PZC
Zwijgen
wordt
verzwijgen
Denemarken slaagt
waar Nederland faalt
Liv Ullmann verfilmt Ingmar Bergman
Scandinavië
iv Ullmann werd ooit wereldberoemd als favoriete
actrice van de Zweedse meestercineast Ingmar
Bergman, met wie ze ook vijf jaar heeft
samengeleefd. Liever dan acteren regisseert ze
tegenwoordig films. Na Private Confessions in 1997, is
Faithless (Trolösa) de tweede film die ze baseerde op een door
Bergman geleverd script. Het gaat over echtbreuk en
schuldgevoel, thema's waarvoor hij uitvoerig uit eigen
ervaring wilde putten.
dinsdag 4 september 2001
Faithless komt in Nederland
se première tijdens Film By
The Sea en zal vanaf 3 oktober
in bioscooproulatie worden ge
bracht. Volgens Liv Ullmann is
het een drama dat in belangrijke
mate tevens het creatieve proces
zelf als onderwerp heeft: „Ik
weet dat Ingmar Bergman ja
renlang met dit script in de weer
is geweest. Hij wilde afrekenen
met iets wat hem heel lang had
dwars gezeten, de manier waar
op hij lang geleden ooit een
vrouw had beschadigd. Maar
het schrijven lukte hem pas na
dat hij een actrice had ontmoet
op wier persoonlijkheid hij de
geschiedenis kon enten."
„Zo is het in het echt gegaan en
zo zie je het ook gebeuren in de
film. Met die actrice in gedach
ten plooit hij de werkelijkheid
naar een vorm die de feiten toch
weer mixt met fictie en drama
tisch interessanter maakt en
hanteerbaar. Die actrice spreekt
hem aanvankelijk ook tegen,
vindt bepaalde aspecten van het
drama niet realistisch of vindt
zelfs dat hij te hard oordeelt
over zichzelf. Ze probeert zijn
zwartgalligheid te doorbreken,
namens mij in zekere zin. En
dan zie je langzaam het verhaal
gestalte krijgen als een synthese
van de twee visies."
De thans 84-jarige Bergman
had zijn script geschreven onder
inspiratie van Lena Endre, de
formidabele actrice die nu ook
de hoofdrol speelt onder Liv
Ullmans regie. De film introdu
ceert veteraan Erland Joseph-
son als de bejaarde cineast die -
in zijn huis op een eiland in de
Baltische Zee - worstelt met een
script over een buitenechtelijke
liefde en geïnspireerd raakt
door dezelfde Endre. Vervol
gens zien we haar Marianne
worden, in de jaren vijftig ge
trouwd met een fameuze diri
gent (Thomas Hanzon). Ze laat
zich verleiden door een huis
vriend, een minstens zo fameuze
filmregisseur (Krister Henrik-
son) die dus de jonge Erland Jo-
sephson speelt die eigenlijk
Bergman is.
Liv Ullmann: „Ingmar bel'de me
op met de mededeling dat hij
een script voor me had. Maar het
bleek een script dat enkel dialo
gen bevatte, geen scènes. Ik las
het en gaf als mijn mening dat
■het zó persoonlijk was dat hij
het volgens mij zelf diende te re
gisseren. Hij hield vol dat ik het
moest doen. Toen zei ik dat ik
het script volledig zou moeten
herschrijven om er een echt
draaiboek van te maken en dat
het dan wel eens heel anders kon
worden dan wat hij in gedach
ten had. Waarna Ingmar op
merkte dat nou juist het avon
tuur te vinden. Ik ben er meteen
mee aan de slag gegaan. Ik heb
welgezegd: 'Maar dan wordt het
mijn film!Dat vond hij vanzelf
sprekend. Ik heb hem Faithless
dan ook pas laten zien toen het
helemaal af was. Ingmar zei dat
hij erg tevreden was."
De dirigent, diens vrouw en de
filmregisseur, op verschillende
manieren bedriegen ze elkaar
over en weer, menend dat ze
zich dit zonder veel schuldge
voel kunnenpermitteren. Er ko
men echter vreselijke brokken
van, met Marianne's dochtertje
als hulpeloos kind van de reke
ning. Want feitelijk is ook dat
meisje gedwongen aan alle
Lena Endre en Krister Henriksson in Faithless.
trouweloosheid deel te nemen.
Al blijft ze bij alles zwijgen, fei
telijk komt dat ook neer op ver
zwijgen. De nadruk op wat je
daarmee een kind aandoet, is
het belangrijkste element dat
aan het script werd toegevoegd
door Liv Ullmann, die overigens
aan haar relatie met Bergman
eveneens een dochter overhield.
„Het schuldgevoel van Ingmar
ging het meest in de richting van
de moeder, terwijl in mijn versie
hij zich het meest schuldig dien
de te voelen ten opzichte van het
kind. In Ingmars dialogen werd
alleen soms verwezen naar dit
dochtertje, ik heb haar de film
binnen gebracht, een concrete
rolgegeven. Ikheb ook meer na
druk gelegd op de pogingen die
de vrouw ook later nog onder
neemt om de man een beetje ge
luk te schenken. In de dialogen
zegt zij alleen: 'Herinner jij je
die mooie zomer nog?', waarna
hij antwoordt: 'Jawel, maar
toen was er ineens die advo
caat.' Ik laat zien wat zich tij
dens die gelukkige zomer nog
heeft afgespeeld voordat de ad
vocaat zijn opwachting maakte
om de voogdij over het kind op
te eisen namens de moeder. Zo is
er meer waarvan ik het nodig
vond om het visueel te maken. In
zijn tekst wordt verwezen naar
een stiekem tripje dat de regis
seur met zijn minnares heeft ge
maakt naar Parijs. Ik stuur hen
echt naar Parijs en laat ze daar
het een en ander beleven.
Overigens ontkent Liv Ullmann
dat de film ook voor haar auto
biografisch zou zijn. „Er zitten
elementen in die enigszins klop
pen met mijn eigen ervaringen
met Bergman. Toen ik speelde in
Scènes uit een Huwelijk, even
eens met Erland Johanson als
tegenspeler, heette ik in die film
ook Marianne. Maar zoals ik al
zei: deze Marianne werd door
Ingmar gemodelleerd met het
gezicht voor zich van een andere
actrice, Lena Endre, met wie hij
in het theater heeft gewerkt en
met wie ik goed bevriend ben en
die ook al in een eerdere film van
mij heeft gespeeld. Er zit slechts
een enkel aspect aan Marianne
dat wel degelijk met mijn per
soonlijkheid samenvalt: haar
gedrevenheid om de filmregis
seur een beetje los te wrikken uit
Erland Josephson speelt Ingmar Bergman.
die altijdzo donkere gedachten-
wereld van hem. Nou, dat is wat
ook ik altijd heb geprobeerd.
Maar alleen al door het verhaal
te plaatsen in de jaren vijftig,
heb ik willen benadrukken dat i
dit dus niet over mij gaat, want J
toen hadden wij elkaar nog niet
ontmoet."
Voor Bergman is het in elk geval
wel autobiografisch dat de toen
al wereldberoemde cineast geen
luis had om dood te drukken en
voortdurend liep te klaplopen
bij zijn artistieke vrienden. En
wat heet 'klaplopen' als je ook
nog met de vrouwen des huizes
affaires begint.
Liv Ullmann: „Ingmar zat altijd
zwaar in de schulden, zelfs nog
in de periode dat wij samen
woonden. Ja, dat kwam van al
die vrouwen in zijn leven, die hij
allemaal moest onderhouden.
Zelf ging hij niet zo gebukt on
der die armoede. Die vrouwen
des te meer. In mijn tijd begon
het ietsje beter te gaan. Toen, 35
jaar geleden, heeft hij voor ons
dat huisje gebouwd op het ei
land Farö, bij Gotland. Dat is
inmiddels prachtig verbouwd
en uitgebreid, want tegenwoor
dig is Ingmar een rijk man.
„De scènes met Erland Joseph
son in zijn werkkamer zijn ook
gefilmd op Farömaar niet in In
gmars échte kantoortje. Ik heb
er eentje nagebouwd dat 100
procent klopt. Want ik kan het
natuurlijk uittekenen met mijn
ogen dicht. Ik weet ook precies
hoe hij schrijft. Dat gebeurt
eerst in een blauw cahier en als
daarin alles staat zoals hij het
wil hebben,dan wordt het over
geschreven in een geel cahier.
Voor onze vorige film, Private
Confessions, had hij me zelfs het
blauwe cahier meegegeven.
Daar had ik toen een stuk dia
loog in gevonden dat hij niet
goed genoeg achtte voor de defi
nitieve versie. Maar ik vond het
zo mooi dat ik het toch heb ver
werkt. Dat heeft hij gemerkt en
daarom heb ik voor Faithless al
leen nog het gele cahier mogen
gebruiken. Als je nu in de film
naar Erland in die werkkamer
kijkt, kun je daar tóch zowel een
geel als een blauw cahier zien
liggen. En zelfs het handschrift
is ook echt dat van Bergman.
Want ikheb er gewoon de twee
cahiers neergelegd die ik nog
van Private Confessions had."
Pieter van Lierop
De Scandinavische filmindustrie
behoort tot de oudste van Euro
pa. In de tijden van de stomme film
was de Deense cinema wereldver
maard. „Maar toen onze acteurs hun
mond opendeden ging het fout", zegt
Lissy Bellaiche. Tot in 1972 het
Deense Filminstituut werd opge
richt, waarvan zij jarenlang de afde
ling buitenland bestierde, bleef het
internationaal gezien kwakkelen.
Eind jaren tachtig resulteerden de
uitstekende regisseurs- en acteurs
opleidingen van de Deense filmaca
demie en een uitgekiend subsidie
stelsel in Oscars voor de film
Babettes Feest en Pelle de Verove
raar. De Deense doorbraak werd nog
eens kracht bijgezet door het mani
fest Dogma '95. Zelfs Steven Spiel-
berg, de beroemdste filmregisseur
van dit ogenblik, zou ertoe neigen een
film te maken volgens de daarin om
schreven 'eed van kuisheid'. Waarom
kan Nederland niet wat Denemarken
wel kan?
Lissy Bellaiche werkt voor de pro
ductiemaatschappij van de interna
tionaal succesvolle Deense regisseur
Larsvon Trier. Ze doet daar hetzelfde
werk als ze tot enkele jaren geleden
deed voor het Deense Filminstituut:
de Scandinavische film internatio
naal promoten. „In 1980 kende nie
mand de Deense film", zegt ze. „Wel
de Zweedse natuurlijk, vooral door
Ingmar Bergman. Stap voor stap zijn
we erin geslaagd de Deense films die
uitkwamen over de hele wereld in het
programma van belangrijke filmfes
tivals en prijsuitreikingen te krijgen.
Dan kan natuurlijk alleen als je een
product hebt dat goed is. Het begint
dus met de Deense filmschool die
fantastische regisseurs en acteurs af
levert. Een andere, belangrijke oor
zaak is de filmwet die in 1972 in De
nemarken van kracht werd. Die heeft
ervoor gezorgd dat voor alle films
veel overheidssubsidie beschikbaar
was. Dat werkt fantastisch."
Met de invoering van de wet werd ook
het autonome Deense Filminstituut
opgericht. Dat moest zorgen voor de
uitvoering van het stimuleringsbe
leid. Het filminstituut werkte met
twee adviseurs die de volledige ver
antwoordelijkheid kregen om het ar
tistieke peil te beoordelen van de
De beste zomer vertelt het verhaal van twee wezen in de jaren vijftig.
De Deense Dogma-film Italian for Beginners.
filmplannen waarvoor subsidie werd
aangevraagd. „Ze stelden geld be
schikbaar om films te maken", legt
Bellaiche uit, „maar ze gaven bij
voorbeeld ook geld aan scenario
schrijvers die met een goed idee kwa
men aankloppen." De adviseurs - één
voor de volwassenen- en één voor de
jeugdfilm - werden voor een periode
van drie jaar benoemd, met de moge
lijkheid van een verlenging van hun
contract met twee jaar. Bellaiche:
„Na vijf j aar moesten er nieuwe men
sen komen. Anders loop je het risico
dat mensen subsidies naar hun
vriendjes toeschuiven."
Tot 1989 kwam zeventig tot tachtig
procent van de productiekosten voor
de door deze 'rijksfilmmeesters' ge
selecteerde films voor rekening van
de Deense overheid. Toen werd dat
veranderd in een fifty-fifty-model
(sinds 1979 zestig-veertig), waarbij
de overheid het budget aanvult van
elke filmproducent die vijftig (later
dus zestig) procent van zijn financie
ring rond heeft. Een artistieke beoor-
deling' bleef voortaan achterwege.
„Als de producer in zijn film gelooft
en ruim de helft van het geld bij el
kaar heeft, krijgt hij automatisch de
rest", aldus Bellaiche. „Dat resul
teerde natuurlijk ook in een hoop
malle komedies die flopten, maar
over het geheel genomen blijkt de re
geling toch te werken."
Het hoge niveau van de filmacademie
en de ruimhartige opstelling van de
Deense overheid wierp zijn vruchten
af. Niet alleen waren er eind jaren
tachtig Oscars voor Babettes gaeste-
bud van Gabriel Axel en Pelle Ero-
breren van Bille August, tot op de dag
van vandaag krijgen de Deense rol
prenten ook een prominente plek in
de programmering van de gezagheb
bende filmfestivals in Berlijn, Vene
tië en Cannes. „De Oscars zetten de
Deense film op de wereldkaart"con
cludeert Bellaiche. „Die successen
richtten de ogen van de wereld ook op
andere films, zowel klassieke Deense
films als producten van jonge regis
seurs."
Met het manifest Dogma wisten de
regisseurs Lars von Trier en Thomas
Vinterberg in 1995 opnieuw wereld
wijd aandacht te trekken voor de
Deense film. Ze kwamenmet een lijst
van tien geboden voor filmmakers,
door henzelf omschreven als een ge
lofte van kuisheid. Het kwam neer op
extreem realisme: draaien met de vi
deocamera 'vanuit de hand', op be
staande locaties, zonder uitgeschre
ven dialogen, zonder studio-effecten,
zonder toegevoegde muziek en zon
der camera-trucs. Het was een - ove
rigens helemaal niet nieuwe maar
ditmaal opvallend streng gedicteer
de - oplossing voor het maken van
films met een bescheiden budget en
tegelijkertijd kritiek op de overspan
nen Hollywood-producties. Inmid
dels zijn vijf Dogma-films gemaakt:
The Idiots en Festen door bovenge
noemde initiatiefnemers, Mifune van
Soren Kragh-Jacobson en (allebei in
het Scandinavische programma van
de komende editie van Film by the
Sea:) Italian for Beginners van Lone
Scherf ig en Cabin Fever van Mona J.
Hoel (Noorwegen).
Volgens Bellaiche zijn alle vijf de
Dogma-films 'absoluut fantastisch'.
Feit is dat ze internationaal succes
vol blijken. Ze kan geen filmcongres
meer bezoeken of ze wordt aange
sproken op Dogma. „Ik was laatst in
Taiwan. Ik kreeg alleen maar vragen
over Dogma. 'Kunnen wij niet naar
de Deense filmschool?', vroegen film
studenten mij. 'Natuurlijk', zei ik.
'Moet je wel even Deens leren spre
ken'." Bellaiche is ook het artikel
over Dogma in Time Magazine niet
ontgaan, waaruit blijkt dat Steven
Spielberg rondloopt met ansicht
kaarten waarop de 'tien geboden'
staan afgedrukt en waarin hij zegt
dat hij zelf ook een film volgens deze
regels wil maken.
Op de vraag waarom de Nederlandse
film niet even succesvol is als de
Deense, antwoordt Bellaiche ontwij
kend. „Er zijn veel overeenkomsten,
maar ik weet niet precies hoe het sys
teem er bij jullie uitziet. "Ook Neder
land kan bogen op enkele Oscars (de
afgelopen jaren vielen Antonia en
Karakter in de prijzen) en sinds kort
een stelsel van lucratieve belasting
voordelen voor filmproducenten.
Dus wellicht is de tijd van oogsten
aangebroken.
„Wie weet", zegt Bellaiche. „Er is na
tuurlijk nog iets waarop ik moet wij
zen. Misschien dat het soort werk dat
ik doe ook een beetje bijdraagt aan
het succesAllereerst moet j e natuur
lijk een goede film hebben. Maar als
de wereld niet weet dat die film be
staat, komt ook niemand ernaar kij
ken. Jaar in jaar uit is het mijn werk
geweest de aandacht te vestigen op
de Deense film. In het begin kreeg ik
die film helemaal niet mee van de
producenten. Nu bellen regisseurs
mij op en zeggen: 'Lissy, morgen be
gin ik aan het scenario van een nieu
we film. Zou het wat voor het festival
van Cannes zijn, denk je?' 'Maak je
film eerst maar eens', zeg ik dan.
'Dan zien we wel verder'."
Ernstjan Rozendaal