Duiken, vliegen, rollen, knallen Balanceren op een dunne draad PZC Ellen van Langen Geest Blangé sterker dan zijn lichaam DINSDAG 16 JULI 1996 21 Een volleyballer springt, rolt, duikt, sprint, remt, zet aan en springt opnieuw, ontelbare keren. Het is geen contactsport, maar toch ligt de blessuregevoelig hoog. Het spookt elke coach door het hoofd: zijn allesbepalende ster kar. van het ene op het andere moment uitgeschakeld worden. Zoals Peter Blangé tijdens de vorige Olympische Spelen in Barcelona. In de kwartfinales tegen Italië scheurde z'n achillespees bijna af. De kleine Avital Selinger maakte de aftocht van de spelverdeler van Oranje draaglijk door het team naar zilver te leiden. In Atlanta zou het fataal zijn. Valt Blangé weg, dan storten alle gouden dromen in duigen. Peter Blangé kent zijn verantwoorde lijkheid. ..Ik weet dat het team niet zonder me kan." Hij zal geen rare fratsen uithalen. „Blinde acties dwars door de muur vind ik geen toonbeeld van inzet." Eigenlijk is de 31-jarige Voorburger maar een stijve hark. „Het oogt niet echt soepel als je mij ziet lopen." Dus moet het ergens anders vandaan komen. „Waar atletisch vermogen ontbreekt is een sterke wil no dig." Dat loont. Doorgaan tot z'n veertig ste is mogelijk. „Bij wijze van spreken dan." Een logische constatering: „De geest is sterker dan het lichaam." Peter Blangé, geestelijke vader, regisseur en big boss van de nationale volleybalploeg, heeft het aan den lijve ondervonden. Er kan een hoop kapotgaan in het 205 centimeter lan ge lijf. Het totaal aan ongemakken bij Blangé valt nog wel mee, maar een kettin greactie van klachten zorgde ervoor dat hij toch een paar jaar met pijn speelde. Een chronische slijmbeursontsteking aan de kniepees van z'n linkerbeen was de boosdoener. „Tijdens m'n eerste seizoen in Panna is dat begonnen. Ik ben vaak op m'n knie gevallen. Er zijn injecties inge gaan. Het leek te verbeteren, maar uitein delijk kwam alles bij elkaar. Last van mijn linkerknie, in de linkerenkel een vergroei ing in het spronggewricht en in Barcelona hing ook nog m'n achillespees op half ze ven. Maar met die ontstoken slijmbeurs ben ik wel twee keer kampioen van Italië geworden. Ik kon de knie destijds niet eens meer buigen, aanraken was al enorm maar in. Maar als een je een topprestatie moet leveren en het kan medisch gezien geen kwaad, dan heeft geen enkele sporter er moeite mee. Als er naderhand maar vol doende tijd is om te herstellen." Zombie De geest kan het pijnlijdende lichaam overwinnen. Blangé: „Ik denk dat ik mijn carrière te danken heb aan mijn doorzet tingsvermogen. Het atletisch vermogen ontbreekt, dus was er een ijzersterke wil nodig. Ik ken volleyballers die er fysiek veel beter voorstaan. Maar flair, bravoure, inzicht en en de sterke wil om iets te berei ken hebben me zover gebracht. Sociaal gezien leefde je af en toe als een zombie, maar dat was het waard." In de afgelopen jaren werd Blangé nog slechts achtervolgd door kleinere blessu res. „Door eerdere klachten bleek dat ik mijn linkerbeen was gaan ontzien. Daar door ontstond op m'n rechtervoet een ver dikking op de wreef. Dat is operatief niet weg te schaven. Daarom heb ik aangepast schoeisel om die misvormde klompvoet in het gareel te houden. Zo kan ik het aardig uitzingen, al weet ik dat veel wenden en keren funest is voor mij. Dat zak ik ge woon door m'n voet heen. Zet mij op nor male gympies, laat me twee keer springen en ik kan niet meer lopen." Hij kent zijn beeld van videobeelden. „Het oogt niet echt soepel als je mij ziet lopen", weet hij. „Ik ben vrij beperkt in de mobili teit van de enkels. Maar in tijd ben ik toch één van de snelste spelverdelers. Geluk kig ben ik geschapen met een zeer redelij ke bovenhandse techniek. Met die handen heb ik toch alles bij elkaar gespeeld. Zo lang ze me niet affluiten kan ik alles met deze handen en soepele polsen. Die zijn gelukkig altijd heel gebleven. Ik ben ook absoluut geen tape-mannetje. Ik zweer bij een goed balgevoel en heb liefst helemaal geen tape aan m'n vingers." „Toch," zegt Blangé, „ben ik voorzichti ger geworden. Je moet je gezonde ver stand gebruiken. Blinde acties zijn dom. Ja, boven de tien punten in de finale, dan misschien wel. Maar voor de rest en vooral tijdens de trainingen, hou ik me in zonder er de kantjes vanaf te lopen. Ik weet dat het team niet zonder me kan. Reden waar om ik een groot verantwoordelijkheidsge voel heb gekregen. Dan kun je af en toe een uurtje minder trainen dan de rest. Want laat ik voorop stellen: ik ben geen trainingsbeest. Met scheidsrechter, pu bliek en pers erbij is het toch een stuk leu ker volleyballen, dan in een kaal trai- ningshok." Ronald Woudenberg fotoToussaintKluiters/ANP Peter Blangé. foto Roland de Bruin/GPD Peter Blange springt op bij een blok. pijnlijk. Ik ben er inderdaad erg lang mee doorgelopen. Maar het was het wel waard." Oude voet Peter Blangé werd in de zomer van '93 ge opereerd. revalideerde bijna drie maan den en twijfelde. Het tijdperk Arie Selin ger had hem gesloopt. Hij gaf vervolgens Joop Alberda het voordeel van de twijfel. „Als er op de oude voet was doorgewerkt, dan was ik zeker gestopt. De wet bepaalt nu gelukkig niet meer wat er moet gebeu ren. maar de spelers." De herinnering aan de aanpak van Selin ger is nog altijd wrang. „Het ging er hard aan toe. echt alles deed pijn. Duiken, vliegen, rollen, knallen - dat deden we in die tijd. Het heeft me bij de wereldtop ge bracht. maar ik zou het niet nog een keer doen. Want het had absoluut niets met het menszijn te maken. Je hebt een fysieke in spanning nodig om de top te bereiken, maar die manier? Nee." Blangé weet ook wel dat afzien een vereis te is om een topper te worden en te blijven. Maar pijn blijft een lastig fenomeen. „Het is soms moeilijk om er mee om te gaan. Met pijn kun je spelen, maar je went er nooit aan. In de wedstrijden heb je vaak minder last, maar op de eerstvolgende traming kun je ineens je hele lichaam voe len. Dan lukt het de geest niet meer de pijn te onderdrukken. Omgaan met pijn is een mentale kwestie. Een zware pijnstiller kan helpen, maar je blijft het voelen. Reuma-medicijnen, de ontstekingsrem mers. werken bij mij goed. Het is niet zo dat het doel de middelen heiligt. Maar als het er écht om gaat, dan kunnen dergelij ke middelen net het verschil uitmaken. De buitenwereld spreekt er vaak schande van als een sporter zegt: zet de spuit er Topsport is een professionele aangelegenheid geworden. Voor goedwillende amateurs, die op vrijblijvende wijze en met een beetje financiële steun van verwachtingsvolle ouders hun weg naar het hoogste niveau zoeken, is al lang geen plaats meer. Steeds meer sporters worden omringd door een meer of minder uitgebreid begeleidingsteam. Ellen van Langen kan erover meepraten. De olympische titelverdedigster op de 800 meter vertelt over haar 'bv' en de mensen die daarin een belangrijke rol spelen. Gestommel achter de voordeur. Klik, klak, klik. Twee, drie sloten worden ontsloten. Alsof een bewaarder z'n gevan gene vrijlaat. Het tegendeel is waar. Ellen van Langen doet open. De bekende grote, stralende ogen, een verontschuldigend gebaar. Alsof ze zeggen wil: ik kan er ook niks aan doen. Het huis van Nederlands beroemdste hardloopster en haar vriend Hans Koele- man blijkt een geliefd object voor inbre kers. Destijds in de Amsterdamse Pijp werd hun woning al eens overhoop ge haald en inmiddels is hun huis in een groene wijk in Hilversum ook al twee keer door inbrekers bezocht. Wellicht geeft een inbraak bij een olympische kampioene een extra kick. Of is iemand bezeten van de jacht op een gouden plak. Juist omdat- ie van een ander is. Zo'n dief is waarschijn lijk zó gefixeerd op zijn doel, dat hij niet weet dat de medaille al jarenlang veilig ligt opgeborgen in een kluis bij de bank. Ellen van Langen gooit lachend haar sleu telbos op de keukentafel, tussen de bood schappen die ze net heeft gehaald. Ze schenkt thee in en neemt zelf een glas wa ter. Het gros van het Nederlandse volk kijkt reikhalzend uit naar de dag dat de 30- jarige atlete in Atlanta een nieuwe poging doet olympische roem te vergaren op de 800 meter. Die mensen staan er even niet bij stil dat ze na haar gouden greep in Bar celona niét alleen werd achtervolgd door inbrekers, maar nog veel vaker door pech vogels. Door'uiteenlopende blessures gin gen drie seizoenen verloren. De zesde plaats, vorig jaar bij het WK in Goteborg. was slechts een pleister op de wonde. Juist op tijd leek Van Langen afgerekend te hebben met het blessurespook. Sinds december trainde ze zonder problemen, zonder pijn. Maar in de tweede week van juni was er plotseling die donkere wolk aan de blauwe hemel. Een hamstringbles sure doorkruiste bruut haar olympische voorbereiding. Ze raakte even ontzettend in paniek, maai- hervond zichzelf snel en pakte weer de draad op van herstel en trai ning. Ellen van Langen weet dat ze fysiek kwetsbaar is. Een brekebeen, die als top sporter altijd op het randje balanceert. Maar als ze een tijdje heel blijft, kan ze de wereld verrassen met prachtige presta ties. Daarom blijft ze optimistisch voor Atlanta, zonder de realiteit uit het oog te verliezen. Met een finaleplaats zou ze al heel blij zijn. Voor zichzelf, maar ook voor de mensen die haar al jaren omringen en haar door dik en dun steunen. Trainer Frans Thuys .Van Langen: „We werken sinds 1989 sa men. Onder zijn leiding ben ik eigenljk pas serieus gaan trainen. In het begin drie, hooguit vijf keer in de week. In de loop van de jaren is de training kwantitatief en kwalitatief enorm ontwikkeld. Dit seizoen doe ik negen a tien trainingen in zes da gen. Ik heb altijd een rustdag, meestal de donderdag. Tijdens het wedstrijdseizoen neem ik meer rust. De wekelijkse arbeid omvat twee baantrainingen, een heuvel training, twee krachttrainingen en de rest is duur- of vaarttraining." „Frans en ik kunnen lezen en schrijven met elkaar. Onze samenwerking is geba seerd op open- en eerlijkheid. Op de een of andere manier heeft hij het imago dat hij alles voorschrijft, maar dat is onzin." „Natuurlijk maken we ook wel eens een moeilijke periode door. Zoals vorig jaar. toen er maar geen duidelijkheid kwam over die voetblessure. Hij wist op een ge geven moment ook niet meer wat-ie ervan zeggen of denken moest. Daar kwam-ie rond voor uit. Hij zal zich ook wel eens af vragen of de vele blessures iets te maken hebben met zijn aanpak. In dat soort din gen is hij heel kritisch op zichzelf. Maar we weten allebei dat je als topsporter op een dunne draad balanceert, en dat je bij het minste of geringste je evenwicht verliest." „Na zo'n lange tijd van intensieve samen werking zijn we nog steeds niet op elkaar uitgekeken. Ik heb absoluut niet het ge voel dat de sleur op de loer ligt. Iedere keer is er weer iets nieuws. Ja. onze relatie is meer dan een puur zakelijke, meer dan al leen atlete-trainer. Als mens heb je ook wat met elkaar hoor. Dat laatste is voor mij niet per se een must om als atlete opti maal te kunnen trainen. Ik zou ook kun nen werken met iemand met wie ik min der close was, maar ik vind het wel zo pret tig zoals het nu gaat." „Nee. ik heb geen andere trainers. Geen behoefte aan. Ook niet aan een mental coach. Veel mensen zien het ontbreken van zo iemand als een hiaat in mijn bege leiding. Ik ben er niet tegen, maar je moet er pas een beroep op doen als je het nodig hebt. Dat gevoel heb ik nog nooit gehad. Ook niet na de zoveelste blessure." Trainingsmaatjes Van Langen: „Op de baan train ik al jaren met een min of meer vast groepje. Chris tine Toonstra, die er vanaf het begin bij was, is een paar maanden geleden tijdelijk overgestapt naar een ander trainer, Bob Boverman. Maar Ineke Dieperink, Erica Soeverein, Erica van der Bilt, Frank Wieg man en André Hermsen zijn nog steeds van de partij. Omdat ik de andere trainin gen in m'n uppie afwerk, vind ik het lekker met ze te lopen. Het geeft afwisseling, het is gezellig en het is beter voor sommige on derdelen van de training. We vormen best een hechte groep. We hebben ook buiten de baan veel contact met elkaar." Medische verzorgers Van Langen: „Sinds ik serieus aan top sport doe, kom ik bij Peter Vergouwen, de sportarts van NOCNSF. Ik heb veel ver trouwen in hem. Hij heeft mij in al die ja ren al heel vaak behandeld, veel vaker dan me lief is. Peter weet precies hoe mijn lijf in elkaar steekt, in het bijzonder m'n be nen. Hij staat altijd voor mij klaar. Het zelfde geldt voor Mark van Straten, vanaf 1993 m'n fysiotherapeut. Ik ga sowieso tweemaal per week voor een massage naar hem toe. maar tussendoor kan ik ook altijd bij hem terecht. Hij kent de spieren in m'n benen het beste. Hij voelt meteen als er iets niet goed is." „Ik heb dit jaar ook nog een aantal bezoe ken gebracht aan een electro-acupunctu rist in Groningen. Ik was ten einde raad door die mysterieuze voetblessure. Via Christien kwam ik bij die man terecht- Ik ben iemand, die zich niet makkelijk open stelt voor alternatieve dingen, maar nu dacht ik: baat het niet, het schaadt, ook niet. Hi j vertelde dat mijn lichaam uit. ba lans was en dat ik daardoor gevoeliger was voor blessures. Ik geloofde daar wel in. Na een aantal behandelingen had ik het gevoel dat alles weer stabiel was en toen ben ik ermee gestopt. Ik zag het als een welkome aanvulling en heb er goede ervaringen aan overgehouden." Sponsors Van Langen: „Daar ben ik goed in voor zien. Asics is al sinds jaar en dag mijn kle- dingsponsor. Prima mensen, zijn heel be grijpend. Hebben nooit geklaagd als ik langdurig was uitgeschakeld door blessu res. Ik voel me er prettig bij en dan ben ik ook trouw aan zo'n firma. M'n tweede nooiasponsor is into products. Is dit sei zoen gestart met een ploeg van tien, twaalf atleten, onder leiding van Jos Her mens. Verder word ik gesteund door Bausch en Lomb - voor mijn lenzep en zon nebrillen. Extran - voor m'n sportvoeding en supplementen en natuurlijk NOCNSF. dat voornamelijk mijn buitenlandse trai ningskampen bekostigt en er voor zorgt dat ik als Olympiaganger in een Audi kan rijden. En dan is er nog het accountants bureau Smit en De Wolf, gevestigd in Den Ellen van Langen blijft hopen op een nieuwe olympische klapper in Atlanta. Haag. dat al mijn financiële zaken regelt. Dat dateert van de Olympische Spelen in Barcelona, toen er van alles en nog wat op mij afkwam." Management Van Langen: „Jos Hermens regelt mijn wedstrijdzaken. Andere mensen van zijn managementbureau. Sports Global Com munication, verzorgen mijn pr en aanver wante zaken. Ook verzoeken om inter views gaan via het bureau. Dat lijkt mis schien overdreven, maar als ik dat niet doe. dan kom ik niet meer aan trainen toe. Zeker nu, vlak voor de Spelen, is het weer een gekkenhuis. Radio. tv. kranten, week bladen, tijdschiften. het lijkt wel alsof ie dereen wat met Ellen van langen wil doen." Hans Koeleman Van Langen: „Hans is wat een vriend moet zijn: mijn steun en toeverlaat. Hij is er altijd als ik hem nodig heb, en meer dan dat. Het is makkelijk dat hij, als voorma lig steeple-chaseloper, zelf alles heeft mee gemaakt. Hij weet wat er in het hoofd van een atleet omgaat, voelt de spanning op een wedstrijddag. Je hoeft hem niks uit te leggen." „Natuurlijk hebben we ook wel eens mot- Hans kan heel dwingend zijn. Daar moest ik aan wennen, mijn weg in vinden. Als ik me niet goed voelde of ergens mee zat, kwam hij meteen met een oplossing aan dragen. Als ik dat niet zag zitten, wilde hij toch zijn zin doordrijven. Juist omdat hij zo bezorgd is en het beste met mij voor heeft. Maar ik heb mijn eigen gevoel en in- tuitie. Daar moetje dan een balans in vin den en dan lukt meestal prima." Ellen van Langen drinkt haar glas water leeg en knikt. Ja, ze is heel tevreden met de 'bv Van Langen', heel blij met de men sen om haar heen. Op een bepaalde ma nier voelt zich wel verantwoordelijk, glim lacht ze. „Ze steken er ook zo veel tijd en energie in. Leven zo met je mee. dat je ze dolgraag iets teruggeeft in de vorm van goede prestaties." Door allerlei blessures is daar de laatste jaren weinig van terecht gekomen, maar Ellen van Langen blijft hopen op een nieuwe olympische klapper in Atlanta. Cees Olsthoorn

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1996 | | pagina 21