hard gelach PZC Met oude kleren kan een hoop geld worden verdiend 26 RUDEN RIEMENS zaterdag 12 mei 2001 FOTOGRAFIE Jaarlijks zamelen charitatieve instellingen, kringloop- en commerciële bedrijven in Nederland meer dan veertig miljoen kilo ge dragen kleding en textiel in. De hoeveelheid neemt toe, maar toch verliezen de liefdadig heidsinstellingen terrein. Ook wordt het steeds moeilijker gedragen kleding te slijten m Oost-Europese landen. „Terwijl er best vraag naar is." Het is als eendjes die brood teruggooien omdat ze vinden dat het te oud is. Zo weigert Roeme nië steeds vaker kleding uit het westen. Schoe nen mogen er sowieso niet in. Gebruikte kle ding voor kinderen onder de vier jaar wordt sinds kort ook afgewezen." Maar Th. van den Berg van het Leger desHeils, de grootste weldoener op het gebied van kle dinginzameling, is niet beledigd. Hij heeft een bevredigende uitleg bedacht voor cle opstel ling van steeds meer Oost-Europese landen. „Ze willen geen vuilnisvat worden voor de rij ke westerse landen. Veel voormalige Oostblok landen willen graag bij de Europese Unie ho ren. En als bekend is dat ze veel gedragen kleding invoeren, wordt misschien gedacht dat het die landen economisch niet voor de wind gaat. Een andere verklaring heb ik er niet voor." Toch weet de directeur kledinginzameling ze ker dat er in die landen wel behoefte is aan gebruikte kleding. „We blijven verzoeken ont vangen. Ook uit en voor Roemenië. Vanmor gen nog kreeg ik een telefoontje van een vrouw die al jaren kleding voor jonge kinderen inza melt. Maar de autoriteiten in Roemenië willen het niet meer hebben. Het Leger des Heils was in 1999 goed voor ruim elf miljoen kilo kleding. Die werd ingeza meld via containers, depots en huis-aan-huis. Humana zamelde dat jaar ruim zes miljoen ki lo in en de stichting Kleding Inzameling Cha ritatieve Instellingen (KICI) bracht nog eens ruim zes miljoen kilo op. Kleine charitatieve inzamelaars zijn er ook, zoals Vrede Hulp Midden-Oosten en het Hulp fonds Oost-Europa Azië. Dat die groeien ten koste van het Leger des Heils kan Van den Berg nog wel hebben. Het zit zijn organisatie en de andere grote jongens in zijn branche echter dwars dat de commerciële inzamelaars steeds meer terrein winnen. „Met dank aan de ge meenten die de inzamelvergunningen ver strekken. Maar we zijn nog steeds de grootste. Gelukkig wel." Bezorgd In het hoofdkwartier van het Leger in Almere Stad tovert Van den Berg een voorzichtig lach- je op zijn gezicht. Hij heeft wel enige reden tot bezorgdheid. Want het leger zag de inzameling de afgelopen jaren met enkele miljoenen kilo's en dito guldens dalen. Dat is niet best voor de Het Leger des Heils zamelde in 19 9 9 ruim elf milj oen kilo kleding in missie. Om nog maar te zwijgen over de gevol gen voor goede doelen als Amnesty Internatio nal, die het vooral van de stichting KICI moe ten hebben. De vier grootste charitatieve kledinginzame- laars - Leger des Heils, Humana, KICI en Men sen in Nood - besloten onlangs de handen in een te slaan in hun strijd tegen de inzameling door commerciële bedrijven. En tegen ge meenten die de inzameling zelf ter hand ne men. Gemeenten zijn aan de rij kso verheid verplicht om jaarlijks vijf kilo textiel per inwoner in te zamelen. Dat scheelt weer op de hoeveelheid restafval die in de verbrandingsovens terecht komt. De instellingen vinden deze ontwikke lingen ongewenst. Want ze houden minder geld over om goed te doen en nog groter te wor den. Miljoenen kilo's De 33 bij het Centraal Bureau voor de Fond senwerving (CBF) geregistreerde charitatieve instellingen zamelden in 1999 gezamenlijk ruim veertig miljoen kilo kleding in. De kring looporganisaties haalden acht miljoen kilo op en de commerciële bedrijven zamelden nog eens ruim tien miljoen kilo in. Het Leger des Heils haalt eerst ongeveer een derde van de ingezamelde hoeveelheid uit de foto Phil Nijhuis/GPD vrachtwagens. Dat wordt gesorteerd en ge bruikt voor hulpverlening en als voorraad voor de winkels van het Leger. De rest van de lading wordt verkocht aan de sorteerbedrij- ven die her en der in het land gevestigd zijn. Dezehedrijven kopen de kleding tegen een prijs 'afhankelijk van de marktsituatie'. Zo kreeg het Leger in de beste tijden 1,25 gulden per kilo, maar in slechte tijden wel eens twee kwartjes. Het afgelopen jaar verdiende het Leger des Heils ongeveer 32 cent aan een kilo kleding. Tel uit de winst voor de club zelf en de hulpbehoevenden in binnen- en buitenland. Sorteerbedrijven bekijken eerst of de kleding bruikbaar is, dat wil zeggen redelijk heel en schoon. Broeken met olie of verf erop worden uiteindelijk vermaakt tot poetsdoeken. Voor de verkoop zijn ze ongeschikt. Dan worden al le broeken bij broeken gelegd en dat geldt ook voor schoenen, riemen, tassen, lakens en der gelijke. De goederen worden per item verpakt in grote balen. Onderscheid tussen oude en nieuwe spullen wordt niet gemaakt. De pakketten worden naar het buitenland vervoerd en verkocht aan handelaren, die de goederen op hun beurt weer doorverkopen op bijvoorbeeld markten. Zo werd in 1999 in to taal 130 miljoen kilo kleding en textiel uitge voerd naar diverse landen. Grootste afnemers waren Ghana (8,4 miljoen kilo), België en Luxemburg (7,2 miljoen kilo), Polen (4,9) Zuid-Afrika (4,6) en Kenia (4,2 miljoen kilo). Sorteermarkt België en Luxemburg zijn dus grootafnemers van gedragen kleding uit Nederland. Dat lijkt opmerkelijker dan het is. Want kledinginza meling is niet alleen een activiteit voor het goede doel. Het is ook big business. Neder landse sorteerbedrijven varen wel bij de kle dinginzameling, maar ze zouden hun hoofd niet met z'n allen boven water kunnen houden als ze het alleen van de vaderlandse markt moesten hebben. Dus worden er elk jaar nog eens tientallen miljoenen kilo's gebruikte kle ding en textiel uit het buitenland gehaald. Dat wordt in Nederland gesorteerd en met de Ne derlandse waar weer geëxporteerd. Zo zamel den de Duitsers in 1999 ruim 64 miljoen kilo in ten behoeve van de Nederlandse sorteer markt. En waren ook de Fransen, deBritten en de Ieren goed voor respectievelijk zes, ruim drie en ruim twee miljoen kilo. De Stichting KICI zamelt al 25 jaar kleding in voor het goede doel. Het merendeel van de op brengst van de KICI gaat naar Amnesty Inter national. De stichting wil bereiken dat de gemeenten hun vergunningen voortaan weer verstrekken aan de charitatieve instellingen. Desnoods willen KICI en de drie andere grote inzame laars in navolging van de commerciëlen tot twintig procent van de netto opbrengst af staan aan gemeenten. „De meeste Nederlanders doen overtollige kleding weg vanuit het idee dat het ten goede komt aan hulpbehoevenden en kansarmen in binnen- en buitenland. Velen weten niet dat inmiddels commerciële inzamelaars en ook gemeenten zich op de markt van tweedehands kleding hebben gestort. Het goede doel mag niet uit beeld verdwijnen", vindt de stichting KICI. „Het succesvol uitdragen van die bood schap zal bepalen of er toekomst is voor kle dinginzameling voor het goede doel in Neder land." Hélène Schenk

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2001 | | pagina 26