Een Oidipous van
de onzekerheid
PZC
Ich bin ein
Almeloër
Afscheidsregie
van Erik Vos
bij De Appel
Astrid Seriese
laadt accu op
kunst cultuur
24
Opera ontdekt
vrijdag 1 november 1996
sbw
Op 8 november gaat zijn laatste regie bij toneelgroep De Appel in
première: Oidipous I en II. De antieke held die zijn vader
vermoordt en koning wordt. „Zo moet ik ook vermoord worden door
mijn opvolgers", zegt Erik Vos (67). „Dat is gezond".
De regisseur als ster. Tijdens een
openbare repetitie van Oidipous I
en II in het Appeltheater geeft Er
ik Vos de stampvolle zaal inzicht
in de komende voorsteling. Zijn
allerlaatste openbare repetitie,
laat hij weten En zijn afscheids-
voorstellingbij De Appel, waar hij
per 1 januari vertrekt. Wanneer hij
vanaf het toneel terugloopt naar
zijn regiestoel komt er een donde
rend applaus. Een met sentiment
geladen ovatie.
Dit publiek koestert zijn Appel en
koestert Erik Vos Die openbare
repetities zijn door hem 'uitgevon
den'. Een kijkje in de keuken van
het theater dat voor Oidipous
twee maal een uitverkochte zaal
trekt. Een unicum. Niet alle ac
teurs hebben die blik op de bin
nenkant van hun werk altijd even
prettig gevonden Maar het werkt
het verstrekt de binding met de
'vrienden' van de groep en het
brengt de noodzakelijke mondre-
clame op gang. Een aantal toe
schouwers zit zelfs met De mythe
van de Vos op schoot, een scriptie
van Margriet Dantuma. studente
theaterwetenschap die stage loopt
bij De Appel. Ze zet de Griekse
tragedies die Vos in zijn loopbaan
regisseerde op een rij en tekent
steeds Vos' verhouding tot het to
neel van dat moment in Neder
land. En dat is een bijzondere.
„Carel Birnie kwam vijfentwintig
jaar geleden bij ons kijken en zei:
dat houden jullie in Nederland
geen drie jaar vol", herinnert Vos
zich bij de repetitie. En vertelt het
publiek dat er bij de voorstelingen
in die beginperiode gratis koffie
werd geserveerd aan het publiek:
..Want we hadden nog geen subsi
die". En typische omdraaiing a la
Vos. Het publiek lacht. Het kent de
eigenzinnige geschiedenis van De
Appel en de recente perikelen
rond een negatief rapport van de
Raad voor de Kunst
Voor Oidipous I en II combineert
Erik Vos twee stukken van de
Griekse tragediedichter Sopho-
kles. Oidipous koning van rond
420 jaar voor Christus. En Oi
dipous in Kolonos uit het sterfjaar
van de dichter, bijna vijftien jaar
later. „Ik heb twee grote wegen af
gelegd in mijn leven", kijkt Vos te
rug. „De Shakespeare-stukken
waarvan ik er geloof ik twaalf ge-
Dankzij de inspanningen van
het Antwerpse gezelschap
Opera Mobile kan deze maand een
van de vroegste Italiaanse opera's
voor het eerst in Nederland wor
den opgevoerd. La Liberazione di
Ruggiero dall'Isola d'Alcina
(1625) van Francesca Caccini is de
eerste opera van een componeren
de vrouw, die internationaal be
kend is geworden. Maar pas ruim
drieëneenhalve eeuw nadat het
werk in Italië de aandacht trok,
wordt het weer opgevoerd. De
productie gaat 12 november in
première in het Bredase Chassé
Theater. Daarna zijn er nog vier
voorstellingen in Antwerpen.
De opera, cüe gebaseerd is op Or
lando Furioso' van Ariosto, wordt
gedirigeerd door Florian Heyerick
en geregisseerd door Peter Jonck-
heer. De instrumentale partijen
worden uitgevoerd door het en
semble Musica Antiqua Köln.
GPD
daan heb. En de Griekse tragedies.
Ik wilde een Griekse cyclus vol
tooien voor ik er niet meer de
kracht toe zou hebben. Bovendien
vind ik het jammer dat de Grieken
hier zo gauw op een alledaags ni
veau geplaatst worden. Oidipous
is geen 'normaal' mens. Bij mijn
regie van Shakespeare's Antony
en Cleopatra zei een acteur: 'Maar
het zijn toch gewone mensen?'.
Nee, het zijn helemaal geen gewo
ne mensen. Het zijn monumentale
mensen. Van wie er een paar in de
hele wereldgeschiedenis zijn. Het
is het verschil tussen de Oudeman-
huispoort en de Are de Triomphe.
Het eerste een klein lief poortje in
de Amsterdamse binnenstad. Bij
de tweede houd je je adem in: dat is
iets dat meer naar de hemel reikt.
Zo vind ik het ook jammer wan
neer één acteur in een Griekse tra
gedie de tekst van het koor zegt.
Wanneer je de koren in de Mat-
thaus Passion door één persoon
laat zingen, blijft er ook weinig
van over".
Ouderdomskwalen
Vos is al vijftien jaar met de figuur
van Oidipous bezig. ,,Ik was er
eeist bang voor, heb afstand ge
houden. Ik heb wel Aischylos ge
daan en wel Euripides. In de tijd
vóór en na Sophokles. As ik Oi
dipous zou doen, moesten dat die
twee stukken zijn. Sophokles
bracht voor zijn dood toch een cor
rectie aan op Oidipous koning.
Een autobiografische correctie.
Hij is dan negentig jaar, er zitten
ouderdomskwalen in dat tweede
stuk, maar tegelijkertijd is het
diepgaand en briljant. Zijn rede
neringen over de tij d bij voorbeeld
Het feit dat er niet één tijd is, maar
veel soorten tijd voor vele soorten
levens. Bijna Einstein. Vlak voor
zijn dood onderzoekt Sophokles
waar die dood uit bestaat. Aan het
slot van Oidipous koning steekt
Oidipous zijn ogen uit. In Oi
dipous in Kolonus is hij blind. Wat
ervaart iemand die blind wordt,
hoe 'ziet' hij de wereld? Ik regis
seer beide Oidipousen om dat zelf
portret van iemand die behoorlijk
oud wordt. Nou, dat word ik ook
dus".
„Naarmate ik ouder werd, raakte
ik meer verbonden met Sopho
kles. Eerst die zoon die zijn vader
doodt. De oermythe van de vader
die gedood moet worden om de
zoon weer nieuw leven te geven.
Sofokles laat de oude, blinde Oidi-
pus zeggen. 'Ik ben een kind van
het toeval'. Dat vind ik zo mooi, ie
mand die kind is van het toeval,
van wat hem toevalt, van wat wil
lekeurig lijkt of schijnt. Of is, dat
weet je niet. Bij Sophokles, heb ik
ontdekt, hebben de goden zich
toch veel meer in de mensen genes
teld dan ik dacht. Bij Ayschylos
vormen die goden nog machts
blokken daarboven met wie de
mens strijd levert die hij verliest.
Bij Euripides is het helemaal de
mens met zichzelf in de knoop
doorzijn onvermogen. Bij Sopho
kles is het de strijd van mensen
met elkaar, met de goden en van de
mens met zichzelf. Nergens vin
den die drie oergevechten zo sterk
plaats. Nou, en ik kan met alledrie
een eind komen".
Onzekerheid
In februari 1995 schrijft Erik Vos
al een diepgaande brief aan zijn
medewerkers over zijn motieven
om afscheid met juist Oidipous te
nemen. 'Laat ik meteen met de
Erik Vos: „Naarmate ik ouder werd, raakte ik meer verbonden met Sophokles."
deur in huis vallen', schrijft hij, 'ik
hoop dat onze voorstelling een Oi
dipous oplevert van de onzeker
heid'. Een uitgangspunt dat hem
tekent. „Mijn soort theater is poly
interpretabel", stelt hij anderhalf
jaar later. „Men heeft mij wel eens
verweten dat ik geen stajidpunt
inneem op het toneel. Dat is ook
zo. Ik zeg niet of iets goed of slecht
is. Ik houd niet van vormingsto
neel. Ik vind het spannender de
tóeschouwer te dwingen een
standpunt in te nemen Het pu
bliek zijn eigen weg in de jungle
van de voorstelling te laten zoe
ken. Daarom komen mensen vaak
twee. drie keer bij ons kijken. Om
dat ze er nog niet mee klaar zijn.
Een bijzonder aspect van ons pu
bliek".
Vijfentwintig jaar Erik Vos en De
Appel. Het schamele begin in het
Theater aan de Haven met een
paar acteurs. Het 'kraken' van de
tramremise aan de Duinstraat.
Zou het vandaag nog kunnen?
„Alles kan, altijd", zegt Vos be
slist. „Als Carel Birnie nog zou le
ven en hij wil een opera hebben,
dan krijgt hij een opera in Den
Haag. Daar ben ik overtuigd. We
hadden toen geen cent. Ghetto
speelden we met 22 acteurs, van
wie er negen betaald werden. Er is
altijd een gevecht geweest. De
Raad voor de Kunst heeft ons al
tijd willen opheffen". Het brengt
ons op het tijdperk Na Vos. Hij zelf
kijkt er naar uit. Wil graag meer
opera regisseren of misschien
weer theater in Amerika. Een
boek schrijven over zijn carrière
en misschien wel die oude af-
Herman Finkers: Almelo - daar blijf je voor thuis.
foto Rob Lucas
Het sneeuwde dat het goot. Al
melo - daar blijf je voor thuis.
Jongens met hart voor de zaak -
dus de goedkoopste. Als u niet van
dit soort grappen houdt, houdt u
waarschijnlijk ook niet van Her
man Finkers. Eveneens waar
schijnlijk bent u dan in de minder
heid, want de Twentse cabaretier
(die vanavond en morgen optreedt
in Terneuzen) is erg populair.
Zo populair, dat zijn uitgever nu
een boekje met teksten heeft uit
gebracht die afkomstig zijn van
allerlei gelegenheden: radiopro
gramma's. uitreikingen van cd's,
gedichten van hemzelf en zijn
broer Wilfried, colums in een
kerkblad en zelfs een heuse preek
Het is een leuke bundel van aller
lei flauwekul geworden Bij het le
zen moet je vaak glim- of grimla
chen en soms zelfs schuddebui
ken. Finkers verstaat de kunst
mensen met een zinswending op
het verkeerde been te zetten. Zijn
humor is droog en zijn beheersing
van de Nederlandse taal (ABN of
Twents) voortreffelijk.
Bij de meeste teksten kun je, hard
op lezend, Finkers zelf horen pra
ten. Dat geldt vooral voor het on
navolgbaar-idiote verhaal over
Sint Joris, diens Verkering, de Ver
teller en de Draak. Inleidend ver
telt Finkers dat hij dit lange vers
op het toneel voordroeg met twee
stemmen, een vergiet en een polle
pel Als je het zo leest, zie je het in
derdaad voor je. Prachtig.
Een deel van de bundel bevat tek
sten uit een kerkblaadje en een
preek. Finkers. katholiek van huis
uit, kwam op verzoek eens praten
in een protestantse kerk in Gro
ningen. Uiteindelijk spreekt hij
toch vooral over de moederkerk,
de bidsprinkhaan en de bidsprin-
kkip en zegt hij behartigenswaar
dige dingen over dogma's: „Een
huis heeft ook een fundament no
dig, maar dat haal je ook niet
steeds naar boven."
Daarnaast biedt de bundel van
Finkers een overbodige verdedi
ging van alles wat Twents is tegen
alles dat Randstad is of zou zijn
Gelukkig slaagt hij erin aan te to
nen dat er veel mis is in 'het Wes
ten', zonder te vervallen in over
dreven loftuitingen aan 'het Oos
ten'.
Kortom: in deze bundel veel non
sens, soms wonderschoon vorm
gegeven, met wat serieuze
elementen en enkele gedachten
over geloof en zingeving. Zou de
uitgever hebben gedacht dat de
feestdagen er aankomen?
James McGonigal
Herman Finkers, Ich bin ein Almeloér,
uitgeverij Novella, f. 14,90
foto Theo Bohmers
spraak met Jiri Kylian oppakken
om een ballet te maken.
Vos (67) was de allereerste in Ne
derland die de regieopleiding af
maakte en de eerste regisseur die
geen eersteplansacteur was. Hij
introduceerde de improvisaties
als vast element in repetities van
voorstellingen. Blijft zijn aanpak
behouden bij De Appel? „Geen
idee", zegt hij. „Ja en nee. Aus
Greidanus ken ik vanaf zijn twee
de jaar. Ik denk dat hij wel iets van
mij geërfd heeft. Maar zoals Lajos
vermoord werd door zijn zoon Oi
dipous, zo moet ik vermoord wor
den door mijn opvolgers. Dat is
een gezond proces. Deels ben ik
vader van De Appel, maar deels is
het ook heel goed dat vader ruimte
maakt"
Bert Jansma
Astrid Seriese heeft het razend
druk. De zangeres-moeder (van
Oskar en Anne) sluit deze week haar
Into temptation-tournee voorlopig
af en zal zich dan op de Griekse
tragedie Trojaanse vrouwen
storten. Ondertussen koestert ze de
wens een boekje met praktische tips
over zingen te schrijven. „Alleen
weet ik momenteel niet hoe ik daar
de tijd voor moet vinden".
Die Trojaanse vrouweneen
muziektheaterproductie van
het Zuidelijk Toneel, zat al heel
lang in de planning. „Ik wilde
weer een keer met Johan Simons,
regisseur van Hollandia, werken
Drie jaar terug heb ik meegedaan
aan het Festival in de branding op
de Scheveningse Visafslag. Ik heb
daar werk van Louis Andriessen
gezongen - aan wie het festijn was
gewijd - in een productie die door
Johan Simons werd geregisseerd",
zegt ze in Amsterdam.
„Sinds die tijd hadden Johan en ik
zoiets van; we moeten onze sa
menwerking continueren. Tussen
door heeft hij mij nog gevraagd
voor De perzik, maar toen zat ik zo
in de lift met m'n cd'tjes, dat ik de
tijd niet kon vrijmaken. Later
kwam ik hem tegen bij de vijftig
ste 5 mei-viering in Carré. Ik zong
het Wilhelmus voor koningin Bea
trix en opnieuw Andriessen. Daar
vertelde hij mij dat hij Trojaanse
vrouwen ging doen en hebben we
onze agenda's getrokken"
Commentaar
„Ik krijg nu veel commentaar van
mensen. Ze vinden het dom dat ik,
nu mijn cd Into temptation net uit
is, mijn tournee ervoor onder
breek. Ik heb zoiets van; anders
komt het er nooit van. En ik doe
mijn musici niets te kort, want in
maart krijgt de concertreeks een
vervolg".
Voor Astrid blijkt het bijna nood
zaak met Johan Simons te werken
„Hij is heel inspirerend en heeft
fascinerende ideeën. Daar kan ik
mij als zangeres aan laven. Mijn
accu wordt weer opgeladen als ik
met hem werk. In de periode dat ik
met mijn eigen groep op pad ben,
ligt dat anders. Dan ben ik zowel
regisseur, producer als kleedster.
Ik moet dan echt alles zelf doen. In
zo'n periode zijn er dagen, dat ik
na zeshonderd telefoontjes en heel
veel geregel denk: waar haal ik
straks nog de puf vandaan om te
zingen. Als je dan vier maanden
voor het Zuidelijk Toneel mag
werken, is dat een verademing.
Daar wordt alles voor mij gere
geld. Zo'n project is voeding voor
mij. Wat. ik bovendien vreselijk
leuk vond, was dat ik er, samen
met Peter Meuris, de muziek voor
mocht schrijven. Een zware klus
overigens. Niet alleen omdat het
om lappen tekst gaat, maar ook
omdat elke lettergreep een toon
hoogte en ritme moest krijgen. Ik
ben er maanden zoet mee ge
weest".
Dat Astrid Seriese ook voor thea
ter en televisie werkt - ze schreef
met Peter de muziek voor de
NCRV-serie Veroordeeld, die zo'n
indruk maakte, dat er een cd van
uitgebracht werd - komt omdat ze
een heelbreed publiek wil opbou
wen, dat haar straks zal volgen
naar de grote theaters. „Ik zit nu
tussen servet en tafellaken in; te
groot voor de kleine zalen, te klein
voor de grote zalen".
Tekst
Het leren van teksten gaat haar
goed af. „Maar, er moet wel een ze
kere logica in de tekst zitten. Met
een domme opsommingen kan ik
niet uit de voeten. Verder is het
vooral een kwestie van begrijpen
wat er staat, zodat je weet uit wel
ke achterliggende gedachten en
onderliggende emoties iets voor
komt".
Op het podium vormen beelden
haar leidraad tot het geheugen.
„Al had ik vorige week ineens in
nerlijk vreselijk veel plezier tij
dens het zingen. Ik moest denken
aan een sketch van Brigitte Kaan
dorp, die ik onlangs op televisie
zag. Ze was een zangeresje, dat op
straat was ontdekt door een pooi
erachtige manager Bert Kluns".
Astrid schiet in de lach, een gul
zige... „Hij riep haar vanuit de
coulissen toe: 'Uitbeelden meid.
Nee, groot... Je moet het uitbeel
den'. Dat kan er dus door je heen
gaan, terwijl je een heel serieus
lied staat te zingen. Ik kwam er
bikkelhard achter, dat ook ik ge
woon aan het uitbeelden ben. Ik
vertel met mijn handen waar ik
denk dat de tekst over gaat. Maal
ais het een mooie zaal is. zie ik ook
een bepaald soort sferen hangen.
Daarom werk ik graag in het thea
ter. Sommige hebben echt zo'n
mystieke, magische sfeer, dat je
bijna het gevoel hebt alsof je in het
heelal staat te werken. Dat is heel
leuk. Maar, waarvoor ik er vooral
sta, is om mensen prettige energie
te geven. Als je een goed concert
hebt bijgewoond, kan je lekker
verkwikt naar huis gaan".
Kurt Weill
Astrid Seriese vindt haar pro
gramma met werk van Tom Waits
en Kurt Weill emotioneel. „Daar
werk ik mee, put heel duidelijk uit
eigen ervaring. Maar die emoties
hebben voor mij wel een duidelij
ke vorm gekregen. Ik ga niet op het
podium mijn gevoel de vrije loop
laten. Dat is vormloos. Je moet de
mensen een theatrale of muzikale
vorm aanbieden, anders is het gê
nant en voelen ze zich eerder afge-
schikt dan dat ze er betrokken bij
raken. De bedoeling is juist dat je
het publiek iets laat beleven".
Leidraad in Into temptation is de
verleiding in al z'n facetten. „In
Secret ivorld, mijn vorige show,
was ik heel stoer, had legerkistje
aan en was vooral heel boos. Ik
zong ook veel slachtoffer-liedjes.
Dat paste echt bij mij in die perio
de Nu, door de dood van mijn
moeder, eind juli, ben ik in een
soort transparantere geestesge
steldheid terecht gekomen. Ik ben
veel meer bezig de scheidslijn tus
sen leven en dood af te tasten, dus
meer met levensvragen in de weer.
Mijn moeder is 72 jaar geworden.
Als ik net zo oud word, dan ben ik
al over de helft. Dat is een heel rare
realisering, dan komt het wel erg
dichtbij. Tegelijkertijd vind ik dat
de dood erbij hoort. Ik mis haar,
natuurlijk, en het is ookzo heel on
herroepelijk, maar op de een of an
dere manier zie ik het als een on
derdeel van het leven".
Dat Astrid voor een combinatie
van Kurt Weill en Tom Waits heeft
gekozen, vindt ze niet zó vreemd.
„Binnen de klassieke muziek was
Kurt Weill heel provocerend door
de jazzritmiek die hij gebruikte.
Daarom werd het door de fascis
ten op een gegeven ook verboden.
De overeenkomst met Tom Waits
ligt in het feit dat beiden de under
dog als onderwerp hadden en
grossierden in melancholie. Bo
vendien kent het werk van Tom
Waits, dat natuurlijk veel simpe
ler is van opzet dan Weill, ook
jazz-invloeden, al is het meer
bluesy. Dat ik het materiaal heb
laten bewerken, komt omdat ik de
twee componisten naar elkaar toe
wilde trekken. Bovendien wilde ik
Kurt Weill zo laagdrempelig mo
gelijk maken. Het moest erin gaan
als een prettige song".
Ze begint te glimmen en zegt dan:
„Weet je wat het grootste compli
ment is, dat ik onlangs heb gekre
gen! Dat Jacques Klöters in zijn
zondagochtendprogramma De
sandwich mijn versie van Weills
Youkali draaide ter nagedachtenis
aan die grote acteur Gerard Tho-
len. Mijn interpretatie, terwijl
Jacques als kenner ook al die an
dere versies heeft gehoord. Zo'n
groot compliment heb ik nog nooit
gehad".
Hans Piet
Trojaanse vrouwen is zaterdag 1 maart
te zien in de Stadsschouwburg in Mid
delburg.
Astrid Seriese: „De bedoeling is juist dat je het publiek iets laat bele
ven". foto Egbert Luys