Broeierige stilte in het diepe zuiden New Orleans zit vol verrassingen PZC zaterdag 4 januari 1997 vrije tijd Een advies: „Neem de kleine weggetjes", had de ons verder volstrekt onbekende P. R. Magnola in Memphis gebast. „Stop bij kerkjes, winkeltjes en ontbijtrestaurantjes. Zing, eet, drink en laat je leiden door je gevoel. Mijdt die verdomde highway, ga onder in de sfeer van de deep south". Goed advies, maar was het achteraf wel zo verstandig om met Marcus de la Houssaye de swamps van het Atchafalaya Basin op te gaan? We hadden hem tenslotte nooit eerder gezien en je kunt beter maar niet met vreemde kerels meegaan, zeggen ze ook in Amerika. Maar toen we hem zoetwaterkreeftjes zagen vangen in de buurt van Butte la Rose, hadden we hem in een opwelling gevraagd of we mee mochten varen. Wat hij een prima idee vond. Look Out Mountain boven het voormalige spoorwegknooppunt Chattanooga. Het kanon stamt nog uit de Burgeroorlog, toen ook hier hevig werd gevochten. De dag was warm en vochtig begon nen. Om zeven uur al waaide er een lauwe wind en in het oosten, richting New Orleans, stonden donderkoppen boven de horizon. De manager van het hotel in Lafayette vond dat we, gezien de weers verwachting, het best de Interstate 10 konden nemen. De storm die vanuit de Golf van Mexico oprukte, had geen or kaankracht meldde de juffrouw van het Weather Chanel ernstig maar niettemin... Het zou gaan spoken in Cajun Country. En dan kon je maar beter niet - zoals onze bedoeling was - de 31 nemen. Of nog erger, de 87. We zouden van de weg spoelen en geen mens zou ooit meer iets van ons ver nemen. Geen volk ter wereld kan zo overdrijven als Amerikanen. En omdat bovendien een reis leuker wordt naarmate de onvoor spelbaarheid toeneemt, verheten we al bij Breaux Bridge de Interstate. Het plan was om via Loreauville en Charenton naar Morgan City te rijden en vandaar naar New Orleans. Het was nog steeds droog en de onweerswolken, links van ons, waren geen centimeter opgeschoten. De regen - dachten we - zou ons pas bereiken als we al hoog en droog in de Big Easy waren, in New Orleans. Weg van de highway dus. Onverstaanbaar Alsof er een luik werd dichtgeslagen. Eén halve draai aan het stuur en het geraas op de Interstate had plaats gemaakt voor de broeierige stilte van dorpjes als Hender son, Parks en Catahoula. De weg slinger de zich loom door het lage, zompige land en op de lokale radiozender zong de blueszanger: 'Well, I felt her, felt her titty, and I pulled on the other tigh'. De rest konden we niet verstaan. Zoals we hier zoveel niet konden verstaan. Maar daarin waren we niet de enigen. In Natchez, twee dagen eerder, hadden we bij een rondlei ding Rob en Jane uit Boston ontmoet. Toen we ze vroegen of ze misschien kon den vertellen wat er werd verteld, begon nen ze te lachen. Dat wisten ze ook niet precies, zeiden ze. „Ze hebben hier zo'n ontzettend vet accent, you know." Met Mai'cus de la Houssaye ging het ge lukkig beter. Hij werd pas onverstaan baar toen na drie kwartier de regen kwam. Niet ruisend, maar ratelend. Niet x-atelend, maar roffelend. Niet roffelend, maar krakend. De bliksem reet de pik zwarte lucht uiteen in duizenden puzzel deeltjes en het water kolkte onder de inslag van ti'ilj oenen druppels. Hij had pi'ecies ckïe lekkende zuidwesters, Mar cus. En voor mijn reisgenote een opge- droogd oliepak vol vouwen en schelmen. Dobbex-end in een veld van paars bloeien de waterhyacinthen en schuilend onder een met sliex-ten Spaans mos behangen, eeuwen oude cipres die tot aan zijn kuiten in het water stond, keken we verbijsterd en geïmponeerd naar het inferno. „Een urntje", vooi'spelde Marcus, „daarna gaan we lunchen. Alligator-pootjes. Hm- mnxmm." Mooi Het werden twee uur. Maar wat scheelde dat? Het mooiste moment van een reis die al zo mooi was. We waren begonnen in Memphis, Tennessee. De met veel vloeken Het aantal mogelijkheden om reeds in Nederland een reis naar de zuidelijke staten te boeken, is aanzienlijk uitgebreid sinds de KLM Memphis, Tennessee in haar routeschema heeft opgenomen. De birthplace of Rock 'n' Roll wordt door de Nederlandse luchtvaarm aatschappij dagelijks aangevlogen. Bij Martinair wox-dt de mogelijk heid onderzocht een rechtsti-eekse charter te gaan uitvoeren op New Orleans. Toeristische organisaties in de stad aan de monding van de Mississippi dringen daax-op al enige tijd aan. In november was er op nieuw een ondei'handelingsdelega- tie in Amstex-dam, maar vooralsnog ontbreekt het Maxtinair aan voldoende capaciteit. De op deze pagina beschreven rond rit werd in veex-tien dagen gemaakt en gekozen werd voor de route Memphis - Vicksburg - Natchez - Lafayette - New Orleans - Tupelo - Chattanooga - Nashville - Mem phis. 'Musts' op dit traject zijn Gra- celand, het National Civil Rights Museum en Beale Street in Mem phis, het slagveld van Vicksburg, Natchez, een rondvaart door de moerassen bij Lafayette, The French Quarter en een rondrit langs de begx-aafplaatsen in New Orleans, het gebooitehuis van Elvis Presley in Tupelo, Look Out Mountain in Chattanooga en een voorstelling in de Gx-and Ole Opry in Nasville. Het prijsniveau in deze regio is een stuk lager dan in de x-est van de Verenigde Staten. Nedex-landse reisorganisaties die trips naar de zuidelijke staten aan bieden zijn onder meer Arke (een driedaagse stadstrip naar New Or leans), de NBBS, Evenements Rei zen en Hotelplan. Amerika-specia- list Jan Doets in Heerhugowaard heeft het grootste assox-timent en biedt passagiers onder meer over nachtingsmogelijkheden aan in schitterend gerenoveerde landhui zen (intex-bellums). Ook kan deze touroperator entree-tickets verzor gen voor onder meer de Grand Ole Opry in Nashville. Prijsindiactie voor een rondreis van twee weken (gebaseex-d op twee personen, logies en ontbijt): circa 2500 gulden. aangekondigde gospelsongs van Ruby Wilson en haar King Bees in Beale Sti'eet. de dom-koddige Duck March in het Pe- abody Hotel, de verre stem van Marten Luther King in het verbluffende National Civil Rights Museum en de geest van Elvis Aaron Presley in Graceland. Eigenlijk te veel voor anderhalve dag en dodelijk ver moeid waren we de 61 afgezakt op weg naar Clarksdale, bix-thplace of the blues. Als we daar hadden geweten, wat we tien dagen later in het Bessie Smith Center van Chattanooga zouden hox-en, hadden we wellicht een bezoek gebracht aan het G. T. Thomas Hospital. In dat ziekenhuis Longwood in Natchez, ooit de rijkste stad van de verenigde Staten. In 1860 woonden hier zes van de acht Anmenkaanse miljonairs. overleed in september 1937 de keizerin van de blues, Bessie Smith, aan de gevol gen van een auto-ongeluk waarbij haar een arm was afgerukt. Maar we wisten toen nog van niets en waren rechtsaf ge slagen, richting Great River Road, de smalle weg langs de Mississippi. Stiller - zo vonden we - kon het in Ameiika ner gens zijn. De trillende hitte vervormde het land tot eeix glanzende aquarel en het erxi- ge levende wezen dat we die ochtend za gen en spraken, was de directrice van het postkantoortje van Gunnison. 'I'm so sor ry sir, we hebben geen fax-appax-aat hier. Misschien in Rosedale, verderop.' We schoten niet op, verloren elke notie van tijd. Bezochten een van die withouten kerkjes die bij - leek het wel - tientallen langs de weg stonden en lieten ons steeds verder wegzirxken in het sudderende landschap rondom ons. We waren nog maar bij het uitgestorven Benoit toen we ons plotseling realiseei'den dat we die avond nooit meer in Vicksburg zouden ar riveren als we met dezelfde snelheid zou den blijven doorsukkelen. De reeds be son", had de eigenaar van het Bed Breakfast-pension ons aangex-aden. „neem vandaar de Natchez TVace Parkway en ga in Natchez slapen" In geen van onze drie x-eisgidsen konden we de tip terugvinden; er valt in deze toch steeds kleiner wordende wereld gelukkig nog altijd veel te ontdekken. Het land van Gone with the Wind. Statige landhuizen, stijf x-echtop gehouden door enorme witte pilax-en en bordjes met opschx-iften waar uit duidelijk werd hoe de burgeroorlog (1861-1865) hier heeft huisgehouden. Maar Port Gibson was, vond gelukkig ook generaal Ulysses S. Grant 140 jaar gele den al, 'too beautifull to bum' en in Nat chez staan nog steeds vijfhonderd huizen van vóór de oorlog. 'Meer dan enige ande re stad in de Verenigde Staten', loeiden de welkomstborden ons al van verre toe. Maar in die razende regenbui op het Atchafalaya Basin, was Natchez alweer ineengekrompen tot een achter de hori zon zinkend fata morgana vol warme voornaamheid. Terwijl het toch nog maar twee dagen geleden was dat we gebakken catfish aten op een teiTas pal aan de sloom stromende Ole Man River, dat we een ram melende raderboot vol toeristen in een tomaatrooie, achter de andere oever weg zakkende zon aan ons voorbij zagen plas sen (een beeld dat we tot onze verbazing nog mooi vonden ook) en dat we ons lieten rondleiden in Longwood. dat schxtteren- de achthoekige landhuis dat door de be woners tijdens de bux-geroorlog zo snel werd verlaten dat de verhuisdozen nog steeds in de kamer staan. Een gegeven waannee ze in Amerika wel raad weten. Bestaan er Amerikanen die niet boeiend kunnen vertellen? Vast wel. Maar de gids in Longwood, hoe onverstaanbaar soms ook, behoorde in elk geval niet tot die zeldzame categorie. Net zo min als Marcus de la Houssaye trouwens, de vis- serman van Henderson, die blozend ver klapte bij Kern's Landing een rondvaart- bedrijf te willen gaan beginnen. 'Moet je doen' zeiden we oprecht, want wie kan ex- op windender over de swamps, de moeras sen praten dan hij. En wie kent ze beter. Elke uil zag hij, elke alligator en elke bul lfrog. En toen we bij een uit het water op rijzende piramide van houtsnippex-s kwa men, joeg Frank, zijn hond, grommend en klauwend een armadillo naar buiten. Nog nooit hadden we zo'n vi'eemd dier gezien. De mystexies van de swamps bij Lafayet te, we hadden het er nadien nog vaak over, zelfs in New Orleans, de stad die het uit eindelijke doel van onze reis vormde. Vier dagen logeerden we in een hotel op de x-and van the French Quarter en elke keer weer hepen we op wolkjes de wijk in. Op putdeksels tapdansende jongetjes, vuur vreters, netkousen, zingende zaagspelers, haai'linten, iambalaya, hoge hakken, bal konnetjes vol etende mensen, muziek uit elke kroeg en achter de kassa van Felix' Oyster Bar tot ver na middei-nacht, miss Mary, 86 jaar „What dou you want to night, my dear". Als er een stad is, die nooit slaapt... Wanneer we beter hadden opgelet hadden we in the House of Blues voor dei-tien dol lar de Neville Brothers kunnen zien optre den. Maar wie bekijkt er nog VVV-gidsjes in deze krankzinnige stad, waai-in over dag Royal Street the place to be is en 's avonds en 's nachts Bourbon Street? We zagen een neger zijn knikken wegwerpen en met twee opgestoken vingex-s naast zijn oren als Pinokkio door Rampart Street dansen, samen met een klarinettiste die Benny Goodman naar de kroon stak. En bij het Café du Monde speelde een orkest je, bestaande uit een theekist-bassist, een gitarist en een saxofonist die zijn gebutste hoorn slechts met touwtjes, plakband en paperclips bij elkaar had weten te hou den, op zo'n hartvex-scheux-ende wijze 'Stardust' dat wij niet de enigen waren die de tranen in de ogen schoten. Waanzinnig sproken kamer afbellen of doorrijden? Het werd doorrijden omdat we achter al die neergelaten zonweringen zo vlug geen telefoon konden vinden. Dus lepelden we 's avonds in Vicksburg van een messcher pe gumbo, hoorden we 's nachts een langs de Mississippi rennende goederentrein de Delta Blues fluiten en zwierven we de vol gende ochtend huiverend door.de heuvels waax-tussen zich van 29 maart tot 4 juli 1863 een van de bloedigste slagen van de Amerikaanse burgeroorlog voltrok. „Rij na het slagveld eerst naar Poi*t Gib- Chattanooga en Nashville - zo dachten we - konden vervolgens alleen nog maar te genvallen. Wat geenszins het geval was. Chattanooga beviel om zowel de formida bele Riverside, het magnifieke uitzicht vanaf Look Out Mountain als het Bessie Smith Center aan de M. L. Kingboule- vai'd; Nashville om dat waanzinnige Op- ryland Hotel waarin we in een vlaag van verstandsverbijstering een bed hadden geboekt. Nooit meer doen natuurlijk, maar toch leuk. Bijna drieduizend ka mers, die zo goed als alle nachten volledig bezet bleken en die als het ware de muren vormen van drie reusachtige kassen vol tropisch struweel, watervallen, zuurstok- kleurige dancing waters en een riviertje waarover warempel boottochtjes konden worden gemaakt. Allemaal overdekt We sloegen op de vlucht. Uiteraard. Maar down town Nashville zaterdagavond, bleek al net zo druk als alle andere down town cities in Amerika. En in Nashville Palace, where the stars drop in, was ook al geen open plekje meer te bekennen. Maar de Grand Ole Opxvde moederkerk van de country and western, was alweer zo'n on- verwacht feest. Vetkuiven. veterdassen met glimmend opgewx-even hoefijzerspel- den, brede gespen aan nog bredere rie men, met leer gebox-duurde laarzen, jur ken gemaakt van de Amerikaanse vlag en - hoe zou dat toch komen - honderden o- benen geaccentueerd door strie- mendstrakke jeans. Ruim vierduizend toeschouwers zaten er in de enonne schouwburg- Vierduizend toeschouwers die zo goed als allemaal in katzwijm vielen toen Porter Wagoner pe dant het toneel en kwam optrippelen. En Alison Krauss. En Grandpa Jones. Ons zeiden die namen weinig of niets, maar wat gaf dat? We sabbelden geroutineerd op» de worstjes van Pumell's Old Folks, nipten voorzichtig aan onze Coca-Cola met veel te veel ijs en genoten - ondanks de doordringende stank van popcorn, het dioikke gedraaf van volwassen kerels met fotótoestelletjes en die alsmaar jengelen de commeieials van Martha White's zelf rijzend bakmeel - bijna net zo als vijf da gen eerder in de boot van Marcus de la Houssaye. The deep south. Een wonderlijk land. Rob van den Dobbelsteen

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1997 | | pagina 31