Een ander j aar en
ander vuurwerk
Felix
Thijssen
heeft niets
met steden
D7P kunst
I'L\j cultuur
CStPQÖffDS
E^JJO
Aandacht voor Nederlandstalige misdaadauteurs
fc1
Deze maand is de Maand van het
Spannende Boek. Net als voor
gaande jaren vraagt de Geassocieerde
Pers Diensten (GPD), waar deze krant
bij is aangesloten, in samenwerking
met de Bruna Gouden Strop uw aan
dacht voor Nederlandstalige mis
daadauteurs.
Met het verhaal Vlam in de pan gaf
misdaadschrijver Jac. Toes twee we
ken geleden de aanzet voor de mis-
daadverhalenactie, waarvoor deze
krant vijf vrijdagen achtereen royaal
plaats heeft ingeruimd.
Voor het schrijven van een misdaad-
boek komt heel wat meer kijken dan je
zo op het eerste gezicht zou denken:
het gaat niet alleen om een misdaad,
om de vragen die moeten worden op
gelost, om de karaktertekening van
personages en om een boeiende plot.
Minstens zo belangrijk is het neerzet
ten van een sfeertekening, waardoor
de lezer het verhaal voor zich gaat zien
en waardoor de lezer zich kan ver
plaatsen in de leefwereld van de per
sonages.
Jac. Toes, vorig jaar winnaar van de
Bruna Gouden Strop, schreef zijn ver
haal zo dat het 'waar' en 'wanneer' van
de misdaad op totaal verschillende
manieren kan worden ingevuld. Drie
misdaadboekenschrijvers laten zien
hoe zij de uitdaging hebben opgepakt.
Vorige week kon u op deze plek de bij
drage van auteur Ashe Stil vinden.
Voor vandaag schreef Felix Thijssen
(genomineerd voor de Bruna Gouden
Strop 1999!) het verhaal Een ander
jaar en ander vuurwerkwaarvoor hij
een keiharde wereldstad in het jaar
2000 als locatie koos. Volgende week
vrijdag volgt Aad van den Heuvel,
naast televisiemaker ook misdaad-
boekenauteur, met een verhaal dat
zich afspeelt in een roerig land in
West-Afrika.
Welk boek sleept dit jaar de prijs voor
het spannendste Nederlandstalige
boek, de Bruna Gouden Strop in de
wacht? Aan welk boek de prijs jaar
lijks wordt toegekend bepaalt een
vijfkoppige jury - vier recensenten en
één bekende Nederlander die beroeps
matig veel met 'spanning' en 'misdaad'
te maken heeft. Het zijn voorzitter
Bert Vuijsje (HP/De Tijd), Frans van
Schoonderwalt (de Volkskrant), Jelle
Kuiper (hoofdcommissaris van de
Amsterdamse politie), Aletta
Schweigmann (Leeuwarder Courant)
en Peter Winkels (Dagblad De Lim
burger/Omroep Limburg).
In totaal beoordeelde de jury vijftig
misdaadromans, een recordaantal
boeken in vergelijking met voorgaan
de jaren. Vier boeken werden genomi
neerd: Wetland van Jacob Vis, Deal
van Charles den Tex, Cleopatra van
Felix Thijssen en De regels van Peter
de Zwaan. Deze nominaties werden
overigens niet door iedereen met ge
juich ontvangen. Schrijver Gerhard
Hormann vond dat de jury, door
slechts vier in plaats van het maxima
le aantal vijf boeken te nomineren,
had bijgedragen tot 'een verdere ver
schraling' van het Nederlandse thril
leraanbod.
Donderdag 24 juni a.s. maakt de jury
tijdens een Mystery Lunch in De Rode
Hoed in Amsterdam bekend aan welk
boek de Bruna Gouden Strop 1999 is
toegekend.
Felix Thijssen: „Een prachtig vertrekpunt
van Jac, Toes, daar niet van. Maar de enor
me hoeveelheid suggestieve en raadselachtige
elementen en details, die stuk voor stuk om uit
leg, uitwerking en afronding smeken, drijven
een schrijver gemakkelijk tot een staat van pa
nische radeloosheid, vooral als hij er ook nog
de beperking van - in mijn geval - 1500 woor
den bij krijgt opgelegd.
Raadselachtige moord op onbekende man of
vrouw, met 'eigenaardige' middelen, mogelijk
politiek of militair motief, rituele implicaties,
onrust, oproer en sabotage in de stad, amok-
makende bendes, explosies elders, vitale dien
sten gemobiliseerd, paniekerige pensionhoud
ster, een vage 'substituut' Camila, en de nog
mysterieuzer jonge vrouw Katya die onver
hoeds op het toneel verschijnt, en over alles
heen de storm, die bezig is op te steken: aanzet
genoeg voor een gecompliceerde thriller van
500 pagina's."
„Beslist vindingrijk zijn de sciencefictionach
tige sfeer en de locatie, precies vaag en sugges
tief genoeg om het verhaal op uiteenlopende
plaatsen en zowel in heden als verleden te kun
nen plaatsen. Ik zie het zonder moeite in het ze-
ventiende-eeuwse Amsterdam van Ashe Stil,
of in een van die bloedbadsteden in Afrika van
Aad van den Heuvel, die geslachte kippen,
drinkwatervergiftigingen, lynchpartijen en
bizarre rituelen opgedist krijgt bij wijze van
couleur locale."
„Mijn toegewezen locatie: 'Een Keiharde We
reldstad In Het Jaar 2000', is niet direct mijn
favoriete omgeving. Er werd waarschijnlijk
aan mijn tv-series gedacht, zoals Bureau
Kruislaan of Unit 13, maar uit vrijwel al mijn
andere werk zou kunnen blijken dat ik weinig
of niks met steden op heb. Iris spreekt voor
zich, maar ook Charlie Mann voelt zichhet best
in zijn vel in de wildernis of op het platteland.
Max Winter huist met diepe tegenzin in een
stadslaan, gekozen omdat er tenminste nog een
paar bomen in staan, en het gros van zijn acti
viteiten speelt zich buiten de stad af, op het
platteland, in Brabant en Limburg, in Frank-
rijk, op Malta. In mijn boek Cleopatra begint
Max al morrend te filosoferen over te veel men
sen, te veel verkeer, te weinig lucht. In het zo
juist verschenen Isabelle broedt hij op plannen
om de stad te ontluchten en bekent hij zelfs aan
CyberNel dat hij wel wijnboer zou willen wor
den, als dat dekselse adderkluwen van Mau-
riac daar ook niet al woonde. En in Tiffany, het
derde, thans in de maak zijnde deel in deze
reeks van 'vrouwentitels', wordt Max' sjieke
stadsbuurt dermate in opspraak gebracht door
inbraken in zijn etage, valse arrestaties en po-
litie-huiszoekingen, dat z'n kreukvrije huis
baas hem vriendelijk maar wel dringend ver
zoekt om naar elders te verkassen. Zo komt
Max, in de vierde titel, in een dorp aan de Linge
terecht. Daar heb ik me, een jaar of tien, ook
beter thuis gevoeld."
„Enfin, kortom, een opdracht voor alleen een
'vervolg' zou gemakkelijker zijn geweest dan
de opdracht om het verhaal op vier vellen 'in te
vullen en af te schrijven'. Met een 'vervolgscè-
ne' kun je het probleem voor je uit schuiven, nu
moet je, om niet helemaal in de stijl van kran
tenbericht of telegram te vervallen, snoeien en
elimineren, een centrale figuur kiezen en ie
dereen daar omheen uit het raam gooien. Ik
koos, Max Winter en zijn vrouwentitels in
dachtig, natuurlijk voor Katya, en moest Ca
mila afdanken omdat Toes diens subjectief he
laas nadrukkelijk gebruikte: Camila kent die
vrouw (Katya) werkelijk niet, hij kan onmoge
lijk met haar in een complot zitten en vier vel
len is te kort om hem op aannemelijke manier
alsnog met haar in een intrige of operatie sa
men te brengen."
„Ik geloof dat ik niet speciaal over misdaad
schrijf. Menselijke karakters en intermenselij
ke perikelen, het motief, cle vraag waarom
mensen de dingen doen die ze doen, interesse
ren me eigenlijk meer dan de misdaad op zich
zelf. Misdaad is een aberratie, volgens Max
Winter eenvoudig het gevolg van dat we met te
veel zijn in te kleine ruimtes. Zo eenvoudig ligt
het natuurlijk niet, want zelfs als er overal ge
noeg van was, inclusief ruimte, zoudenmensen
nog wel aanleiding en motief vinden om tot sa
disme, machtswellust, hebzucht, moord en
doodslag te geraken. Veel van het menselijke
handelen komt misschien voort uit de aard van
het beestje, dat fundamenteel nieuwsgierig is,
zoals al in cle Tuin van Eden bleek. Vroeger
dacht ik graag dat nieuwsgierigheid de motor
was van de vooruitgang. Maar als we nagaan
dat aan elke soort die vandaag leeft er in het
verleden duizenden zijn voorafgegaan en afge-
stoiven, zijn misschien de vergissingen de mo
tor van de verandering, en dus van de evolu
tie."
„Ik schrijf omdat ik dat altijd heb gedaan. Elke
dag vier of vijf uur achter de machine, ik kan
me geen ander leven herinneren. Ilt heb me in
Hij is bepaald geen bekende Nederlander,
maar toch kennen vele mensen zijn werk.
Felix Thijssen (65) schreef tientallen boeken,
al dan niet onder pseudoniem (Ruard Lanser,
Philip van Akooy). Behalve detectives ook sci
encefiction, kinder- en jeugdboeken, en, in
opdracht, ook 'toegepast proza' als Schapen
houden. Thijssen schreef scripts voor de
films Wildschut en Help,dedokterverzuipten
stond aan de basis van de tv-sëries Unit 13 en
Bureau Kruislaan.
Thijssen bewoont een zelf verbouwde Tem
peliersvesting in Zuid-Frankrijk, met 13 hecta
ren grond. Dagelijks werkt hij eerst als 'boer
en tuinder', waarna hij vier uur achter de
schrijfmachine plaatsneemt, hetgeen hij 'een
gezonde balans tussen hoofd- en handwerk'
noemt. Hoe de auteur vanuit zijn geboorte
plaats Rijswijk in St. German de Calberte te
recht is gekomen, beschreef hij in de literaire
autobiografie Onder de spekboom.
Thijssen werkte vijftien jaar als (kunst)redac
teur van dagblad Het Binnenhof en bij regio
nale kranten in Amersfoort en Utrecht. Daar
werd hij ontdekt door uitgeverij De Fontein.
Hij schreef westerns voor de jeugd, maar ook
sciencefiction. En detectives, voor volwasse
nen. Maar daar was De Fontein, toen net be
gonnen met Baantjer, niet geïnteresseerd in.
Thijssen kwam toen met zijn Charlie Mann-
thrillers terecht bij uitgeverij Luitingh-Sijt-
hoff.
Vorig jaar verscheen Cleopatra, het eerste
deel uit de Max Winter-serie. Deze thriller
werd genomineerd voor de Gouden Strop
van dit jaar. Vanaf volgende week ligt de op
volger Isabelle in de winkel.
een veelheid aan genres bewogen, door zo'n
zestig boeken, plus films en tv-series heen, ook
omdat het in mijn opvatting bij het vak hoort
om je in al die diverse richtingen te willen en
kunnen bewegen. Dat is meer dan alleen mijn
journalistieke achtergrond, dat is een mentali
teit."
„Ik hou van woorden, van tekst, van zinnen
maken, beter maken, verhalen bedenken.
Speelfilms en TV hebben mijn schrijven beïn
vloed, door de daarbij horende noodzaak van
heldere structuur en degelijke plot, coherentie,
consistente karakters, logica, en vooral duide
lijkheid. Je kunt de kijker wel even voor de gek
houden en om de tuin leiden, maar je kunt hem
niet belazeren. Als je het vak lang genoeg uit
oefent merk je dat die dingen als structuur en
dosering een instinct worden en als vanzelf ko
men, en dat je de theorieën kunt vergeten. The
orieën zijn voor mensen die boeken schrijven
over het schrijven van boeken en scenario's. De
schrijver, om met Sinclair Lewis te spreken,
plakt zijn achterste op het zitvlak van zijn
stoel, en schrijft."
Katya rende de verveloze
trap af, snauwde een
brandwacht uit de weg en bleef
in de deur naar de binnenplaats
staan. Ze haalde diep adem.
Haar knieën trilden. Dit was
geen plaats voor tranen. Ze
hoorde de wind. Camila had
gelijk, er was storm op komst,
maar meer lawaai kwam van
ontploffingen bij de Al3. Een
aan repen gescheurde Europese
vlag flapperde aan een witte
stok uit een dakraam, flarden
van blauw en gouden sterren.
Camila kon haar hoogstens in
tv-reclames hebben gezien en
mannen hadden meestal minder
oog voor haar gezicht dan voor
haar borsten in het schuim.
Maar ze had weinig tijd, voordat
de vlam in de pan sloeg.
Anarchie lag nooit verder dan
twee gemiste maaltijden, had
iemand gezegd. Dankzij de
chaos bij de diensten als gevolg
van de plotselinge
paraatheidstoestand had het
weinig moeite gekost om in een
militia-uniformuit de Dokkers-
voorraad haar naam op een
document te krijgen en zich
hierheen te bluffen. Ze had haar
best gedaan om dat begin van
herkenning bij Camila te
overspelen met het Slavische
accent en de militante agressie
die ze er voor een bijrolletje had
ingehamerd in wat nu een vorig
leven leek, maar de substituut
kon elk ogenblik beseffen dat er
iets niet Mopte. Hij hoefde zijn
notebook maar open te klappen
om haar naam te checken. Haar
eigen naam, helaas, want je
kwam dat gebouw niet in
zonder controle en er was geen
tijd geweest voor vervalsingen
sinds Dokman haar tipte dat
Lucia hier was gesignaleerd.
Katya had al haar talenten
nodig gehad om haar emoties te
verbergen bij het zien van het
onherkenbaar verbrande
lichaam in z'n doodskist van
geblakerde muren en verkoolde
vloer. Onherkenbaar voor
Camila, niet vóórhaar.
Van Lucia's prachtige
kastanjekleurige haar was niets
over dan een gore roetlaag in de
hoofdhuid, en het levende,
hartverscheurend
optimistische groen en goud van
haar ogen was tot een troebele
gelei gesmolten. Maar Katya
had dat hoofd te vaak gestreeld
en getroost om zich te kunnen
vergissen in de schedelvorm, de
beenderstructuur, de kaken en
de kin. Bovendien was er dat
andere, dat bovennatuurlijke,
dat van je andere helft, de schok
van zeker weten, alsof Lucia's
geest nog in dat vertrek
gevangen zat en het haar
vertelde. En haar
waarschuwde.
Geen tijd voor tranen. Katya
rechtte haar rug en marcheerde
naar de pensionhoudster, die
naast een autowrak zonder
wielen op een klapstoel zat. De
brandwacht stond er met de
armen over de borst gevouwen
naast. Hij aarzelde toen ze hem
wilde wegsturen. Katya tastte
demonstratief naar de borstzak
van haar uniform en bracht
haar gezicht dichtbij het zijne.
'Je belemmert een A-klasse
onderzoek van de VGM,' zei ze
gedempt. 'Geef me je naam en
nummer maar.'
De man verstrakte, mompelde
een excuus en verdween ijlings
naar het brandpand, waar hij
naast de binnenplaatsdeur bleef
wachten. Niemand kwam graag
voorinVGM-rapporten. De
Veiligheids Groep Millennium,
destijds zonder ophef opgericht
om ongeregeldheden te
voorkomen, was bij het naderen
van de beruchte datum
uitgegroeid tot een
meedogenloze
overheidsmachine met vrijwel
blanco volmachten ter
bestrijding van door reli-freaks
en agitators geregisseerde chaos
en sabotage. Commentatoren
veroordeelden het bestrijden
van terreur met terreur als een
navrante vorm van
machteloosheid, maar niemand
'Geestelijk gehandicapt,' zei hij
Katya's tweelingzus zat veilig
in een tehuis in Rockanje, dat
dacht Katya tenminste, tot ze
vorige week hoorde dat ze was
weggelopen. In het tehuis
hoopten ze dat ze naar Katya
zou proberen te komen. Katya
kwam bij mijik heb de Dokkers
gevraagd naar haar uit te
kij ken. Iemand zag haar met een
man dat pension in gaan. Ik had
je moeten inlichten, maar je had
je handen vol.'
Kol kwam naar haar toe en
legde een arm om haar schouder.
'Het spijt me,' zei hij.
'Katya staat op hun lijst,' zei
Dokman. 'Elke Crozer heeft
haar foto in z'n notebook. Ze
zien Lucia, op straat of in de
metro, denken dat ze hun geluk
niet op kunnen.' Hij keek naar
Katya. 'Verkeerde woordkeus.
Het stomme toeval, dat over
lijken gaat.'
'Ik heb ook een lijst.' zei Katya.
'Er staat één man op.'
'Wraak is tegen onze regels,' zei
Kol zacht.
'Ja,' viel ze schamper uit. 'Wij
verdedigen ons alleen. Na Oud
en Nieuw
worden we een politieke partij.
Intussen nemen we de benen.'
'Omdat ik geen andere manier
zie om twintig topmensen op
een dodenlijst te beschermen in
een op hol geslagen stad,'
antwoordde Dokman, killer dan
ze van hem gewend wasHij liep
naar het raam en gooide het
open. De wind woei door de
zolder van de loods,
beklemmender klonk het verre
grommen van toenemend
oproer. 'Voetbalsupporters?
Feynen, Crozers, Lexers,
Kralen, Barden, alle bendes
maken amok, de macht aan het
volk, anarchie en chaos, handig
gemanipuleerd door de ultra's
van Morton en intussen snellen
zijn zogenaamde Ninjas de
koppen van de mensen die na
afloop kunnen zorgen dat dit
weer een normale stad wordt.'
Een gedrongen figuur in een
zeiljek verscheen op de zolder.
'Er is niet veel tijd meer,' zei hij.
'Ik had Camila in vertrouwen
moeten nemen,' zei Katya
koppig.
'En Camila schrijft rapporten,
praat met mensen.' Kol begon
zijn geduld te verliezen. 'Denk
je dat dit een gewone week is, in
een gewone stad, waarin Camila
een moordenaar kan arresteren?
Alle diensten zijn geïnfiltreerd,
ook de VGM. De halve militia
loopt naar de benden over.
Waarom denk je dat we de
kerngroep in het holst van de
nacht en in het diepste geheim
uit z'n huizen hebben
gesmokkeld?'
'Ik blijf hier,' zei Katya.
'Over een week is alles weer
normaal.' Dokman sloot het
raam. Het werd zonderling stil.
'Geen komeet, geen ontwrichte
computer-s en op hol geslagen
elektronica, geen bioterreur
met miltvuur, de wereld draait
door. Dit is een storm, meer niet.
In tweeduizend ruimen we het
puin. En doen we iets aan
Relking, als hij nog onder de
levenden is.' Hij pakte zijn tas.
'Het spijt me, Katya,' zei hij.
'Theo, zorg dat ze bij ons blijft.'
De man in het zeiljek kwam
naar haar toe. Kol bleef achter
haar. Een oude legertruck met
ramhekken op de bumper en
gaas op de voorruit stond voor
de loods. Ze kon niet
ontsnappen.
Een uur later stond ze aan de
reling van het douaneschip.
Rook woei over de stad, verre
ontploffingen; in normale tijden
zou dit het vuurwerk zijn van
kwajongens die niet op
Oudejaar konden wachten,
maar dit was een ander j aar en
ander vuurwerk. De
burgemeester, die naast haar
kwam staan, zag de regen op
haar gezicht aan voor tranen en
klopte op haar hand. 'Het komt
wel goed,' zei hij.
Felix Thijssen
had een geschikt alternatief.
'U verhuurt kamers,' zei Katya.
'U had twee gasten.'
De vrouw schudde haar hoofd.
Achter het scherm van sluik,
vettig haar had ze het vervallen
gezicht van een alcoholiste;
haar leef tij d viel moeilij k te
schatten. 'De wet kan u
aansprakelijk stellen,' zei
Katya. 'Medeplichtigheid. Ik
kan u alleen helpen als ik
antwoord krijg op m'n vragen.'
'D'r was maar één man, hij
huurde twee kamers. Een week
geleden. Ik heb nooit iemand
anders gezien. Ik ben vaak weg.'
In de kroeg, dacht Katya. Een
waardeloze getuige. 'Hoe heet
die man?'
'Jan.'
Katya staarde naar de vrouw.
'Alleen maar Jan?'
De vrouw haalde haar
schouders op. 'Hij betaalde een
maand vooruit.'
'Cash?' Onzinnige vraag, dacht
Katya. 'Hoe zag hij eruit?'
'Gewoon een man, ik had d'r
niks op aan te merken.'
Katya verbeet haar wrevel. Ze
zag Camila's brandwacht slinks
in het brandpand verdwijnen en
pakte de vrouw bij de schouder.
Er was een steegje, tien meter
verderop. 'Kom mee.'
'Waarheen?
'Uit de problemen.' De
pensionhoudster liet zich
meevoeren. In de steeg liet
Katya haar los en nam haar
notebook. Even later hield ze
haar het scherm voor: 'Is dit de
man?'
Katya zag het antwoord in de
ogen van de vrouw. Ze verdreef
het beeld van de tweede kamer,
Lucia op het bed, de brandbom
eronder voor als hij met haar
klaar was. 'Hou je van de
domme, dat is het veiligste,' zei
ze tegen de vrouw. 'Je weet niks.
Mensen kwamen het brandpand
uit, ze herkende Camila. Ze
moest er vandoor, naar de haven
en de Dokkers. De vrouw
drentelde terug naar de
binnenplaats en Katya rende de
andere kant uit. Adrenaline
pompte door haarlichaam, dat
zwaar was van verdriet.
Kol keek uit het smerige raam
naar de wolken die laag over de
havens zeilden. 'We hebben hier
geen tijd voor. Er komt storm.
Het enige voordeel is dat we er
ongemerkt tussenuit kunnen.'
'Je hebt niet eens een
bestemming.' 'We hebben een
bestemming,' zei Dokman
rustig. 'De Amco 214.'
Katya keek ongelovig terug.
'Een boorplatform?'
foto Niels v.d. Hoeven
'Met betere accommodatie dan
de ark van Noach. Gisteren
ontruimd, op vijf mensen na, in
verband met het Millennium.
Het idee is om er vannacht heen
te varen, de groep is al aanboord
van de twee boten, met vrouwen
en kinderen. Ze liggen in
Maassluis. Hoe kwam je op
Relking?'
'Omdat-ie z'n smerige
uitvinding op haar heeft
gebruikt.' Dokman kromp
onwillekeurig ineen bij de
herinnering aan pijn toen Katya
zijn arm greep en haar vingers
vlak onder zijn oksel op de
binnenkant drukte. 'Allebei de
armen.' Ze voelde ijs in haar
binnenste. 'Camila had geen
benul, maar jij weet wat het is.
Het gezellige rituele
martel werk van de Crozerbaas.'
'Ik snap dit niet,' zei Kol. 'Wie
was die Lucia? Wat zou ze
moeten weten?' Dokman keek
droevig naar Katya. 'Lucia wist
niks,' zei hij zacht. 'Ze leek
alleen maar te veel op Katya.'
Het ijs kroop naar haar ogen en
het kostte haar moeite om het
niet tot tranen te laten smelten.
Ze zag irritatie op Kols gezicht,
verweerde zich stamelend: 'Ze
was geen veiligheidsrisico. Ze
was...'
Dokman schoot haar te hulp.
vrijdag 11 juni 1999
-4 O