Verwoestend Ierland PZC Krinkels en krankels, workels en wroten Frank McCourt Limerick vooral nat kunst cultuur 19 proza jeugdboek herdrukt vertaald vrijdag 1 november 1996 Mijn vader en moeder hadden in New York moeten blijven, waar ze elkaar hebben leren kennen, getrouwd zijn, en waar ik ben gebo ren. Maar ze zijn teruggegaan naar Ierland toen ik vier was, mijn broertje Malachv drie, de tweeling Oliver en Eugene net één, en mijn zusje Margaret dood en begraven. Als ik terugkijk op mijn jeugd, vraag ik me af hoe ik het eigenlijk heb overleefd. Uiteraard was het een beroerde jeugd: aan een gelukkige jeugd valt geen eer te behalen. Erger dan de doorsnee ongelukkige jeugd is de ongelukkige Ierse jeugd, en de katholieke ongelukkige Ier se jeugd spant de kroon. Overal zijn mensen die ophakken of zaniken over hun ellendige kindertijd, maar de Ierse variant slaat alles: de ar moede; een luie, drankzuchtige kletsmajoor van een vader; de vrome, vertwijfelde moeder weeklagend bij de haard; pedante pastoors; mee dogenloze schoolmeesters; de Engelsen en de vreselijke dingen die ze ons achthonderd jaren hebben aangedaan. Maar vooral - het vocht. Boven de Atlantische Oceaan stegen enorme regenbuien op die traag over de rivier de Shannon dreven om zich voorgoed te vestigen in Limerick. De regen doorweekte de stad van nieuwjaar tot oudjaar. Hij bracht een kakofonie teweeg van scheu rend gehoest, benauwd gereutel, aamborstig gepiep en teringachtig geblaf. Neuzen werden fonteinen, longen van bacteriën vergeven sponzen. Dit alles leidde tot een stortvloed aan remedies: om verkoud heid te verlichten kookte je uien in melk die zwart zag van de peper; voor verstopte luchtwegen moest je een papje van brandnetels met bloem koken, in een lap doen en gloeiend heet op je borst kwakken. Van oktober tot april glommen de muren van Limerick van het vocht. Kleren bleven eeuwig nat: jassen van tweed en wol herbergden leven de have en soms ontsproot er een mysterieuze vegetatie aanIn de pubs inhaleerde je de wasem van klamme lijven en kleren, gelardeerd met de rook van sigaïet en pijp, een vleug verschaald gemorst donker bier en whiskey en een snuf piswalm van de buitenplees waar menigeen zijn weekloon uitkotste De regen dreef ons de kerk in - ons toevluchtsoord, ons bolwerk, onze enige droge plek. Bij mis. benedictie en noveen kropen we op een grote, klamme kluit bijeen, dommelend onder de priesterdreun. terwijl de wasem opnieuw uit onze kleren opsteeg en zich vermengde met de zoete geur van wierook, bloemen en kaarsen Limerick verwierf zich een reputatie van vroomheid, maar wij wisten dat het alleen door de regen kwam. Uit: De as van mijn moeder. Toen vorige maand zijn eerste boek Angela's Ashes verscheen, wist de 66- jarige Iers-Amerikaanse schrijver Frank McCourt nog niet wat hem te wachten stond. Inmiddels zijn alleen al in de Verenigde Staten meer dan 140.000 exemplaren verkocht en is het boek verschenen in Nederland, Duitsland, Ierland en Engeland, terwijl vertalingen in het Zweeds, Noors, Fins, Deens, Italiaans, Braziliaans, Israëlisch en Colombiaans op het programma staan. Onlangs was McCourt twee dagen in Nederland, nadat hij te gast was geweest tijdens de Frankfurter Buchmesse. ,,Ik had werkelijk geen idee dat mijn boek zo aan zou slaan." Er gebeuren plotseling alleen maar mooie dingen in mijn leven, vertelt Frank McCourt op een opvallend serieuze toon. In juni plaatste 'The New Yorker' een artikel van maar liefst achttien pagi na's over zijn boek, waarvan op dat moment alleen nog maar een paar hoofd stukken waren gepubliceerd. Toen ver volgens Angela's Ashes in boekvorm ver scheen, sierde zijn portret de voorpagina van de boekenbijlage van 'The New York Times'. En alle recensies waren positief. McCourt stelt dat al die aandacht er mede voor heeft gezorgd dat zijn boek nu zoveel succes heeft. „Volgens mij is het een heel gewoon boek. Ik had totaal niet verwacht dat het op de bestsellerlijsten zou belan den. 'The New York Times' is mijn beste vriend. Maar als een echte Ier wacht ik af tot het moment dat het slechte nieuws voor de deur staat. Dat is typerend voor de Ierse mentaliteit. Je gelooft altijd dat er demonen zijn die elk moment toe kunnen slaan." Hij ziet zichzelf als een man die bijna alle dingen in zijn leven verkeerd heeft aange pakt. „Ik ben met de verkeerde vrouwen getrouwd geweest en heb de verkeerde keuzes gemaakt. Naar de universiteit gaan en vervolgens leraar worden zijn de beste stappen die ik heb genomen.Ook is hij zeer tevreden met zijn derde huwelijk: „Sinds 9 september ben ik op pad, om le zingen en interviews te geven. Ik verblijf in hotels en trek van de ene plaats naar de andere. Als mijn vrouw niet bij me was ge weest, denk ik dat ik al lang neer was ge ploft." Lege maag Twee jaar geleden trouwde McCourt met zijn huidige vrouw. Spoedig daarna be gon hij te werken aan zijn boek; binnen een jaar was Angela's Ashes voltooid. Zijn autobiografische relaas beschrijft vooral hoe het is om op te groeien met een lege maag. In het begin van Angela's Ashes (Nederlandse vertaling: De as van mijn moeder) wordt Frank geboren als oudste zoon in een doodarm Iers gezin in New York. De vader is een alcoholist en niet in staat om zijn vrouw en kinderen te onder houden. Uit geldnood besluit het gezin te rug te keren naar Ierlandnaar het plaats je Limerick in het katholieke Zuiden. Daar wordt alle ellende alleen nog maar Frank McCourt: Wij in Ierland gelóófden in de hel waar je eeuwig zou branden, als je een zonde had begaan. foto Marcel Israël erger: twee broertjes vinden de dood, na dat al in New York een zusje was omgeko men. Een van de meest aangrijpende stukken is het moment waarop Frank zijn moeder ziet bedelen om aan brood te komen. Mc Court had er soms veel moeite mee om alle herinneringen weer naar boven te halen. „Ik realiseerde me tijdens het schrijven pas hoe idioot mijn jeugd in feite was. met al die ai-moe en hopeloosheid. We accep teerden toen onze situatie, maar ik was me ervan bewust dat andere mensen nette kleren droegen, in restaurants zaten, m auto's reden. Ik kon alleen maar dromen van een ander leven, met een huis en elek- trich licht. En ergens wist ik dat ik zou ontsnappen. Ik wist alleen nog niet hoe." Hij was negentien toen hij de ai-moede van zijn omgeving ontvluchtte en emigreerde naar de Verenigde Staten McCourt werk te eerst twee jaar in een hotel in New York als schoonmaker, waarna hij als soldaat in een Amerikaanse basis in Duitsland be landde. Toen hij naar de Verenigde Staten terugkeerde, kreeg hij een studiebeurs. „Dat was mijn redding. Als ik in Ierland was gebleven, had ik totaal geen moge lijkheden gehad. Mijn beide broers gingen ook naar New York. Niemand is terugge keerd." Voor zijn boek was McCourt volledig aan gewezen op zijn herinneringen, die hij voor een groot deel had verdrongen. Tij dens het schrijven kwam alles als vanzelf weer naar boven. „Ik herinner me veel keerpunten, die ik 'hot spots' noem. Je kunt je leven zien als een strand waarover een metaaldetector gaat. Op sommige momenten maakt de detector geluid, en heb je iets belangrijks gevonden. En dan komen ook de details te voorschijn Natuurlijk heeft McCourt eveneens veel gehad aan zijn baan als docent Engelse en Amerikaanse literatuur. Samen met de studenten las hij bijvoorbeeld de boeken van de Ierse schrijver James Joyce, over hel, zonde, schuld, eeuwigheid. „De kin deren dachten dat deze woorden van Joy ce een symbolische betekenis hadden. Maar nee, wij in Ierland gelóófden in die dingen, in de hel waar je voor eeuwig zou branden als je een zonde had begaan We leefden dan ook onder een voortdurende angst en schuld. Alles wat met plezier had te maken, was een zonde Gelukkig is nu veel veranderd De Ierse jongeren van nu kunnen meer delen van Europa zien, tele visie kijken en luisteren naar U2 en Si- néad O'Connor. Die vrijheden hadden wij vroeger niet. Wij schaamden ons voor on ze eigen armoede. Daarom begrijp ik de kwaadheid van de zwarten in de Verenig de Staten zo goed. Als bijvoorbeeld een zwarte tiener naar een winkel gaat. houdt het personeel hem voortdurend in de ga ten. Dat wekt agressie op, die ik maar al te goed herken Bovendien is armoede niet nodig, daar ben ik nog het meest kwaad over. Armoede heeft alleen maar te maken met de stupiditeit van politici en mensen die de leiding hebben. En de kerk deed in mijn tijd helemaal niets. Vandaar dat ik de priesters uit mijn jeugd nu veracht." Verwarring Wie Frank McCourt zo hoort praten, kan moeilijk geloven dat hij tegenover de schrijver van Angela's Ashes zit. Het boek wordt verteld vanuit het perspectief van een jongen die de gebeurtenissen om hem heen maar moeilijk kan begrijpen. Uit de toon in het boek spreekt dan ook geen kwaadheid, maar verwarring. „Ik laat me nu van een meer emotionele kant zien, denk ik. Als een volwassen man begrijp ik de gebeurtenissen uit mijn jeugd. Maar ik heb mijn gevoelens van nu bewust niet in het boek gestopt. Wanneer ik het boek twintig jaar eerder had geschreven, was het totaal anders geworden. Dan was er een kwade toon in geslopen en dan had den de mensen gezegd hier hebben we weer iemand die zich opwindt over zijn ongelukkige jeugd. Bovendien kon ik het boek niet eerder schrijven, om de eenvou dige reden dat ik geen tijd had. Lesgeven is een zwaar beroep De kwaadheid van McCourt richtte zich lange tijd op zijn vader. Toen die zijn gezin had verlaten en in Engeland woonde, schreef Frank hem brieven vol met ver wijten. „Hij reageerde alleen maar alsof er mets aan de hand was. Nadat ik naar de Verenigde Staten was afgereisd, heb ik hemnogéénkeergezien. Datwasin 1971 in Belfast. We hebben toen gewoon thee gedronken en met veel met elkaar ge praat. De volgende keer dat ik hem zag, lag hij in zijn kist Ik ben er nog steeds niet achter waarom ik naar zijn begrafenis ben geweest Ik denk vanwege het specia le karakter. Wanneer iets maar één keer in je leven gebeurt, moet je het niet uit de weg gaan. Tijdens de begrafenis voelde ik me alleen maar droevig vanwege zijn ver spilde leven. Hij was een goede man. wiens leven werd vernietigd door de fles. Jacob Moerman Frank McCourt: Dc as van mijn moeder - Bert Bakker, Amsterdam, 45,- Het kon niet mooier: in augustus kandidaat voor 's werelds belangrijkste jeugdliteratuurprijs en dan enkele weken later vrijwel gelijktijdig met zijn nieuwste boek Het ijzeren tapijt het verschijnen van een Schrijversprentenboek en de publicatie van Boekweitkorrels, een bundel 'kwajongensgedichten' als eerste deel in de bibliofiele Pissebed-reeks ter gelegenheid van de opening van een tentoonstelling in het Letterkundig Museum/Kinderboekenmuseum over zijn leven en werk. Jammer dat de jury van de Hans Christian AndersenPrijs zich niet aan het scenario hield en verhinderde dat Paul Biegel na Annie M. G. Schmidt de tweede Nederlandstalige winnaar van de 'kleine Nobelprijs' werd. In Paul Biegel, meesterverteller met een rovershart (Schrij'versprentenboek 39) karakteriseert Bregje Boonstra de Neder landse jeugdliteratuur als een literatuur die 'met beide benen stevig op de tastbare kleigrond staat'. Tegen de door haar geschetste achtergrond van Hollandse herkenbaarheid is Paul Biegel een opval lende verschijning: 'Aan stromingen en ontwikkelingen binnen de jeugdlitera- tuur heeft hij zich nooit iets gelegen laten liggen. Zijn literaire wereld was en is die van het sprookje. Zijn protagonisten zijn dwergen, heksen, reuzen en feeën, rovers en draken, mieren, hommels, mussen en padden. Onverstoorbaar bericht hij over de strijd tussen Goed en Kwaad, die zich afspeelt in woeste wouden, vervallen kas telen en rokerige herbergen.' Al inde eerste zin 'Even voorbij het oosten ligt het dorpje Pebbel' lijkt Het ijzeren ta pijt zo'n sprookjesachtig verhaal te zijn. Totdat dertig zinnen verder een bulldozer in het slordig gegroeide bos van kasteel Pebbel 'kras-krak door de struiken en bo men' een dubbele S-bocht maakt. De ge heimzinnigheid daarna van maanden lang getimmer, geboor, gezaag, gehamer en gespijker in de ruïne brengt een clubje dames op leeftijd ertoe zichzelf bij de nieuwe bewoner ('t Iss een moordenaar en een dief en een bankrover!op de thee uit te nodigen. Om een lang verhaal (119 pa gina's) kort te maken: de Club van Kake lende Hennen ontmaskert baron Droog als de gewetenloze distributeur van ver dovende middelen 'rechtstreeks uit Zuid- Amerika, uit Azië, uit Turkije naar klei nere posten": "Via telekinese. Draadloze overzending. Op het ijzeren tapijt." Zintuiglijk Het boek bevat veel wat typisch 'Biegel' genoemd mag worden. De zintuiglijke taal bijvoorbeeld die door haar ritme en klank bijna een bezwerend muziekje wordt. "Pante Jo bleef staan. En staan En staan. Van het ene been op het andere, en langzamerhand, heel langzamerhand kreeg de pikzwarte duisternis greep op haar en vulde zich met verzinsels Ze zwommen voor haar ogen. zwak oplich tend' krinkels en krankels, workels en wroten, wierings en wirren, op en neer voor haar ogen. Maar ook in haar oren kwamen ze- krikken en kraken, schuif- sels, knirpsels en vaag gezucht in een hoek.' Veel plezier valt ook te beleven aan het schalkse portret van de bejaarde be- woonsters van Huize Zon ter Kimme, en aan de doodleuke snakerigheid in zinnen als 'Hij zat er toch aan te voelen, terwijl Angèle en Angélique zo bedwelmend mo gelijk aan hem trokken.' Dat alles en nog meer kan echter niet voorkomen dat Het ijzeren tapijt tenslotte toch teleurstelt. Van zoiets ongeloofwaardigs maar voor spelbaar flauwekullerigs als het gehocus- Illuslratie van Saskia Halfmouw in Het ijzeren tapijt. pocus met kisten die op bovennatuurlijke wijze onzichtbaar en ineen flits de wereld overgaan, kun je alleen ondersteboven ra ken met het verstand op nul. In Paul Biegel, meesterverteller met een rovershart, dat naast het interview door Bregje Boonstra nog een fotobiografie en een deel met bio- en bibliografische gege vens bevat, vertelt de auteur hoe bij hem ruim veertig jaar geleden langzaam het idee ontstond schrijver te willen worden, maar dat wat hem bezighield lange tijd slechts tot 'loodzware, oneetbare kren tenbroden' leidde. Die kritische twijfel zucht van toen is terug te vinden in de 'Verontschuldiging' waarmee hij in Boek weitkorrels zijn poëzie in het licht geeft '...de ader (begon) te vloeien en (ik) dicht te met tong in wang de blanco pagina's vol met de nonsens, die enigszins tot mijn ver legenheid (maar niet voldoende om nee te zeggen) door het Letterkundig Museum waard is geacht voor opname in zijn Pis sebed-reeks.' Dat de 17 gedichten in het fraai uitgege ven bundeltje bedoeld zijn voor de vol wasser) liefhebbers van zijn voor kinderen geschreven boeken (en zij zijn met velen), mag blijken uit het versje hieronder. Mooie Antje/stichtte een brandje/in mijn hart/om kwart over twee. Ze zei nee/toen ik haar vroeg/en t sloeg- /halfdrie Toen heeft Marie/mijn lust/en het brandje van Antje/geblust. Jan Smeekens Paul Biegel, Meesterverteller met een rovers hart. Schrijversprentenboek 39 onder redactie van Aad Meinderts, Denise Mooyman en Mu riel SteegstraHolland, Haarlem en Letterkun dig Museum/ Kinderboekenmuseum, Den Haag; 96pag f 29,90. Paul Biegel. Het ijzeren tapijt. Illustraties Sas kia Halfmouw. Holland, Haarlem, f 24,90. Aan het boek is een prijsvraag verbonden met als hoofdprijs een overnachting voor vier perso nen in het Efteling-hotel in Kaatsheuvel Paul Biegel: Boekweitkorrels. Oplage 350 ge nummerde exemplaren. Letterkundig Muse um/Kinderboekenmuseum, Den Haagf 19,90. Bestellen 070-3471113. Kristien Hemmerechts: Altijd met uw gezever, gij (Atlas, 127 blz.. 29,90). Vier essays over vrou wen, taal en taboes. Jef Geeraerts Brieven (Meulen- hoff/Manteau. 86 blz„ 29.90). Brieven die Geeraerts tussen 1979 en 1995 aan zijn (literaire en ande re) vrienden schreef. Henk van Gelder: Abraham Tu- schinski (Nijgh Van Ditmar. 179 blz 39.90) Biografie van Abra ham Tuschinski, een kleine Poolse kleermaker die uitgroeit tot de grootste bioscoopmagnaat van Nederland. Joris Tulkens De schaduwganger (Meulenhoff/Manteau, 184 blz 34,90). Nieuwe roman van Tul kens over de relatie van een schrij ver met zijn schizofrene broer Lydia Rood. Beter, dank je (Pro metheus, 133 blz.. 18,90). Korte roman over de ontmoeting tussen een jeugdige kinderloze vrouw en een jongen op drift. Dirk Ayelt Kooiman: De terug keer (De Harmonie, 190 blz.. f 32,50). Nieuwe roman van Kooi man, auteur van Een Romance, De grote stilte en Mo. Helga Ruebsamen en Rogi Wieg: Alleen met Internet (Balans. 96 blz. 19,90) Ervaringen met In ternet. in dagboekvorm Max Dendermonde Bezeten van ruimte en macht (De Prom, 468 blz 49,50) Nieuwe roman van Dendermonde. Het verhaal speelt zich af in de bouwwereld van de jaren vijftig, zestig en zeventig. Leo Wisseimk: De hondenjaren (Bo-Art Producties, 348 blz., 32,50). Romandebuut van Leo Wisselink (1950), beeldend kun stenaar en galeriehouder, over volwassen worden, homoseksua liteit en het kunstenaarsleven in een provinciestad. Tomas Lieske: Gods eigen klein zoon (Quendo, 192 blz., 35,-). Tweede verhalenbundel van To mas Lieske. Cees van Hoore: Omhels me, wurg me een beetje (Kwadraat, 95 blz., 24,90) Novelle over het drama van een tot mislukken voorbe stemde liefde. Henk Pelser: Vluchtweg naar Zwitserland (Bert Bakker, 224 blz., 34,90). Persoonlijke herin neringen aan een ondergrondse vluchtweg, de zogenaamde Zwit serse Weg B„ tijdens de'Tweede Wereldoorlog. Belle van Zuylen. Liever struikro vers dan geregelde troepen (G A van Oorschot, 172 blz., 35,-). Een portret in citaten, uitgekozen en van commentaar voorzien door Pierre H. en Simone Dubois. Annie van Keymeulen: Mijn Pee pee (De Geus, 191 blz., ƒ39,90). Derde roman van Annie van Key meulen die in 1993 debuteerde met de autobiografische roman De wereld te wijd, over de problemen van een jong gezin met een autis tisch kind Ethel Portnoy: Bange mensen (Meulenhoff, 174 blz., 32,90). Nieuwe roman, een Haagse vertel ling, over dingen die niet voorbij gaan. Benno Barnart: Door God bij Eu ropa verwekt (Atlas, 206 blz., 39,90, met foto's van Patrick de Spiegelaere). Een eigenzinnig dichter op een 'fragmentarische' reis door België. Hadewijch: Visioenen (Bert Bak ker, 227 blz., 45,- geb., ƒ29,90 paperback) Deel zes in de serie Nederlandse Klassieken, vertaald door Imme Dros, met een inleiding en teksteditie door Frank Wil- laert. Louis Paul Boon Het geuzenboek (De Arbeiderspers, 708 blz., 45,- Tiende druk van Boons roman over de geuzen van Vlaanderen. Boon voltooide Het Geuzenboek dat kan worden beschouwd als het laatste deel van zijn trilogie over de sociale ontwikkelingen in Vlaanderen, slechts enkele maan den voor zijn dood in 1979. Harry Wu. Troublemaker (Bosch Keuning, 304 blz., 34,90, geb. 49,90, vertaald door Jan Bos, met een voorwoord van oud-mi nister Max van der Stoel). Harry Wu overleefde negentien afgrijse lijke jaren in Chinese strafkam pen. Hij emigreerde na zijn vrijla ting naar de VS maar reisde vijf keer undercover terug om de mis standen in de Chinese kampen aan de kaak te stellen. In Troublema ker vertelt Wu over zijn laatste ge heime reis terug naar China en over zijn arrestatie aan de grens Michel de Montaigne: De sporen van het vuur (oorspronkelijke ti tel: Sur des vers de Virgile, Athe naeum, Polak Van Gennep, 113 blz., 34,90, vertaald door Hans van Pinxteren). Hoewel Montaig ne (Michel Evquem, 1533-1592) ook in een aantal andere essays te hooi en te gras over de liefde spreekt, is deze tekst de enige waarin de filosoof het onderwerp centraal stelt. Daarom is hij apart opgenomen in de reeks van op the ma gebundelde deeltjes waarin Hans van Pinxterens vertaling van de Essays verschijnt: Peter Hoeg: De vrouw en de aap (oorspronkelijke titel: Kvinden og aben. Meulenhoff, 244 blz.. 39,90, vertaald door Gerard Cruys). Nieuwe roman van de au teur van Smilla's gevoel voor sneeuw. Het verhaal gaat over een uniek en overgetelijk paar: een mooie, maar gedesillusioneerde vrouw en een meer dan honderd vijftig kilo zware aap.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1996 | | pagina 19