocken tegen kanker
Dodewaard
kunst
Prestigieuze
prijs voor
Middelburgse
kunstenares
vrijdag 25 april 2003
Sloopafval
Cocon
Klap
Landelijke CAO
Ribbels
Spelplezier
Veertig jaar wachten op de sloop
door Maurits Sep
Stroom maken deed de kerncentra
le Dodewaard al een paar jaar niet
meer. Nu ook de allerlaatse splijtstof
staven zijn afgevoerd naar Engeland,
wordt het complex hermetisch afge
sloten. Daarna begint het lange wach
ten tot de straling bijna weg is. Over
veertig jaar gaat de centrale tegen de
vlakte.
Chris Loos werkt op de enig overge
bleven Nederlandse kerncentrale
waar elektriciteit wordt geprodu
ceerd, die in Borssele. Hij onderzocht
vijf jaar lang met een team Zeeuwen
hoe de Dodewaardse kerncentrale
kan worden geconserveerd voordat
die wordt gesloopt. Eigenlijk was de
opdracht vrij simpel, vindt Loos. Sa
mengevat: voorkomen dat door roest-
vorming radioactiviteit uit de centra
le in de omgeving komt.
IJzer gaat roesten als het nat wordt,
dus de vochtigheid in het complex
moet laag zijn. Dat wordt bereikt door
ervoor te zorgen dat de lucht in het ge
bouw droog is. Door drukverschillen
tussen de afzonderlijke gebouwen
stroomt de lucht van het minst be
smette naar het meest besmette ge
bouw (het reactorgebouw). De venti
latielucht komt dankzij een filter
weer schoon naar buiten, zodat geen
radioactiviteit in de omgeving te
rechtkomt.
Ongeveer de helft van het complex is
licht radioactief besmet, waaronder
het reactorgebouw, het turbinege
bouw, het afvalgebouw en het venti
latiegebouw. De schone gebouwen
worden binnenkort gesloopt, de be
smette gebouwen blijven veertig jaar
staan. In die periode verliezen ze lang
zaam een groot deel van hun radioac
tiviteit. In 2045 is daar zo weinig van
over dat ook die kunnen worden afge
broken. Het reactorvat en de beton
nen afscherming zijn dan nog radio
actief. Ze worden daarom in stukken
gezaagd, verpakt en, met de andere
delen die nog straling bevatten, naar
de Covra in Nieuwdorp gebracht en
opgeslagen. Het sloopafval dat niet
meer straalt, kan worden hergebruikt
of gestort.
De Gemeenschappelijke Kernener
giecentrale Nederland, exploitant
van Dodewaard, heeft in 1998 de col
lega's in Borssele benaderd om te hel
pen met het conserveren van de cen
trale. „Omdat wij net als Dodewaard
een commercieel bedrijf zijn dat
stroom maakt en kennis van kern
energie heeft. Maar ook met het idee:
Borssele komt toch ook een keer aan
de beurt", zegt Loos.
Met zijn projectteam heeft hij onder
zocht hoe de kerncentrale Dodewaard
zonder gevaar voor de omgeving veer
tig jaar lang kan blijven staan om uit
te stralen. De eerste stap is de bron van
de straling weg te nemen. Dat is ge
beurd nu de laatste splijtstofstaven
zijn afgevoerd naar de opwerkingsfa
briek BNFL in het Engelse Sellafield.
Stap twee is het leegmaken van alle
systemen (water, olie), zodat er geen
vocht meer is dat zich door het com
plex kan verspreiden. Al het losse
materiaal dat radioactief is, wordt
verpakt naar de Covra gebracht. Ver
volgens wordt de centrale schoonge
maakt.
Pas daarna kan de zogenoemde veili
ge insluiting van het complex worden
voltooid. Dat betekent dat ramen en
deuren worden verwij derd en de gaten
die zij achterlaten, worden dichtge
metseld. Zo ontstaat een dicht kapsel
rond de radioactieve systemen. Tegen
de binnenwand van het turbinege
bouw wordt een soort plastic laag ge
spoten, die als een interne cocon zorgt
voor extra bescherming. De aanleg
van een nieuw ventilatiesysteem zorgt
ervoor dat de lucht droog blijft.
De veilige insluiting moet in mei 2005
klaar zijn. Tot die tijd blijft EPZ nog
als raadgever bij het project betrok
ken, zegt Loos. „Daarna moeten de
mensen van Dodewaard het zelf
doen." Dat kan ook gemakkelijk,
want veel werk is er dan niet meer. De
centrale moet rustig blijven staan.
Minimaal één keer per jaar wordt ge
ïnspecteerd of alles nog goed gaat - of
het niet toch ergens is gaan roesten.
Vanuit een controlekamer wordt op
De kerncentrale in Dodewaard; over veertig jaar moet de radioactieve straling zo zijn afgenomen dat de gebouwen kun
nen worden gesloopt. luchtfoto ANP
afstand dagelijks toezicht gehouden.
Loos wil er eigenlijk nog niet over na
denken, maar enkele ervaringen die
zijn opgedaan in Dodewaard zijn ook
toepasbaar in Borssele, beaamt hij.
„Wij denken nu allemaal vooral posi
tief aan de toekomst, zeker tot na
2014, maar ik vind dat het deson
danks geen kwaad kan om eens na te
denken welke lessen wij uit dit project
kunnen trekken. We hebben een in
tern opleidingsinstituut voor opfris
cursussen. Daar zou het besproken
kunnen worden. En we zouden de op
gedane kennis eens op onze centrale
kunnen leggen."
De aanpak van de veilige insluiting
zou hetzelfde kunnen zijn, stelt Loos.
Maar er zijn ook al direct verschillen
te constateren. Het turbinegebouw in
Borssele is niet radioactief besmet.
Dat kan dus onmiddellijk worden af
gebroken zodra de centrale uit bedrijf
is genomen. Dat geldt voor meer ge
bouwen, stelt Loos. „Er is hier in eer
ste instantie meer te slopen."
De emotionele betrokkenheid die
Loos wel voelt bij de Borsselse centra
le, ontbrak aanvankelijk bij het pro
ject in Dodewaard. „Zeker toen we
daar vij f j aar geleden binnenkwamen,
begrepen we maar weinig van de ge
voelens van het personeel daar. De
centrale was al twee jaar gesloten, dus
het was verrassend om te zien dat die
klap zo nadenderde. Later zijn we dat
beter gaan begrijpen."
Het bleef echter een zakelijke op
dracht. „Dat ligt er ook aan hoe je zelf
in het leven staat", nuanceert Loos.
„Voor mij is en blijft een kerncentrale
een stuk techniek, dat een keer op
houdt te werken. Het is wel gemakke
lijker te begrijpen en te accepteren als
dat einde samenvalt met het einde van
de economische en technische levens
duur."
De kerncentrale Dodewaard was eco
nomisch nog niet 'op' toen in 1997 de
knop werd omgedraaid - er waren
plannen voor modernisering. Na pak
weg dertig jaar kwam onverwacht een
einde aan de productie van nucleaire
stroom langs de Waal. En over veertig
jaar zal van die historie niets meer te
zien zijn. Het terrein wordt weer wat
het was, een groene weide.
De mensen in de omgeving zullen de
kerncentrale nog gaan missen, voor
spelt Loos. „Die ligt daar zo mooi. Als
je de dijk oprijdt, en je ziet de uiter
waarden van de Waal. Een schitteren
de plek. En de centrale, een markant
gebouw maar zeker niet lelijk.
door Jeffrey Kutterink
VLISSINGEN - Afspraakjes
maken met de baas over minder
loon voor meer vrije tijd is men
sen een rad voor ogen draaien.
Stelt althans de nieuwe vak
bond Kort en Bondig. Want wie
niet goed ligt bij de baas, kan
fluiten naar die mooie regelin
gen. De bond, opgericht door
boze Zeeuwse FNV'ers, laat
daarmee voor het eerst een ei
gen, afwijkend geluid horen.
Kort en Bondig schreeuwt wel
dat het anders is dan de FNV,
CNV en de Unie, maar met dit
inhoudelijke standpunt zet de
bond pas echt de toon. De vraag
is of, om met Kort en Bondig te
spreken, de arbeiders dat ook zo
zien. Kort en Bondig bestaat of
ficieel nog niet. Maar volgens J.
la Gasse, interim-voorzitter van
het bestuur, moet de bond uiter-
lij k 1 mei - de dag van de arbeid -
zijn opgericht. De vertraging
komt doordat de notaris offici
eel nog zaken moet regelen.
De nieuwe vakbond lijkt zich in
elk geval te willen richten op
mensen met de lagere inkomens.
Veel te lang hebben vakbonden
het spel van de werkgevers mee
gespeeld en rechten van werk
nemers verkwanseld, vindt
Kort en Bondig. Werkgevers
zien hun kans schoon en drijven
onderhandelingen op de spits,
met de dreiging van massaont
slagen als gevolg van de econo
mische recessie.
Met de oplopende werkloosheid
denken werkgevers volgens
Kort en Bondig een machtig wa
pen in handen te hebben. Maar
het machtigste wapen, waar
schuwen de boze Zeeuwen, is
'nog steeds de macht van de
werknemers'. Want zonder hen
zijn de verhogingen van salaris
sen van topmanagers niet moge
lijk. Zonder hen vallen er geen
pensioenen voor het hogere ka
der veilig te stellen. En zonder
werknemers draait geen bedrijf,
is de filosofie.
In plaats van poldermodel en
CAO a la carte (werknemers
kiezen bijvoorbeeld meer tijd
voor minder salaris) isRorten
Bondig voorstander van e
landelijke overeenkomst 2
alle werknemers. „AlswerW
vers zaken met werknemerski
len regelen, is dat prima" J
La Gasse. „Maar dan
aanvulling en verbeter™ Z
een landelijke CAO. Die W
gelden voor alle werknen»
binnen een bedrijfstak en niet
voor mensen die werkenbiiK#
bepaald bedrijf. Want <C
die niet goed ligt bij zijnbaas is
daar de dupe van."
Door toe te werken naar oo
maat gesneden arbeidsovereen
komsten worden werknemers
nog verder verdeeld, stelt Li
Gasse. De bond stelt zich vooral
zorgen te maken over mensen
met een inkomen dat gelijk is
aan het sociaal minimumofw
daarboven.
Kort en Bondig vraagt zichafof
'een werknemer die zijn eigen
zaakjes met de baas heeft weten
te regelen, nog zijn belangenop
het spel zet voor een collegadie
het minder heeft getroffen'. De
vakbond vreest dat solidariteit
dan ver te zoeken is. La Gasse
„Werknemers zijn werknemers,
of ze nu werken in bedrijf a d
bedrijf b, ze verdienen allemaal
geld voor de bazen en ze vei*
nen allemaal dezelfde rechten.'
Advertentie)
A3.00ui1191
,'s^
door Ernst Jan Rozendaal
GRIJPSKERKE - De tweede
expositie' die boerderijgalerie
De Osseberg in Grijpskerke
heeft georganiseerd in het kader
van Het jaar van de Boerderij
staat in het teken van het dier.
Nadat vorige maand de nadruk
lag op karakteristieke Zeeuwse
boerenhoeves, meestal van eni
ge afstand gezien, is ditmaal
werk te aanschouwen van kun
stenaars die erf, stal, weiland of
natuurgebied hebben betreden.
AMSTERDAM - De in Middel
burg opgegroeide kunstenares
Natasja Boezem (Leerdam,
1968) heeft een basisprijs van de
prestigieuze Prix de Rome 2003
gewonnen.
Ze deed mee in de categorie
kunst in de publieke ruimte. De
prijs, 5000 euro, wordt op 26 ju
ni uitgereikt. Tegelijk begint
een tentoonstelling met werk
van de prijswinnaars van de
Prix de Rome.
De locatie van de prijsuitreiking
en de tentoonstelling wordt nog
bekendgemaakt. Boezem wist
al enige tijd dat zij in elk geval
de basisprijs zou krijgen. Ze be
hoorde tot een groep van twaalf
genomineerden die aan de jury
van de Prix de Rome een pro
jectvoorstel hebben gedaan.
Daarvan zijn vier kunstenaars
uitgekozen die drie maanden de
gelegenheid hebben gekregen te
werken in een atelier van de
Rijksacademie voor de Beelden
de Kunst in Amsterdam.
Boezems project ging over het
syndroom van Stendhal, waar
mee ze zich al vaker heeft bezig
gehouden. Dat is een aandoe
ning die mensen kunnen krijgen
als ze worden geconfronteerd
met iets van grote schoonheid.
Voor haar project legde Boezem
een link tussen de Santa Croce
kerk in Florencewaar de schrij -
ver Stendhal het naar hem ge
noemde syndroom opliep, en
een flat in Amsterdam Osdorp.
De overige prijswinnaars in de
categorie kunst in de ^publieke
ruimte zijn James Beckett (eer
ste prjs), Katrin Korfmann
(tweede prijs) en Tomoke Take
(basisprijs).
Frans Peeters uit Middelburg
heeft nog enkele schilderijen
bijgedragen die op de vorige
tentoonstelling niet hadden
misstaan. In acrylverf schilder
de hij twee keer een akker bij
Kleverskerke en ook twee keer
een Zeeuws-Vlaams vlasveld.
Hij heeft in deze schilderijen
oog voor het gewas, maar meer
nog voor de lijnen in het land
schap. Behalve uitbeeldingen
van een vertrouwd landschap
zijn deze schilderijen daarom
ook bijna abstracte vlakverde
lingen. In het schilderij 'Berm'
heeft Peeters ingezoomd op de
wildgroei van gewassen aan de
kant van de weg. Dit werk is veel
expressiever dan de afgewogen
composities van landschappen.
Het Zeeuwse dierenleven heeft
de Middelburgse schilder vast
gelegd in aquarellen. Bij de
uitbeelding van Zeeuwse trek
paarden slaagt hij erin de licht
val in waterverf te vangen. Een
enkele keer - in het werk 'Op
stal' bijvoorbeeld - is zijn pen
seelvoering wat te geforceerd,
waardoor de tinten niet hele
maal in elkaar overvloeien en de
indruk van een invuloefening
ontstaat. Tussen de Zeeuwse
paarden van Peeters hangt één
pastel van Ineke Streefland met
hetzelfde onderwerp. Haar ove
rige pastels hangen op andere
wanden in de galerie, omdat
daarop vooral schapen zijn uit
gebeeld. Haar gestreepte paar
den in een stal roepen niet direct
associaties op met Zeeuwse
trekpaarden. In dit werk gaat
het vooral om de naar abstractie
neigende compositie en het op
vallende kleurgebruik.
Warme kleuren en een geraffi
neerd gebruik van het medium
pastel zijn kenmerkend voor
Streeflands werk. De ribbels in
de hoorn van een schaap worden
bijna tastbaar juist omdat de
kunstenares ze heeft weergege
ven in de streepjesachtige tech
niek die velen als een beperking
zouden ervaren. Maar de beper
kingen van het genre zijn bij
Streefland juist een sterk wa
pen. Ze weet de sfeer van de stal
of het boerenerf, het zonlicht op
de rug van een paard of de kop
van een schaap treffend weer te
geven, zelfs als ze kiest voor een
kleurstelling die op het eerste
gezicht niet realistisch aandoet.
Hans Keukelaar uit Kortgene is
een kunstenaar die geen uiterste
detaillering nodig heeft voor
werken met een grote zeggings
kracht. De Osseberg toont gou
aches die hij heeft gemaakt van
Heckrunderen. Soms zijn ze
vervreemdende, zwarte elemen
ten in een ruw en raak neergezet
Zeeuws landschap. Het mooiste
is de grote zwarte stier, de con
touren maar nauwelijks waar
neembaar, die hij wild heeft
neergezet in rood. Een boos,
krachtig, expressievol werk.
Naast het tweedimensionale
werk van Keukelaar, Peeters en
Streefland toont De Osseberg
beelden van Juul Camps, Hans
je den Hollander en Miems van
Citters. Dat van de twee laatst
genoemden maakte ook deel uit
van de vorige expositie, nieuw
zijn de sculpturen van de uit
Delft afkomstige Camps. Ze
heeft een voorkeur voor de
vrouw in al haar verschijnings
vormen: slapend, verleidelijk,
dromend. Veel van haar beelden
lijken bijna vanzelfsprekend uit
natuursteen onstaan.
De expositie in De Osseberg in
Grijpskerke (gelegen vlak achter
Sint Laurens) duurt tot en met 3 mei,
open dit/m za 14.00-17.00 uur. Vrij
dag geeft pianist Rien Balkenende
een concert in de galerie waarbij hij
met het spelen van La Colombe van
Messiaen aansluit op het thema die
ren. Aanvang: 20.00 uur.
Mamilla: (vlnr) Henri de Bruin, Bas Matthijsse, Ruud Aerssens en Rick de Visser.
foto
Willem Mie®
Ineke Streefland weet de sfeer van de stal of het boerenerf goed weer te geven in haar werken.
foto Lex de Meester
doorErnst Jan Rozendaal
RENESSE - Wie de jaartallen
bekijkt in de discografie van de
Zeeuwse rockgroep Mamilla -
voorheen Mamilla Paradise -
zou de indruk kunnen krijgen
dat de groep het afgelopen de
cennium nooit is weggeweest.
Zes (demo-)albums in tien jaar
tijd. Toch hing vijf jaar geleden
het voortbestaan aan een zijden
draadje, toen bleek dat zanger-
/gitarist Ruud Aerssens kanker
had. Hij kwam er bovenop en nu
is de band terug, hechter dan
ooit. „Als ik muziek maakte,
was ik even niet met mijn ziekte
bezig."
De hechte en vrolijke manier
waarop Mamilla tegenwoordig
te werk gaat - zondag toont de
formatie een staaltje van haar
kunnen in De Stulp in Renesse -
is niet los te zien van Aerssens'
ziekte. Hij is altijd de drijvende
kracht geweest achter de band,
die als Mamilla Paradise in 1995
de finale haalde van de Zeeuwse
Belofte en speelde in voorpro
gramma's van Normaal en De
Dijk. Begin jaren negentig legde
hij met gitarist Rick de Visser de
basis voor de band. Lekker
klooien in de oefenruimte, sa
men sleutelen aan stevige rock
nummers.
Maar na het eerste optreden, in
1994, hield De Visser het voor
gezien. „Ik ben een podium-
dier", vertelt Aerssens. „Rick
toen niet. Hij vond het helemaal
niet fijn op hefpodium.De Vis
ser beaamtdat. „Hoewel we uit
stekend met elkaar overweg
konden, verwaterde het contact
daarna eigenlijk meteen."
Totdat Aerssens ziek werd. De
Visser kwam diens vrouw tegen
in de supermarkt in Oost-Sou
burg. „Ze vertelde dat Ruud
ziek was en vroeg of ik langs wil
de komen. Ik besloot mijn gitaar
mee te nemen." Een gouden
greep. De Visser deed precies
wat de ritmesectie van Mamilla
- bassist Bas Matthijsse en
drummer Henri de Bruin - ook
deed, Aerssens een hart onder
de riem steken door met hem te
musiceren. In de slechtste perio
de van zijn ziekte, als hij elke
vier weken voor een chemokuur
naar het ziekenhuis moest,
kwamen ze in de laatste week
voorzichtig vragen of hij mee
wilde doen.
„Elke week voor de opname
kwamen ze me halen", zegt
Aerssens terugkijkend. „Die
steun was mij heel wat waard.
Daaruit blijkt dat het in een
goede band om meer gaat dan
muziek maken. Ik heb nooit ge
dacht dat alles voorbij was, ik
ben altijd van het positieve uit
gegaan. Daar heeft de band mij
geweldig mee geholpen. Mijn
passie voor muziek maakte dat
ik eventjes alles kon vergeten.
Als we in die periode de oefen
ruimte ingingen, was het om ef
fe te rocken, en niet zo zacht
ook."
De Visser besloot dit keer bij
Mamilla te blijven. „Eigenlijk
ben ik erin gelokt", vertelt hij
lachend. „Ruud was ziek, ik ben
mee gaan spelen en op een gege
ven moment kwam de vraag of
ik mee wilde optreden." Volgens
Aerssens had De Visser zijn ta
lent verspild als hij niet op die
vraag was ingegaan. „Ik werk in
een muziekwinkel, ik ken veel
popmuzikanten, maar zo'n ta
lent ben ik nog nooit tegengeko
men. Ik ben blij dat ik met hem
kan spelen. Dat is eigenlijk on
gelooflijk, als je nagaat dat hij
zes jaar lang zijn gitaar niet
meer had aangeraakt. Hij is ook
degene met wie ik muzikaal het
beste overweg kan. Ik hoef mijn
liedjes nooit aan hem uit teleg-
gen. Hij begrijpt meteen wat»
bedoel en dan gaat het met ova
de noten of de akkoorden.®
over emotionele lading.
Door de gebeurtenissen wijs®-"
worden, doet de groep tegen
woordig alleen nog wat zeZ
wil. De rockmuziek is stflS
dan ooit-denk aan Iron Mai®
en Deep Purple - wedstrijdenen
talentjachten worden *>o
gemeden en het speip
staat voorop. Aerssens: e
allemaal ouwe rockers, in
formule hebben we sein*
valt nooit een zwaar woo
heel bijzonder is in een ban
ons spelplezier straalterz
af dat het publiek dat °PP
Ook technisch weten w
wanten, er komen yaa'
kanten naar ons kijken-
een kick. De grootste ie
dat we juist uit die hoek bi]
van onze eerste °Ptre pen:
mijn ziekte koorden
'Welcome back.' Datzeg
Optredens Mamilla: zondagg
Stulp Renesse om 16.0 0ren
mei Arsenaaltheater v>- j#
zon 25 mei The Music 1W»
Roosendaal 16.00 uur.