een pracht van
een moeder
Ik
heb
We vullen elkaar goed aan
Glenn van Wijnsberghe
op zijn plaats bij Hoek
Adrie en Maaike de Winter
organiseren ZLM Tour
Daarheb ik dus mijn opleiding gehad. Het
ging net als met zo veel jongens uit de re
gio. Mijn vader heeft me eerst gebracht en
toen mijn ouders zijn gescheiden is mijn
opa het gaan doen. Vier jaar op en neer
naar Bruggeom vij f uur weg en om negen
uur thuis."
„Tot twee jaar geleden heb ik regelmatig
kunnen spelen. Toen ik bij de beloftes
kwam is het al wat minder geworden. Ze
hadden Ricky Begijn ook als keeper. Hij
kreeg meestal de voorkeur boven mij. En
in de reserves stond Jurgen Belpaire voor
me. Dat was de keeper die dit jaar bij RBC
allebei zijn benen heeft gebroken. Het
probleem van mij was dat ik geen wed
strijdritme meer had, omdat ik maar eens
af en toe kon spelen. Ik had ook al eerder
weg gewild, maar als er clubs kwamen die
me wilden hebben, vroeg Brugge ver
schrikkelijk veel geld.
„Ik was dolgelukkig met Hoek. Mijnstief-
vader komt uit Zeeuws-Vlaanderen en hij
had contacten. Ik had twee jaar geleden
ook al eens met Gerrit Emans gepraat.
Toen konden we niet tot een akkoord ko
men, nu gelukkig wel. Financieel is het
een stuk minder. Ik speel nu voor de pre
mies en krijg wat autokosten. Het is wel
een heel aardige groep, met gangmakers
als Nijskens en Van Wingen. Erwin is echt
geweldig. Hij is na die ruzie met Vermeu
len helemaal terug. Zaterdag in de
spelersbus zong iedereen: 'Zoon van Ver
meulen, hij is de zoon van Vermeulen...'
Fantastische avond."
Ongelukkige start
„Het heeft wel even geduurd voordat de
trainer vertrouwen in mij kreeg. Ik heb
een ongelukkige start gehad. Ik had op
voorhand gezegd: als je mij erin zet, ga ik
er niet meer uit. In de wedstrijd tegen
Huizen ging ik naar een hoge bal. Birgen
Baes sprong ook mee, we kwamen tegen
elkaar terecht en toen ik viel glipte de bal
uit mijn hand. Doelpunt. We verloren met
2-1 en in de wedstrijd daarna was ik heel
onzeker. Toen heeft Kristof (Verbiest)
weer een paar wedstrijden gekeept."
„Ik schat voor mezelf dat ik nog wel twee
of drie jaar bij Hoek wil blijven. Als ik
daarna de kans krijg om hogerop te ko
men, ben ik weg. Het is nu even moeilijk
met geld en zo. Ik heb een opleiding ge
volgd voor schrijn'werker. Daken maken,
ramen, kozijnen en zo. Maar ik heb geen
werk. Toen ik bij Brugge zat, was dat geen
probleem. Ik heb er veel verdiend. In het
contract stond dat we ook meedeelden in
de premies van het eerste elftal. Onder Er
ic Gerets werd Brugge kampioen met ze
ventig punten. Dat was een topjaar."
„Het voetbal is bij Hoek iets anders dan ik
gewend was. Ze spelen in Nederland va
ker met lange ballen. In België wordt veel
meer geschoven met de bal, zonder risico
te nemen. Ik heb in het begin wat moeite
gehad met meevoetballen. Vroeger was ik
puur links, mijn rechterbeen had ik alleen
om op te steunen. Als ik met rechts een bal
moet wegtrappen, gaat hij meestal hard
over de zijlijn. Ik vind zelf dat ik een goed
seizoen heb gespeeld. Dat geeft me het ge
voel dat ik er ook iets aan heb gedaan dat
we het nóg hebben gered. Zoals ik nu
speel, begin ik mijn draai te vinden in het
elftal. Ik ben niet zo'n jongen die zijn
mond dicht houdt als Naudts op me
scheldt. Patrick maakt het nogal eens van
zijn neus. Dat is altijd goed bedoeld hoor,
maar ik trek mijn mond net zo goed open.
Ik heb respect voor spelers met zo'n carri
ère, maar in het veld telt maar één ding:
winnen. Ik kan alleen niet zeggen dat we
dat veel hebben gedaan dit j aar.
Frits Bakker
niet van het minste kijkt hij terug op zijn
eerste jaar bij de hoofdklasser. „Toen ik
voor het eerst in Hoek kwam, hoorde ik
wat er rondliep aan oud-profs. Ik geeft toe
dat ik nog nooit van Nijskens en Naudts
had gehoord, maar toen hebben ze me ver
teld waar die allemaal hebben ge
speeld..."
Hoogtijdagen
Het heeft niets met arrogantie te maken.
Glenn van Wijnsberghe is soms ontwape
nend naïef en heeft het hart op de tong. Hij
beseft zelf ook wel dat hij in Brugge niet
altijd even fanatiek voor zijn sport heeft
geleefd. „Het was heel moeilijk om me
daar in de kijker te spelen, omdat ik altijd
een betere keeper voor me had. Zo vonden
ze dat in Brugge tenminste. En als je op
zaterdag zelden mag spelen, ben je in de
week minder gedrevenD an wil j e nog wel
eens vaker op stap gaan dan goed is."
Hij doet het nu alleen op hoogtijdagen bij
Hoek, al zijn die uiterst schaars dit jaar.
„We hebben zaterdag ontzettend gefeest,
toen het zeker was dat we in deze klasse
blijven, maar nu leeft iedereen naar de be
kerfinale toe. Ik moet wel zeggen dat we
ontzettend veel pech hebben gehad dit
jaar. Veel blessures vooral. Het ergste voor
de ploeg was nog het vertrek van Dimitri
Mbuyu. Als hij niet tussentijds was weg
gegaan, waren we al veel eerder veilig ge
weest. Maar goed: zaterdag, die finale,
dat kan nog veel goedmaken."
Glenn van Wijnsberghe kijkt ernaar uit,
al is het alleen maar om zichzelf te bewij
zen na een paar moeizame jaren. Het ver
haal van het miskend talent? „Ik ben op
mijn vijftiende al gescout door iemand
van Club Brugge. We speelden met een
Vlaamse selectie van jongeren op een
toernooi met alle Belgische provincies.
Op een keer mocht ik voor een test naar
Brugge en ze vonden me goed genoeg.
Glenn van Wijnsberghe heeft de bravoure van een keeper. De
22-jarige Belg, aan zijn eerste jaar bij Hoek bezig, was
voorbestemd om prof te worden, maar het is anders gelopen dan
hij had gedacht. „Toen ik bij Club Brugge speelde, heb ik geen
echte kans gekregen", vindt hij zelf. Bij Hoek dwingt hij dat wel
af. De Belgische keeper heeft tegen de trainer gezegd dat hij zal
laten zien wie de beste is. Dat heeft hij na de winterstop ook
gedaan. Hij kreeg in de competitie de voorkeur boven zijn enige
concurrent Kristof Verbiest en was er mede verantwoordelijk
voor dat Hoek volgend jaar ook nog in de hoofdklasse speelt.
Morgen (zaterdag) speelt Glenn van Wijnsberghe met zijn club de
bekerfinale van het district tegen OJC uit Rosmalen (15.15 uur in
Sint Willebrord). Het wordt zijn eerste grote kans om met de
Zeeuwse hoofdklasser iets te winnen.
Het toeval wil dat hij op zo'n honderd
meter afstand van Dave Gijsel
woont. De één heeft net weer wel een
vriendin, de ander net weer niet. „We ko
men elkaar nog wel eens tegen in het uit
gaansleven", vertelt de keeper. „En dan
vraagt hij altijd naar Hoek." Glenn van
Wijnsberghe is na een verkering van een
jaar weer vrijgezel. Hij wekt niet de in
druk daar gebukt onder te gaan. „Ik heb
nog nooit zo lang een vriendin gehad,
maar ik heb een pracht van een moeder.
Die zorgt heel goed voor mij
Het voetbal komt weer op de eerste plaats.
De Belgische doelman had net als zijn
verre buurman de reputatie van een vro
lijke stapper. Hoek-trainer Frans Ver
meulen noemt hem ook al 'de bonvivant'
van het elftal .Zelf vindt Glenn van Wijns
berghe dat hij gewoon geniet van het le
ven. Maar zo wild als vroeger is hij al lang
niet meer. Met Dave Gijsel, ooit de gevier
de spits maar ook de animator van het
Hoekse uitgaansleven, gaat het trouwens
weer iets béter. Glenn van Wijnsberghe:
„Ik heb hem gezien met zijn nieuwe vrien
din en hij wil graag terug naar Hoek ko
men. Alleen wil Hoek hem niet meer.
Glenn van Wijnsberghe (1 meter 89 lang,
uit Maldegem) valt wel goed in Hoek.
Twee weken geleden heeft hij zijn verbin
tenis met een jaar verlengd en hij vindt
zelf dat de stap terug enorm is meegeval
len. „Waar ik hier mee voetbal, dat is ook
Hoek-doelman
Glenn van
Wijnsberghe in
training voor de
bekerfinale. „We
kunnen een slecht
jaar toch nog
goedmaken."
foto Peter Nicolai
Adrie en Maaike de Winter: „Wij praten thuis heel weinig over wielrennen."
foto Lex de Meester
Een leven zonder fietsen kunnen ze zich maar moeilijk
voorstellen. Adrie en Maaike de Winter uit Oost-Souburg
draaien al jarenlang mee in de Zeeuwse wielerwereld. Zo zijn ze
de drijvende krachten achter de ZLM Tour, de
topcompetitiewedstrijd die morgen in Zuid-Beveland wordt
verreden. Privé en werk blijken ze prima te kunnen scheiden.
Maaike de Winter: „Of we altijd op dezelfde lijn zitten? Haha,
nee hoor. Maar dat hoeft ook niet."
Hoe druk kan een mens het
hebben? Adrie de Winter (51)
maakt lange dagen als bedrijfs
leider van Traas Werktuigbouw
in Vlissingen-Oost. Zo lang zelfs
dat het organiseren van een wie
lerwedstrijd een aangename af
wisseling is. „Als ik het vergelijk
met de drukte op mijn werk, dan
is de ZLM Tom- pure ontspan
ning."
De Winter is voorzitter van de
Stichting Arjaan de Schipper
Trofee, zijn vrouw Maaike ver
zorgt het secretariaat. Het is lief
dewerk oud papier, maar daar
malen ze niet om. De ZLM Tour,
die door de stichting wordt geor
ganiseerd, vormt ieder jaar weer
een aanslag op hun vrije tijd.
Maar stoppen? Dat nooit. „Het
werk is de moeite waard", zegt
Maaike de Winter (47). „Ik heb
helemaal nog geen zin om te stop
pen."
Schaduw
Hoeveel werk ze ook verzetten,
het liefst staan Adrie en Maaike
de Winter in de schaduw. „We
doen het niet alleen, we doen het
met de hele groep", benadrukt
Adrie de Winter. „In de stichting
zijn we met zijn tienen, en op de
dag van de wedstrijd komen daar
een stuk of honderd vijftig vrij
willigers bij. Iedereen weet wat
hem te doen staat. We kunnen
blindelings op elkaar vertrou
wen."
„Vorig jaar was het zo gek", vult
Maaike de Winter aan. „Het was
een paar dagen voor de ZLM Tour
en Adrie en ik zeiden tegen el
kaar: zijn we iets vergeten? Alles
was al gebeurd, maar we waren
ervan overtuigd dat we iets over
het hoofd hadden gezien. Dan pas
merk je dat het organiseren van
een wedstrijd routine is gewor
den."
Huiselijke twisten heeft het qrga-r
niseren nooit opgeleverd. Adrie
en Maaike de Winter, die in 1984
trouwden, zijn in de loop der ja
ren een ingespeeld koppel gewor
den. Maaike de Winter: „Ik werk
vaak overdag en Adrie 's avonds.
Ik houd er alleen niet van als hij
over mijn schouder meekijkt als
ik zit te werken, maar andersom
geldt geloof ik hetzelfde." Adrie
de Winter knikt instemmend.
„We vullen elkaar goed aan.Maar
om eerlijk te zijn: wij praten thuis
heel weinig over wielrennen."
Zak en as
Wie het gelooft, mag het zeggen.
Het echtpaar De Winter heeft
sinds de jaren zeventig talloze
functies vervuld in het Zeeuwse
wielrennen. Adrie de Winter was
actief bij ZRTC Theo Middel
kamp, maakte jarenlang deel uit
van het jurykorps van de KNWTJ,
had zitting in het distrietsbestuur
van Zeeland en was, evenals zijn
vrouw, betrokken bij de organisa
tie van de Ronde van Midden-
Zeeland voor amateurs. Toen die
wegens geldgebrek werd opgehe
ven, zat De Winter in zak en as.
„In 1995, op de dag dat de Ronde
van Midden-Zeeland voor het
eerst zonder de amateurs werd
verreden, ben ik naar België gere
den. Ik wilde even niets met Zee
land te maken hebben. Een jaar
later heb ik hetzelfde gedaan."
Categorie
In dat jaar vond ook de eerste Ar
jaan de Schipper Trofee plaats,
de wedstrijd die vorig jaar werd
omgedoopt in de ZLM Tour. De
koers met start en finish in Goes
was in de beginjaren een vrije
klassieker, de jaren daarna een
wedstrijd voor neo-amateurs, en
is dit j aar voor het eerst ingedeeld
in de categorie 1.5, wat inhoudt
dat behalve amateurteams ook
kleine profploegen aan de start
mogen verschijnen. „Het is snel
gegaan met onze wedstrijd",
vindt Adrie de Winter. „Toen we
begonnen, hebben we nooit de
bedoeling gehad om uit te komen
in de topcompetitie. Maar veel
groei zit er nu .niet meer in. We
gaan geen profkaers organiseren,
daar liggen onze ambities niet. Ik
word niet warm of koud van be
roepsrenners."
Met ongenuanceerde kritiek op
de KNWU en de topcompetitie,
die regelmatig van opzet veran
dert, moet je bij De Winter, die
zichzelf 'een KNWU-mannetje'
noemt, niet aankomen. „De wie-
Iercomités worden hier in de wat
ten gelegd, echt waar. Comités die
klagen over de KNWU zijn steke
blind. Ze vinden dat ze te veel
geld kwijt zijn aan de jury. Maar
hier heb je geen situaties zo&ls in
België, met twee juryleden die ie
dereen ex aequo klasseren. In
Zeeland willen ze in een Merce
des rij den en voor een lelijke eend
betalen."
De kritische geluiden richting de
wielrenunie komen met name
vanuit Zeeuws-Vlaanderen. En
dat is juist het gebied waar Maai
ke de Winter zich thuisvoelt. Ze is
wedstrijdsecretaris en penning
meester van wielervereniging
Zeeuws-Vlaanderen, de club
waarvoor haar broer Johan van
Schaik rijdt. „Ik trek nog altijd
veel op met Johan", vertelt Maai
ke de Winter. „Ik ga zo'n veertig,
vijftig dagen per jaar met hem
mee naai- een koers. Dan sta ik
met zijn resei-vewielen langs de
kant."
„Om dit werk te doen, moet je
wielergek zijn. Je begint beschei
den, maar ongemerkt ga je steeds
meer doen. Adrie en ik steken
heel wat vrije uurtjes in het wiel
rennen. Helaas is het moeilijk om
jonge vrijwilligers bij een vereni
ging of een organisatie te betrek
ken. Over het algemeen zitten er
veel oudere mensen in de wieier-
comités. Het voordeel daarvan is
dat er weinig verloop is in je orga
nisatie. Maar eens houdt het op
natuurlijk."
Doel
Beide De Winter's streven een ide
alistisch doel na: het stimuleren
van de wielersport in Zeeland.
Die opzet lijkt te slagen, want het
aantal Zeeuwse licentiehouders
is de afgelopen jaren explosief ge
stegen.
Toch groeien de bomen niet tot in
de hemel, waarschuwt Adrie de
Winter. „De tijden van vroeger,
met Jan Raas en Jo de Roo, komen
nooit meer terug." Maaike de
Winter: „Zeg nooit nooit." Adrie
de Winter: „Maar we kunnen wel
bouwen aan iets moois. Al staat er
zaterdag bij de ZLM Tour maar
één jongen langs de kant die
denkt: hé, dit wil ik ook, dan is
voor mij de wedstrijd al geslaagd.
Daar heb ik al dat werk graag
voor over."
Sven Remijnsen