Als een boer geen
opvolger heeft
Vliedberg herinnert aan gevoel van onveiligheid
PZC
In de oorlog veranderde de
Oranjegezinde straatnaam
24
Stoppen
met bedrijf
is steeds
vaker optie
5
Nieuwe Raadkaart
woensdag 7 november 2001
De opkoopregeling die
minister Brinkhorst
van Landbouw heeft inge
steld voor veehouders mag
zich in een stormachtig ont
haal Verheugen. Er hebben
zich veel meer boeren aange
meld dan was verwacht; ver
uit de meeste aanvragen ko
men uit Noord-Brabant. De
animo in Zeeland is gering.
Dat komt vooral omdat de
akkerbouwbedrijven in de
provincie nog altijd de over
hand hebben en daarvoor
geldt de regeling niet. Toch is
er ook bij akkerbouwers een
groeiende belangstelling
voor het beëindigen van het
bedrijf. Ze staan, anders dan
bij de veehouderij niet in de
rijmaar ermee stoppen is
steeds meer een serieuze op
tie.
Het ontbreken van een opvol
ger is voor de meeste akker
bouwers de belangrijkste reden
om tot bedrijfsbeëindiging over
te gaan. Als er wel een opvolger
is, dan wordt het bedrijf vrijwel
nooit verkocht, ervaren advi
seurs B. Tramper en P. Mangus
van de Zuidelijke Land- en
Tuinbouw Organisatie (ZLTO).
Dat heeft te maken met traditie,
verknochtheid aan de grond
waar vele generaties op boerden
en omdat het boer-zijn gewoon
in de genen zit. „Het is een erfe
lijke belasting", zegt Tramper.
„We kennen heel weinig mensen
die hun bedrijf vanwege de hoge
grondprijzen aan de kant doen.
Verkoop is meestal pas een
tweede alternatief", aldus de
ZLTO-adviseur. Om er aan toe
te voegen dat de hoge grondprij
zen die momenteel aan de orde
zijn, natuurlijk geen beletsel
zijn om te verkopen. Erzijnnog-
al wat boeren die, als verkoop
niet zo simpel is, op.de boerderij
blijven en gronden onder flexi
bele voorwaarden verhuren of
verpachten. De mogelijkheden
daarvoor zijn volgens Mangus
soepeler geworden.
Opvolging
Bedrijfsopvolging of -beëindi
ging is geen zaak die even van de
ene dag op de andere geregeld
wordt.
Tramper vertelt dat opvolging
een steeds langere periode in be
slag neemt. Het kost tegenwoor
dig zo'n twaalf jaar om alle ha
ken en ogen op een rij te zetten
en de bedrijfsovername (meest
al door zoon of dochter) goed op
de rails te krijgen. „Overname
wordt steeds ingewikkelder en
wordt daarom steeds meer uit
gesteld." De weinig florissante
situatie in de akkerbouw doet er
ook geen goed aan, stelt Man
gus. „Het wordt steeds moeilij
ker op het bedrijf zelf de kost te
verdienen." Belangrijk is dat
veel ondernemers boer-zijn als
een roeping beschouwen, beto
gen de adviseurs. „Je moet het
echt zien zitten, maar je krijgt er
ook veel voor terug."
De akkerbouwsector in Zeeland
heeft goede vooruitzichten, on
derstreept Tramper. Hij wijst op
de Vijfde Nota over de Ruimte
lijke Ordening, waarin Zuid
west-Nederland hoofdzakelijk
als agrarisch gebied is aange
duid. „Daar zal het beleid dan
ook adequaat op afgestemd
worden." Dat Zeeland en Goe-
ree-Overflakkee worden aange
wezen als Nationaal Landschap
zien de ZLTO-ers niet als een
foto Dirk-Jan Gjeltema
belemmering. „Misschien dat
het minder gunstig is voor de in
tensieve veehouderij - voor zo
ver dat al niet is afgegrendeld -
maar je kunt de aanwijzing ook
als een stimulans zien. Een be
vestiging dat het agrarisch
landschap blijft."
Onttrekken
Dat er plannen zijn om vele hec
tares aan het landbouwareaal te
onttrekken - onder meer in
West-Zeeuws-Vlaanderen en
rond het Veerse Meer, voor dijk
verzwaring en waterberging -
hoeft niet te betekenen dat de
boeren buitenspel komen te
staan. De ZLTO-ers verwachten
niet dat het aantal bedrijfsbe
ëindigingen er sterk door zal
stijgen. Boeren kunnen ook een
rol vervullen bij (agrarisch) na
tuurbeheer.
„Het gewoon verkopen van dui
zenden hectares grond aan de
natuurbeschermings wordt
minder. Dat is een heel dure
vorm van natuurbeheer. De
goedkoopste landschapsbe
heerder is nog altijd de boer",
meent Tramper.
Bedrijven die niet worden opge
heven zullen wel op een andere
leest geschoeid moeten worden,
geeft hij aan. Verbreding is één
van de ontwikkelingsmogelijk
heden. Met name op kleinere be
drijven zijn nevenactiviteiten
(in de sfeer van onder meer zorg,
recreatie en natuurbeheer) of
een parttime-baan erbij, onont
beerlijk. Ook verwacht Tramper
dat de noodzaak tot samenwer
king zich nadrukkelijker aan
dient. Hij kondigt aan dat de
ZLTO samen met zusterorgani
saties daartoe op korte termijn
een project optuigt. Dat moet
het boeren gemakkelijker ma
ken om tot samenwerking te ko
men. Het Zeeuws Agrarisch
Jongeren Kontakt is daar ook al
druk mee doende.
Van een warme sanering zoals in
de veehouderij aan de orde is,
zal in de akkerbouw geen spra
ke zijn. Er zijn wel saneringsre
gelingen in de maak, maar daar
moeten de boeren geen al te ho
ge verwachtingen van hebben,
waarschuwt Mangus. „Het zal
heus niet zo zijn dat er grote
zakken met geld gegeven wor
den." De belangrijkste groep
waarmee de adviseurs te maken
hebben zijn de ondernemende
agrariërs, die door willen gaan.
Daarnaast boeren die geen op
volger hebben.
Tramper: „Kinderen hebben
geen ambitie, mede door onvol
doende zicht op toekomstper
spectief. Je moet én ondernemer
De raadkaart van vorige
week leverde veel goede op
lossingen op. De Wilhelmina-
straat in Wemeldinge stond op
de prentbriefkaart en veel in
zenders voegden daaraan toe de
naam die officieus gebruikt
wordt: de Baene. M. Dagevos uit
Wemeldinge veronderstelt dat
de bijnaam in de Tweede We
reldoorlog is ontstaan, toen
koningsgezinde uitingen en be
namingen door de Duitsers ver
boden waren. T. Felius uit Ka-
pelle geeft een uitgebreidere
verklaring. De vroegere naam
van de straat was de Oosthoekse
Baan en werd 'op verzoek van
enige ingezetenen' 31 augustus
1898 gewijzigd in Wilhelmina-
straat. Op die dag werd Wilhel-
mina achttien jaar en besteeg ze
de troon. Op last van de bezetter
werd 26 maart 1942 de naam
Wilhelminastraat weer veran
derd in De Baan, maar op 28 ok
tober 1944 keerde de naam weer
terug, aldus Felius, die in de
straat geboren is en er tot 1957
gewoond heeft. Er is veel veran
derd, maar toch is het meeste
nog goed herkenbaar gebleven,
schrijft deze inzender. Er waren
veel middenstanders in de
straat gevestigd en Felius
noemt: café Verschuure (nu een
galerie), hotel Smits, café Mar
iene Sonke en dochter Corrie
(nu restaurant De Oude Sluis),
kapper Willem Weststrate, de
fietsenzaak van Piet Weststrate,
schoenmaker Laven, de winkel
van Jaap Ruissen waar van alles
te koop was, drie bakkers: De
Looff, Lindenbergh en Nico Fe
lius (nu bakkerij Filius).
Ook het postkantoor stond er en
aan het eind van de straat was
de lagere school, met vlakbij de
snoepwinkel van Lutein. „Mijn
eerste nieuwe fiets, merk Mag
neet, kocht mijn vader bij de
fietsenzaak van Kees Bruinoo-
ge. Je kon ook petroleum kopen
bij De Leeuw, die ging met een
karretje, waarop een vat was ge
monteerd, zijn petroleum bij de
mensen bezorgen. Onze buur
man was slager Koopman, die
zelf slachtte. Naast café Ver
schuure had je in de tuin een
muziektent. Muziekvereniging
OKK speelde daar en dan kon je
frites kopen bij de wagen van
Kuzee uit Hansweert." L. Phi-
lipse uit Weert noemt uitbater
Jan Verschuure, die ook in olie
enscheepsbenodigdheden deed,
een markant persoon in Wemel
dinge; altijd vrolijk en in voor
een grap. „Als zoon van de
hoof dmeester van de School
met den Bijbel was dat café voor
mij eigenlijk verboden, in ieder
geval onbekend terrein. Je
moest ook na de deur nog door
een dik rood gordijn. Ik weet dat
omdat ik er één keer kwam, min
of meer ongewild. Na een con
cert van de mondharmonicaver
eniging Concordia,'waarvan ik
lid was. Vrienden gingen ook en
ik dronk bier, dat ik als dertien
jarige vies vond. Toen ik eruit
kwam voelde ik me een beetje
een zondaar." „Veel winkels zijn
verdwenen door de veranderin
gen in de scheepvaart, het nieu
we Schelde-Rijnkanaal en het
verdwijnen van de sluizen",
meldt J. Oudeman uit Wemel
dinge. „De horecabedrijven
zijn, zij het met de nodige veran
deringen, gebleven en nieuwe
bedrijven zijn gesticht." De
mensen op de foto zijn deze in
zender onbekend.
F. Wondergem-van Oosten weet
ook geen namep maar vertelt
dat het om twee zusters gaat die
leurden met mossels en uit Yer-
seke kwamen. J. Heijboer-de
Mul uit Goes weet de namen van
de in klederdracht gestoken
meisjes. Het zijn Adriana de
Mui-Duindam en Maria van
Oosten. Voor het graven van het
Kanaal door Zuid-Beveland
(1866) liep de Baene door tot
waar nu de Schoudeeweg is,
meldt J. de Neef uit Wemeldin
ge. „Een klein Baentje is lange
tijd bestaand gebleven rechts
naast camping Linda aan de
Oostelijke Kanaal weg." Vol
gens hem zijn de mannen rechts
op de foto Johan Drost (domi
neeszoon) en Antoon Houteka
mer. Hij noemt namen van de
meisjes Adriana Duindam (ge
huwd met Piet de Mul) en Maria
de Goffau.'De winnaars van de
waardebonnen zijn: A. C.
Schouwenaar, Wemeldinge, T.
van Es-van Nimwegen, Wemel
dinge en A. van Overloop, Ka-
pelle.
Rinus Antonisse
én agrariër zijn. Ook naar je om
geving kijken, wat de mogelijk
heden zijn. Als ik een autobe
drijf wil beginnen, doe ik dat
ook niet in de Biezelingse pol
der."
Regelgeving
Naast het ontbreken van een op
volger is de almaar omslachti
ger wordende regelgeving een
reden om ermee op te houden.
„Er komen steeds meer regels,
men ervaart dat als een last, als
bedreigend", merkt Mangus op.
Ook emigratie-plannen spelen
mee. De belangstelling daar
voor neemt toe, met name onder
jongere boeren. „De stap zelf
zetten is niet eenvoudig. Je moet
aan nogal wat vooxwaarden
voldoen en het is heel ingrij
pend." Tramper vraagt zich af
of de vooruitzichten in verre
landen wel zoveel gunstiger
zijn.
Ook elders is het niet allemaal
rozengeur en maneschijn in de
agrarische sector. „Als je een
ondernemende agrariër bent,
heb je hier zeker toekomst. Je
moet niet teveel naar Den Haag
of Brussel kijken, maar j e moge
lijkheden zelf zien te ontwikke
len. Dat kan samen met ZLTO-
advies."
Rinus Antonisse
Een nieuw dorpstafereel uit
de collectie van Hans Lin
denbergh. De vragen die moeten
worden beantwoord zijn: om
welk dorp gaat het en hoe heet
de straat. Wie nadere bijzonder
heden weet over de mensen op
de kaart, de toenmalige bewo
ners van de huizen en de omge
ving, wprdt gevraagd dat door-
te geven aan de redactie.
Oplossingen kunnen tot en met
uiterlijk maandag 12 november
worden gezonden aan de redac
tie PZC Buitengebied, postbus
18,4380 AA Vlissingen, fax
0118-470102, e-mailredac-
tie@pzc.nl.
Voor de inzenders van goede op
lossingen zijn dx-ie waardebon
nen beschikbaar-.
'I-.
illustrati
Vliedberg
Westzijde Heuvelsweg, ten noorden van Zierikzee
Waarschijnlijk in de elfde eeuw
Militaire versterking
Op diverse plaatsen in Zee
land bevinden zich in het
landschap kleine heuvels. We
noemen ze vliedbergen en ook
op Schouwen-Duiveland waren
heel veel van dit soox-t verhogin
gen. Vliedbei'gen spreken tot de
verbeelding en daarom is al veel
gedacht en geschreven over hun
herkomst. Voor 1900 werd over
het algemeen aangenomen dat
het vluchtplaatsen waren voor
mens en vee bij hoog water-.
Pas in 1938 kwam de historicus
P. L.Tack met een ander stand
punt. Hij had namelijk ontdekt
dat er in de Middeleeuwen in
Frankrijk en Engeland 'chateau
a motte's' voorkwamen. Het
woord motte komt uit het oud
frans en betekent 'hoop aarde'.
Zo'n 'mottekasteel' bestond uit
een heuveltje met daarop een
uitkijktoren en aan de voet een
voorhof, voorzien van wonin
gen en schuren. Rondom liep
een gracht. Het was een militai
re versterking, want vanaf een
hoger gelegen punt kun je je nu
eenmaal goed"verdedigen. De
bewoners verbleven normaal in
de gebouwen op het voorhof en
in tijden van gevaar trok men
zich terug op de versterking.
Nadat in Nederland door mid
del van afgravingen was vastge
steld dat veel van deze heuvels
in fasen waren opgeworpen,
ontstonden er nieuwe inzichten.
De kernheuvel zou aanvanke
lijk een tot drie meter hoog zijn,
uit de elfde en vroeg-twaalfde
eeuw dateren en inderdaad ge
bruikt zijn als wijkplaats bij
hoog water. Verscheidene vlied
bergen zouden later, in de
twaalfde en dertiende eeuw ver
hoogd zijn tot vijf a twaalf me
ter en zo uitgroeien tot de ge
noemde 'chateau a motte's'.
Zowel door archeologisch- als
archiefonderzoek werd deze
theorie bevestigd. Voor de ramp
van 1953 waren al veel vliedber
gen verdwenen, want vooral in
het bouwland hadden de boeren
er hinder van. Dat ze belangrij
ke archeologische gegevens
zouden kunnen bevatten, was
slechts in zeer kleine kring be
kendZo werd in 19 5 2 de laatste
van de zeven vliedbergen in de
buurt van Nieuwerkerk afge
graven. Jammer genoeg was er
ook toen geen wetenschapper
aanwezig om nog wat geschie
denis boven te halen. De storm
ramp betekende het einde voor
de meeste vliedbergen op
Schouwen-Duiveland. Het ge
bied werd herverkaveld. De
landbouwgronden werden ma
chinaal geëgaliseerd, geploegd
en diepgespit. Bijna alle vlied
bergen of restanten daarvan
werden met de grond gelijk ge
maakt. Er zijn er nog twee over,
een vlak bij Scharendijke en een
benoorden Zierikzee. Beide lig
gen ze in een weiland en dat is
misschien hun behoud geweest.
De laatstgenoemde heeft nog
een bijzondere functie gehad in
de vorige eeuw. In 1942 vond de
bezetter het een goede plek om
militaire bouwwerken te plaat
sen.
Afschietplaatsen
Begin september van dat jaar
legden de Duitsers daar twee af
schietplaatsen aan van V-2 ra
ketten. De V stond voor Vergel-
tungswaffe, een mooi bedenksel
van de bezetter. De raketten,
met een bereik van 335 kilome
ter, werden gelanceerd vanaf
een klein platform, met een be
tonplaat als fundament. In een
schuurtje stond een generator
en op de vliedberg een schijn
werper. Naast de berg bouwden
de Duitsers een kleine ronde
bunker. De raketten werd verti
caal omhooggeschoten en kwa
men later in een horizontale
baan. Het geheel was gemakke
lijk te verplaatsen, zodat de En
gelsen het gebruik niet zo mak
kelijk konden verhinderen. Na
al die eeuwen deed de vliedberg
weer dienst als militaire ver
sterking. Vlak voordat Schou
wen in het voorjaar van 1944
werd geïnundeerd, is alles afge
broken, behalve het schuurtje.
Ook in de buurt van Noordwelle
heeft zo'n raketinstallatie ge
staan. Deze is waarschijnlijk al
leen bij wijze van proef ge
bruikt, en bij de afschietplaats
aan de Heuvelsweg is zelfs geen
enkel spoor van gebruik gevon
den. Nu herinnert deze vlied
berg ons aan een tijd, waarin
mensen zich onveilig voelden,
achthonderd jaar geleden. Het
vee maalt niet om het heuveltje,
integendeel. Ze hebben er juist
meer te grazen!
Betty Blikman-Ruiterkamp