Dr Tulp krijgt weer blos op de wangen Henk Smit houdt van schoften PZC Wereldkunst in 34 kloeke delen Restauratie Anatomische les Klassieke muziek met hitpotentie kunst cultuur vrijdag 1 november 1996 25 Opera Zuid met Tosca Moderne klassieke muziek voor miljoenen... Het komt zelden voor, maar cellist Julian Lloyd Webberen componist Gavin Bryars zijn er samen toch in geslaagd nieuwe muziek te maken die bij een breed publiek kan aanslaan. Vorig jaar bracht Lloyd Webber een stuk van Bryars in première en onlangs verscheen daarvan de cd. Het werk wordt daarop geflankeerd door twee andere wonderschone en sfeervolle composities van deze vroegere jazzmuzikant. Met A farewell to philosophy schiep Bryars voor Lloyd Webber een stuk met klassieke hitpotentie. De solist noemt het een concert voor een antiheld. „Het is een werk dat op het eerste gezicht niet past in de rijke traditie van de gro te soloconcerten. Er is geen over donderende opening, geen rust punt in het tweede deel en ook het slot is geen vuurwerk In plaats daarvan klinkt het stuk als een lang, weemoedig lied." „Het is daarom een dapper stuk' vindt Lloyd Webber ..Ruim een half uur alleen maar melodieus, één brok emotie. De virtuositeit schuilt in de spanning die je al die tijd in allerlei nuances moet vast houden. in de strijd die je levert om tegenover het orkest overeind te blijven En dat is zwaar. Het doet geestelijk en fysiek een beroep op je." Toen Lloyd Webber bij Bryars een nieuw werk bestelde, had hij iets korters in gedachten. Toch zou de cellist niets kunnen schrappen. „Nog geen seconde.Ook voor het publiek is zo'n beklemmend muzi kaal verhaal even wennen. Maar bij de première was het al bij zijn eerste streken raak. „Zelden had ik zo'n stille zaal en het applaus duurde veel langer dan normaal. En de kritieken? Het is 3-1 in het voordeel van de componist." Het uitvoeren van een werk dat speciaal voor een solist is geschre ven, veronderstelt een goed we derzijds contact. „Maar echt ken nen doe je elkaar nooit. De cellist Rostropovich was goed bevriend met Shostakovich, maar het genie van de componist bleef voor hem een raadsel. Je inleven in het werk van een ander vereist als muzikant op zich een enorme geestelijke training, hoe dan ook." Ook de vader van Julian Lloyd Webber was componist en zijn broer Andrew is met zijn musicals hard op weg de rol van de vroegere opera over te nemen. Maar waar Andrew ervan wordt beschuldigd zo langzamerhand nogal voor spelbare muziek te schrijven, daar zoekt de jongere Julian in ieder ge val naar nieuwe wegen Als cellist propageert hij met zijn opnamen graag nog onbekend werk. „Want je kunt natuurlijk weer muziek van Beethoven en Bach opnemen en aan het spelen daarvan beleef ik ook nog steeds erg veel plezier Maar er zijn al zo véél van die opnamen. Je kunt dat pas doen. zodra je daarmee weer iets heel nieuws te zeggen hebt." Die houding van Lloyd Webber heeft succes. Zijn platenmaat schappij Polygram, waar omzet ten tegenwoordig zwaarder tellen dan ooit. heeft zelfs zo veel ver trouwen in hem. dat ze Bryars voor dit concert betaalde. Een pri meur in de wereld van de klassieke muziek. „En zonder dat ze daar artistiek ook maar enige invloed eisen Het is niet voor het eerst dat er voor Julian muziek is geschreven. Broer Andrew maakte in 1978'Va riations', een concert voor cello en rockband. „Een goed stuk dat we toen vaak hebben uitgevoerd. Maar het is nogal lastig om het weer op het repertoire te nemen." Dat juist de vroegere jazzmuzi kant Bryars een stuk voor hem schreef is terug te voeren op een eerder werk voor saxofoon en or kest. „Toen ik dat hoorde begreep ik meteen dat hij de man was om ook een nieuw celloconcert te schrijven." En daar blijft het niet bij. De eveneens Britse componist Nyman, die eerder succes had met zijn muziek voor de film 'The pia no', heeft inmiddels de opdracht een stuk te schrijven voor cello, saxofoon en orkest. Lloyd Webber kijkt er naar uit, maar studeert in tussen toch driftig op de volledige werken van Grieg en Britten. Ook die moeten weer eens op een cd worden gezet. En volgend voor jaar is Lloyd Webber in Nederland vooreen recital en een masterclass met het Residentie Orkest. Hans Visser De Nederlandse presentatie van de 34-delige Dictiona ry of Art in het Rijksmuseum begon deze week met een stort vloed aan grote getallen. De 6802 auteurs uit meer dan 120 landen hebben de afgelopen veertien jaar 26 miljoen woor den over 41.000 onderwerpen uit de kunstgeschiedenis ge produceerd. Behalve de 789.550 woorden van 222 Ne derlandse auteurs bevat de mo- mumentale kunstencyclopedie ook 15.000 zwart-wit illustra ties en 350 kleurenfoto's. En wie alvast verlekkerd een boe kenplank heeft vrij geruimd, moet 15.000 gulden van de spaarrekening halen. De getallen werden opge somd door eindredacteur Jane Turner van de Britse uit gever Macmillan, die naar Am sterdam was gekomen om de 34 delen ook voor de Nederlandse markt aan te prijzen als de meest uitgebreide kunsthisto rische encyclopedie ooit gepu bliceerd. De oplage bedraagt 6000 exemplaren, waarvan er 3000 al bij voorintekening zijn verkocht aan musea, veiling huizen, kunsthandelaren, we tenschappers en kapitaal krachtige kunstliefhebbers als de hertog van Devonshire Volgens Turner zal The Dictio nary of Art tot ver in de 21e eeuw een onmisbaar stan daardwerk zijn omdat het de nieuw verworven kennis bevat die de afgelopen 20 jaar voor een revolutie in de kunstge schiedenis heeft gezorgd Er wei-den in die periode bijvoor beeld spectaculaire archeolo gische vondsten gedaan in Chi na, Japan en Groot-Brittannië. En Indonesië voltooide de res tauratie van grote aantallen hindoeïstische en boeddhisti sche monumenten. Dichter bij huis begonnen de onderzoekers van het Rembrandt Research Project bovendien aan hun aanzienlijke reductie van het aantal 'echte Rembrandts'. Het was al met al de hoogste tijd ge worden alle nieuwe inzichten te bundelen. Spectaculair Maar minstens zo spectaculair als deze uitputtende inventari satie is de verruiming van het traditionele kunsthistorische blikveld buiten West-Europa. De vele auteurs (er kwamen 12.000 teksten in dertig ver schillende talen binnen) en«de redactie zorgden ervoor dat voor het eerst ook ruim aan dacht wordt besteed aan kunst en cultuur uit Zuidoost-Azië, India, de islamitische wereld en Afrika. De tienduizenden woorden over Nederland werden ge schreven door prominente Ne derlandse kunsthistorici als toekomstig Rijksmuseum hoofddirecteur Ronald de Leeuw (over de Haagse School, Barend Cornells Koekkoek en Cornelis Springer), Rijksmuse um-directeur collecties Jan Piet Filedt Kok (over Lucas van Leyden). Mauritshuis-direc- teur Frederik Duparc (over 17e-eeuwse Hollandse land schapschilderkunst) en Vrije Universiteit-wetenschapper Ilja Veldman (over Maarten van Heemskerck). Het spreekt vanzelf dat een groot deel van de 1093 biogra fieën van Nederlandse kunste naars is besteed aan groothe den uit onze kunstgeschiedenis als Rembrandt. Jan Steen, Ver meer. Van Gogh en Mondriaan. Bovendien is tekst besteed aan bekende en minder bekende hedendaagse kunstenaars als Karei Appel, Henk Visch en Daan van Golden. Fran^oise Ledeboer De 34-delige Dictionary of Art. De anatomische les van dr Nicolaes Tulp mist de indringende aanblik die Rembrandt het doek meegaf. Dat verstoorde kijkpatroon is te wijten aan beschadigingen en vlekken in het schilderij. Vooral de onderkant, maar ook de mantel van de chirurgijn en zijn twee toekijkers links op dit meesterwerk, dat zo'n beetje alle Nederlanders kennen die wel eens in een geschiedenisboek hebben gekeken, vertonen doffe oneffenheden danwel gehavende plekken. Bovendien is liet door Rembrandt zo zorgvuldig aangebrachte kleurencontrast tussen de dode en de levenden niet meer zo helder dankzij de vergeelde vernislaag. Kortom, het (grote) doek, dat Rembrandt in 1632 schilder de, is aan een grondige restauratie toe. Tot maandag is het nog te be zichtigen in het Mauritshuis in Den Haag. Daarna wordt het van de muur gehaald voor een grondi ge analyse. Grootste vraag is hoe de opknap beurt de oorspronkelijke charme van het schilderij kan terugbren gen. Drie, vier weken lang wordt deze icoon van ons culturele erfgoed onder de microscoop ge houden, met infrarood- en ultra- violetlicht ontleed om al zijn ge heimen bloot te geven. Plet is niet de eerste keer, weet hoofdrestaurator Jürgen Wadum, Deen van geboorte. „Achttien keer inmiddels is het doek door restauratoren in behandeling ge nomen. En vier keer is het ver doekt, op een nieuw doek overge bracht. Er is dus flink mee gewerkt. Ik zou het een wonder willen noemen, dat deze anatomi sche les er nog is. En dat het er nog zo goed uitziet", zegt hij niet zon der bewondering. „Er is zoveel mee gebeurd in het verleden. Maar het functioneert nog steeds, er zit diepte in en kijk eens naar die driedimensionale opstelling van de heren." Dikke map De laatste restauratie was in 1951 Een dikke map foto's geeft de de tails. „De retouches ofwel inschil- deringen op de kale plekken zijn zo verkleurd, dat het een andere tint heeft gekregen dan de bedoe ling was van de vorige restaurator. Niet onlogisch overigens omdat het originele schilderij op een an dere manier veroudert dan de aan gebrachte herstelwerkzaamhe den. Zo komt er na een aantal jaren een verspreiding tussen de twee kleuren. Dat is bekend en normaal. Om die reden moet elk schilderij na zo'n vijftig, zestig jaar weer een esthetische behan deling ondergaan. We zullen de bovenste vernislagen en de toege voegde retouches van de meest re cente restauratie uit 1951 wegha len en nieuwe inschilderingen aanbrengen met een veel duurza mer (en later gemakkelijker te verwijderen) materiaal dan toen beschikbaar was. Zo hopen we de geldende restauratiecyclus te on derbreken en gaan we er vanuit dat het schilderij pas over honderd jaar weer aan de beurt is." Klinkt dat even simpelDe werke lijkheid is anders, natuurlijk. Nu het schilderij van de muur komt, zal het aan een grondige studie worden onderworpen. Zo willen Jürgen Wadum en zijn collega restauratoren Petria Noble en Ca rol Pottasch graag weten hoe het werk tot stand is gekomen. Een eerdere studie heeft aangetoond, dat de bovenste toekijker eerst een hoed op had. Deze is later door Rembrandt weggeschilderd. „Bo vendien heeft hij aan de oorspron kelijke compositie (helemaal links) een man toegevoegd. Het is spannend te onderzoeken hoe dit tot stand is gekomen." Deijman In die studie wordt ook het twintig jaar later (1656) geschilderde en bij een brand in 1723 vrijwel ge heel verwoeste doek 'De anatomi sche les van dr. Deijman' betrok ken. Het werd een paar jaar terug in het Amsterdamse Rijksmuseum gerestaureerd en hangt nu in het Historisch museum van de hoofd stad. „Het geeft de vooruitgang van deze kunstenaar weer. maar Eric Vigié, regisseur van Tosca, de nieuwe productie van Opera Zuid, vindt de rol van de wrede en gevreesde politiechef minstens zo interessant als die van de hoofdrolspeelster. „Hij is de motor van de handeling, de grote regisseur die de poppen laat dansen. Hij is Satan - het Kwaad dat altijd weer terugkeert." Koren op de molen van bariton Henk Smit: „Dit is mijn rol, ze is me op het lijf geschreven." In Friesland geboren, in Toronto opgegroeid, in Europa als zan ger groot geworden. Zie hier in een notendop het curriculum van Henk Smit. Details onthullen het beeld van een zanger die zijn op leiding in Canada en aan het Am sterdams Conservatorium kreeg. En aan het begin van zijn carrière voornamelijk basrollen zong als Mefisto uit 'Faust' of Zacharias uit 'Nabucco'. „Ik heb eigenlijk geen bas-temperament. Ik ben geen zanger die rust en waardig heid uitstraalt. De keuze was meer uit nood geboren. Ik miste de hoogte voor de lyrische bariton- rollen en voor het dramatische stemvak was ik nog te jong." Maar ongeveer vijftien jaar gele den, toen Smit als zanger was uit gerijpt. maakte hij de stap naar de dramatische bas-baritonrollen. Simon Boccanegra, Fliegende Hollander, Blauwbaard en Scar- pia. „Verreweg het interessantst om te doen. Deze rollen bieden ve le aspecten van een persoonlijk heid. Maar ze zijn qua karakteri sering en stemtechniek niet stortte. „Toen pas kwam ik in mijn eigen vaarwater terecht. Ik hou van die extreme persoonlijkhe den. Ik zou moeite hebben met goeiige personages waar geen kwaad in zit. Natuurlijk hoef je geen schoft te zijn om er een te spe len, maar het arsenaal moet wel aanwezig zijn. Je moet het toch uit jezelf halen. Het moet in je fanta sie leven om het op te kunnen roe pen." Zeker in het geval van politiechef Scarpia, de niets en niemand ont ziende machtswellusteling, is dat niet niks In de opera is hem geen list of bedrog, geen marteling of mishandeling te erg om Tosca te kunnen bezitten. Hij is een mix van duivel en satyr, gestuurd door een mengeling van kwaad en botte wellust. Zelfs zijn eigen dood - hij wordt door de wanhopige Tosca met een dolk in de rug gestoken - is niet voldoende om dood en verderf te laten stoppen. Scarpia regeert over zijn graf heen, ook in de dood is Scarpia de overwinnaar. „Een ontzettend heftige rol", ana lyseert Smit. „Deze man is alleen maar slecht. Het enige operaka rakter dat alleen maar deze ene kant heeft. Hij glorieert in macht en wat hij daar allemaal mee kan doen. 's Morgens staat hij op en vraagt zich handenwrijvend af waar hij die dag weer eens kwaad zou kunnen gaan uitrichten. Slechts gewelddadigheid brengt hem voldoening. Gelukkig heeft Puccim enkele fragmenten ge schreven waarin hij zich poeslief voordoet. Daar kun je wat kleuren nuancering in de figuur brengen." Gewicht Het is 'zijn' rol, vindt Smit, precies goed van ligging en omvang. „Aan het begin van mijn carrière wist ik het al: er komt een dag dat ik deze rol ga zingen. Het gewicht van de stem ligt precies waar ik het van nature ook heb. Ik heb meer dan twintig jaar gewacht om deze rol te zingen. Dat was noodzakelijk. Je hebt ervaring nodig om je stem beter in te passen en te doseren. Ze vormt een geweldige aanslag op je uithoudingsvermogen. Daarmee omgaan leer je alleen in de prak tijk." Smit heeft met zijn Scarpia-inter- pretatie inmiddels internationale faam verworven. Onlangs nog zong hij de rol bij de English Na tional Opera. Levert dat geen pro blemen op met de regisseurs die zo nadrukkelijk hun stempel willen drukken op een opera-uitvoering? Smit: „Ik ben niet het type dat zegt: 'Ik doe het al zo lang, ik weet precies hoe het moet'. Zo zit dit vak niet in elkaar Ik vind het pret tig om met andere opvattingen ge confronteerd te worden. Wat deze regisseur wil bijvoorbeeld is nieuw voor me. Maar ik sta er hele maal achter, het is heel verfris send. Andere regisseurs willen dat je geweld bedekt met enige be schaving. Vigié niet. Hij wil juist meer geweld laten zien. Dat is heel spannend. Ik denk dat de kijkers op het puntje van hun stoel zit ten." Jos Frusch Opera Tosca morgen zaterdagDen Bosch, Venlo (5/11), Sittard (7/11), Til burg (10/11), Utrecht (12/11), Breda (14/11), Eindhoven (16/11). Rotterdam (19/11), Heerlen (21/11) en Maastricht (23/11). In de belangrijkste rollen zingen en spelen naast Henk Smit Karen Notare (Tosca), Nikolai VassiUev (Cavarados- si), Henk van Heijnsbergen (Angelot- ti), Tom Haenen (Sagrestano), Rein Kolpa (Spoletla) en Emile Godding (Sciarrone). Het Brabants Orkest be geleidt. Restaurateur Jürgen Wadum: Er zit nog steeds diepte in de opstelling van de heren. foto Maurice Nel wan we proberen met dit onderzoek ook te achterhalen hoe het schil dersvak zich in het algemeen ont wikkelde en hoe het was om in de zeventiende eeuw als schilder te werken. 'Tulp' moet ons wat meer duidelijkheid geven." Het schilderij zal in het eigen ate lier, onder de kap van het Maurits huis ('de restauratoren zitten bij wijze van spreken letterlijk op de werken') eerst volledig in kaart worden gebracht. „In die studie gaan we bijvoorbeeld op zoek naar de nog originele verf op het doek, speuren we naar sleetse en bescha digde plekken, maar controleren we ook de retouches. Zo kunnen we bepalen of het weghalen van de bovenste vernislaag voldoende is om tot een evenwicht in de opper vlaktestructuur te komen." Jürgen Wadum, die de restauratie een grote uitdaging noemt - vooral om het zwart van de jassen egaal te krijgen - glimt als hij vertelt over de verandering die het weghalen van de vergeelde vernislaag waar schijnlijk tot gevolg heeft. „Het werk is door Rembrandt in koele kleuren geschilderd. Nu ligt er echter een gele film overheen. Wanneer die is weggehaald, zal dat vooral het kleuraccent ten goede komen. Dan wordt dat dode lichaam weer een lijk dat mooi contrasteert met de roze hoofden van de mannen die zich erover- heem buigen. Het verschil tussen leven en dood, zoals bedoeld door Rembrandt, zal zich weer scher- per aftekenen, al wordt het na tuurlijk nooit meer het oude schil derij Wij proberen toch vooral een evenwicht te vinden tussen de in- tensie van de kunstenaar en de tand des tijds", aldus Jürgen, die er nuchter aan toevoegt: „Het is een oud doek met oude verf en dat blijft het." ,Wij proberen het zo eerlijk moge lijk te laten zien, zonder te mani puleren met de kleurkracht die Rembrandt oorspronkelijk heeft bedoeld. Het manipuleren hoe het ooit geweest moet zijn, gebeurt slechts met een animatie in de computex-." Toetsen Om fouten zoveel mogelijk uit te sluiten en om visies te toetsen zal tijdens de voorstudie en de restau ratie zelf (die komend voorjaar van start moet gaan en waar schijnlijk zes maanden in beslag gaat nemen) een leger aan deskun digen het Mauritshuis aandoen. Ze zijn bijvoorbeeld afkomstig van het Rembrandt Research Pro ject, maar ook collega-restaurato ren van Wadum uit binnen- en buitenland komen langs of leveren een bijdrage via Internet „We roe pen alle deskundigheid die we kunnen krijgen binnen, al was het maar om te voorkomen, dat latei- wordt gezegd dat de restauratie onderhevig is geweest aan een of andere mode, die we ons misschien niet eens bewust waren. Specifiek voor dit schilderij is dat de verf kleine gaatjes heeft. Wij willen graag weten waar ze vandaan komt. Toevallig is er iemand in Duitsland met zo'n onderzoek be zig. Wij zullen hem zeker om raad vragen." Anders dan twee jaar geleden bij het herstellen van de Vermeers zal deze Rembrandt niet in het open baar worden gerestaureerd. „Niet elke behandeling dient als onder- wijsstuk over onze werkwijze. Er is niets geheim, maar ook restau ratoren hebben behoefte aan rust." Hans Piët gemakkelijk. Ze doen een aanslag op je stemorgaan. Je moet je stem banden direct aanspreken, je kunt je kapot zingen." En dus koos Henk Smit voor de weg van de geleidelijkheid, voor dat hij zich begin jaren tachtig vol overgave in deze nieuwe wereld Henk Smit: Geen rust, geen waardigheid. foto Frits Widdershoven

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1996 | | pagina 47