De NOS ruikt lekker
PZC
oo
Mart Smeets
alias
Meneer Sport
*1
100
Atlanta 1996
Fenomeen Van Almsick
kent geen twijfels meer
DINSDAG 16 JULI 1996 20
Marl Smeets: „Natrappen hoort niet."
Als hij morgen stopt met werken,
is hij volgende week dood. Mart
Smeets (49), Meneer Sport. Nog even.
„Ik heb het gevoel dat ik aan het
uitrangeren ben." Over de
machtstrijd in Hilversum, innerlijke
beschaving en geintjes voor de
camera. „Het leven is al zo saai en
televisie is helemaal niets."
4
Zijn huisarts heeft hem gezegd dat hij
twee versnellingen terug moet. omdat
hij anders dood gaat. Het kwam niet als
een verrassing. ..maar iemand moest het
zeggen." Sinds de onheilstijding werkt
Mart Smeets drie maal per week aan zijn
conditie in een sportschool. Na de halters
wacht het werk Voor televisie, radio, tijd
schriften en kranten. De uren heeft hij
nooit geteld. Werk is zijn leven. Nu de
Tour de France, volgende week de Olym
pische Spelen.
„Daar heb ik voor gekozen. Ik voel me er
prettig bij. Sport is het belangrijkste zij
spoor in het leven. Naar competitie kijken
is leuk, mensen die proberen de beste te
zijn. Natuurlijk is werken ook een vlucht.
Mijn droefheid is een privé-aangelegen-
heid. Daar kan ik niets over zeggen, want
dan kwets ik anderen en dat wil ik niet."
Hapt in een broodje bloedworst. Niet ge
diend van vragen over zijn privë-leven.
„Voor mijn deuren posten vuile paperazzi
om foto's te maken van mij met wie dan
ook. Schandalige bladen zijn het." Maar
het is waar dat het moeilijk is samen te
leven met een man die altijd aan het werk
is. „Een LAT-relatie dus. Punt."
Meneer Sport noemen ze hem op straat.
Omdat hij al meer dan twintig jaar met z'n
„smoel" op televisie komt. „Toen ik Pink
pop presenteerde werd dat door een deel
van de kijkers niet gepikt. Ik was toch
sport, hoe kon ik dan pop doen?" Bij NO
VA werd Meneer Sport ook niet geaccep
teerd. Door zijn eigen collega's nota bene.
Vindt hij nog steeds jammer. „Enig werk
was het. Precies datgene wat ik graag wil
de doortrekken. Een informatief program
ma met politiek, sport, cultuur en sociaal-
economisch nieuws. In potentie was NO
VA het leukste programma waaraan ik
heb meegewerkt. Maar de sfeer..., de tere
zieltjes daar... Nou ja, ik heb mezelf be
loofd niemand te kwetsen, natrappen
hoort niet."
Hij zegt dat-ie is veranderd sinds De Ope
ratie enkele jaren geleden, waarbij een
stuk darm is weggehaald. „Ik ben rustiger
geworden. Het venijn uit m'n bestaan is
weg. Ik zeg nog wel wat ik denk. maar de
scherpe kantjes gaan er af. Heeft ook met
ouder worden te maken. Dan begint er een
soort mildheidsknop te groeien, denk je
vaker: ach, laat maar. Minder flapuit. Ik
denk dat ik meer ga nadenken, maar dat
weet ik niet zeker."
Het jeukt. Steekt. Het gedwongen vertrek
bij NOVA. „Naar buiten toe heette het
sjiek communicatieproblemen. In werke
lijkheid was het daar haat en nijd, moord
en doodslag. NOVA was erger dan een
soap. Er waren mensen die geen woord
met elkaar wisselden. Mensen die niet
kwamen als die ander er was. Goed, laat ik
je één verhaal vertellen. Charles Groen-
huijsen heeft een uitzending gehad waarin
hij drie keer bijna flauw viel. Met zweten
de handen moest hij zich aan de tafel
vastklampen. Maar hij verdomde het om
mij de vragen te laten stellen die kant en
klaar op een monitor stonden."
Hij is even stil. Zijn ogen peilen of de bood
schap is overgekomen. „Airtime! Daar
gaat het om in Hilversum. Wie zit waar op
welk moment. Wie heeft de macht. Televi
sie verandert je. Kwaliteit is wel belang
rijk, maar daarnaast groeit een wurgende
drang naar macht. Nee. ik heb dat niet. Ik
sta moeiteloos van alles af."
Hij beseft dat er bij Studio Sport mensen
zijn die azen op zijn airtime op zondag
avond. „Hoelang ik nog Meneer Sport
ben Dat zou wel eens heel kort kunnen
zijn. Ik heb het gevoel dat ik aan het uit
rangeren ben. Nee, ik voel me niet oud,
maar ik besef dat er bij ons jongere men
sen zitten die meer willen. Mijn vertrek
kan bevrijdend werken. Dat is gewoon
realiteitszin."
President
De kwaliteit van zijn eventuele opvolging
zint hem niet. „Tom Egbers wou ook
graag een keer naar de Spelen, maar hij
kan alleen presenteren. Annette ook. Ze
zouden reportages moeten maken, sport
beleven. Maar dat is de jeugd. Ze wil niet
van onderaf beginnen, maar meteen in
beeld, een kwis doen, talkshow, president
worden."
Morgen heeft-ie als hij wil een andere
baan. Alleen al in de afgelopen vier maan
den heeft hij drie aanbiedingen gehad. „Ik
kan vandaag naar Veronica, maar dat hij
gerige toontje van ze bevalt me niet. Ik
heb zoveel liefde voor de NOS. Ondanks
het ellebogenwerk ruikt de NOS lekker.
Het is een soort bekakte afstandelijke rust
waarin ik verkeer en die vind ik bij de NOS
redelijk terug. Hoe ze in het leven staan,
de gemanierdheid van mensen. Ik word
gek van ongemanierdheid. Kijk, de basis
van je bestaan is innerlijke beschaving.
Die krijg je mee of niet. Ik ben zo opge
voed. Ik houd een deur open voor een
vrouw. Zo hoort het. Ik wil graag leven vol
gens de regels, met respect voor mensen.
Het is niet fatsoenlijk om een wielrenner
over de meet meteen een microfoon onder
zijn snufferd te drukken. Ik was de uitvin
der van de minuut rust. Ik hou dan conse
quent m'n bek. Veel vakbroeders hebben
die fatsoensregel overgenomen."
Hij zou graag een „mooi, informatief pro
gramma met sport, politiek en cultuur"
maken voor zijn geliefde NOS. Hij heeft
zelfs al een plan ingediend, maar nog niets
gehoord. „Ik denk dat de NOS-leiding mij
daarvoor te oud vindt. En ik val niet goed
in de machtstrijd. Ik ben te controver
sieel, ik hou m'n mond niet."
Geintjes
En dan de geintjes. Smeets met aange
plakte snor, Smeets met strikje, choker of
een opvallende plant in beeld. „Die plant
stond er alleen als er één bepaald iemand
was. Néé, ik zeg niet wie, ik zeg niet wie."
Smeets die zijn vriend 'Boris van der Wiel'
op zijn sterfbed een hart onder de riem
steekt door hem elke week in de uitzen
ding te noemen: Van der Wiel tweede in
singleloop in Zutphen, eerste bij wildwa-
terwedstrijden in Nieuw Zeeland. Smeets
die bij voetbalfragmenten uit den vreem
de steevast dezelfde Griek laat scoren als
niemand van de redactie weet wie de ma
ker is. En nooit iemand die reageert op z'n
verzinsels.
„Als ik wat zeg in Nederland dan is het zo.
Dat hebben Joop van Zijl en Aad van den
Heuvel ook. Als je maar lang genoeg zit
dan word je een instituut." Soms zit Stu
dio Sport met bijna lege handen. „Dan zeg
ik tegen Heinze: zullen we van een drol een
taartje maken? En dan zetten we mensen
op het verkeerde been. Dat is het leukste
wat er is. Prikkelen, een beetje verwarring
zaaien. Het leven is al zo saai en televisie is
helemaal niets. Doe wat geks, dat maakt
een programma spannend en aantrekke
lijk."
Niets aan Smeets' optreden doet denken
aan „bekakte afstandelijke rust". Balorig
heid en ouwe jongens krentebrood zijn
eerder kenmerken. „Dat komt door het
taalgebruik. Dat is in de sport toegestaan.
Niet erg. De consument heeft er geen last
van. Sterker, het publiek vindt het prach
tig."
Veel mannelijke kijkers althans. Uit een
kijkersonderzoek in 1993 blijkt dat
Smeets grote populariteit geniet onder
mannen, maar dat vrouwen weinig op
hebben met de „nationale knuffelbeer",
zoals Smeets zichzelf ooit typeerde. De
Ze heeft de snelheid van Michael Schu
macher, de dadendrang van Boris
Becker en de uitstraling van zichzelf.
Franziska van Almsick. Fenomeen in het
zwembad, megaster op het droge.
'Franzi', wordt ze genoemd. Door haar
trainer, door de pers en door Helmuth
Kohl. Liefkozend, want Franzi is in Duits
land populairder dan Steffi Graf. Is net als
de tennisster miljonaire, maar kent geen
belastingproblemen. Franzi verslaat Stef
fi wanneer de sportvrouw van het jaar
moet worden gekozen. Pas achttien leng
tes jong, het laatste product van de voor
malige DDR. 'Ein Frau mit ballen', zeggen
de Duitsers in west en oost, bij hoge uit
zondering eensgezind. Maar dat is niet de
enige reden waarom de film- en fotocame
ra's inzoomen wanneer de Berlijnse het
startblok opstapt. Franzi mag er zijn. Ree
bruine ogen, hooghartige uitstraling en
een (sport)lichaam dat smeekt om vereeu
wigd te worden. Dus valt er een niet eens
zo verrassende stilte wanneer deze jonge
zelfverzekerde vrouw de volgestouwde
perszaal in Braunschweig betreedt...
Het gevoel bij Franziska van Almsick was
eind vorig jaar negatiever. Ze overwoog er
zelfs de brui aan te geven. Of na Atlanta te
stoppen. Franzi kan namelijk niet om
gaan met nederlagen, zo geeft ze zelf toe.
„Niet de buitenwereld legt me al vanaf
mijn veertiende druk op. dat doe ik zelf. Ik
wil winnen. Altijd. Daarvoor train ik,
daarvoor ben ik ook op sombere novem-
berochtenden om zeven uur in het zwem
bad. Daarvoor heb ik bijna geen privé-le-
ven meer. Ik heb het er allemaal graag
voor over. Zolang ik win. Maar na de EK
van vorig jaar zomer in Wenen was dat
niet meer het geval. Dus sloeg de twijfel
toe."
De in Oost-Berlijn geboren en nog altijd
woonachtige zwemster blikt de zaal in. Ie
dereen weet waar ze het over heeft. Samen
met Franzi lijkt het verstomde gezelschap
voor een moment terug te zweven naar de
series van de 200 meter vrije slag, Franzi's
specialiteit. Zeven gouden plakken waren
haar voorspeld in Wenen, nu vergist ze
zich in de voorronde van het nummer
waarop ze eerder de snelste tijd ter wereld
heeft neergezet. Negende wordt ze en dus
moet ze 's avonds aantreden in de B-fi-
nale. Daarin zwemt ze uiteindelijk sneller
dan de latere winnares van de A-finale
(landgenote Kielgass), maar toch, „een bi
zarre ervaring", pakt Van Almsick de
draad weer op. De zaal ontwaakt daarmee
uit dezelfde droom. „Vanaf dat moment is
het minder met me gegaan. Blessures,
weinig motivatie en de kater van Hitler..."
Oeps, daar raakt ze een gevoelige snaar.
Oke, Franzi had vorig jaar tegenover een
foto Roland de Bruin/GPD
suggestie dat hij op veel vrouwen wellicht
'macho' overkomt, doet hem bijna van
zijn stoel vallen.
„Ik macho? Ik? Hoe kom je erbij? Ik kan
héél goed met vrouwen omgaan. De ont
moetingen die ik in mijn verhaaltjes be
schrijf gebeuren ook echt. Niet dat ik het
opzoek, het overkomt me gewoon. Maar
vergeet niet dat ik ook veel levens van
vrouwen verpest. Twintig jaar lang heb ik
de zondagavond van miljoenen vrouwen
vergald. Voor de gemiddelde vrouw ben ik
een tegenstander: ik pik familietijd in. Ik
moet m'n bek houden."
Afstand betracht hij zelden als journalist.
Vindt-ie ook niet nodig. Hij is bevriend
met Erik Breukink, maar dat stelt hem
volgens eigen zeggen nog steeds in staat
om een kritisch interview met hem te hou
den. „Mijn scherpte lijdt daar niet onder."
En zijn geloofwaardigheid? „Ik laat blij
ken dat ik iemand aardig vind. Zo ga ik
met mensen om. Ik zit daar als mens en
niet als journalist."
Monique de Knegt
journalist verklaard 'Mein Kampf door
gebladerd te hebben. Louter vanwege het
feit dat ze geschiedenis studeert en nu
eenmaal niet om de Nazi-periode heen
kon. Ze had het 'interessant' gevonden,
om een paar hoofdstukken van Mein
Kampf te lezen, maar walgde van de daar
achter liggende filosofie. Pal daarop kopte
een krant dat Van Almsick Mein Kampf
en Hilter wel zag zitten. Daarmee was de
zoveelste rel rondom haar persoon gebo
ren. „Ik heb me blind geërgerd aan alle on
zin die toen in de media is verschenen",
herhaalt ze haar kritiek. „En het versterk
te mijn gevoelens om er mogelijk maar
meteen een punt achter te zetten."
Ze had er onvrede mee, omdat Franzi
vindt dat ze net zo 'normaal en abnor
maal' is als ieder ander mens zonder of
met zwemdiploma. „Wat moet ik met ver
koopsters die me alleen maar aanstaren
wanneer ik naar een bepaalde lippenstift
vraag. Of als ik in de disco sta te dansen,
de muziek plotseling wordt stilgelegd en
er wordt omgeroepen: 'dames en heren,
we begroeten vanavond een wel heel bij
zondere gast in onze zaak... Op die mo
menten ben ik onmiddellijk vertrokken.
Ja. dan vervloek ik mijn bekende kop.
Dan wil ik gewoon plezier hebben met
mijn vriend (Steffen Zesner, ook een
zwemmer van de Duitse nationale ploeg,
red.). De buitenwereld misgunt me dat."
Gouden plak
Maar goed, het dal waarin ze zat is ze uit
geklommen. Franzi komt weer wat tot
rust door de zeer voorzichtig gestelde
vraag. Kruist haar armen voor de borst,
wiebelt op haar stoel. 'Je gaat er toch voor
in Atlanta, voor je eerste gouden olympi
sche medaille?' „Ja. ja. daar ga ik voor. Ik
ben weer optimaal gemotiveerd. Heb me
anders voorbereid dan anders. De school
heb ik voorlopig stopgezet. Ik heb wat
rust genomen. En als ik eerlijk ben, kan ik
niet buiten het water. Geen vakantie zon
der een zwembad in de buurt, zo ben ik nu
eenmaal."
Dan blikt ze de zaal in. kijkt niemand in
het bijzonder aan. „Maar weetje wat voor
mij nou echt de doorslag gaf om ermee
door te gaan? Dat mijn trainingsmaatjes
de laatste tijd nog achthonderd meter
moesten zwemmen wanneer ik al had aan
getikt. Toen wist ik dat het weer snor zat.
En dat gevoel, mijn oude vertrouwde ge
voel neem ik mee naar Atlanta."
Een korte knik met het hoofd, 'bedankt'
en daar gaat ze weer. Franzi op weg naar
haar eerste gouden olympische plak.
Twijfels? Nee, die heeft niemand meer.
Karei Jansen
Franziska van
Almsick: „Als ik
eerlijk ben, kan ik
niet buiten het
water." foto GPD